Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w66 1/8 blz. 475-480
  • Hebben christenen „Dit goede nieuws van het koninkrijk” nodig?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hebben christenen „Dit goede nieuws van het koninkrijk” nodig?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HET GOEDE NIEUWS VAN THANS EERST TOT DE CHRISTENEN GERICHT
  • EEN TWEEDE REDEN WAAROM CHRISTENEN DIENEN TE LUISTEREN
  • HET OP DE VOORGROND TREDENDE KENMERK VAN BABYLON
  • BABYLONS STRIJD EN HAAR NIEUWE TEGENSTANDER
  • Een bijbels mysterie onthuld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • De ondergang van de valse religie
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
  • Babylon de Grote — Gevallen en geoordeeld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1989
  • Identificeer de geest van de wereld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
w66 1/8 blz. 475-480

Hebben christenen „Dit goede nieuws van het koninkrijk” nodig?

1. Wat is de normale reactie in de christenheid als het „goede nieuws van het koninkrijk” wordt gepredikt?

WAT was uw reactie toen een van Jehovah’s getuigen u voor het eerst benaderde en u uitlegde dat hij was gekomen om u het „goede nieuws van het koninkrijk” te prediken? Als u lid bent van een van de religieuze organisaties van de christenheid, hebt u misschien, zoals enkelen zich uitdrukten, gedacht: ’Waarom gaat u niet naar iemand die het nodig heeft, naar degenen die niet in het christendom geloven? Mijn predikant predikt het Koninkrijk en dat doet hij trouwens al jaren.’

2. Toon aan dat God zich in het verleden door middel van progressieve boodschappen van goed nieuws met zijn volk heeft bemoeid.

2 Het is begrijpelijk dat u zo denkt. Laat u aan de andere kant eens uw gedachten over de volgende vraag gaan: Betekent het feit dat u lid bent van een religie niet juist dat u naar iets goeds dat gaat komen, uitziet? En zond God in het verleden op verschillende tijden geen progressieve nieuwe boodschappen van goed nieuws tot zijn volk? Toen Jezus omstreeks het begin van onze gewone tijdrekening in Bethlehem werd geboren, kondigden engelen dit als goed nieuws aan (Luk. 2:10). Ongeveer dertig jaar later, zes maanden voordat Jezus in de Jordaan werd gedoopt en met zijn bediening begon, beschouwde God het als zulk goed nieuws dat hij een speciale boodschapper, Johannes de Doper, zond om het aan de joden bekend te maken (Matth. 3:1, 2). Dit vond plaats in vervulling van het goede nieuws dat God aan Abraham had gegeven (Gal. 3:8). Toen Jezus stierf, waren zijn discipelen zeer bedroefd, doch toen hij was opgestaan en hun vertelde dat alle macht in de hemel en op aarde hem was gegeven, was dit voor de discipelen het beste nieuws aller tijden (Matth. 28:18-20; Luk. 24:50-53). Maar eer Jezus stierf, vertelde hij zijn discipelen van een zelfs nog beter goed nieuws, dat in een voor hen in de verre toekomst liggende tijd op wereldomvattende schaal verkondigd zou worden.

HET GOEDE NIEUWS VAN THANS EERST TOT DE CHRISTENEN GERICHT

3. Het goede nieuws dat thans door Jehovah’s getuigen wordt gepredikt, is allereerst gericht tot welk volk, en waarom dient iedere belijdende christen het te onderzoeken?

3 Dit is de eerste van twee zeer goede redenen waarom het goede nieuws van het Koninkrijk, dat thans door Jehovah’s getuigen wordt gepredikt, voor christenen van groter belang is dan voor enig ander volk. Het wordt in feite specifiek en allereerst tot hen gezonden. Een ieder die belijdt een christen te zijn, dient op zijn minst te onderzoeken wat het goede nieuws dat wordt verkondigd is, want het is voor onze tijd speciaal goed nieuws voor christenen. Laat ons zien waarom dit zo is.

4. (a) Met welke aankondiging begonnen Johannes de Doper en Jezus hun bediening? (b) In welk verband zei Jezus: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal . . . worden gepredikt”?

4 Toen Jezus op aarde was, begon hij zijn bediening in Galiléa met de aankondiging: „Het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen” (Matth. 4:17). Johannes was met deze aankondiging het jaar daarvoor begonnen. Jezus’ discipelen namen het goede nieuws van de aardse tegenwoordigheid van de Koning Jezus aan en verkondigden het gedurende Jezus’ drie-en-een-halfjarige bediening samen met hem wijd en zijd door Palestina. Hij vertelde hun echter dat hij van hen heen moest gaan en te bestemder tijd terug zou keren, nadat hij Koninkrijksmacht had ontvangen. Zij hadden zeer veel belangstelling voor zijn wederkomst, want zij wisten dat dit zou betekenen dat zij in zijn koninkrijk met hem op tronen zouden zitten. Daarom vroegen zij hem kort voor zijn dood: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” (Matth. 24:3) Als antwoord beschreef Jezus een lange lijst van gebeurtenissen die ter onderscheiding van deze tijd van zijn tweede tegenwoordigheid zouden plaatsvinden, en hij zei onder andere: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Matth. 24:14.

5. (a) Wat predikten Jezus’ discipelen na Jezus’ dood over het Koninkrijk? (b) Was dit en wat de predikers van de christenheid thans prediken „dit goede nieuws van het koninkrijk”, uit Matthéüs 24:14? Verklaar dit.

5 Na Jezus’ dood verkondigden zijn discipelen niet meer ’het koninkrijk is nabijgekomen’, want de Koning was niet nabij, in hun midden. Zij predikten het Koninkrijk dat zou komen. In de afgelopen eeuwen hebben de predikers van de christenheid een komend koninkrijk gepredikt. Merk echter op dat Jezus sprak over de tijd van het einde toen hij zei: „DIT goede nieuws van het koninkrijk zal . . . worden gepredikt.” Ja, het goede nieuws dat de Koning nabijgekomen was, zou opnieuw worden gepredikt, hetgeen zou betekenen dat de Koning het Koninkrijk had verkregen en was teruggekeerd om Koninkrijksmacht uit te oefenen. Met andere woorden, dit goede nieuws van het koninkrijk zou het goede nieuws zijn dat het Koninkrijk eindelijk in macht was opgericht. Het doel van de prediking ervan zou zijn tot een getuigenis. Het zou derhalve worden verricht door Koninkrijksgetuigen die christenen zouden zijn.

6. Wat bewijst nog meer dat er op een veel later tijdstip dan de dagen van Johannes een speciaal goed nieuws verkondigd moest worden?

6 Gelooft u dat dit waar is? Of wilt u nog meer bewijzen hebben? Beschouwt u dan het volgende: De apostel Johannes werkte nog meer dan zestig jaar, tot het einde van zijn leven, energiek aan de verkondiging van het goede nieuws van het Koninkrijk dat in de toekomst zou komen. Maar kort voor het einde van de eerste eeuw G.T. werd Johannes een visioen gegeven van toekomstige gebeurtenissen, en bij hetgeen ten tijde van het oordeel van de naties zou plaatsvinden, was een speciaal goed nieuws inbegrepen:

7. Wanneer zou er volgens Openbaring 14:6, 7 een speciaal goed nieuws gepredikt worden?

7 „En ik zag een andere engel in het midden van de hemel vliegen, en hij had eeuwig goed nieuws, om dat als blijde tijdingen bekend te maken aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie en stam en taal en elk volk, zeggende met een luide stem: ’Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van het oordeel door hem is gekomen, en aanbidt daarom Hem die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.’” — Openb. 14:6, 7.

8. (a) Wat wordt aangetoond door het feit dat de engel met het goede nieuws in het midden van de hemel vloog? (b) Betekent het feit dat de engel in het midden van de hemel met een luide stem spreekt, dat de mensen een letterlijke engel zouden zien die met donderende stem zou spreken, of wat is de betekenis?

8 Betekende dit dat Johannes het goede nieuws tevoren niet had gepredikt? Volstrekt niet. Het betekent dat er een ander en groter goed nieuws was dat in toekomstige tijden verkondigd zou worden.a Merk op dat de engel betrekkelijk dicht bij de aarde vloog, want het midden van de hemel wordt in de bijbel beschreven als de plaats waar de vogels vliegen (Openb. 19:17). Betekende het dat een engel letterlijk de aarde met een donderende stem zou schudden? Neen, want God ontneemt Christus’ volgelingen op aarde de boodschap niet. Christus vertelde hun: „Gij zult getuigen van mij zijn . . . tot de verst verwijderde streek der aarde” (Hand. 1:8). Maar Jezus zei dat hij, als hij in zijn heerlijkheid kwam, met zijn engelen zou komen (Matth. 25:31). In de profetie van Openbaring toont hij aan dat „dit goede nieuws” zó belangrijk zou zijn dat hij, ten einde de prediking ervan tot een getuigenis en tot de einden der aarde te leiden, machtige hemelse engelen zou gebruiken. De boodschap zou niet rechtstreeks of hoorbaar door de engel in het midden van de hemel gegeven worden, maar door mensen op aarde, door aanbidders die God vrezen en hem heerlijkheid geven. Dat de engel in het midden van de hemel vloog en met luide bovenmenselijke stem sprak, zou betekenen dat de boodschap vanuit de hoogte waarin hij zijn baan om de aarde beschreef, in een wijde straal gehoord zou worden. Het was goed nieuws dat het verdiende door iedereen op aarde te worden gehoord en van iedereen aandacht te ontvangen. Het goede nieuws zou niet afkomstig zijn van politici of aardse regeerders, maar van de hemel, en het zou van invloed zijn op iedere persoon die op aarde leeft: man, vrouw en kind.

9. (a) Welk feit dient voor iemand een aansporing te zijn het goede nieuws dat wordt gepredikt, te onderzoeken? (b) Wat demonstreert de doeltreffendheid en kracht van „dit goede nieuws van het koninkrijk”?

9 Het feit dat meer dan een miljoen personen, merendeels in de landen die bekend staan als de christenheid, hebben erkend dat „dit goede nieuws” werkelijk ter aankondiging van het opgerichte Koninkrijk waarom zij gebeden hebben, geschiedt, is een aansporing tot luisteren. Deze mensen hebben de aankondiging zorgvuldig onderzocht en de doeltreffendheid en kracht van het goede nieuws is van dien aard dat in 1965 1.034.268 personen „dit goede nieuws” regelmatig verkondigden. Zij besteedden er 171.257.644 uren aan en leidden bij nog meer personen die luisteren, 770.595 huisbijbelstudies. Door de verkondiging van het jaar daarvoor (1964) werden 64.393 verkondigers aan hun rijen toegevoegd.

EEN TWEEDE REDEN WAAROM CHRISTENEN DIENEN TE LUISTEREN

10. Wat is een tweede belangrijke reden waarom degenen die belijden christenen te zijn, speciale aandacht dienen te schenken aan het goede nieuws dat door Jehovah’s getuigen wordt verkondigd?

10 Er bestaat een tweede dringende reden waarom alle personen die tot een religie van de christenheid behoren, meer dan gewone aandacht dienen te schenken aan dit goede nieuws van het Koninkrijk dat wordt gepredikt. Die reden is dat dit goede nieuws vergezeld gaat van een oordeelsboodschap, want de engel die in het midden van de hemel vliegt, zegt vervolgens met luide stem: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van het oordeel door hem is gekomen, en aanbidt daarom Hem die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.” — Openb. 14:7.

11. Waarom is het oordeel van Openbaring 14:7 goed nieuws?

11 Nu is het woord „oordeel” een woord waaraan in de geest van de meeste mensen gewoonlijk angstige bijgedachten kleven, doch hier is het werkelijk goed nieuws. Waarom? Omdat, als het uur van het oordeel van Jehovah God is aangebroken, dit betekent dat hij, de Opperste Rechter, ter rechtvaardiging van zijn eigen universele soevereiniteit en heilige naam en om zijn getrouwe dienstknechten uit gevangenschap en slavernij aan de onderdrukkende organisatie van de Duivel te bevrijden, alle aangelegenheden op volmaakt rechtvaardige wijze zal recht zetten. Als zijn oordelen in werking treden, zullen ze werkelijk de panacee voor menselijke kwalen en uitingen van onrechtvaardigheid zijn.

12. Waarom is het goed nieuws, te ontdekken welk deel van Satans organisatie het eerst wordt geoordeeld?

12 Het volgende vers van Openbaring 14:8 vertelt ons verder welk deel van de onderdrukkende organisatie van deze wereld het eerst wordt geoordeeld. Als u inziet wat het is, zult u stellig reden hebben gelukkig te zijn, want het is het boosaardigste werktuig waarvan Satan zich heeft bediend. Van zijn ontstaan af is het de voornaamste vijand van de aanbidding van God geweest. Het is dubbel verraderlijk geweest omdat zelfs de identiteit ervan in geheimzinnigheid was gehuld, en daardoor wist het te bewerkstelligen dat vele oprechte gewetensvolle mensen zijn lage praktijken hebben gediend. Het staat in verband met verkeerde religieuze aanbidding en praktijken, waardoor het buitengewoon gevaarlijk en vernietigend is, want het is rechtstreeks van invloed op de moraal en het leven, zelfs op de hoop op toekomstig leven, van zijn beoefenaars. O hoe goed is het, dit bedrieglijke instrument van de Duivel aan de kaak gesteld en geoordeeld te zien! Vervolgens zegt Johannes, terwijl hij zijn visioen beschrijft:

13. Welk goede nieuws brengt de tweede engel?

13 „En een andere, een tweede engel, volgde, die zei: ’Ze is gevallen! Babylon de grote is gevallen, zij die alle natiën van de hartstocht opwekkende wijn van haar hoererij heeft doen drinken!’” — Openb. 14:8.

14. Hoe vonden de mensen het toen het Babylon uit de oudheid in de zesde eeuw v.G.T. viel, en is dit het Babylon dat in Openbaring 14:8 wordt genoemd?

14 Toen het boek Openbaring werd geschreven (ongeveer in het jaar 96 G.T.), was Babylon natuurlijk al eeuwenlang geen wereldmacht meer. Wat er van de stad was overgebleven, was in verval geraakt en stond op het punt geheel en al te verdwijnen. Het was goed nieuws geweest toen het Babylon uit de oudheid in de zesde eeuw v.G.T. omvergeworpen was. Tijdens Babylons bestaan was haar naam synoniem geworden met vijandschap jegens de Allerhoogste God en met datgene wat wreed en onderdrukkend is. Zie hier echter iets nog veel ergers — Babylon de Grote. Wij dienen ons er zeker van op de hoogte te stellen wat zij is.

15. Door welke overeenkomst kunnen wij zien dat Babylon de Grote uit het boek Openbaring geen letterlijke stad is?

15 Babylon de Grote is naar een stad genoemd, maar zij is slechts een symbolische stad, zoals de stad die Openbaring 11:8 beschrijft als „de grote stad die in geestelijke zin Sodom en Egypte wordt genoemd, waar ook hun Heer aan een paal werd gehangen”. Wat is deze stad, dit geestelijke Babylon de Grote?

HET OP DE VOORGROND TREDENDE KENMERK VAN BABYLON

16. (a) Hoe kwam het dat de oude stad Babylon werd gesticht? (b) Hoe toonde Babylon speciaal dat zij tegen God was gekant?

16 Om te begrijpen wat zij is, is het nodig dat wij een beknopt historisch overzicht houden. Oorspronkelijk werd Babylon gesticht als een afscheiding van de aanbidding van Jehovah en van trouw aan hem als God, want Babylon werd gesticht door de opstandeling Nimrod, die in de bijbel wordt gebrandmerkt als „machtig jager in strijd met Jehovah”. De heidense stad werd door haar inwoners de „Poort van God” genoemd. Jehovah noemde de stad echter Babel, hetgeen „Verwarring” betekent, omdat hij de taal van de bouwers van de stad en haar toren verwarde (Gen. 10:8-10, NW; 11:5-9). Vanaf die tijd was Babylon altijd tegen Gods uitverkoren volk gekant. In de dagen van Nebukadnezar bereikte zij het toppunt van haar macht en verheugde zich in de gelegenheid de dynastie van koning David, die in Jeruzalem regeerde, omver te werpen. Ogenschijnlijk had zij de uitverkoren natie Israël „als een grote slang” of draak ingeslokt (Jer. 51:34, NW). Het was Babylons bedoeling Israël in onderworpenheid te houden.

17. (a) Welk kenmerk van Babylon trad op de voorgrond? (b) Wat tonen inscripties in spijkerschrift aan?

17 Als wij aan de stad Babylon uit de oudheid denken, wat is dan het meest op de voorgrond tredende en opmerkelijkste kenmerk? Aan welke karaktertrek worden wij onmiddellijk herinnerd? Welnu, Babylon was natuurlijk een politieke stad. Zij was militaristisch, zeer commercieel en materialistisch. Doch het ene, dat al haar andere kenmerken verre overschaduwde en waarom het in de geschiedenis het meest bekend staat, is haar godsdienstigheid. Zelfs Assyrië, dat zeer religieus was, hield gedetailleerde berichten bij waarin zelfs de namen en politieke resultaten van de koningen van Juda en Israël met de historische achtergronden herhaaldelijk waren opgenomen, maar inscripties in spijkerschrift die in het Midden-Oosten zijn opgegraven, tonen aan dat in Babylon de meeste nadruk werd gelegd op religie, want de verslagen van Babylon onder de dynastie van Nebukadnezar vermelden weinig anders dan de religieuze en architectonische belevenissen van die tijd en negeren wat er met het koninkrijk Juda gebeurde. Een oude inscriptie in spijkerschrift geeft ons enig idee hoe religieus het Babylon uit de oudheid wel was:

18. Tot op welke hoogte werd het bouwprogramma van Babylon door religie beïnvloed?

18 Er zijn in Babylon alles te zamen 53 tempels van de voornaamste godheden, 55 kapellen van Mardoek, 300 kapellen voor de aardse godheden, 600 voor de hemelse godheden, 180 altaren voor de godin Isjtar, 180 voor de goden Nergal en Adad en 12 andere altaren voor verschillende goden.

19. Wat zegt The Encyclopædia Britannica over de godsdienstigheid van Nebukadnezar?

19 Met betrekking tot Nebukadnezar, de grootste koning van Babylon, zegt The Encyclopædia Britannicab: „Uit zijn inscripties krijgen wij de indruk dat Nebukadnezar een man van een bijzonder religieus karakter was.” Zijn opvolgers waren eveneens religieus.

20. Tot in welke mate had de religie van Babylon de mensen in haar greep?

20 Wat betreft de greep die de Babylonische religie op het volk van Babylonië had, tonen historische verslagen aan dat Babylon „een land van gesneden beelden” was (Jer. 50:38), dat de priesters praktisch elke activiteit van het Babylonische leven beheersten en dat het volk geen belangrijke activiteit kon ondernemen zonder de Babylonische priesters en beoefenaars van magische kunsten te raadplegen.

21. Hoe verwierven de Babylonische priesters macht over de handel in Babylon?

21 Een groot deel van het commerciële leven van Babylon werd zelfs volledig door religie beheerst, want de Babylonische priesters maakten zo gauw zij konden alle geofferde dieren en alle religieuze tienden die het volk dagelijks op de altaren aanbood, vooral wat snel zou bederven, te gelde. Evenals in Abrahams geboortestad, Ur der Chaldeeën, hadden de tempelautoriteiten de nodige magazijnen en dreven hun eigen warenhuizen. Zij achtten het raadzaam hun religieuze inkomsten te beleggen en zij exploiteerden daarom voor dat doel hun eigen banken.c Ziet u heden ten dage iets soortgelijks in de religie?

BABYLONS STRIJD EN HAAR NIEUWE TEGENSTANDER

22. (a) Hoe werd de religie van Babylon overal heen verbreid? (b) Tot in welke mate beïnvloedde Babylonische religie de joodse religie? (c) Met welke nieuwe kracht kwam Babylon in de eerste eeuw G.T. in conflict?

22 Het religieuze Babylon was, toen Nimrod het stichtte, tegen Gods ware aanbidders gekant. Later, toen de talen verward werden en het volk van Babylon werd verstrooid, droegen zij hun valse religie mee naar andere delen der aarde. Bijgevolg bevond er zich overal waar de ware aanbidding werd beoefend valse Babylonische religie om het tegen te staan. Toen Babylon in 539 v.G.T. door de Meden en Perzen ten val werd gebracht, bleef haar religie bestaan. Zij had getracht de joden voorgoed op te slokken toen zij hen in gevangenschap leidde, doch zij werd gedwongen hen vrij te laten. Haar religie deed echter krachtige pogingen en slaagde er inderdaad in de joodse religie te beïnvloeden en te besmetten, zodat, toen Jezus op aarde verscheen, hij bitter werd bestreden en ter dood werd gebracht. Doch nu kwam de religie van Babylon in conflict met iets nieuws, het christendom, ook al begon het christendom bij of onder de joden. Haar religie kwam in conflict met het geloof van de apostelen van Christus. De religie van Babylon had tegen het aardse Sion gestreden, maar legde zich er nu op toe tegen het geestelijke Sion, vertegenwoordigd door de christelijke getuigen van Jehovah, te strijden. Zou zij in deze strijd succes hebben?

23. (a) Waarom hebben zij die belijdende christenen zijn, „dit goede nieuws van het koninkrijk” nodig? (b) Naar welke inlichtingen kunnen wij in volgende uitgaven van De Wachttoren uitzien?

23 Satan de Duivel heeft altijd Babylonische valse religie gebruikt als een instrument om tegen Gods volk te strijden, en wij kunnen er zeker van zijn dat die sluwe tegenstander van Jehovah in zijn strijd thans boosaardiger zal zijn dan ooit. In onze volgende uitgave zullen wij bespreken hoe hij, door middel van Babylonische valse religie, het meest verraderlijke en duivelse complot smeedde dat ooit werd ontworpen en uitgevoerd. Wij zullen zien hoe het velen heeft bedrogen en verstrikt, het geloof van ware christenen tot het uiterste op de proef heeft gesteld en over alle volken der aarde grote ellende heeft gebracht. De boodschap van thans, dat er een oordeelstijd is aangebroken, is dus stellig goed nieuws, iets om ons over te verheugen. „Dit goede nieuws van het koninkrijk” is derhalve iets dat allen nodig hebben, speciaal christenen, want het oordeel over de religie van Babylon kan alleen geschieden door het in macht opgerichte Koninkrijk in de handen van Jezus Christus. U zult het waarderen en zich erover verheugen dat de komende uitgaven van dit tijdschrift Satans complot zullen bespreken en aan de kaak stellen en zullen aantonen hoe God Babylon de Grote heeft ontmaskerd en haar van haar mysteries heeft ontdaan, en wel in onze tijd, nu ze zal worden geoordeeld en teniet gedaan, tot grote opluchting en zegening van alle ware christenen, van hen die de reine aanbidding van Jehovah God hoog houden.

[Voetnoten]

a Zie voor details hierover, en hoe men in het jaar 1920 G.T. voor het eerst begon te begrijpen dat „dit goede nieuws van het koninkrijk” van Matthéüs 24:14 betrekking heeft op het in macht in de hemel opgerichte Koninkrijk, dat spoedig de aardse aangelegenheden volledig gaat beheersen, het gebonden boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules! door de Watch Tower Bible and Tract Society (1963), bladzijden 462-467.

b Deel 19, bladzijde 332a (uitgave van 1911).

c Zie De bijbel heeft toch gelijk, door W. Keller, bladzijden 289, 291, 292. Ook het supplement bij Youngs Concordance (uitgave van 1897), bladzijden 33, 34.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen