-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1958 | 15 april
-
-
is niet voor te stellen dat iemand die een verhaal opstelt zich binnen enkele zinnen zou tegenspreken, door eerst te zeggen dat iets zeven dagen eerder geschiedde en dan later dat het op dezelfde dag als iets anders plaatsvond. Zulk een tegenspraak zou er dik bovenop liggen. Wanneer er zich echter twee zulke verklaringen voordoen en ze toch gemakkelijk geharmonieerd kunnen worden wanneer de ware toedracht van de zaak wordt begrepen, wordt er duidelijk door bewezen dat er geen weloverwogen poging is gedaan om een bedrieglijke fabel samen te stellen.
Jezus brengt de aangelegenheid tot klaarheid door te zeggen: „Tot de dag waarop Noach de ark inging, en de vloed kwam en hen allen vernietigde.” — Luk. 17:27; zie ook Mattheüs 24:38, 39.
-
-
Beproef uw geheugenDe Wachttoren 1958 | 15 april
-
-
Beproef uw geheugen
Herinnert u zich, na het lezen van dit nummer van „De Wachttoren” —
✔ Op welke wijze de mens als een verwelkende bloem is? Blz. 227, §2.
✔ Waarom er voor redding meer komt kijken dan alleen geloof? Blz. 228, §2.
✔ Welk werk Jezus belangrijker dan het genezen van zieken beschouwde? Blz. 230, §1.
✔ Waarom Gods Woord een onbekend boek is? Blz. 232, §2.
✔ Waarom het een grote belemmering is als men de bijbel slechts als een historisch boek beschouwt? Blz. 232, §6.
✔ Hoe wij de bijbel beter kunnen begrijpen? Blz. 234, §9.
✔ Wie voor het eerst in vroegere tijden hun doden in de catacomben begroeven? Blz. 236, §2.
✔ Waarom de vroege christenen over het algemeen bescherming zochten in de catacomben? Blz. 237, §3.
✔ Welk lied alle mensen kan opbeuren? Blz. 240, §1.
✔ Via welke aardse geslachtslijn het beloofde zaad moest komen? Blz. 245, §21.
✔ Of het er nu de tijd voor is om te treuren? Blz. 251, §12.
✔ Of Noach de ark binnenging op de dag dat de vloed losbarstte, of reeds zeven dagen daarvoor? Blz. 255, §4.
-