Vreugde doordat geestelijke behoeften zijn bevredigd
HEBT u opgemerkt hoe weinig mensen thans echt vreugde bezitten? Zij zijn zich er duidelijk van bewust dat er iets in hun leven ontbreekt, maar zij weten niet precies wat. Is dit soms ook uw persoonlijke ervaring? Indien ja, zou dit dan kunnen komen doordat uw geestelijke behoeften niet worden bevredigd?
Wij kunnen niet aan het feit ontkomen dat wij meer dan voedsel, kleding en onderdak nodig hebben om ons gelukkig te voelen. Anders zouden mensen die in materieel opzicht voorspoed genieten nooit ongelukkig zijn. Wij weten echter dat dit niet het geval is. Aan de andere kant zijn mensen met weinig materiële bezittingen soms erg gelukkig. Hoe komt dit? Zij hebben gemerkt dat de bijbel een fundamentele waarheid vertolkt wanneer daarin wordt gezegd: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood” (Matth. 5:3). Zulk een bewustzijn van geestelijke nood zet iemand ertoe aan stappen te doen om deze te lenigen. De geestelijke voldoening die aldus wordt verkregen, kan de bron zijn van een alles overtreffende vreugde.
Waartoe kan iemand zich echter wenden om geestelijk gevoed te worden? Zou hij dit voedsel misschien in een van de belangrijke religieuze organisaties van de christenheid kunnen vinden? Of moet hij het eerder zoeken onder een betrekkelijk kleine groep van toegewijde christenen?
Laten wij om een antwoord op deze vragen te krijgen, onze aandacht eens op recente ontwikkelingen in Italië richten. Hier worden uitlatingen gehoord zoals: „Wij zijn nog maar pas met een studie van de bijbel begonnen en hebben het oprechte verlangen ons intens te verdiepen in de enige waarheid in de wereld.” „Ik wil u graag laten weten dat hoewel ik steeds verder van religie ben afgedreven, ik de stille hoop koester het licht van het ware geloof te vinden.” „Ik heb nu voor de derde keer met uw medewerkers gesproken. Hoewel ik katholiek ben, heb ik heel veel waardering voor wat u doet en ontvang ik er veel geestelijke voordelen van. Ik ben op uw aanbod van een bijbelstudie ingegaan en wil u heel vriendelijk bedanken voor het werk dat u verricht door het Woord van de Heer te verbreiden.” Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de commentaren die het Wachttorengenootschap in Rome dagelijks ontvangt.
Sommigen zullen het misschien vreemd vinden dat zich in Italië, dat door velen als de bakermat van het christendom wordt beschouwd, personen bevinden wier geestelijke behoeften niet in hun eigen kerk worden bevredigd, zodat zij de bijbel met Jehovah’s Getuigen willen bestuderen. Het is echter interessant dat kardinaal Poletti, tengevolge van de tanende belangstelling van de mensen voor de Kerk, Rome onlangs een „zendingsveld” noemde. Dit kan terecht van geheel Italië gezegd worden.
Ja, het aantal Italianen dat zich bewust wordt van hun geestelijke nood wordt steeds groter. Vooral gedurende de afgelopen dertig jaar is er meer nadruk gelegd op het ontvangen van gevorderd onderwijs. De Italianen lezen daarom meer, en dit heeft er onder andere toe geleid dat velen tot het besef zijn gekomen dat zij geen bijbels onderwijs van hun religieuze leiders hebben ontvangen. Tot voor zeer kort werd het lezen van de Heilige Schrift zelfs door de Kerk ontmoedigd.
GEHANDICAPTE PERSONEN REAGEREN GUNSTIG
De bijbelse boodschap trekt alle soorten van mensen aan. Ernstig gehandicapte personen vormen hier bijvoorbeeld geen uitzondering op. Ook zij kunnen veel vreugde ervaren wanneer hun geestelijke honger wordt gestild.
Neem bijvoorbeeld het geval van een jongeman in Italië wiens armen en benen in zijn prille jeugd verlamd waren geraakt als gevolg van een verkeersongeluk. Daarna sprak een vriend met hem over de bijbel en gaf hem een exemplaar van de bijbel, te zamen met het bijbelse studiehulpmiddel De waarheid die tot eeuwig leven leidt. Binnen twee maanden had de jongeman deze publikaties van begin tot eind gelezen en begon hij de Heilige Schrift met Jehovah’s Getuigen te bestuderen. Al gauw zag hij in hoe belangrijk het was het geleerde met anderen te delen. Zijn zwager, die destijds nog geen Getuige van Jehovah was, nam hem in zijn auto mee, zodat hij met anderen over de Schrift kon spreken. Aangezien de verlamde jongeman in zijn bed of rolstoel moest blijven, benutte hij elke gelegenheid om met degenen te spreken die hem bezochten. Ook probeerde hij brieven te schrijven door een pen aan zijn pols vast te binden. Dit had echter niet het gewenste resultaat, aangezien zijn schrift gewoon te slecht was. Daarom kocht hij een elektrische schrijfmachine, en door middel van een stellage die aan zijn polsen gebonden kon worden, kan hij de toetsen aanslaan.
Zes maanden na zijn doop begon deze jongeman er ongeveer honderd uur per maand aan te besteden om anderen te helpen meer over de bijbel te weten te komen. Hij leidde maar liefst zes bijbelstudies en smaakte de grote vreugde om drie van de personen met wie hij studeerde dusdanige vorderingen te zien maken dat zij het punt bereikten om op een kringvergadering van Jehovah’s Getuigen gedoopt te worden.
Ondanks zijn lichamelijke toestand schenkt het hem geluk anderen in geestelijk opzicht hulp te verlenen. In een van zijn brieven schrijft hij: „Ik ben Jehovah dankbaar dat hij mij het vermogen heeft geschonken om bij anderen een oprechte belangstelling voor de bijbel aan te kweken en bij hen het verlangen wakker te roepen hem te dienen.”
Door middel van een bijbelstudie werd een doofstom echtpaar eveneens geholpen werkelijke voldoening en vreugde uit het leven te putten. Behalve hun fysieke handicap hadden zij ernstige problemen op ander gebied. Hun huwelijk was ongelukkig.
Elke avond kwam de man dronken thuis en vaak sloeg hij zijn vrouw. Hun financiële toestand was erg slecht en zij hadden vier kinderen te onderhouden in de leeftijd van zes tot dertien jaar. Wegens haar zwakke gezondheid, was de vrouw bang voor een volgende zwangerschap. Toen zij weer zwanger werd, deed zij een poging tot zelfmoord. Zij werd echter met spoed naar het ziekenhuis gebracht en ontkwam daardoor aan de dood. Omstreeks deze tijd sprak een doofstomme vriendin van haar, die met Jehovah’s Getuigen studeerde, met haar over Gods koninkrijk. Deze vrouw nam graag het aanbod van een bijbelstudie aan. Niet lang daarna sloot haar man zich in de besprekingen bij haar aan.
Doordat hun geestelijke behoeften werden bevredigd, veranderde hun leven ten goede. Het gebeurde niet langer dat de man rookte, zijn vrouw sloeg of dronken werd. Doordat het echtpaar bevrijd was van dure gewoonten, ging de economische situatie van het gezin merkbaar vooruit. De vrouw werd in 1974 op een kringvergadering van Jehovah’s Getuigen gedoopt en de man werd in de zomer van 1975, gedurende de „Goddelijke soevereiniteit”-districtsvergadering gedoopt. Op het ogenblik zijn beiden er druk mee bezig andere doofstommen in Italië te helpen tot een nauwkeurige kennis van de waarheid te komen.
EEN NIEUWE EN GELUKKIGER LEVENSWIJZE
Dieven, verslaafden aan drugs, prostituées en personen wier leven geheel gevuld was met zulke dingen als sport en dergelijke zijn de waarde van geestelijke dingen gaan inzien. Daarom leiden zij nu een veel gelukkiger leven.
Zonder dit te weten, heeft een moeder — zelf een Getuige — er een rol in gespeeld een dief te helpen aan zijn geestelijke behoeften aandacht te gaan schenken. Zij had de gewoonte ontwikkeld om ’s avonds hardop aan haar baby uit de bijbel voor te lezen. Op zekere avond besloot zij haar bijbelgedeelte met Efeziërs 4:28: „Wie steelt, stele niet meer, maar laat hij liever hard werken, door met zijn handen goed werk te doen.” Toen sloot zij de bijbel, legde hem op het nachtkastje naast haar bed, en deed het licht uit om te gaan slapen. Toen zij de volgende ochtend opstond, was de bijbel nergens te vinden. Niemand in het huis wist er iets van. Wat was er met deze bijbel gebeurd?
Enkele maanden later kwam er gedurende een districtsvergadering van Jehovah’s Getuigen in Cagliari, Sardinië, een man naar haar toe die vroeg: „Weet u hoe ik de waarheid heb leren kennen?” „Nee, dat weet ik niet”, antwoordde zij. Hij ging verder: „Ik heb de waarheid onder uw bed leren kennen.” De Getuige kon haar oren niet geloven. Toen hij haar de bijbel liet zien die hij bij zich had, herkende zij deze onmiddellijk als het exemplaar dat van haar nachtkastje was verdwenen. De man legde uit dat hij haar huis was binnengekomen om te stelen. Toen hij echter geluid hoorde, verborg hij zich onder het bed en bleef daar totdat de Getuige klaar was met bijbellezen, het licht uitdraaide en ging slapen. „Zodra ik er zeker van was dat u sliep”, zo zei de man vervolgens, „pakte ik de bijbel waaruit u had voorgelezen ’Wie steelt, stele niet meer’ en ging naar huis. Het wegnemen van die bijbel was mijn laatste diefstal.” Intussen had hij Jehovah’s Getuigen opgezocht en was hij met een bijbelstudie begonnen.
Ook was er een jonge Italiaanse vrouw die trachtte de Evangeliën te lezen en aan anderen uit te leggen, maar dit onder invloed van drugs deed. Later kwam zij met Jehovah’s Getuigen in contact en te zamen met haar man begon zij de bijbel met hen te bestuderen. Op grond van wat zij leerden, hielden zij ermee op een immoreel leven te leiden en drugs te gebruiken. Beiden doen nu hun best andere jonge mensen te helpen inzien dat God niet door middel van drugs bereikt kan worden, maar door zijn wil te doen zoals die in de bijbel wordt verklaard.
Soms komt het voor dat degenen die het rijke geestelijke voedsel uit Gods Woord tot zich nemen, de dingen vanuit een geheel andere gezichtshoek gaan bezien. Geestelijke dingen beginnen in hun leven de belangrijkste plaats in te nemen, en zij zijn bereid dingen op te geven die hun eens erg dierbaar waren.
Dit was de ervaring van een meisje die kampioene discuswerpen was geworden. Zij vertelt: „Elke dag was ik in het stadion om te oefenen. Regen of wind konden mij niet tegenhouden. Ik had mij ten doel gesteld het Italiaanse record voor mijn sport te breken.” Toen dit meisje echter de bijbel bestudeerde, besefte zij dat haar deelneming aan wedstrijdsporten haar konden beletten de juiste christelijke geest aan te kweken. Zij besloot derhalve met sport op te houden, en zoals zijzelf schreef, werd zij ten slotte „in Rome in hetzelfde stadion gedoopt waar ik altijd voor mijn sportprestaties werd geëerd”.
Nog iemand die zijn leven vanuit een ander gezichtspunt begon te bezien, was een eigenaar van een gymnastiekschool waar judo en karate werden onderwezen. Nadat hij de bijbel was gaan bestuderen, bewoog zijn geweten hem ertoe opleiding voor geweld in een ander licht te zien. Hij nam het besluit dat hij niets meer met deze „vechtkunsten” te maken wilde hebben. Nu hij in harmonie met zijn geweten heeft gehandeld, schept hij er behagen in anderen van de christelijke boodschap van vrede in kennis te stellen.
EEN WONDERBAARLIJKE BEVRIJDING
Het geestelijke voedsel uit Gods Woord heeft mensen er beslist bij geholpen zich los te maken van gewoonten waarvan zij gingen inzien dat deze niet met een christelijke levenswijze strookten. Sommigen in Italië hebben ook een bevrijding van bovenmenselijke krachten ervaren.
Dit maakte een negenjarig meisje mee. Op zekere dag bezocht zij haar tante, bij welke gelegenheid zij door een helderziende in trance werd gebracht. Als gevolg hiervan raakte het meisje verlamd, terwijl zij met grote, glazige ogen voor zich uit staarde en er in- en inbleek uitzag. Vanaf die tijd had het meisje visioenen en hoorde zij stemmen: zij kon ook ogenschijnlijke genezingen bewerkstelligen en sterfgevallen voorzeggen. Zij had slapeloze nachten en was verschrikkelijk van streek; vaak schreeuwde zij het uit van angst. Ook transpireerde zij hevig alsof zij in een strijd gewikkeld was. Op haar borst verscheen het figuur van een kruis. Het was net alsof haar borst was opengesneden.
De ouders van het meisje waren erg verdrietig over wat er met hun kind gebeurde. Geestelijken konden geen enkele hulp verlenen. Een van hen opperde zelfs de mogelijkheid dat het meisje op weg was „heilig” te worden. Het kind leed echter verschrikkelijk en was heel erg ongelukkig. Zij wilde zo graag net als alle andere kinderen zijn en spelen, hollen en springen.
Toen de vader volkomen in de put zat en geen uitweg meer wist, kwam hij in contact met Jehovah’s Getuigen. Hij vertelde hun over de toestand van zijn dochter. Aan de hand van de bijbel werd aangetoond dat wat het meisje was overkomen, niet Gods wil was. Er werd met het gehele gezin een bijbelstudie begonnen. Toen zij inzagen dat Jehovah’s Woord afgodische beelden veroordeelt, deden zij alles uit hun huis weg wat met valse aanbidding te maken had. Naarmate het meisje vorderingen maakte met het bestuderen van de bijbel, ondervond zij een geweldige verlichting. Het duurde niet lang of zij hoorde geen „stemmen” meer; de visioenen hielden op en het kruis op haar borst verdween. Zij kreeg weer vreugde in het leven en het hele gezin was blij wegens de onverdiende goedheid van Jehovah God. Niet lang daarna toonden zij hun dankbaarheid door zich te laten dopen, waardoor zij hun opdracht aan de God van barmhartigheid, Jehovah, symboliseerden.
PERSONEN MET EEN RELIGIEUS BEROEP
Het is ook opmerkelijk dat personen met een religieus beroep er blijk van geven dat hun geestelijke behoeften niet werkelijk worden bevredigd. Italiaanse tijdschriften en kranten blijven berichten dat steeds meer seminaries sluiten of bijna leeg zijn omdat steeds minder jonge mannen bereid zijn priester te worden. Ook verlaat een toenemend aantal priesters, nonnen en monniken de religieuze orden en gaan zij een ander beroep uitoefenen. Het verbazingwekkende feit doet zich voor dat er onder Jehovah’s Getuigen een toenemend aantal voormalige nonnen, monniken en priesters aangetroffen kan worden. Hoe zijn deze mensen zich bewust geworden van een geestelijke behoefte?
Neem bijvoorbeeld het geval van de monnik die bij de deur van een klooster zat toen een vrouw hem kwam vertellen dat Jehovah’s Getuigen bij haar aan de deur waren gekomen en de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! bij haar hadden achtergelaten. Hij stelde voor dat zij de tijdschriften bij hem zou achterlaten, zodat zij niet door het lezen van de twee tijdschriften besmet zou worden. Deze monnik las de tijdschriften later echter zelf en hij keek er ontsteld van op dat de evangelieverslagen vermelden dat Jezus halfbroers heeft gehad. Zo snel hij kon ging hij naar de bibliotheek en ten slotte vond hij een bijbel. Na de bijbelteksten opgezocht te hebben die in de tijdschriften voorkwamen, was hij ervan overtuigd dat ze de waarheid bevatten.
Zo goed en zo kwaad als het ging, begon hij de andere monniken te vertellen wat hij had geleerd. Hij werd hiervoor berispt, naar andere kloosters overgeplaatst en ten slotte naar een ziekenhuis overgebracht onder het voorwendsel dat hij krankzinnig was geworden. Toen hij uit het ziekenhuis werd ontslagen, ging hij naar huis en legde hij aan zijn familie uit waarom hij het klooster had verlaten. Zij waren woedend op hem, maar hij liet de moed niet zakken. Hij vond Jehovah’s Getuigen en begon de bijbel met hen te bestuderen.
Deze voormalige monnik verkondigt nu al verscheidene jaren achtereen de bijbelse waarheid aan anderen en het schenkt hem veel vreugde dit te doen.
Nog een voorbeeld in dit verband wordt verschaft door een man die zeventien jaar lang een parochiepriester was geweest. Hij was heel gewetensvol wat het naleven van de voorschriften van de Kerk betreft. Maar toen begonnen bepaalde leerstellingen hem te verontrusten. Hij kon niet begrijpen hoe een God van liefde Zijn eigen met verstand begiftigde menselijke schepselen tot in alle eeuwigheid kon kwellen. Later was hij in de gelegenheid het bijbelse studiehulpmiddel De waarheid die tot eeuwig leven leidt en andere Wachttoren-publikaties te lezen.
Na enkele maanden van meditatie besloot hij zijn positie als parochiepriester op te geven en werelds werk te zoeken. Hij begon geregeld met de leden van de plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen om te gaan. Ten slotte symboliseerde hij zijn opdracht aan Jehovah God door middel van de waterdoop. Hij ondervindt thans veel vreugde door bij sommigen van zijn vroegere parochianen een bijbelstudie te leiden.
EEN KLEIN BEGIN
Het bijbelse onderwijzingswerk dat Jehovah’s Getuigen in deze tijd verrichten, heeft een heel klein begin gehad. Italië vormt hier geen uitzondering op. In 1946 verbreidden slechts 120 personen de bijbelse boodschap aan hun medemensen. Tegen 1950 was dat aantal tot 1211 toegenomen. Vijfentwintig jaar later, in 1975, waren 56.264 personen er druk mee bezig anderen ertoe aan te moedigen de bijbel te bestuderen.
Het aantal mensen dat de vergaderingen van Jehovah’s Getuigen in hun Koninkrijkszalen bezoekt, is nog veel groter. Vaak is het aantal aanwezigen het dubbele van het aantal Getuigen dat met die speciale gemeente verbonden is. Voor de viering van het Avondmaal des Heren op 7 april 1975 waren bijvoorbeeld 120.031 personen in de verschillende gemeenten in geheel Italië aanwezig.
Evenals in Italië, hebben mensen overal elders ter wereld en uit alle maatschappelijke lagen van de bevolking er enorm veel profijt van getrokken dat zij de bijbel met Jehovah’s christelijke getuigen zijn gaan bestuderen en hun vergaderingen zijn gaan bijwonen. Wanneer hun eigen geestelijke behoeften eenmaal zijn bevredigd, zijn zij er verlangend naar datgene wat zij hebben geleerd, met anderen te delen. Dit verhoogt hun geluk, want zoals de Schrift ons zegt, is het „gelukkiger te geven dan te ontvangen”. — Hand. 20:35.
Indien u de vreugde wilt genieten die uit het bevredigen van geestelijke behoeften voortspruit, waarom nodigt u Jehovah’s Getuigen dan niet uit om bij u thuis, of op welke andere plaats maar ook waar het u gelegen komt, een gratis bijbelstudie te leiden? Beoordeel zelf hoe een geregeld geestelijk voedingsprogramma uw leven kan verrijken en oneindig veel tot uw vreugde kan bijdragen.