-
Wat staat de wereldvrede in de weg?De Wachttoren 1974 | 1 maart
-
-
die tijdens Christus’ tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht goeddoen aan diens geestelijke broeders. Zij ontvangen de uitnodiging: „Beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid.” — Matth. 25:34.
Er zal derhalve geen vacuüm, geen lege, onbewoonde aarde zijn. God zal de aarde slechts reinigen van degenen die haar verontreinigen en verderven (Openb. 11:18). Hij zal zijn vijanden verdelgen. Alle overlevenden zullen de schande van degenen die tegen God strijden, zien en alle levenden zullen hem wegens zijn rechtvaardigheid, gerechtigheid en barmhartigheid lof toebrengen. — Ps. 145:9-21.
-
-
Zij vonden de sleutel tot vredeDe Wachttoren 1974 | 1 maart
-
-
Zij vonden de sleutel tot vrede
OVERAL ter wereld zijn er veel mensen die vervuld zijn van bitterheid. Zij leven niet in vrede met hun medemensen. Personen van de ene nationaliteit, het ene ras of met de ene huidkleur staan vijandig tegenover mensen van een andere nationaliteit, een ander ras of met een andere huidkleur, vaak doordat er in het verleden onrechtvaardigheden hebben plaatsgevonden. Kunnen zulke personen hun vijandigheid overwinnen?
De ervaring van een evangelieprediker van Jehovah’s getuigen in de Amerikaanse staat Californië toont aan wat er kan worden gedaan. Hij was bezig met de van-huis-tot-huisbediening en sprak met mensen in de omgeving over Gods voornemen. Hij zegt:
„Bij een deur deed een één meter tachtig lange man open. Zodra ik mij voorstelde, viel hij mij in de rede met de woorden: ’Ik praat niet met blanken!’ Aangezien ik oprecht met hem wilde spreken, vroeg ik hem wat de reden was. Hij zei dat hij een Amerikaanse Indiaan was en dat de blanken hun hun land hadden afgenomen en zijn volk hadden uitgeroeid.
Ik erkende dat er groot onrecht was geschied. Ik vertelde hem ook dat ik een Armeniër was en dat als ik dezelfde houding wilde aannemen, ik net zo tegenover de mensen kon staan die duizenden Armeniërs hadden vermoord. Maar ik verzekerde hem dat ik mijn vertrouwen en geloof in Jehovah God stelde, wetend dat hij weldra de dingen door zijn hemelse Koninkrijksregering zou rechtzetten. Toen verzekerde ik hem dat de reden waarom ik aan zijn deur stond, was om uit te leggen dat de huidige wereldtoestanden het bewijs vormden dat Gods koninkrijk spoedig een eind aan onrechtvaardigheid, vooroordeel en goddeloosheid op de gehele aarde zal maken.
Dat sprak hem zo aan dat hij een bijbelstudiehulpmiddel nam dat ten doel heeft mensen te helpen Gods voornemen te begrijpen. Toen ik bij een latere gelegenheid terugkwam, begonnen wij met een geregelde studie van de bijbel. Sedertdien zijn hij en zijn vrouw elke week naar de vergaderingen in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen gekomen en zij maken snelle vorderingen in het leren kennen van de zekere toekomsthoop die de bijbel biedt.”
Zelfs personen die opgeleid zijn voor de oorlog kunnen hun levenswijze veranderen en de vrede gaan najagen. Een man uit België vertelt:
„Ik was een huurling in het Afrikaanse Katangese leger en heb voor heel wat hete vuren gestaan. In één veldtocht doodde het Katangese leger ieder schepsel, mens en dier. Bang mijn leven te verliezen, deed ik de gelofte: ’Als ik hier levend uitkom, zal ik naar de kerk teruggaan.’ Ik kwam er levend uit. Katanga werd verslagen en als door een wonder ontsnapte ik aan de dood.
Vele jaren daarvoor had ik de katholieke Kerk verlaten, maar nu ging ik terug. De eerste keer dat ik weer in de kerk kwam, werd er over de hel gepreekt. De onlogische verklaringen van de ouder wordende priester gaven me zo’n schok dat ik meteen de kerk verliet. Later ging ik er in de kerstnacht weer naar toe. Ik kwam er klokslag twaalf uur. De kerkdeur was gesloten. Op mijn kloppen, werd ik binnengelaten. Achteraan, te midden van dronken kerstvierders, voelde ik mij volkomen van mijn op het slagveld gedane gelofte ontslagen. Ik verliet de kerk om er nooit weer terug te komen.
Vanaf die tijd dacht ik echter meer na over het bestaan van God. Ik bad tot God of hij zich door middel van een teken aan mij wilde openbaren zodat ik de gelofte die ik aan hem had gedaan, kon nakomen.
Toen gebeurde er iets. Een van Jehovah’s getuigen kwam bij ons aan de deur en ik nam alles wat hij mij aanbood en las het met intense
-