-
Waardeer jij wat Jezus Christus voor jou heeft gedaan?Koninkrijksdienst 1979 | april
-
-
voor Jezus moeilijk zijn geweest te weten dat Judas, die daar gewoon samen met de andere apostelen zat te eten, hem zou verraden. Nadat zij het pascha hadden gegeten, ging Judas weg en stelde Jezus met de elf getrouwe apostelen de herdenking van zijn eigen dood in. Toen de verrader de tafel verliet, wist Jezus dat zijn moeilijkste uren snel naderden. Het volbrengen van zijn Vaders Woord en de vooruitzichten op leven van de gehele mensheid hingen af van wat hij zou doen. Voor het zingen van lof aan God en het vertrek naar de tuin van Gethsémane bad hij, niet alleen voor zichzelf, maar voor personen die zelfs nog geen geloof in hem stelden (Joh. 17:20). Wat een onzelfzuchtige liefde voor mensen!
10 Buiten in Gethsémane bad hij herhaaldelijk vanuit het diepst van zijn hart tot zijn Vader. Hij zei drie van zijn discipelen: „Mijn ziel is diepbedroefd, tot de dood toe. Blijft hier en waakt met mij” (Matth. 26:38). Maar omdat zij de betekenis van wat er zou gaan gebeuren niet beseften, vielen zij in slaap. Spoedig verscheen de verrader, samen met een grote menigte die zwaarden en knuppels bij zich had. Terwijl de discipelen vluchtten, werd Jezus in hechtenis genomen.
11 Nadat hij verraden was, bracht Jezus de rest van de nacht en de volgende ochtend door voor de overpriesters, het Sanhedrin, Herodes en Pilatus. Ten slotte, terwijl hij op vrijdagmiddag 14 Nisan rond drie uur aan de martelpaal hing, riep Jezus uit: „Het is volbracht!” „Vader, aan uw handen vertrouw ik mijn geest toe” (Joh. 19:30; Luk. 23:46). Nadat hij dit had gezegd, blies hij de laatste adem uit.
12 Wat een prachtig bericht van moed en loyaliteit! Wat Jezus deed was echter niet tot glorie van zichzelf. Het was tot eer van zijn Vader. Bovendien zei de apostel Petrus: „Christus heeft voor U geleden.” Hoe zouden wij onze waardering moeten tonen voor zijn voortreffelijke en onzelfzuchtige levenswijze ten behoeve van ons? Niet louter door de Gedachtenisviering bij te wonen, maar zoals Petrus opmerkt: „Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petr. 2:21). Ja, laten wij in alle opzichten diepe waardering tonen voor wat Jezus heeft gedaan, door er iedere dag naar te streven dingen te doen die tot de rechtvaardiging van Jehovah’s naam zullen bijdragen.
-
-
Vergaderingen die ons helpen discipelen te makenKoninkrijksdienst 1979 | april
-
-
Vergaderingen die ons helpen discipelen te maken
WEEK DIE OP 1 APRIL BEGINT
(Het programma voor week van 1 april in Onze Koninkrijksdienst van maart 1979 wordt in de week van 8 april behandeld)
10 min: Lied 118 en algemene mededelingen. Moedig de zaal alsjeblieft aan de gedeelten uit het boek Markus te lezen die onder de Mededelingen staan.
30 min: Waardeer jij wat Jezus Christus voor jou heeft gedaan? Bespreek artikel met behoorlijk wat zaaldeelname. Beschouw het materiaal in het artikel grondig en maak gebruik van de vragen die in de paragrafen staan om het publiek te helpen het persoonlijk te gaan toepassen. Vraag als besluit aan de zaal: Wat leerden jullie uit deze bespreking? Hoe zou waardering voor wat Jezus deed van invloed moeten zijn op ons leven?
10 min: Heb jij allen uitgenodigd om naar het Avondmaal te komen? Wie zouden moeten worden uitgenodigd? (Bijbelstudies, geïnteresseerde personen, familie, buren, bekenden, inactieve verkondigers, personen die met studeren gestopt zijn) Nodig broeders of zusters uit kort te demonstreren hoe deze personen benaderd kunnen worden. Laat de zaal commentaar geven waarom de dingen die de verkondigers zeiden, nuttig zouden kunnen zijn. Besluit door te vragen wat gedaan zou kunnen worden om degenen te bereiken die wij niet thuis kunnen treffen.
10 min: Vertel punten uit de laatste tijdschriften die in de velddienst zouden kunnen worden gebruikt. Vestig niet enkel de aandacht op de titels van de artikelen, maar op specifieke punten die nuttig voor de broeders zouden kunnen zijn. Moedig verkondigers aan hun eigen exemplaren van de tijdschriften voor dit onderdeel mee te nemen. Dring er bij allen op aan het weekeinde in de velddienst te staan. Lied 32 en gebed.
WEEK DIE OP 8 APRIL BEGINT
(Zie voor dit programma onder week die op 1 april begint in Onze Koninkrijksdienst van maart 1979)
WEEK DIE OP 15 APRIL BEGINT
12 min: Lied 28. Jonge dienaar in de bediening die enthousiast is voor de velddienst, bespreekt „Het goede nieuws aanbieden”.
20 min: „Wat kun jij doen met de hulp van de heilige geest?” Zaaldeelname. Moedig jongeren aan commentaar te geven op paragraaf 2. Beklemtoon hoofdgedachte: Met de hulp van Jehovah’s geest zijn misschien velen meer in staat te pionieren. Zul jij één van hen zijn?
20 min: Wie heeft er gepionierd? Vraag allen die ooit in enige tak van volle-tijddienst hebben gestaan, inclusief de hulppioniersdienst, hun hand op te steken. Interview deze personen terwijl ze in de zaal blijven zitten (het is niet nodig alle vragen aan één persoon te stellen): Wanneer heb je gepionierd? Hoe heb je in geestelijk opzicht voordeel getrokken van die ervaring? Versterkte het je geloof en je verhouding met Jehovah? Hoe? Verbeterde het je kennis van de bijbel en je bekwaamheid deze in de dienst te gebruiken? Kon je tegenwerpingen beter weerleggen? Droeg het feit dat je iedere dag predikte, ertoe bij dat je minder gespannen was als je aanbelde en hielp het je meer vreugde in de dienst te hebben? Heb je in de volle-tijddienst bijbelstudies opgericht? Is er daardoor iemand in de waarheid gekomen? Zijn er ervaringen die je zou willen vertellen, vooral als ze de duidelijke werkzaamheid van Gods geest illustreren? Zou je de volle-tijddienst ook aan anderen aanbevelen? Zou je het opnieuw doen als je het zou kunnen? Moedig degenen die willen pionieren aan vanavond nog bij de secretaris van de gemeente hun aanvraag te halen.
8 min: Laat op bord zien hoe velddienstacties geregeld zijn en maak attent op het onderwerp dat deze week op de velddienstbijeenkomsten besproken zal worden. Lied 117 en gebed.
WEEK DIE OP 22 APRIL BEGINT
10 min: Lied 32 en algemene mededelingen. Financieel verslag.
20 min: „Maak vooruit plannen — ga pionieren!” Vraag-en-antwoordbespreking. Moedig zoveel mogelijk personen in de gemeente ertoe aan ook in mei in de hulppioniersdienst te gaan. Aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij de secretaris van de gemeente.
25 min: Jongeren, kan jullie leven even lonend zijn als dat van Timótheüs?
(5 min.) Lezing door een broeder die pioniersgeest heeft en zich aan de tijd van 5 min. weet te houden. Beschouw hoe belangrijk het is gezonde doeleinden in het leven te hebben. Wat kiezen jullie? Een hogere opleiding? Een leven dat met genoegens gevuld is? Een goede baan? Iemand die al deze dingen had was Salomo. Wat liet Jehovah hem voor ons welzijn optekenen? Geluk komt niet door een hoge wereldse opleiding (Pred. 1:18). Het najagen van genoegens, waarbij „plezier” tot het belangrijkste in het leven wordt gemaakt, laat een leeg gevoel achter (Pred. 2:1, 2). Leren goed werk te leveren is een zegen (Pred. 2:24), doch als je je baan tot het belangrijkste in je leven maakt, zal dit tot ernstige teleurstelling leiden (Pred. 2:21). Wat wil jij derhalve? Vergeet niet waarom je leeft. Het is om Jehovah te dienen. Iedereen die in gebreke blijft in volledige overeenstemming daarmee te leven, zal niet werkelijk gelukkig zijn. Pas de raad uit Prediker 12:1 toe, zodat je niet later zult zeggen dat je ’geen behagen hebt’ in het leven. Timótheüs was iemand die die bijbelse raad toepaste.
(18 min.) Voorzitter vraagt verschillende jongeren in de latere tienerjaren op het podium voor een bespreking die opgebouwd is rond het leven van Timótheüs. Het punt dat de nadruk moet krijgen is dat een gevuld leven met werkelijke zegeningen voor hen is die hun leven volledig in Jehovah’s dienst stellen. Beschouw met jongeren op het podium de volgende vragen: Hoe oud zou Timótheüs geweest kunnen zijn toen Paulus hem tijdens zijn tweede zendingsreis voor het eerst bezocht? (Aid-boek blz. 1602 par. 1) Met welk persoonlijke probleem worstelde Timótheüs klaarblijkelijk? (1 Tim. 5:23) Hoe lang bleef hij bij Paulus? (w77 1/9 blz. 527, par. 9) Welke ervaringen deelden zij samen? (2 Tim. 3:10, 11; Aid-boek blz. 1602 par. 3-5) Welke goede hoedanigheden legde Timótheüs aan de dag? (Fil. 2:20-22; 2 Tim. 1:5; w77 1/9 blz. 527 par. 9) Welke gelegenheden die andere jongeren van zijn tijd niet hadden, werden Timótheüs door zijn dienst geboden? Hoe zou hetzelfde in deze tijd waar kunnen zijn? (Degenen die meedoen moeten zich van tevoren goed voorbereiden op de bespreking en het naslagmateriaal raadplegen. Houd het aandeel vlot en laat jongeren werkelijk nadenken.)
(2 min.) Besluit gericht aan zaal. Door Jehovah met hun gehele hart in de volle-tijddienst te dienen, kunnen jongeren een gevuld, voldoeninggevend leven genieten. Niets is lonender dan iemand te helpen de weg ten leven te gaan bewandelen. Velen van degenen die net als Timótheüs in de volle-tijddienst staan en nu opzieners zijn, dienen in verschillende gemeenten. Stel Jehovah in je leven op de eerste plaats en ervaar de vele zegeningen die eruit zullen voortspruiten. — Pred. 12:1.
5 min: Plaatselijke velddienstmededelingen. Kondig het onderwerp aan dat komende week op de velddienstbijeenkomst zal worden beschouwd. Lied 109 en gebed.
WEEK DIE OP 29 APRIL BEGINT
10 min: Lied 68. Algemene mededelingen. Moedig verkondigers aan na te gaan welke pas-geïnteresseerden de Gedachtenisviering hebben bezocht. Kunnen we hen verder helpen? Behandel kort „Pioniers en hun rapporten”. Moedig aan tot hulppioniersdienst in mei.
20 min: „Dat gij u van de belangrijkere dingen moogt vergewissen.”
Als jullie een schoolbord in de Koninkrijkszaal hebben, maak er dan voor dit onderdeel gebruik van. Schrijf de sleutelteksten onder elkaar terwijl je ze bespreekt. Zet bovendien de strekking van de tekst erachter, bijvoorbeeld: „Openb. 4:11 — Leven vanwege Gods wil.” „2 Kor. 5:14, 15 — Leven niet langer voor onszelf.” „Matth. 16:24 — Onszelf verloochenen.”
(5 min.) Lezing. De bijbel laat zien dat er een duidelijk onderscheid zal zijn tussen ware dienstknechten van Jehovah en degenen die hem niet dienen. Ware dienstknechten van God erkennen dat zij vanwege Gods wil bestaan, en het doen van die wil is het belangrijkste in hun leven (Openb. 4:11). De liefde van Christus, getoond doordat hij voor de mensheid stierf, beweegt zulke personen ertoe niet langer voor zichzelf te leven (2 Kor. 5:14, 15). Dat wij onszelf verloochend hebben en God als onze Eigenaar erkennen, behoort niet slechts te blijken uit onze doop, maar ook uit het leven dat wij van dag tot dag leiden (Matth. 16:24). Kunnen wij zeggen dat deze dingen in ons geval werkelijk zo zijn? In dat geval bestuurt Gods Woord wat wij met ons leven doen.
(15 min.) Zaaldeelname. Lees of parafraseer alle schriftplaatsen. De bijbel helpt ons de werkelijk belangrijke dingen in ons leven op de eerste plaats te blijven stellen (Fil. 1:9-11). Wat is het resultaat als wij dit doen, zoals in vers 11 wordt getoond? En welke dingen leiden volgens vers 9 tot dat resultaat?
Wat is volgens de bijbel in Gods ogen één van de belangrijkere dingen? (1 Tim. 2:3, 4) Hoe gebruikte Jezus in overeenstemming hiermee zijn tijd toen hij op aarde was? (Mark. 1:38) Na zijn opstanding vestigde Jezus de aandacht op de autoriteit die hem door God gegeven was, en vervolgens wees hij aan degenen die die autoriteit erkenden, een werk toe. Welk werk? (Matth. 28:19, 20) Wat was enige tijd later voordat hij naar de hemel opsteeg het laatste dat hij tot zijn discipelen zei, zodat zij het niet zouden vergeten? (Hand. 1:8) De vraag die wij ons allen persoonlijk moeten stellen is: „Neemt dit werk in mijn leven de plaats in die het zou moeten innemen?”
Sommigen kunnen in de gewone of hulppioniersdienst staan. Het jaarboek van 1979 laat zien dat afgelopen jaar elke maand gemiddeld 115.389 personen dit deden. Hoeveel bij jullie in de gemeente? Sommigen wensen vurig dat hun gezondheid en omstandigheden het hun mogelijk zouden maken, maar dat is misschien niet zo. God eist niet van ons wat onze omstandigheden niet toestaan; maar het doen van Gods wil dient bij elk van ons op de eerste plaats in ons leven te komen. Zijn er enkelen van ons die in hun leven veranderingen zouden kunnen aanbrengen om een vollediger aandeel aan de directe prediking van het Koninkrijk te hebben? Wij willen toch niet gelijk blijken te zijn aan degenen die in Matthéüs 13:22 wordt beschreven; wees als degenen in vers 23.
Vraag zaal: Ook al zullen sommigen van ons hele dagen werelds werk moeten verrichten, wat zou er dan toch op duiden dat het maken van discipelen werkelijk de plaats inneemt die het in ons leven behoort te hebben? Hoe kan een moeder die bijna de hele dag aan de zorg voor haar gezin besteedt, tonen dat haar leven werkelijk rond het dienen van Jehovah is opgebouwd?
De omstandigheden in iemands leven kunnen veranderen; jongeren komen van school af; ouders krijgen meer tijd wanneer hun kinderen hun eigen gezin stichten; pensionering geeft iemand meer vrije tijd. Dan is het de tijd om zichzelf af te vragen: „Vergewis ik mij werkelijk van de belangrijkere dingen?” Hoe besteed ik mijn leven? Wat is Jehovah’s zienswijze ten aanzien van de kwestie? Moge zijn zienswijze altijd onze schreden richten (Psalm 36:9). Herhaal als besluit kort de sleutelteksten die bij de inleiding zijn gebruikt.
25 min: „Proeft en ziet dat Jehovah goed is.” (Gebaseerd op „Wachttoren”-artikel in uitgave van 15 maart 1979, blz. 3 tot aan het derde onderkopje op blz. 5) Behandel blz. 3 in korte inleidende bespreking (2 min.), waarbij je laat zien hoe wij zoals in Ps. 34:8 staat opgetekend, „proeven” en hoe kennis van Davids omstandigheden dat vers extra betekenis verleent. Laat bij het behandelen van blz. 4 en 5 alle paragrafen onder elk onderkopje lezen (voor elk gedeelte een andere lezer) en stel dan toepasselijke vragen. Beklemtoon de laatste paragraaf in elk gedeelte.
Moedig in het besluit allen ertoe aan onder gebed te beschouwen wat er op deze vergadering is gezegd. Zijn er veranderingen die wij als opgedragen dienstknechten van God in ons leven zouden moeten aanbrengen om een vollediger aandeel te hebben in Jehovah’s dienst? Jehovah belooft veel goeds voor degenen die door geloof gedreven zulke veranderingen ten goede in hun leven aanbrengen. (Aanvraagformulieren voor de pioniersdienst kunnen bij de secretaris van de gemeente worden verkregen)
5 min: Plaatselijke regelingen voor de velddienst. Noem onderwerp dat komende week op de velddienstbijeenkomsten zal worden besproken. Lied 43 en gebed.
WEEK DIE OP 6 MEI BEGINT
15 min: Lied 105. Algemene mededelingen en bespreking van „Proeft en ziet dat Jehovah goed is”.
(10 min.) Verdere bespreking van artikel uit „De Wachttoren” van 15 maart 1979; vanaf derde onderkopje op blz. 5 tot het einde op blz. 7. Het doel is de wens aan te wakkeren in de zegeningen van de pioniersdienst te delen. Tref er van tevoren regelingen voor dat jongeren in de zaal de paragrafen lezen. Vraag na het lezen van een geheel gedeelte om commentaren. Laat jongeren en anderen die in de pioniersdienst hebben gestaan erop voorbereid zijn korte commentaren te geven die de voordelen van de pioniersdienst naar voren brengen.
20 min: Eén is onze Leider — volg jij zijn leiding? Schriftuurlijke bespreking gebaseerd op Matthéüs 23:10. Gebruik de volgende vragen en teksten om voorbeelden naar voren te laten brengen hoe een ieder op elk van de volgende terreinen persoonlijk voordeel heeft getrokken van de leiding van Christus. (Teksten kunnen geparafraseerd worden of alleen kern kan gelezen worden.)
Hoe gaf Jezus ons het voorbeeld in het getuigenisgeven? (Joh. 18:37; Openb. 1:5) In de instelling die wij tegenover het getuigeniswerk op zich moeten hebben? (Joh. 4:34) In het getuigenisgeven wanneer dit ongewone eisen aan ons stelt? (Mark. 6:31-34; Luk. 9:10, 11) In het toch geven van getuigenis, ook wanneer wij velen ontmoeten die niet geïnteresseerd zijn? — Matth. 23:37.
Hoe heeft het voorbeeld van Jezus jou geholpen ernstige problemen aan te pakken waar je als getuige voor Jehovah tegenover kwam te staan? (Hebr. 5:7, 8) Tegenstand of onverschilligheid van familieleden te verdragen? (Mark. 3:21; Matth. 13:57, 58) Met anderen op een christelijke wijze om te gaan? — Matth. 11:28-30.
Wij waarderen allemaal het fijne voorbeeld dat Jezus ons gegeven heeft. Maar hij zette zijn voorbeeld ook kracht bij door zover te gaan dat hij „afstand deed van zijn ziel ten behoeve van de schapen” (Joh. 10:11, 15). Vraag de zaal: Hoe zouden jullie de geïnteresseerden die bij het Avondmaal aanwezig waren, verder kunnen helpen Jezus’ voorbeeld te volgen, en ook degenen in de gemeente die wat hulp nodig hebben om geregelde verkondigers van het goede nieuws te zijn?
15 min: Wat doen wij met wat wij leren?
Dit onderdeel moet RUIM VAN TEVOREN worden voorbereid. Stof die op vergaderingen wordt behandeld, biedt vele fijne velddienstpunten en punten om ons in ons dagelijkse leven te helpen. Ons doel zou moeten zijn te gebruiken wat wij leren (Jak. 1:22-25). Gebruik in dit onderdeel 5 minuten voor elk van de volgende vergaderingen: Wachttoren-studie, dienstvergadering, gemeenteboekstudie. Wijs in het begin van de maand voor elk van de drie vergaderingen een of twee boekstudies aan; vraag hen erop uit te zijn gebruik te maken van dingen die ze hebben opgestoken uit de op die vergadering besproken stof. (Rouleer de toewijzingen zodat de boekstudiegroepen zich niet moeten concentreren op dezelfde vergadering als afgelopen maand.) Zij kunnen het in hun eigen leven toepassen, het bij informeel getuigenisgeven gebruiken of wanneer ze van huis tot huis gaan of nabezoeken brengen. Wij zouden graag hun ervaringen horen. Dit dient dus niet een terugblik op die vergadering te zijn, maar dit onderdeel moet laten uitkomen hoe materiaal van de vergadering WERKELIJK GEBRUIKT IS.
10 min: Plaatselijke velddienstregelingen. Geef details betreffende de lectuuraanbieding voor mei. Herinner zaal aan „Onze Koninkrijksdienst” van januari 1979 waarin congresdatums voor dit jaar bekendgemaakt zijn. Noem datum waarin jullie gemeente congres zal bezoeken. Moedig aan tot het maken van goede plannen om niets van het „Levende hoop”-congres te hoeven missen. Lied 46 en gebed.
-
-
GemeenteboekstudieKoninkrijksdienst 1979 | april
-
-
Gemeenteboekstudie
Schema voor gemeenteboekstudies uit het Wereldregering-boek:
1 april: Bladzijden 167 t/m 175
15 april: Bladzijden 176 t/m 183
22 april: Bladzijden 184 t/m 192
29 april: Overzicht van het boek
-
-
Januari-dienstberichtKoninkrijksdienst 1979 | april
-
-
Januari-dienstbericht
Gem. Gem. Gem. Gem.
Verk. uren nab. b.st. t.schr.
Spec. pion. 169 125,6 49,3 2,6 102,6
Pioniers 634 78,0 28,7 1,5 64,6
Hulppioniers 231 58,8 19,4 1,0 50,0
Gem. verk. 24.116 7,8 3,7 0,3 8,6
TOTAAL 25.150
Nieuw opgedragen en gedoopt: 78
-