Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w57 1/1 blz. 16-21
  • Breng uw offeranden des lofs op juiste wijze

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Breng uw offeranden des lofs op juiste wijze
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • TOESPRAAKJES AAN DE DEUREN
  • HET BEGIN VAN UW TOESPRAAKJE
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • „Gij zijt het zout der aarde”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Zout
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Wat dunkt u van zout?
    Ontwaakt! 1976
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
w57 1/1 blz. 16-21

Breng uw offeranden des lofs op juiste wijze

„Laten uw uitspraken altijd minzaam zijn, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven.” — Kol. 4:6, NW.

1. Wat wordt door zout afgebeeld?

DE MOZAÏSCHE wet gebood dat offeranden met zout werden toebereid: „Elke offerande van uw graanoffer zult gij met zout kruiden, en gij moet het zout van het verbond van uw God niet aan uw graanoffer laten ontbreken. Bij al uw offeranden zult gij zout aanbieden.” Waarom? Zout is een bederfwerend middel. Het was verboden iets wat was gegist, te offeren, en door het offer met zout toe te bereiden, werd het gisten voorkomen. Doordat zout een door bederf teweeggebrachte verandering voorkomt, waarborgt het duurzaamheid, en werd het gebruikt om de onveranderlijkheid of duurzaamheid van een verbond aan te duiden. Onder de volken uit de oudheid was het gezamenlijk eten van zout een teken van vriendschap en duidde op altijddurende trouw en loyaliteit. Degene die op Jehovah’s altaar gemeenschapsoffers bracht, werd als een deelhebber met Jehovah beschouwd, en aldus gaf het gebruik van zout tezamen met de offers te kennen dat men met hem van het zout gebruikte, waardoor een altijddurende loyaliteit werd afgebeeld. — Lev. 2:13, NW.

2. Wat betekent het wanneer christenen hun woordoffers met zout kruiden?

2 Omdat de ware volgelingen van Jezus zowel door hun voorbeeld als door hun prediking een bederfwerende invloed zouden zijn, waardoor een moreel verval tegengegaan zou worden, noemde Jezus hen „het zout der aarde.” Er wordt ook van zout melding gemaakt in verband met de woorden die zij predikten: „Laten uw uitspraken altijd minzaam zijn, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven” (Matth. 5:13; Kol. 4:6, NW). Christenen offeren Jehovah geen uit graan of vlees bestaande offers zoals de natie Israël, maar zij brengen hem wel door de woorden hunner lippen een offerande des lofs, en deze worden met stieren en vruchten vergeleken. Evenals Israëls letterlijke offers van zout vergezeld dienden te gaan, moeten ook de woorden van een christen, de symbolische offerstieren zijner lippen, met zout gekruid worden. Dit betekent dat zijn uitspraken waarheidsgetrouw dienen te zijn, zowel op de spreker als op de luisteraar een bederfwerende uitwerking moeten hebben en woorden van loyaliteit en getrouwheid jegens Jehovah dienen te zijn, waardoor zijn naam niet wordt geminacht en evenmin zijn tafel in de ogen van anderen verachtelijk wordt gemaakt. De geofferde woorden moeten voor hen die rechtvaardigheid liefhebben, smakelijk zijn. Zout is zowel in het voedsel van mens als dier een smaak gevende kruiderij: „Laat zich flauwe spijze eten zonder zout?” „De runderen en ezels, die den akker bewerken, zullen gezouten voeder eten” (Job 6:6; Jes. 30:24, NBG). De uit woorden bestaande offeranden van christenen dienen dus met geestelijk zout gekruid te zijn, en niet smakeloos, flauw en bedorven, maar de eetlust opwekkend en vriendelijk te zijn, van trouw te getuigen en bederfwerende kracht te bezitten.

TOESPRAAKJES AAN DE DEUREN

3. Waarom is het noodzakelijk onze toespraakjes bij de deuren van tevoren te overdenken en voor te bereiden?

3 Weet u hoe u minzaam en gekruid met zout behoort te antwoorden en geestelijke offeranden te brengen? Evenals in de dagen van Christus, de apostelen en de vroege discipelen worden ook thans aan de deuren en in de huizen der mensen de uit woorden bestaande offeranden het dikwijlst en doeltreffendst opgedragen. Overdenkt u uw toespraakjes aan de deuren van tevoren en bereidt u ze voor, ’opdat gij weet hoe gij een ieder die u aan de deur ontmoet, een antwoord behoort te geven’? Bij dit eerste bezoek is het van groot belang eenvoudige, duidelijke en aangename woorden te gebruiken en geen geschilpunten op te werpen: „De Spreker stelde zich ten doel aangename woorden te vinden, evenals hij duidelijk optekende wat waar was.” Wees echter, indien er zich een geschilpunt voordoet, „altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden eist van de hoop, die in u is, doch doet dit met zachtaardigheid en diepe achting.” „Een slaaf des Heren behoeft niet te strijden, maar moet tactvol zijn jegens allen, bekwaam om te onderwijzen, zich onder het kwade in bedwang houdend, met zachtaardigheid onderrichtend degenen die niet gunstig gezind zijn, daar God hun misschien bekering zal schenken hetgeen tot een nauwkeurige kennis van de waarheid leidt.” — Pred. 12:10, Mo; 1 Petr. 3:15; 2 Tim. 2:24, 25, NW.

4, 5. Welke raad over toespraakjes wordt ons gegeven in verband met het uitspreken er van en onze houding, en waaruit blijkt de belangrijkheid?

4 Wij dienen geen verontschuldigende houding aan de dag te leggen en evenmin behoeven wij beschroomd te zijn, doch wij dienen in gedachten te houden dat wij de Schepper van het universum vertegenwoordigen en door hem worden ondersteund. U bent er van overtuigd dat u de waarheid spreekt? Laat dat dan blijken uit de manier waarop u spreekt. U bent oprecht? Laat dat dan uitkomen. U bent enthousiast over de waarheid? Toon dat dan door de toon waarop u spreekt, en door uw gelaatsuitdrukking. U bezoekt hen toch als een vriend; wees daarom warm, vriendelijk, onderhoudend en rechtstreeks. Betrek hen in het gesprek door hun vragen te stellen en hen uit te nodigen commentaar te geven. Stap op elke deur toe met de gedachte dat degene die zich daarachter bevindt, een zachtmoedig persoon, een vriend is, en toon dat u in hem belang stelt. Spreek in deze positieve geestesgesteldheid elke bewoner aan; laat hem voordat u anders van hem denkt, er eerst het bewijs van geven dat hij anders is. Sta niet toe dat de bok aan de laatste deur u bij de volgende deur negatief gestemd doet zijn. Elke deur verdient uw beste aandacht en dient niet alleen omdat dat adres zich midden in een moeilijk gebied bevindt, minder te ontvangen.

5 Heeft u ooit wel eens een paragraaf gelezen, terwijl uw oog elk woord zag, en u u toch aan het eind niets herinnerde van wat u had gelezen? Uw geest was naar iets anders afgedwaald. Of heeft u ooit wel eens naar een lezing geluisterd terwijl u de woorden er van hoorde, doch plotseling besefte dat u zich niets herinnerde van wat de spreker de laatste tien minuten had gezegd omdat uw geest zich met andere dingen bezighield? Zo kan het ook voorkomen dat een bewoner die de deur heeft geopend, schijnbaar naar u staat te luisteren terwijl zijn geest druk bezig is verontschuldigingen te bedenken, of dat hij op uw kleding let of uw persoonlijkheid opneemt. Wellicht vormt hij zich van u een indruk zonder dat hij uw woorden werkelijk in zich opneemt. Evenals echter uw geest niet zal afdwalen wanneer de door u gelezen paragraaf belangwekkend en goed geschreven is, en wanneer de spreker naar wie u luistert, met ernst en enthousiasme goede gedachten tot uitdrukking brengt, zal ook de geest van de toehoorder zich met uw toespraakje bezighouden wanneer het rijk aan gedachten, duidelijk en leerzaam is en met warme oprechtheid en diepe overtuiging wordt uiteengezet. De mensen vormen zich niet zozeer op grond van wat wij wellicht zeggen, maar veeleer naar de wijze waarop wij het zeggen en onze gelaatsuitdrukking daarbij, een oordeel over ons en dit laat de indruk achter.

6, 7. Welke wenken worden er gegeven met betrekking tot de inhoud van toespraakjes?

6 Aangenomen dat wij ons netjes maar niet overdadig kleden, dat wij ons zelf vergeten en de bewoner onze vriendelijke belangstelling, oprechtheid, overtuiging en enthousiasme laten blijken, verdient ook de inhoud van het toespraakje onze aandacht. Wij moeten het zelf een goed toespraakje vinden, wij moeten er enthousiast voor worden, willen wij ons enthousiasme op anderen kunnen overdragen. Wanneer het ons koud laat, zullen anderen er nooit door in vuur geraken. Opdat u het toespraakje dus goed zult uitspreken, dient u er een uit te werken welke u bijzonder goed bevalt. Wellicht doen anderen u ideeën aan de hand, maar gebruik ze niet tenzij die u met enthousiasme vervullen. Anders zult u het op een zouteloze wijze voordragen en zal het ook zo ontvangen worden. Heb een thema en houd dit steeds in het oog. Stel een praktisch toespraakje op, dat van toepassing is op de bewoner. Een ieder stelt belang in zich zelf, doch de meesten hebben niet zulk een diepgaande interesse voor anderen. U kunt over de wereldtoestanden spreken — oorlogen, hongersnoden, pestilentiën, rampen — indien dit de bewoner echter niet persoonlijk heeft geraakt of in de naaste toekomst dreigt te doen, maakt hij er zich meestal niet al te veel zorgen over. De mensen zijn ongevoelig geworden voor het lijden op grote schaal, voor de ellende waarin massa’s mensen verkeren. Het heeft slechts hun directe belangstelling wanneer zij of hun naaste bloedverwanten onder deze weeën te lijden hebben. Tracht dus, wanneer u over de wereldellende spreekt, dit tot het persoonlijke niveau van de bewoner terug te brengen. Breng, wanneer u bijvoorbeeld over de wijdverbreide misdadigheid der jeugd spreekt, dit op hem van toepassing door hem te tonen hoe hij zijn eigen kinderen er voor kan vrijwaren. Door het Koninkrijk zullen alle moeilijkheden uit de weg worden geruimd, doch laat hun zien dat ook hun kleine persoonlijke zorgen er door weggenomen zullen worden, en niet slechts de grote, over de gehele wereld voorkomende weeën. Dikwijls zijn de laatste te groot, gigantisch en schrikbarend dat ze beseft worden.

7 In de bergrede besteedde Jezus aandacht aan de zorgen welke het alledaagse leven met zich bracht en waardoor de mensen werden gekweld, wat zij zouden eten en drinken en waarmede zij zich zouden kleden. Jehovah weet dat dit alles nodig is en dat hij de mensen hiervan zal voorzien, evenals hij dit voor de vogels en de plantengroei doet. Jezus zeide: „Blijft dan eerst het koninkrijk en zijn rechtvaardigheid zoeken, en al het andere zal u worden toegevoegd.” Dan zullen persoonlijke zorgen verdwijnen en plaats maken voor „de vrede Gods, die elke gedachte overtreft.” Evenals Jezus moeten wij er dus notitie van nemen wat de persoonlijke zorgen en belangen van de mensen zijn en ze in onze toespraakjes opnemen. Deze toespraakjes dienen te worden aangepast aan het geestelijke niveau en de geestesgesteldheid van onze toehoorders, zoals ook Paulus deed: „Ik ben voor alle soorten van mensen alle dingen geworden, opdat ik met alle middelen enkelen mocht redden.” — Matth. 6:33; Fil. 4:7; 1 Kor. 9:22, NW.

8. Hoe dienen wij onze toespraakjes na ze te hebben voorbereid, in onze geest te prenten zodat wij ze aan de deur kunnen uitspreken?

8 Indien wij onze toespraakjes van buiten leren, zullen ze de nodige plooibaarheid en het vereiste aanpassingsvermogen missen. Willen wij onze toespraakjes veelzijdig laten zijn zodat ze aan de verschillende zich aan de deur voordoende situaties aangepast kunnen worden, dan dienen wij slechts een kort schema van buiten te leren. Er zijn vele bekende teksten waarover wij zonder aantekeningen enkele minuten kunnen spreken. Met gemak en vertrouwen spreken wij daar voor de vuist weg over. Neem dus drie of vier van deze zeer bekende teksten en weet waar ze in de bijbel zijn te vinden. Sla ze vervolgens op volgorde aan de deur op, lees ze voor en geef er een kort commentaar over. Niet belemmerd door uit het hoofd geleerde woorden, welke mechanisch zouden klinken, kan uw geest zich met ideeën bezighouden terwijl de noodzakelijke woorden voor de vuist weg zullen komen, evenals in de daagse gesprekken. Alleen dan zal u blijk kunnen geven van oprechtheid en enthousiasme en alleen dan bent u u zelf en zult u warmte en vriendelijkheid kunnen tonen. U kunt verschillende teksten bij de hand hebben welke u bij verscheidene situaties kunt gebruiken. Achter in uw velddienstbijbel kunt u verscheidene series teksten opschrijven, elke serie voor een toespraakje.

HET BEGIN VAN UW TOESPRAAKJE

9. Welke raad wordt er gegeven in verband met het overwinnen van de algemene verontschuldigingen?

9 Om allerlei redenen gaan vele mensen van deur tot deur, en wanneer de bel gaat, is de bewoonster vaak al door de onderbreking wat geïrriteerd en heeft zich voorgenomen u vlug af te schepen. Zij heeft flink wat afgezaagde verontschuldigingen op haar tong liggen, maar waarschijnlijk zal ze er mee wachten totdat ze u snel heeft opgenomen, naar u heeft geluisterd en zich over u een oordeel heeft gevormd. Dan zal ze u er met een in de rede vallen. U heeft ze vaak gehoord en kunt ze wellicht zeer logisch weerleggen, maar nadat zij er één heeft aangevoerd, zal zij zich er waarschijnlijk aan vastklemmen, daar zij te trots is er nu weer op terug te komen. Indien u van tevoren zou kunnen weten wat zij zou aanvoeren en het zou kunnen weerleggen voordat zij het zegt, is haar trots er niet bij in het spel en hoort zij u wellicht aan. Nadat u zich kort hebt voorgesteld, zou u misschien abrupt kunnen zeggen, voordat ze een van de algemeen gebruikte verontschuldigingen gaat aanvoeren: „Weet u, wanneer wij aan de deur komen, zeggen enkele mensen onmiddellijk: . . .” en vermeld dan een der verontschuldigingen. Waarschijnlijk is het niet degene welke zij ditmaal gebruikt zou hebben, maar het is zeer goed mogelijk dat ze die reeds verscheidene malen heeft aangevoerd en haar tijdelijk de pas wordt afgesneden wanneer u die aanhaalt. Wellicht is ze nieuwsgierig wat u op deze wel eens door haar gebruikte verontschuldiging hebt te vertellen. Heb een goed en pakkend antwoord gereed waardoor haar belangstelling wordt gewekt, en misschien zal ze uw toespraakje dan aanhoren.

10. Hoe zou u de tegenwerping „Ik heb vandaag niets nodig” kunnen overwinnen?

10 Nadat u kort hebt vermeld waarom u komt, zou u kunnen zeggen: „Weet u, wanneer wij met dit werk bezig zijn, zeggen enkele mensen: ’O, vandaag niet hoor.’ Maar luistert u eens naar wat Jezus zeide over hen die zeggen dat zij niets nodig hebben: ’Gij zegt: „Ik ben rijk en heb rijkdommen verworven en heb niets van node,” maar gij weet niet dat gij ellendig zijt en beklagenswaardig, arm, blind en naakt.’ Hij bedoelde dat natuurlijk niet letterlijk, want dat zou hun direct zijn opgevallen. Hij bedoelde dat zij in geestelijk opzicht in een noodlijdende toestand verkeerden.” Na dus Openbaring 3:17 (NW) gebruikt te hebben om de verontschuldiging teniet te doen, kunt u nog twee of drie schriftuurplaatsen gebruiken om uw toespraakje te voltooien. U zou Amos 8:11 kunnen opslaan om te tonen dat de geestelijke hongersnood wijd verbreid is en dat de mensen ondanks het bestaan van vele kerken, geestelijk niet gevoed worden, ofschoon velen dit wel denken. Lees Mattheüs 5:3 om aan te tonen dat zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nooddruft, verzadigd zullen worden. Dan zou u de lectuuraanbieding kunnen offreren en vermelden dat deze publikaties geestelijk voedsel verschaffen, waarvan u hun het bewijs zou kunnen leveren door een specifieke paragraaf uit te kiezen en deze voor te lezen, één waarin een bijzonder belangwekkend punt wordt besproken.

11, 12. Hoe zou u in uw toespraakje de verontschuldiging „Ik heb het te druk” kunnen gebruiken en overwinnen?

11 Nog een voorbeeld: „Dikwijls wanneer wij komen, zeggen de mensen dat zij het druk hebben. Het is goed druk te zijn, want God haat leeglopers. Wij dienen het echter met deze minder belangrijke aangelegenheden niet zo druk te hebben, dat wij weigeren tijd te besteden aan het belangrijkere. Jezus was eens bij twee zusters thuis. Maria luisterde er naar hoe hij de waarheid van God uiteenzette, doch Martha klaagde omdat zij niet meehielp het huiswerk te verrichten. Zo staat hier: ’Martha daarentegen werd afgeleid door het nakomen van vele plichten. Zij kwam dus naderbij en zeide: „Meester, hindert het u niet dat mijn zuster mij alleen heeft gelaten om de dingen te verzorgen? Zeg haar daarom dat zij mij komt helpen.” De Meester gaf haar ten antwoord: „Martha, Martha, gij maakt u bezorgd en zijt verontrust over vele dingen. Weinige echter zijn nodig, of slechts één. Want wat Maria aangaat, zij heeft het goede deel gekozen, en het zal niet van haar worden weggenomen.”’ Jehovah en Jezus spreken tot ons door de bijbel. Waarom zouden wij, wanneer wij niet naar hen willen luisteren, verwachten dat zij naar ons luisterden wanneer wij in moeilijkheden geraken en tot hen om hulp roepen?” — Luk. 10:40-42, NW.

12 Of men zou het volgende kunnen zeggen: „Sommige mensen doen de deur open en zeggen dat zij het te druk hebben; maar weet u, wanneer ik hun honderd gulden zou aanbieden, zouden zij het niet te druk hebben die aan te pakken. Luister echter eens naar wat de bijbel zegt: ’Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt; want wat zij opbrengt, is beter dan de opbrengst van zilver, wat zij doet gewinnen, is beter dan goud. Zij is kostbaarder dan koralen, al wat gij kunt begeren, kan haar niet evenaren. Lengte van dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. Haar wegen zijn liefelijke wegen, al haar paden zijn vrede. Een boom des levens is zij voor wie haar aangrijpen, wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen.’ Wanneer zij het niet te druk hebben om geld aan te pakken, dienen zij het stellig niet te druk te hebben om tot eeuwig leven leidende kennis tot zich te nemen.” — Spr. 3:13-18, NBG.

13. Hoe zou u de verontschuldiging „Ik heb geen belangstelling” kunnen overwinnen?

13 Nadat u hebt verteld dat velen u voordat zij eigenlijk weten waarom u bent gekomen, zeggen dat zij geen belangstelling hebben, zou u kunnen vervolgen: „Weet u echter hoe de bijbel spreekt over mensen die een antwoord geven voordat zij hebben gehoord waarom het eigenlijk gaat? Luister eens: ’Wie antwoord geeft, voordat hij hoort, dien is het tot dwaasheid en smaad.’” U dient dit natuurlijk niet te gebruiken nadat een bewoner heeft gezegd dat hij geen belangstelling heeft. Dat zou dan te bot zijn; het zou er op neerkomen hem van dwaasheid en smaad te beschuldigen. Indien u echter het eerst dit punt opwerpt, dan kunt u de bovenstaande tekst, Spreuken 18:13 (NBG) gebruiken, omdat u hem op andere zo handelende mensen van toepassing brengt en niet op degene die u aanspreekt. Hetzelfde kan van het volgende voorbeeld worden gezegd.

14. Wat wordt vaak gezegd in landen waar overvloed heerst, en hoe zouden wij dit kunnen aanpakken?

14 In enkele materialistische landen waar de mensen overvloed hebben, wijzen zij u de deur met de woorden dat zij tevreden zijn. „Weet u, enkele mensen weigeren te luisteren en zeggen: ’O, het gaat mij goed; ik ben tevreden.’ God stelt echter geen belang in mensen die tevreden zijn, maar in hen die niet tevreden zijn. Lang geleden kenmerkte hij enigen opdat zij behouden zouden worden, zeggende: ’Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden.’ Jehovah stelt in deze tijd belang in hen die rechtvaardigheid liefhebben, en dezen zijn stellig niet tevreden met de verdorven en goddeloze toestanden welke er thans op aarde heersen. Welk fatsoenlijk mens zou met deze verdorven toestanden tevreden zijn? Zij willen een reine regering en een einde aan alle immoraliteit en huichelarij. Eveneens wensen zij gezondheid en leven voor zich zelf, hun gezin en allen die rechtvaardigheid liefhebben. De tegenwoordige boze toestanden doen hen zuchten en kermen en naar iets beters verlangen.” Na Ezechiël 9:4 (NBG) te hebben aangehaald, zou u vervolgens aan de hand van Mattheüs 5:4 kunnen aantonen dat deze treurenden vertroost zullen worden, dat God thans hun verlangen naar geestelijk voedsel zal bevredigen en dat Jehovah in de nieuwe wereld van rechtvaardigheid al hun verlangens zal vervullen, ter staving waarvan Psalm 145:16 en Openbaring 21:4 aangehaald kunnen worden.

15. Welke verdere wenken worden er gegeven?

15 U zou ook datgene kunnen opwerpen wat religie-aanhangers vaak tot u zeggen, zoals: „Soms zeggen de mensen tot ons: ’Ik ben er van overtuigd dat God me, wanneer ik oprecht ben, zal redden; dat hij van mij slechts datgene eist waarvan ik denk dat het juist is.’ De bijbel zegt echter iets anders: ’Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar den dood.’” Daarna zou u Galaten 1:8 en Johannes 17:3 kunnen gebruiken om aan te tonen dat wij de waarheid moeten volgen en geen menselijke ideeën over wat juist is. In de bovenstaande weerlegging van de verontschuldiging dat men oprecht is, werd Spreuken 14:12 (NBG) gebruikt. Net zo passend zou het zijn om Johannes 16:2, Handelingen 26:9 of Romeinen 10:2, 3 aan te halen. Wij kunnen onze toespraakjes zeer variërend maken. Denk na welke verontschuldigingen er worden opgeworpen, over iets wat de belangstelling opwekt, en probeer dan een snelle weerlegging uit te denken, bij voorkeur een schriftuurplaats, daar u dan ook vlug tot uw bijbelse toespraakje kunt overgaan. Door de bovenstaande voorbeelden worden mogelijkheden aan de hand gedaan welke niet noodzakelijkerwijs door u gebruikt behoeven te worden. Werk bepaalde methoden uit waarop u de mensen zult aanspreken en ontwikkel de punten met schriftuurplaatsen, welke u liggen, die u bevallen en waarover u enthousiast kan zijn, zodat u uw toespraakje met enthousiasme en overtuiging kunt uiteenzetten. Voor de nabezoek-toespraakjes geldt hetzelfde. Het enige verschil is dat u een of twee schriftuurplaatsen meer gebruikt en er iets langer over uitweidt. Dezelfde raad welke over de methode van uiteenzetten en het van buiten leren van schema’s voor toespraakjes aan de deuren is gegeven, geldt ook voor de langere nabezoek-toespraakjes binnenshuis.

16. Wat zullen wij nu doen?

16 Laten wij ons uiterste best doen goedgekeurde dienaren van Jehovah God te zijn, die zijn Woord ijverig bestuderen ten einde daaruit de aanvaardbare offeranden des lofs te verkrijgen, de gave, aan hem toegewijde offerstieren en vruchten der lippen. Denk over deze waarheid na, houd uw geest er mede bezig, giet het in zulk een vorm dat u het in het openbaar kunt aanbieden en gebruik er de beste methode voor zodat het zal spreken tot de nog verstrooide andere schapen en niet door de tegenstand van bokken teniet gedaan kan worden. Bied het minzaam, zachtaardig, tactvol en toebereid met het symbolische zout aan, waarvan onze geestelijke offeranden des lofs vergezeld moeten gaan. Dan zullen het ten opzichte van Jehovah woorden van loyaliteit, waarheid en getrouwheid zijn, die duurzaam zijn en bederfwerende kracht hebben voor hen die ze horen, aanvaarden en er aan gehoorzaam zijn. Met zulke offerandelijke woorden zullen wij ons er nooit schuldig aan maken dat wij Jehovah’s tafel verachtelijk doen toeschijnen. Het zal ons voorrecht zijn er aan mede te helpen daarop Jehovah’s feestmaaltijd van vette spijzen aan te richten voor alle mensen van goede wil in alle natiën.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen