-
Onze keus om met Jehovah samen te werkenDe Wachttoren 1979 | 1 februari
-
-
[slechts] het wegdoen van de vuiligheid van het vlees [hoe belangrijk dat ook is], maar het verzoek aan God om een goed geweten), krachtens de opstanding van Jezus Christus.”
19. (a) Hoe passend is het symbool van de doop? (b) Welke praktische aspecten zijn eraan verbonden?
19 De doop is een bijzonder passend symbool van het feit dat wij hebben verkozen met Jehovah God samen te werken door ons aan hem op te dragen ten einde zijn wil te doen, waarbij wij Jezus Christus navolgen door in diens voetstappen te treden. Door het water in te gaan en erin ondergedompeld te worden, worden wij als het ware begraven. Wij sterven met betrekking tot onze vroegere handelwijze: de doop kenmerkt de dood van onze zelfzuchtige handelwijze, toen wij verkozen te doen wat WIJ prettig vonden. Het omhoog heffen uit het water beeldt passend af dat wij levend worden gemaakt om Gods wil te doen, ten einde ’in nieuwheid des levens’ te wandelen. Er zou ook gezegd kunnen worden dat de waterdoop een bijzonder praktisch aspect heeft, aangezien iemand gemakkelijk zou kunnen vergeten dat hij mondeling is overeengekomen Gods wil te doen, of zelfs zou kunnen vergeten dat hij eens een document heeft ondertekend waarin dit stond opgetekend; hoeveel dingen vergeten wij namelijk niet die wij eens hebben gezegd of opgetekend! Kan iemand echter vergeten dat hij eens, na een lezing over de doop gehoord te hebben en zich met alle aanwezigen in gebed verenigd te hebben, zijn kleding heeft verwisseld voor een badpak of zwembroek en in aanwezigheid van veel getuigen is gedoopt? Vast niet! Na zo’n stap gedaan te hebben, is men verplicht er in overeenstemming mee te handelen door met Jehovah God samen te werken. Wat hier allemaal bij betrokken is, zal in het volgende artikel worden beschouwd.
-
-
Jehovah’s werk op Jehovah’s wijze doenDe Wachttoren 1979 | 1 februari
-
-
„Laten wij dan, zovelen als er van ons rijp zijn, deze geestesgesteldheid hebben, en . . . laten wij . . . in de mate waarin wij vorderingen hebben gemaakt, voortgaan in deze zelfde routine ordelijk te wandelen.” — Fil. 3:15, 16.
1, 2. Welke tweevoudige activiteit wordt er thans van opgedragen christenen verlangd, zoals door welke schriftplaatsen wordt aangetoond?
WAARIN bestaat Jehovah’s werk voor degenen die zich aan hem hebben opgedragen om zijn wil te doen en in de voetstappen van zijn Zoon Jezus Christus te treden? Het is een tweevoudig werk dat niet alleen door Jezus Christus is voorzegd, maar ook door hem is geboden.
2 Hij profeteerde: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Door aan de prediking van dit goede nieuws van het Koninkrijk deel te nemen, heeft men dus beslist een belangrijk aandeel aan het doen van Jehovah’s werk in deze tijd. Jezus gaf zijn vroege discipelen verder het gebod: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Matth. 28:19, 20). Christenen moeten niet alleen prediken, maar zij moeten mensen ook datgene onderwijzen wat zijzelf hebben geleerd. Zij moeten anderen helpen de dingen te doen die Jezus oorspronkelijk
-