Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w84 1/11 blz. 13-18
  • Bereik het hart wanneer u onderwijst

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Bereik het hart wanneer u onderwijst
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Geef het juiste voorbeeld
  • Stel vragen
  • Beklemtoon de wijsheid van gehoorzaamheid aan Gods wetten
  • Help hen God te leren kennen
  • De beloning
  • Schenk aandacht aan je „kunst van onderwijzen”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
  • Help anderen te doen wat de Bijbel leert
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Bereik het hart van je bijbelstudent
    Onze Koninkrijksdienst 1993
  • Help mensen gedoopte discipelen te worden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
w84 1/11 blz. 13-18

Bereik het hart wanneer u onderwijst

1, 2. (a) Wat is er nodig om in anderen een diepe waardering voor Jehovah en zijn maatstaven op te bouwen? (b) Waarom is daar meer dan slechts verstandelijke kennis voor nodig?

HOEWEL een hut opzetten u niet veel tijd hoeft te kosten, kunt u beslist niet van de ene dag op de andere een paleis bouwen. Dit geldt ook voor het maken van discipelen. Het is geen geringe taak om in anderen een diepe waardering voor Jehovah en zijn maatstaven op te bouwen. Het vergt heel wat tijd en bekwaamheid om zulke „paleizen” op te trekken.

2 Bij het tot stand brengen daarvan is meer betrokken dan het overdragen van kennis. Zoals Spreuken 3:1 zegt: „Mijn zoon, vergeet niet mijn wet, en mijn geboden beware uw hart.” Onze leerlingen moet worden bijgebracht wat de bijbel zegt. Maar meer nog, de waarheid uit de bijbel moet in hun hart worden geprent. Ja, wij moeten het hart bereiken indien wij vuurbestendige hoedanigheden willen opbouwen in degenen die wij onderwijzen; het zal hen helpen een hechte band met Jehovah God te ontwikkelen.

3. (a) Waarom hangt het bereiken van het hart nauw samen met de „kunst van onderwijzen”? (b) Wie zou u heel goed in gedachten kunnen hebben bij het beschouwen van enkele praktische suggesties?

3 Natuurlijk is dit gemakkelijker gezegd dan gedaan. Om het hart te bereiken, moeten wij niet alleen over de juiste bouwmaterialen beschikken maar ook de „kunst van onderwijzen” aanwenden (2 Timótheüs 4:2). Het is niet voldoende onze leerlingen de waarheid te vertellen. De „kunst van onderwijzen” houdt veeleer in dat wij hen helpen na te denken en te redeneren over wat zij leren. Geestelijke groei kan niet worden teweeggebracht door onze vindingrijkheid of onze methoden; het is Gods zegen die telt (1 Korinthiërs 3:5, 6). Niettemin zijn er enkele suggesties die ons kunnen helpen het hart van anderen te bereiken. Heb bij het beschouwen van deze punten degenen in gedachten aan wie u onderwijs geeft — uw bijbelstudies en uw kinderen.

Geef het juiste voorbeeld

4. (a) Wat is een van de redenen waarom Jezus er zo goed in slaagde het hart van anderen te bereiken? (b) Waarom is het belangrijk het juiste voorbeeld te geven wanneer wij anderen onderwijzen?

4 Zou er nog een beter voorbeeld te bedenken zijn van iemand die het hart van anderen wist te bereiken dan Jezus Christus zelf? Waarom slaagde hij er zo goed in het hart van mensen te bereiken? Onder andere omdat Jezus zelf in praktijk bracht wat hij predikte, zodat hij zijn volgelingen een schitterend voorbeeld ter navolging gaf (Johannes 13:15; 1 Petrus 2:21). Daarom is dit de eerste suggestie: geef het juiste voorbeeld. Is het niet logisch dat wij zelf de duurzame christelijke hoedanigheden moeten bezitten die wij in anderen willen opbouwen? Zoals Jezus het stelde: „Iedere goedopgeleide leerling zal als zijn leraar zijn.” — Lukas 6:40, The New Berkeley Version.

5. Hoe laat de Schrift het verband uitkomen tussen het geven van het juiste voorbeeld en het bereiken van het hart van anderen?

5 De bijbel laat herhaaldelijk het verband uitkomen tussen het geven van het juiste voorbeeld en het bereiken van het hart van anderen. Deuteronomium 6:4-6 geeft bijvoorbeeld te kennen dat de liefde voor Jehovah „op uw hart”, het hart van de ouder, moet „blijken te zijn” voordat u die liefde in het hart van uw kinderen kunt prenten (Spreuken 20:7). Daarentegen bestrafte Jezus de huichelachtige Farizeeën uit zijn tijd omdat zij ’het wel zeiden, maar het niet volbrachten’. Geen wonder dat het hart van de mensen „dik”, onontvankelijk, geworden was! — Matthéüs 23:3; 13:13-15.

6. Waarom is het belangrijk dat u in overeenstemming leeft met wat u onderwijst? (Romeinen 2:21-23)

6 Wat u onderwijst, moet dus in overeenstemming zijn met wat u doet. Als u bijvoorbeeld in uw leerlingen of uw kinderen liefde voor Jehovah en de wens om hem te behagen wilt opbouwen, moeten zij dan niet uit uw gebeden, gesprekken en daden kunnen opmaken dat u zelf die liefde en wens koestert? Als u hun een innige verknochtheid aan bijbelse beginselen wilt inprenten, moeten zij dan niet eerst zien dat u zelf noch door woord noch door daad die beginselen uit de weg probeert te gaan? Degenen die wij onderwijzen, vooral onze kinderen, letten vaak meer op wat wij doen dan op wat wij zeggen. Wanneer anderen zien dat wij in overeenstemming leven met wat wij onderwijzen, zullen wij beter in staat zijn hun hart te bereiken.

Stel vragen

7, 8. (a) Waarvan is veel van ons succes bij het bereiken van het hart van anderen afhankelijk? (b) Waarom zijn vragen zo nuttig om het hart te bereiken?

7 Een tweede suggestie, iets anders dat Jezus tot zo’n doeltreffende onderwijzer maakte, is het gebruik van vragen. Jezus was er een meester in mensen aan het denken en redeneren te zetten (Matthéüs 17:24-27). Veel van uw succes bij het bereiken van het hart van degenen die u onderwijst, hangt af van uw gebruik van vragen. Waarom?

8 In de eerste plaats omdat u door vragen te stellen kunt vaststellen of uw leerling werkelijk begrijpt wat hij leert. Indien hij de inlichtingen niet begrijpt en aanvaardt, hoe zouden die dan per slot van rekening ooit wortel kunnen schieten in zijn hart? (Lukas 8:15) In de tweede plaats is het nuttig om te weten wat zich in het hart bevindt als men het hart wil bereiken. Vooropgezette meningen en vals-religieuze leerstellingen kunnen sterk verschanst zijn. Aangezien wij het hart niet kunnen lezen, moeten wij vragen stellen die de leerling er vooral toe brengen met zijn eigen woorden te zeggen wat er in zijn hart leeft. Beschouw eens enkele voorbeelden.

9, 10. Illustreer het doeltreffende gebruik van standpuntvragen.

9 Laten wij veronderstellen dat u in het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven hoofdstuk 10 bespreekt, „Goddeloze geesten zijn machtig”. U komt bij paragraaf 18 op bladzijde 97, waarvan de gedrukte vraag luidt: „Welk voorbeeld van de vroege christenen in Efeze is navolgenswaardig als iemand met het spiritisme wil breken?” Het kan zijn dat uw leerling het juiste antwoord uit de paragraaf geeft, maar hoe denkt hij er werkelijk over? Misschien heeft hij jarenlang spiritisme beoefend en is hij er vast in gaan geloven. Indien dit zo is, is hij er dan nu van overtuigd dat hij ermee moet breken? Misschien moet u vragen: ’Hoe denkt u hierover? Hoe kunt u deze inlichtingen in uw leven toepassen?’ Het antwoord dat hij nu geeft, kan onthullen in welke mate de inlichtingen zijn hart hebben geraakt.

10 Stel, om nog een voorbeeld te nemen, dat u met uw kind in hetzelfde boek hoofdstuk 26, „De strijd om het goede te doen”, bespreekt. Op bladzijde 220 staat in de „b”-vraag over paragraaf 8: „Welke zienswijze die een jongere tot uitdrukking bracht, zouden wij ons eigen moeten maken?” Wellicht geeft uw kind eerst een antwoord uit de paragraaf en zegt hij eigenlijk niet hoe hij er zelf over denkt. Misschien moet u dan vriendelijk wat dieper doortasten en hem vragen: ’Maar hoe denk jij hierover? Vind je deze zienswijze redelijk?’ Of u kunt een situatie schilderen: ’Stel eens dat een paar jongeren op school staan te roken en je een sigaret aanbieden. Als nu eens flink wat anderen toekeken en de gek met je zouden steken omdat je die sigaret niet aanneemt wat zou je dan doen?’ Wanneer zulke vragen oordeelkundig worden gebruikt, kunnen ze u helpen vast te stellen wat er in het hart van uw kind omgaat.

11. (a) Waarom is voorzichtigheid geboden wanneer u vragen stelt? (b) Waarom moeten vooral ouders voorzichtig zijn wanneer hun kinderen een verkeerde zienswijze toegedaan blijken te zijn? (Kolossenzen 3:21)

11 Maar nu een woord van waarschuwing. Soms komen er op zulke vragen antwoorden die u verrassen of teleurstellen. Wat dan? Indien het onderwerp gevoelig ligt, kan het beter zijn de kwestie niet te forceren maar te zeggen: ’Laten we maar verder gaan. Hier praten we later nog wel eens over’ (Johannes 16:12). Een dergelijke voorzichtigheid is vooral van de zijde van ouders nodig. Laat uw emoties niet de vrije loop als uw kind een verkeerde zienswijze toegedaan blijkt te zijn. U zou de communicatielijn met uw kind niet graag beschadigen. Als uw kind bang wordt om zijn mening te uiten, hoe kunt u dan weten wat er in zijn hart leeft, zodat u hem kunt helpen?

Beklemtoon de wijsheid van gehoorzaamheid aan Gods wetten

12, 13. (a) Waarom zal het hart van uw leerling geraakt worden wanneer hij er de wijsheid van inziet Gods wetten te gehoorzamen? (b) Wat is erbij betrokken als wij een leerling willen helpen in te zien dat gehoorzaamheid aan Jehovah de weg der wijsheid is?

12 Een derde suggestie is, dat u uw leerling helpt inzien hoe wijs het is Gods wetten te gehoorzamen (Deuteronomium 4:5, 6; 10:12, 13). Dit kan zijn hart raken. Hoe dat zo? Nu, indien hij ervan overtuigd is dat het naleven van Jehovah’s wetten in zijn eigen belang is, zal dit hem er misschien toe bewegen God lief te hebben en hem te willen behagen. — Psalm 112:1.

13 Hoe kunt u degenen die u onderwijst helpen, er de wijsheid van in te zien Gods wetten te gehoorzamen? Wij kunnen dit illustreren door Jehovah’s wetten te vergelijken met een bordje „Verboden toegang”. Bent u het er niet mee eens, dat hoewel zo’n bordje op zich een waarschuwing is, het veel gemakkelijker zou zijn u eraan te houden als erop stond wat de reden voor de waarschuwing is? Zou er bijvoorbeeld op het bordje staan „Verboden toegang — Hoogspanning”, dan zou de eventuele overtreder, die nu beseft dat er persoonlijk gevaar dreigt, eerder geneigd zijn acht te slaan op de waarschuwing.

14. (a) Op welke wijze zou u met uw leerling kunnen redeneren ten einde hem te helpen in te zien waarom een bepaalde handelwijze wijs of dwaas is? (b) Welke schriftuurplaatsen illustreren hoe belangrijk het is de reden te vermelden waarom een bepaalde handelwijze goed of slecht is?

14 Zo is het ook met Gods wetten. Vertel uw leerling niet enkel wat volgens de bijbel juist en wat verkeerd is, maar help hem in te zien waarom een bepaalde handelwijze wijs of dwaas is. Beredeneer met hem hoe gehoorzaamheid aan Gods wetten hem tot voordeel zal strekken. Help hem de gevolgen in te zien van het negeren van die vereisten. De bijbel zelf doet dit soms ook. Lees voor uzelf eens Spreuken 22:24, 25; 23:4, 5; 24:15, 16, 19, 20. Merk op dat de bijbel in elk van deze gevallen de reden vermeldt waarom een bepaalde handelwijze goed of slecht is.

15. Gebruik de vragen en schriftuurplaatsen die hier staan om te bespreken hoe verstandig het is ons te houden aan wat God over oneerlijkheid en hoererij zegt.

15 Beschouw bij wijze van illustratie eens hoe de volgende vragen en schriftuurplaatsen goed laten uitkomen hoe verstandig het is Gods wetten te gehoorzamen.

Liegen, stelen: Waarom is oneerlijkheid schadelijk? (Spreuken 15:27; 20:10; Openbaring 21:8) Waarom is het lonend anderen eerlijk te behandelen? (Spreuken 3:3, 4; 12:19; Hebreeën 13:18)

Hoererij: Hoe kan immoraliteit ons schaden? (Spreuken 5:9; 7:21-23; 1 Korinthiërs 6:18) Hoe kan immoraliteit anderen nadeel berokkenen? (1 Thessalonicenzen 4:6; 1 Korinthiërs 5:6; Hebreeën 12:15, 16) Hoe strekt het u tot voordeel wanneer u zich aan de morele maatstaven van de bijbel houdt? (Spreuken 5:18, 19; Hebreeën 13:4)

Nadat u op deze wijze een bijbelse wet hebt beredeneerd, zou u kunnen vragen: ’Denkt u dat Jehovah ons welzijn op het oog heeft? Bent u het ermee eens dat ons door zijn wetten in feite niets goeds wordt ontzegd?’

16. Welke uitwerking kan het op uw leerling hebben als u op die manier met hem redeneert?

16 Beredeneer in het verloop van de studie in deze geest ook Gods wet inzake dronkenschap, het betalen van belastingen, roken, de bloedkwestie, enzovoort. Op deze wijze wordt uw leerling of kind geholpen in te zien dat al Gods wetten ons tot voordeel strekken. Het is niet zo dat uw leerling altijd redenen nodig heeft om God te gehoorzamen. Maar een paar voorbeelden kunnen ertoe bijdragen dat zijn hart wordt bereikt en er voor hem aanleiding toe zijn God te willen gehoorzamen. Wanneer dan het „vuur”, of de beproeving, komt, zal het hem gemakkelijker vallen Gods Woord te gehoorzamen. — 1 Korinthiërs 3:13.

Help hen God te leren kennen

17. Welke verdere suggestie kan u helpen het hart van uw leerling te bereiken?

17 Een vierde suggestie is deze: help uw leerling God te leren kennen (Johannes 17:3). En help hem niet alleen te weten te komen dat Jehovah bestaat en een naam heeft, maar help hem vooral Jehovah van heel nabij te leren kennen. Dit zal zijn hart raken, want wie Jehovah kent, moet hem wel liefhebben.

18. Hoe kunt u tijdens de studie de aandacht vestigen op Jehovah’s hoedanigheden?

18 Hoe kunt u uw leerling helpen Jehovah van heel nabij te leren kennen? U kunt iemand natuurlijk niet liefhebben als u zijn hoedanigheden niet kent en er niet van op de hoogte bent hoe hij handelt. Wees er tijdens de studie dus steeds op bedacht de aandacht te vestigen op Jehovah’s weergaloze hoedanigheden. Vaak doet daarbij niet zozeer ter zake welk onderwerp wordt beschouwd. Wanneer u bijvoorbeeld de losprijs bespreekt, kunt u bij een passend punt even pauzeren en vragen: ’Hoe gaat door de loskoopvoorziening de diepte van Jehovah’s liefde voor ons nog meer spreken?’ Of wanneer u bespreekt waarom God het kwaad heeft toegelaten, kunt u vragen: ’Hoe heeft Jehovah zich zeer lankmoedig betoond ondanks de goddeloosheid van de mens?’ Of: ’Hoe heeft Jehovah van onvergelijkelijke wijsheid blijk gegeven door de wijze waarop hij de opstand in Eden heeft aangepakt?’ Door op deze manier te redeneren, draagt u ertoe bij dat in uw leerling een krachtig gevoel van toewijding aan Jehovah wordt opgebouwd. Hij zal Jehovah gaan bezien als een Persoon wiens hoedanigheden hij innemend en aantrekkelijk vindt.

19, 20. (a) Wat is er nog meer nodig om Jehovah van nabij te leren kennen? (b) Hoe illustreert de ervaring in de paragraaf de belangrijkheid van een juist voorbeeld in verband met het gebed?

19 Daarbij komt nog dat u iemand niet echt goed kunt leren kennen zonder een vorm van communicatie. Zo kan ook uw leerling zich niet in een innige verhouding met Jehovah verheugen zonder communicatie met hem. Met het oog daarop dient u uw leerling te leren bidden. Help hem een idee te krijgen van de grote verscheidenheid van onderwerpen die hij gevoeglijk in zijn gebeden te berde kan brengen (1 Johannes 5:14). Bouw waardering in hem op voor Jehovah als Degene die naar gebeden luistert en ze verhoort (Psalm 65:2). Moedig hem aan zijn diepste gevoelens te uiten, ’zijn hart voor Jehovah uit te storten’. — Psalm 62:8.

20 Ook hier is uw eigen voorbeeld belangrijk. Weerspiegelen uw gebeden de diepte van uw toewijding aan God? Dit kan een zeer heilzame invloed hebben op degenen die u onderwijst, met inbegrip van uw kinderen. Beschouw de volgende ervaring eens.

Enkele jaren geleden leerde een christelijk echtpaar hun driejarig zoontje hoe hij moest bidden. Nadat de jongen op een avond Jehovah in zijn gebed had gevraagd Mama en Papa te zegenen, vroeg hij Jehovah’s zegen voor „Wally”. Wie was „Wally”? Zijn ouders wisten het niet en de jongen begon tamelijk geregeld voor „Wally” te bidden! Ten slotte, na zich er vaak het hoofd over gebroken te hebben, beseften zij wat er was gebeurd. De jongen bad voor de broeders in Malawi (die toen werden vervolgd), maar hij sprak het woord verkeerd uit als „Wally”. Het punt waar het om gaat is, dat het ventje zijn ouders zo had horen bidden, en hij volgde hun voortreffelijke voorbeeld na. Denkt u zich eens in wat er door die ouders heen moet zijn gegaan!

Illustreert dit niet hoe belangrijk het is het juiste voorbeeld te geven als het erop aankomt anderen te leren bidden?

De beloning

21. (a) Waarop mag u als christelijke bouwer volgens 1 Korinthiërs 3:14, 15 hopen? (b) Is de „beloning” de prijs van eeuwig leven in Gods Nieuwe Ordening? Leg dit uit.

21 Indien wij in anderen vuurbestendige hoedanigheden willen opbouwen en hen willen helpen een goede verhouding met Jehovah te ontwikkelen, moeten wij dus hun hart bereiken. Dat is misschien niet gemakkelijk, maar het is wel een dankbaar werk. Paulus gaf dit te kennen toen hij zei: „Indien iemands werk dat hij erop gebouwd heeft, blijft, zal hij een beloning ontvangen; indien iemands werk wordt verbrand [omdat hij een armzalig bouwwerk heeft opgetrokken door geen vuurbestendige materialen te gebruiken], zal hij verlies lijden [wat hij heeft gebouwd, zal namelijk door het „vuur” verteerd worden], maar hij zelf zal gered worden; doch indien dit zo is, zal het zijn als door vuur heen.” Wat is de „beloning”? Paulus had klaarblijkelijk iets anders in gedachten dan de prijs van eeuwig leven in Gods Nieuwe Ordening, want merk op dat degene die een armzalig bouwwerk heeft opgetrokken, de „beloning” verliest, ofschoon het mogelijk is dat hijzelf wordt gered als hij door het „vuur” heen komt. — 1 Korinthiërs 3:14, 15.

22, 23. (a) Welke beloning ontving de apostel Paulus in verband met zijn christelijke broeders en zusters in Thessaloníka? (b) Welke „beloning” is uw hartewens, en hoe kunt u die ontvangen?

22 Wat is deze „beloning” dan? Iets wat Paulus tegen de Thessalonicenzen zei, werpt hier licht op. Aan de vervolgde christenen aldaar schreef Paulus: „Wat is onze hoop of vreugde of kroon van gejuich — ja, zijt gij het niet in werkelijkheid? — voor het aangezicht van onze Heer Jezus bij zijn tegenwoordigheid? Gij zijt stellig onze heerlijkheid en vreugde [„onze roem en onze vreugde”, WB]” (1 Thessalonicenzen 2:19, 20). Paulus had die Thessalonicenzen geholpen de weg der waarheid te gaan bewandelen. En ofschoon zij vanaf het begin vervolging hadden ondergaan, stonden zij vast in het geloof. Paulus’ beloning was de vreugde hen te zien volharden ondanks tegenstand. Dit getuigde ervan dat Paulus goed had gebouwd.

23 Zo is het ook met ons. Is het niet uw hartewens degenen die u onderwijst te helpen, de duurzame christelijke hoedanigheden te ontwikkelen die hen in staat zullen stellen standvastig te blijven ondanks de druk en de verleidingen waarvoor zij kunnen komen te staan? Wat een beloning is het, te zien dat uw bijbelstudies en uw kinderen zulke vurige beproevingen doorstaan! Dit getuigt ervan dat u goed gebouwd heeft. Moge dat uw beloning zijn omdat u met vuurbestendige materialen op een juist fundament bouwt en naar Jehovah opziet voor zegen op uw harde werk.

Kunt u zich het volgende herinneren in verband met het bereiken van het hart?

□ Waarom is het belangrijk het juiste voorbeeld te geven?

□ Wat voor vragen zijn nuttig, en waarom?

□ Waarom moet uw leerling er de wijsheid van inzien Gods wetten te gehoorzamen?

□ Waarom moet uw leerling leren hoe hij moet bidden?

[Illustratie op blz. 16]

Weerspiegelen uw gebeden de diepte van uw toewijding aan God? Het hart van uw kind kan erdoor geraakt worden

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen