Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w76 1/12 blz. 717-719
  • Waarom Jezus’ illustraties mensen hielpen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom Jezus’ illustraties mensen hielpen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HOE ILLUSTRATIES HELPEN
  • ILLUSTRATIES DRINGEN TOT HET GEWETEN DOOR
  • ILLUSTRATIES ONTHULLEN INNERLIJKE HOUDING
  • „Zonder illustratie sprak hij niet tot hen”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
  • ‘Hij vertelde hun niets zonder illustraties’
    ‘Kom, wees mijn volgeling’
  • Passende illustraties
    Handleiding voor de Theocratische Bedieningsschool
  • Onze onderwijsbekwaamheid verbeteren — door een doeltreffend gebruik van illustraties
    Onze Koninkrijksdienst 1984
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
w76 1/12 blz. 717-719

Waarom Jezus’ illustraties mensen hielpen

TOEN Jezus zich op aarde bevond, was het zijn doel mensen te helpen. Hij had medelijden met mensen, vooral met de zieken en de verdrukten, omdat hij zag dat „zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder” (Matth. 9:36). Hij verrichtte veel genezingen ten aanzien van deze personen. Toen een melaatse hem op zijn knieën smeekte: „Als u het alleen maar wilt, kunt u mij rein maken”, strekte Jezus, door medelijden bewogen, zijn hand uit en zei tot hem: „Ik wil het. Word rein.” — Mark. 1:40, 41.

Maar Jezus hielp mensen op een wijze waarmee zij veel meer gebaat waren en die veel blijvender was dan door fysieke genezingen. Jezus’ genezingen waren trouwens geenszins het voornaamste kenmerk van zijn werk. Er werden betrekkelijk weinig mensen genezen, maar iedereen in het land hoorde zijn onderwijs.

HOE ILLUSTRATIES HELPEN

Illustraties of gelijkenissen maakten een belangrijk deel uit van Jezus’ onderwijs aan de scharen mensen die hem hoorden. Het bijbelverslag zegt: „Ja, zonder illustraties sprak hij niet tot hen, maar wanneer hij met zijn discipelen alleen was, verklaarde hij alle dingen” (Mark. 4:34). Hoe hielpen zijn illustraties vooral degenen die werkelijk graag de uitleg ervan wilden hebben? Ten eerste maakten ze geestelijke dingen, de wegen en gedachten van God, voor mensen begrijpelijk. Jezus gebruikte dagelijkse aangelegenheden en beslommeringen van het leven om abstracte en diepere dingen te illustreren. Men heeft geen ’hoger onderwijs’ nodig om de beginselen te begrijpen die de gelijkenissen overdragen. Jezus’ illustraties zijn thans net zo toepasselijk en passend als toen hij ze gaf.

Wie kan in de gelijkenis van de ondankbare slaaf bijvoorbeeld niet het beginsel begrijpen dat wij dankbaarheid moeten tonen en vergevensgezind jegens elkaar moeten zijn? In deze illustratie vertelde Jezus van een koning aan wie een van zijn slaven zestig miljoen denarii schuldig was. Bewogen door de smeekbeden van de man schold de koning hem de schuld kwijt. Maar deze slaaf ging naar buiten en trof een van zijn medeslaven die hem slechts honderd denarii (één zeshonderdduizendste deel ervan) schuldig was en hij greep hem bij de keel en zei: „Betaal terug wat gij schuldig zijt.” Toen de koning deze onbarmhartige daad ter ore kwam, was hij zeer vertoornd en wierp de ondankbare slaaf in de gevangenis. Jezus besloot de illustratie met te zeggen: „Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen indien niet een ieder van u zijn broeder van harte vergeeft.” — Matth. 18:23-35.

ILLUSTRATIES DRINGEN TOT HET GEWETEN DOOR

Jezus’ gelijkenissen zijn echter niet alleen nuttig vanwege hun eenvoud. Illustraties treffen het hart en het geweten van degenen die ernaar luisteren vaak doeltreffender dan louter het vaststellen van een feit of een openlijke terechtwijzing. Dit wordt zeer duidelijk gedemonstreerd door Jezus’ opleiding van zijn apostelen en discipelen.

Jezus zag in zijn discipelen de vele fouten en verkeerde neigingen die zij als onvolmaakte zondaars bezaten. Wij ontdekken echter niet dat hij hen ervan beschuldigde trots, eerzuchtig, hebzuchtig, ondankbaar of lui te zijn. Dit zou hen gekwetst hebben en zij zouden zich veroordeeld hebben gevoeld. Zij zouden het gevoel gehad hebben dat hij hen als dat soort van personen bezag. Hoewel zij af en toe wel enkele van deze verkeerde trekken aan de dag legden, waren zij niet in de grond of van karakter hebzuchtig, trots, enzovoort. Jezus wilde hen helpen en niet veroordelen. In plaats van hen daarom openlijk te vernederen, gaf hij hun illustraties die hen aan het denken zetten — om de erbij betrokken beginselen te begrijpen en ze in hun eigen hart en geweten toe te passen. Zij konden de fout die zij hadden gemaakt of de verkeerde houding die zij aan de dag hadden gelegd zien en vervolgens verbeteringen aanbrengen. Deze methode was veel overtuigender en veel doeltreffender dan een onomwonden terechtwijzing.

Toen de discipelen bijvoorbeeld onder elkaar redetwistten over wie de grootste scheen te zijn, werd Jezus niet boos op hen en wees hij hen niet streng terecht. Hij noemde hen niet hooghartig, zelfzuchtig, hebzuchtig of eerzuchtig. Hij wees op de wereldse leiders als een illustratie van deze slechte houding en het gevolg ervan, met de woorden: „De koningen der natiën heersen over hen, en zij die autoriteit over hen hebben, worden Weldoeners genoemd. Gij dient evenwel niet zo te zijn.” De discipelen kenden heel goed de slechte gevolgen van die „superieure” houding. Daarna wees Jezus, als tegenstelling, op zijn eigen voorbeeld als een dienaar onder hen, hoewel hij hun leider was. — Luk. 22:24-27.

Bij een andere gelegenheid zette Jezus een jong kind in hun midden en zei dat een ieder van hen, om het koninkrijk Gods te kunnen binnengaan, nederig moest zijn zoals een kind. Bovendien moesten zij veel consideratie hebben met mensen die, evenals een kind, argeloos en gelovig van aard waren. Op welke andere manier had hij zo duidelijk kunnen maken wat hij bedoelde? — Matth. 18:1-6.

Christus’ discipelen namen deze dingen beslist ter harte en corrigeerden hun eigen verkeerde denkwijze. Dit blijkt uit de wijze waarop zij met hun christelijke broeders omgingen toen zij, na Christus’ dood en opstanding, de lading verantwoordelijkheid voor de christelijke gemeenten droegen. De brieven van Petrus, Jakobus en Johannes weerspiegelen de voortreffelijke, nederige houding die Christus hun had ingeprent.

Bovendien zijn illustraties doeltreffend bij het geven van streng onderricht omdat ze de toehoorder de gelegenheid geven voor zichzelf te denken zonder dat zijn mening door vooroordeel verduisterd of verblind wordt. Door na te denken over een illustratie, die gewoonlijk over andere personen gaat dan degene tot wie wordt gesproken, zal de persoon zien dat ze van toepassing is op zijn eigen omstandigheden of daden. Dan kan hij zijn eigen conclusie trekken of zijn eigen oordeel vormen. En hij heeft geen gerechtvaardigde reden om boos te zijn, aangezien de spreker hem nergens rechtstreeks van beschuldigd heeft.

Dit was het geval met de man die onderlegd was in de wet van Mozes en die Jezus vroeg wat er werd vereist om eeuwig leven te beërven. Jezus wees erop dat iemand God met hart, ziel, verstand en kracht moest liefhebben, en zijn naaste moest liefhebben als zichzelf. De man, die wilde bewijzen dat hij rechtvaardig was, stelde de vraag: „Wie is dan mijn naaste?” Jezus kende de liefdeloze houding van de joden jegens Samaritanen, die zij verachtten. Hij vertelde toen de gelijkenis van de „barmhartige Samaritaan”. Als Jezus de man rechtstreeks had gezegd dat Samaritanen tot degenen behoorden die men diende lief te hebben als zichzelf, zou deze bevooroordeelde persoon het wellicht nooit hebben toegegeven. — Luk. 10:25-37.

ILLUSTRATIES ONTHULLEN INNERLIJKE HOUDING

Enkele van Jezus’ illustraties dienden ook om mensen zichzelf te doen identificeren als personen die wel of geen belangstelling voor hem als Gods profeet hadden of die zelfs tegen hem gekant waren. Bij een zekere gelegenheid zei Jezus dat hij tot zulke personen sprak opdat zij, ’ofschoon zij horen, er nimmer begrip van zouden krijgen’ (Matth. 13:10-15). Op deze wijze werden degenen die geen belang stelden in de betekenis van zijn boodschap ’uitgewied’, want zij kwamen niet naar Jezus toe om hem om de uitleg te vragen, zoals degenen deden die werkelijk belangstelling hadden. — Matth. 13:36.

Wat nog belangrijker was, de illustraties hielpen de ware discipelen door degenen die huichelachtig zouden zijn en die partijen en verdeeldheid zouden veroorzaken buiten hun kring te houden. Mensen zouden, als zij de illustraties hoorden, geneigd zijn ’zich in hun ware gedaante te laten zien’. Toen Jezus zei: „Wie zich met mijn vlees voedt en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven”, „keerden velen van zijn discipelen zich tot de dingen die zij hadden achtergelaten en wandelden voortaan niet meer met hem”. Zijn ware discipelen bleven daarentegen bij hem en leerden de levengevende betekenis van die woorden begrijpen. — Joh. 6:54, 60-66.

Jezus’ illustraties of gelijkenissen zijn een onschatbare hulp voor christenen in deze tijd, want, behalve dat ze leidinggevende beginselen uiteenzetten, zijn ze ook profetisch en vele ervan hebben zelfs een vervulling in het groot in onze tijd. Ze helpen ons te beseffen dat het koninkrijk der hemelen weldra de gehele aarde zal gaan besturen. Ze helpen ons in deze kritieke tijd de juiste handelwijze te volgen, zodat wij ons, met het oog op eeuwig leven, aan de juiste zijde opstellen.

Bovendien stellen Jezus’ illustraties ons in staat om vriendelijk om te gaan met anderen, in het bijzonder met onze christelijke broeders. Precies zoals Jezus zijn discipelen het slechte van sommige van hun daden en houdingen toonde, zonder hen als „slechte” mensen te bestempelen, kunnen wij onze broeders helpen door op de dwaasheid, de slechtheid of het verkeerde van hun daden te wijzen, zonder hen te oordelen of hen te veroordelen als „hooghartige”, „trotse” of „slechte” personen. Wij zijn tegen het kwaad, maar niet tegen onze christelijke broeders die soms door een fout overvallen worden en verkeerde dingen doen. — Jud. 22, 23; Gal. 6:1.

De reden waarom Jezus’ illustraties zo nuttig zijn, is dat ze wijsheid vertegenwoordigen van de Schepper, die precies weet welk maaksel wij zijn (Joh. 5:19). Ze zijn niet vergezocht of onpraktisch. Ze onderwijzen werkelijk. Te allen tijde en onder alle omstandigheden stroken ze met de menselijke aard en de menselijke behoeften. Wie Jezus’ illustraties bestudeert, kan voor zichzelf een goed fundament voor het onderwijzen van anderen leggen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen