Hoe dienen mannen vrouwen te behandelen?
WAT is voor mannen de beste manier om met vrouwen om te gaan? Hoe, in het bijzonder, dient een man zijn vrouw te behandelen zodat beiden er het meeste voordeel van trekken?
Het antwoord op dergelijke vragen kan slechts van iemand komen die op het terrein van menselijke verhoudingen de grootste bevoegdheid heeft. Wie is dat? Het moet Degene zijn die de geest en het lichaam van zowel de man als de vrouw ontworpen heeft. De Schepper, Jehovah God, weet beslist hoe zijn eigen schepping dient te handelen om de beste resultaten te verkrijgen.
Houd in gedachten dat het huwelijk geen toevalligheid is, een instelling die zich eenvoudig in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld. Het eerste huwelijk werd door God ingesteld. Eerst schiep God de man en daarna de vrouw, en hij bracht hen samen als echtpaar. Beiden, man en vrouw, hadden enigszins verschillende eigenschappen en verschillende verantwoordelijkheden ontvangen. Genesis 2:18 zegt hierover: „Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal een hulp voor hem maken, als zijn tegenhanger.”
Een tegenhanger is een persoon of zaak die op een andere gelijkt, en bij de andere hoort. Een tegenhanger voorziet in wat ontbreekt of nodig is. In het geval van de man en de vrouw, werd elk geschapen met behoeften waarin door de ander werd voorzien. Hun eigenschappen vulden elkaar zo goed aan, of wogen zo goed tegen elkaar op, dat de getrouwde man en vrouw als „één vlees” werden beschouwd (Gen. 2:24). Dat op deze wijze de belangen van beiden het beste gediend waren, blijkt uit wat het bijbelse verslag nog meer zegt: „Daarna zag God alles wat hij gemaakt had en zie! het was zeer goed.” — Gen. 1:31.
Merk ook op dat toen de vrouw werd geschapen, er niet werd gezegd dat haar enige functie het baren en verzorgen van kinderen was. De verhouding van de vrouw tot haar man als een aanvulling, of partner, wordt speciaal apart gesteld en genoemd. Het is duidelijk dat zij een aanvulling voor hem is wat het baren van kinderen betreft, omdat geen van beiden dit alleen tot stand kan brengen. Maar zij vult hem op nog veel meer manieren aan.
Gods kijk op vrouwen
Ook was de verhouding van de vrouw tot haar Schepper, Jehovah God, belangrijker dan de verhouding tot haar man of tot de kinderen die zij zou krijgen. Tot deze gevolgtrekking kan men op verschillende manieren komen. Om te beginnen kunnen wij opmerken dat de vrouw evenals de man, die weliswaar een zwaardere verantwoordelijkheid kreeg te dragen, eigenschappen ontving die Gods persoonlijkheid weerspiegelden.
De vrouw is bijvoorbeeld wat de eigenschap liefde betreft, beslist in geen enkel opzicht inferieur aan de man, en liefde is de overheersende eigenschap in Gods persoonlijkheid. Gods Woord zegt: „Wie niet liefheeft, heeft God niet leren kennen, want God is liefde. . . . God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in eendracht met God en God blijft in eendracht met hem” (1 Joh. 4:8, 16). Deze uitspraak geldt evenzeer voor vrouwen als voor mannen.
Ook de apostel Paulus had niet alleen mannelijke gelovigen, maar ook vrouwelijke discipelen in gedachten toen hij schreef: „Wij allen worden, terwijl wij met ongesluierde aangezichten de heerlijkheid van Jehovah gelijk spiegels weerkaatsen, van heerlijkheid tot heerlijkheid in hetzelfde beeld veranderd, precies zoals het door Jehovah, de Geest, wordt gedaan” (2 Kor. 3:18). In feite is het meest doorslaggevende bewijs van de hoge achting die Jehovah God voor de vrouw heeft, dat hij vrouwen het voorrecht geeft tot degenen te behoren die de hemelse regering van zijn Zoon zullen vormen. Daarom zegt de bijbel ten aanzien van dit voorrecht: „Er is noch man noch vrouw, want gij zijt allen één persoon in eendracht met Christus Jezus” (Gal. 3:28). God koestert dus een grote en liefdevolle achting voor vrouwen, hij behandelt hen als personen, en hun verhouding tot hem vindt hij even belangrijk als de verhouding van de man tot God.
Wie was meer te laken?
Met het verstrijken van de tijd begonnen echter zowel de eerste man als de eerste vrouw iets te verlangen dat hun nooit kon toekomen. Zij wilden gelijk God zijn en als zodanig het recht en het vermogen bezitten voor zichzelf te bepalen wat goed en verkeerd was, in plaats van zich door Gods wetten te laten leiden. Eerst kwam de vrouw in opstand, daarna de man. — Gen. 3:1-6.
Dit heeft sommigen ertoe gebracht de conclusie te trekken dat ’als de vrouwen het niet verbruid hadden, wij nog in de hof van Eden zouden zijn’. Maar deze opmerking is niet juist. De man werd het eerst geschapen en tot gezinshoofd gemaakt, waardoor hij de grootste verantwoordelijkheid kreeg. Als de „kapitein” van zijn schip had hij zelfs in woelige zee een rechte koers moeten varen. Maar die eerste man, Adam, faalde als gezinshoofd. Daar hij de grootste verantwoordelijkheid droeg, had hij de grootste schuld. Daarom staat er in Romeinen 5:12: „Door bemiddeling van één mens [is] de zonde de wereld . . . binnengekomen en door middel van de zonde de dood.”
Als gevolg van het feit dat de menselijke familie zich aan Gods leiding onttrok, begon ze haar eigen gedragsregels te ontwerpen. Hierbij is in veel gevallen de vrouw als verliezer uit de strijd gekomen, doordat de grotere fysieke kracht en agressiviteit van de man hem in staat stelde de vrouw te overheersen en, wat vaak gebeurde, te misbruiken; dit was in strijd met Gods bedoeling.
Gods superieure handelwijze ontvouwd
God bepaalde echter een tijdslimiet voor het toelaten van menselijke dwaasheid. Met het verstrijken van de eeuwen openbaarde hij geleidelijk aan wat hij zou gaan doen om de slechte situatie waarin de menselijke familie terecht was gekomen, te verbeteren.
Ongeveer vijftien eeuwen voor de geboorte van Jezus Christus openbaarde God door de wijze waarop hij met de natie Israël uit de oudheid handelde meer over zijn voornemens. Door bemiddeling van Mozes gaf hij Israël een wet. Deze wet bevatte ook voorzieningen ten gunste van de vrouw. Ze plaatsten de Israëlitische vrouw in een positie die verre superieur was aan de positie van de vrouw in de omliggende heidense natiën.
Eeuwen later voerde Jezus het christendom in, waardoor Gods voornemens vollediger werden ontvouwd. Onder de christelijke regeling kwam de vrouw in een positie die zelfs superieur was aan haar positie in het Israël uit de oudheid. Het ware christendom vormde een levenswijze die verre superieur was aan welke door de mens ontworpen levenswijze maar ook, en als het christendom werd beoefend op de wijze zoals God bedoeld had, zouden vrouwen er de voordelen van ondervinden.
Onder het christendom werd de rol van de man als „kapitein” van het gezin gehandhaafd. Dit was, gezien de wijze waarop God man en vrouw gemaakt heeft, de beste regeling. Daarom staat er in Efeziërs 5:23: „De man is het hoofd van zijn vrouw, evenals ook de Christus het hoofd van de gemeente is.” Wat zou er gebeuren als er geen hoofd in het gezin zou zijn? Er zou voortdurend gekibbel en onenigheid bestaan over de beslissingen die genomen moesten worden, terwijl men niet tot een eindresultaat zou komen. Het is noodzakelijk voor het welzijn van het gezin dat er iemand is aangesteld om de uiteindelijke beslissingen te nemen, en God heeft deze rol aan de man toegewezen.
Als bijvoorbeeld een man in een auto rijdt en hij ziet een moeilijke verkeerssituatie aankomen waardoor hij onmiddellijk van richting en snelheid moet veranderen, zou het de zaak alleen maar erger maken als zijn vrouw erop zou aandringen dat zij hierin gekend wil worden en dat hij moet doen wat zij zegt. Iemand moet de uiteindelijke beslissingen nemen, en wanneer de echtgenoot dit op een liefdevolle wijze en met consideratie doet, zal dit voor het gezin werkelijk het beste blijken te zijn.
Wat voor soort van hoofd?
Wat betekent het echter dat de man het hoofd is? Zoals reeds is opgemerkt, betekent het dat hij het recht heeft om, vooral in ernstige zaken, de uiteindelijke beslissing te nemen. Hoe dient hij zijn functie als hoofd echter uit te oefenen? Geeft zijn positie hem het recht als een baas of dictator op te treden?
Neen, dat is het laatste wat God in gedachten zou hebben, want Efeziërs 5:28, 29 verklaart: „Aldus behoren mannen hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat.” De man heeft de plicht even zorgzaam voor zijn vrouw te zijn als voor zichzelf, daar zij „één vlees” zijn.
Er is echter nog veel meer bij betrokken. God gebiedt mannen ook het volgende: „Gij mannen, blijft insgelijks bij [uw vrouw] wonen overeenkomstig kennis, haar eer toekennend als aan een zwakker vat, het vrouwelijke.” — 1 Petr. 3:7.
Hoe eert u iemand anders? Nu, dat is niet zo moeilijk: u behandelt die persoon met respect. U houdt rekening met zijn gevoelens en de dingen waar hij wel en niet van houdt. En wanneer er geen principiële kwestie bij betrokken is, geeft u aan de mening van die persoon de voorkeur. U doet wat in Kolossenzen 3:12, 13 staat: „Bekleedt u dan, als Gods uitverkorenen, heilig en bemind, met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid van geest, zachtaardigheid en lankmoedigheid. Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven.”
Deze eigenschappen maken het voor een vrouw makkelijk haar man lief te hebben en te respecteren. Eén gelukkig getrouwde vrouw antwoordde zelfs toen haar werd gevraagd wat zij het meest in haar man waardeerde: ’Zijn tederheid en attente zorg voor mij.’ En dat is precies hetgeen God mannen gebiedt hun vrouw te betonen.
Het is bovendien zo, dat terwijl de rol van de moeder in het begin van het leven van een kind van uitermate groot belang is, met het verstrijken van de tijd de rol van de vader steeds belangrijker wordt. Daarom zegt Gods wet tegen vaders dat zij de leiding dienen te nemen bij het opleiden van hun opgroeiende kinderen in de belangrijke zaken van het leven, als moraliteit, religie en gehoorzaamheid. Hoewel de moeder bij dit alles ook een belangrijke rol speelt, is het de vader die de leiding moet nemen. — Ef. 6:4.
Bij het geven van leiding hoort ook het stellen van een goed voorbeeld — uw „daden” moeten in overeenstemming zijn met uw „woorden”. En een van de voortreffelijkste dingen die een vader voor zijn kinderen kan doen is, van hun moeder te houden. Dit is een uitstekend voorbeeld voor de toekomstige vaders en moeders!
De positie van hoofd houdt nog meer in. Efeziërs 5:25 zegt: „Mannen, blijft uw vrouw liefhebben, evenals ook de Christus de gemeente heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd.” Ja, de man dient zo attent en zorgzaam voor zijn vrouw te zijn dat hij zijn leven voor haar zou willen geven! Dat deed Jezus voor degenen die hij liefhad.
Welke zinnige vrouw zou bevrijding wensen van een man die haar een dergelijke eer, achting, zorg, tederheid en loyaliteit betoont? Natuurlijk moet ook de vrouw haar rol vervullen, en de bijbel geeft ook haar veel goede raad hierover. Hier bespreken wij echter in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de man.
De behandeling van andere vrouwen
Hoe dienen mannen om te gaan met andere vrouwen dan hun huwelijkspartner? De jongeman Timótheüs kreeg de volgende, door God geïnspireerde raad: „Kritiseer een oudere man niet streng. Integendeel, spreek hem met aandrang toe als een vader, jongere mannen als broeders, oudere vrouwen als moeders, jongere vrouwen als zusters met alle eerbaarheid.” — 1 Tim. 5:1, 2.
Een man dient voor een oudere vrouw hetzelfde respect te hebben als voor zijn moeder. En hij dient tegenover een jongere vrouw een moreel juiste houding aan de dag te leggen, alsof zij zijn zuster is, haar niet beschouwend als een „seksueel object” maar als een persoon.
De juiste kijk op de rol van de vrouw
Jezus had een grote achting voor vrouwen. Hij bezag hen niet als „inferieur”, als „seksuele objecten” of als louter kindervoortbrengsters. Bij één gelegenheid bezocht hij twee zusters, Maria en Martha. Martha hield zich druk bezig met het bereiden van allerlei spijzen, maar Maria ’ging aan de voeten van de Heer zitten en bleef naar zijn woord luisteren’. Toen Martha zich erover beklaagde dat Maria haar niet hielp, prees Jezus in plaats daarvan Maria door te zeggen dat zij ’het goede deel had gekozen, dat haar niet zou worden ontnomen’ (Luk. 10:38-42). Jezus bagatelliseerde de huishoudelijke taken niet, maar hij liet zien dat er voor vrouwen belangrijker dingen zijn.
Bij een andere gelegenheid zei een vrouw tot Jezus: „Gelukkig is de schoot die u heeft gedragen en de borsten die u hebben gezoogd!” Jezus zei haar echter: „Neen, gelukkig zijn veeleer zij die het woord Gods horen en het bewaren!” (Luk. 11:27, 28) Hij toonde hiermee aan dat de verhouding van een vrouw tot Jehovah belangrijker is dan haar rol als moeder. Per slot is een vrouw slechts een klein gedeelte van haar leven rechtstreeks betrokken bij het baren en grootbrengen van kinderen. En indien een man, misschien zelfs de echtgenoot, van een vrouw vraagt Gods wetten te overtreden, wat dan? Het bijbelse beginsel in verband hiermee luidt: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen.” — Hand. 5:29.
Wanneer u dus werkelijk bestudeert wat de bijbel heeft te zeggen over de wijze waarop mannen vrouwen dienen te behandelen, kunt u zien dat God de vrouw beslist in een positie van waardigheid en gunst heeft geplaatst. Weliswaar houden de meeste mannen in deze wereld zich niet aan de hoge maatstaven van God, maar dat maakt die maatstaven nog niet verkeerd. Er wordt daarentegen door aangetoond dat deze mannen een verkeerde houding bezitten. En vroeg of laat zullen zij zich daarvoor tegenover God moeten verantwoorden.
Mannen die ware christenen zijn, zullen Gods maatstaven accepteren. Als u onder Jehovah’s getuigen een onderzoek instelt, zult u tot de conclusie komen dat de mannen onder hen dit respect inderdaad bezitten. Zij blijven voortdurend leren hoe zij in hun leven naar deze maatstaven kunnen handelen, tot groter voordeel voor zichzelf en voor de vrouwen met wie zij omgaan. En wanneer hun respectieve vrouwen, moeders en zusters dezelfde hoge achting bezitten voor Gods superieure maatstaven en op de juiste wijze hun rol vervullen, ervaren zij geluk en een grote harmonie. Niemand van hen tracht zich hiervan te bevrijden, niet omdat zij gedwongen worden zich aan deze regeling te onderwerpen, maar omdat zij het zelf willen en ervan overtuigd zijn dat ze wat het brengen van geluk betreft verre superieur is aan elke andere regeling.
Toch hebben zelfs mannen en vrouwen die goed met elkaar samenwerken, bevrijding nodig. Bevrijding waarvan? Van een wereld die gevuld is met haat, misdaad, oorlog, armoede, ziekte en dood. Zal zulk een bevrijding ooit verwezenlijkt worden?
[Illustratie op blz. 15]
Toen een vrouw tot Jezus zei: „Gelukkig is de schoot die u heeft gedragen”, antwoordde hij: „Neen, gelukkig zijn veeleer zij die het woord Gods horen en het bewaren!”