-
Een onderwezen tong — „om de vermoeiden aan te moedigen”De Wachttoren 1982 | 1 september
-
-
Hulp bij het herstellen van het evenwicht
„Ik voelde me alsof ik mij iedere minuut van elke dag met alle macht aan het leven moest vastklampen”, beschreef een veertigjarige christelijke moeder de periode waarin zij aan een ernstige depressie leed. Na haar herstel analyseerde zij een van de oorzaken: „Doordat ik het mij ten doel stelde niemand teleur te stellen en het op geen enkel terrein van mijn gezinsleven of dienst ook maar iets rustiger aan wilde doen, hield ik mij aan een schema waardoor ik uitgeput raakte. Ik hield dit acht jaar vol; en ten slotte zei de dokter dat ik was ’opgebrand’. Wanneer ik terugkijk, ben ik van mening dat ook al had ik er goede redenen voor om mij aan zo’n schema te houden, ik redelijker had moeten zijn.”
Omdat het gevaar bestaat dat iemand onredelijk wordt, moeten ouderlingen een depressief persoon er af en toe bij helpen zijn activiteiten weer met elkaar in evenwicht te brengen. Zij zullen beslist aanmoedigen tot van ganser harte verrichte dienst voor God. Wanneer iemand die aan een ernstige depressie leed, niet in staat was aan de van-huis-tot-huisprediking deel te nemen, zijn er af en toe zelfs regelingen voor getroffen dat hij, wanneer zijn toestand dit toeliet, aanwezig was op een bijbelbespreking die door een andere Getuige werd geleid. De depressieve persoon gaf commentaar wanneer hij zich hiertoe in staat voelde.
Houd in gedachte dat de apostel Paulus christenen opdroeg hun „lichaam aan te bieden als een slachtoffer dat levend, heilig en aan God welgevallig is, een heilige dienst met uw denkvermogen” (Rom. 12:1). Ja, iemands verstandelijke vermogens moeten erbij betrokken zijn. Het Griekse woord dat met „denkvermogen” is vertaald (logikos) betekent letterlijk „logisch” zijn. God verwacht dus van ons dat wij doen wat redelijk, logisch, is. De vermogens, het fysieke uithoudingsvermogen en de omstandigheden verschillen van persoon tot persoon. Van ganser harte verrichte dienst betekent dat u alles doet waartoe uw ziel en kracht in staat zijn, niet die van iemand anders. — Mark. 12:30; Kol. 3:23.
Wanneer iemand ziek is, heeft hij minder kracht, ook al verlangen zijn hart en geest er misschien naar om evenveel in Gods dienst te doen als voorheen. Het is waar dat allen die eeuwig leven zullen verwerven, ’zich krachtig moeten inspannen’, maar zo’n inspanning wordt niet altijd afgemeten naar de hoeveelheid werk die iemand verricht. De hoeveelheid krachtige activiteit die Epafrodítus in „het werk des Heren” aan de dag kon leggen toen hij ziek was, zou niet in verhouding staan tot datgene wat hij had gedaan toen hij gezond was. Toch werd hij, alles in aanmerking genomen, door Paulus geprezen voor zijn inspanning. — Luk. 13:24; Fil. 2:25-30.
Veranderde omstandigheden, zoals ziekte, kunnen ons beletten volledig te doen wat ons hart ons ingeeft. De vrouw van een reizende opziener geraakte bijvoorbeeld in een ernstige depressie. Zij berichtte: „Mijn leven lang ben ik heel erg actief geweest en heb ik intens genoten van mijn dienst voor God. Maar toen heb ik ongeveer negen maanden lang, zonder ophouden, het afschuwelijke gevoel gehad dat ik door een heel diep dal ging.” Zij en haar man moesten verlof nemen van hun dienst waarin zij gemeenten bezochten en zij werd voor haar kwaal door een dokter behandeld. Na ruim een jaar was haar gezondheid dermate hersteld dat haar man en zij deze veel energie eisende diensttoewijzing weer konden vervullen. Zij verricht haar dienst op het ogenblik net zo van ganser harte als vroeger en schrijft: „Ik ben weer gelukkig in mijn dienst. Maar als ik mij nu oververmoeid en uitgeput voel, blijf ik thuis en rust ik en probeer ik op de signalen van mijn lichaam te letten. Nu herken ik de symptomen en ik ben Jehovah zo dankbaar dat ik herstellende ben.”
Ja, wat kunnen wij allemaal dankbaar zijn dat onze God iemand is die blij is met onze gaven en offers ’naar hetgeen wij hebben, niet naar hetgeen wij niet hebben’. Dit is waar of wij nu geestelijke of stoffelijke offers brengen of offers op het gebied van onze fysieke kracht. — 2 Kor. 8:12.
Toch moet een depressief persoon er soms misschien bij worden geholpen verstandiger te zijn in de wijze waarop hij zijn kracht gebruikt. Een zuster die aan een ernstige depressie leed, merkte op: „Ik was onevenwichtig. Ik kon geen ’nee’ zeggen. Iedere keer wanneer iemand mij vroeg iets te doen, zei ik altijd: ’Ja hoor.’ Ik moest leren zeggen: ’Nee, het spijt me. Ik kan het echt niet. Misschien kan ik je een andere keer helpen.’ Ik moest dit leren omdat ik anders helemaal doordraaide.” Iemand die voortdurend probeert boven zijn kracht te werken, zou in een ernstige depressie kunnen geraken. De wijze man adviseerde: „Word niet al te rechtvaardig, en betoon u niet bovenmate wijs. Waarom zoudt gij verwoesting over uzelf brengen? Wees niet al te goddeloos, en word niet dwaas. Waarom zoudt gij sterven als het uw tijd niet is?” — Pred. 7:16, 17.
Het kost werkelijk moeite om vertroostend tot terneergeslagen zielen te spreken. Men moet dit leren door acht te slaan op de raad van Gods Woord. Ook moet men leren met inzicht te handelen. Maar de resultaten zijn het alleszins waard.
Stelt u zich de vreugde eens voor te zien dat iemand die gebroken is door smart — en die onder tranen zijn of haar gevoelens uit — begint te veranderen; geleidelijk aan begint een sprankje vreugde de tranen te vervangen. Een glimlach verwarmt nu het gezicht. Hoe dankbaar is zo’n persoon voor de hulp van een liefdevolle, begrijpende herder! En hoe behaagt dit bovenal onze meedogende hemelse Vader, die „de terneergeslagenen troost”. — 2 Kor. 7:6.
-
-
Waarschuwing tegen afspraakjesDe Wachttoren 1982 | 1 september
-
-
Waarschuwing tegen afspraakjes
„Verkering is al zo oud als de wereld, maar het maken van afspraakjes als maatschappelijk gebruik is een puur twintigste-eeuws verschijnsel”, zegt een artikel in de London Sunday Telegraph met de titel: „Afspraakjes maken is schadelijk.” Nog wat nauwkeuriger wijst het tijdschrift erop dat deze gewoonte „tijdens en na de Eerste Wereldoorlog in zwang raakte onder de studenten van de Ivy League universiteiten in Amerika. . . . Populair gemaakt door de film, verbreidde ze zich razendsnel”. Doordat „het essentiële motief om te trouwen dikwijls volstrekt ontbreekt”, is de moderne manier van afspraakjes maken „een vorm van misplaatste vrijetijdsbesteding” geworden, zegt het artikel. Wat zijn de ’schadelijke’ gevolgen? „Dat kunnen spanning, depressie, ziekte, geestesstoornissen, kwalen, onwettige geboorten, abortus en zelfs zelfmoordpogingen zijn. En niet te vergeten die jaarlijkse overvloedige oogst aan voortijdige huwelijken, die bij voorbaat zijn gedoemd te eindigen in de bitterheid van een echtscheiding.” Volgens het artikel draagt het te vroeg maken van afspraakjes ertoe bij iemands interessensfeer te verarmen en zijn persoonlijke ontwikkeling te vertragen.
In plaats van verstrikt te raken in dit „maatschappelijk gebruik” en deze „misplaatste vrijetijdsbesteding”, zullen christelijke jongeren er daarom goed aan doen voordeel te trekken van de vrijheid en energie die zij hebben, ten einde hun belangstelling, bekwaamheden, kennis en christelijke omgang te ontwikkelen en te verruimen. Dan leggen zij „voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat weg . . ., opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen”. — 1 Tim. 6:19.
-