en ook niet meer zal voorkomen.” — Matth. 24:21.

Die „grote verdrukking” zal een eind maken aan dit samenstel van dingen doordat het door God wordt afgesneden. Degenen die hun vertrouwen hebben gesteld in menselijke plannen en in de macht van het geld, zullen zonder mankeren teleurgesteld worden, en wel volgens het beginsel in Spreuken 11:4: „Waardevolle dingen zullen niet baten op de dag der verbolgenheid, maar rechtváárdigheid zal van de dood bevrijden.”

Na deze komende tijd van benauwdheid zal Gods nieuwe ordening het meest vreedzame en vruchtbare tijdperk inluiden dat mensen ooit hebben meegemaakt. Onder het bestuur van één regering door God, zijn hemelse koninkrijk, zullen mensen op aarde zich nooit meer zorgen hoeven te maken over hoge prijzen of tekorten. „Een feestmaal . . . van schotels rijk aan olie” zal de toekomst brengen, en niet slechts voor degenen die veel geld hebben, maar voor de gehele dan levende mensheid. — Jes. 25:6; Ps. 72:16; Matth. 6:9,10.

De ware aanbidding maakt krachtige beslissingen nodig

TOEN Jezus Christus hier op aarde was, maakte hij duidelijk dat iemand pas een van zijn discipelen kon worden wanneer hij krachtige beslissingen nam waarbij werkelijke veranderingen in zijn leven waren betrokken. Hij zei: „Gij kunt er zeker van zijn dat niemand van u mijn discipel kan zijn, als hij niet al zijn bezittingen vaarwelzegt” (Luk. 14:33). Dit wil niet zeggen dat iedereen die Jezus’ discipel tracht te worden, zijn bezittingen moet zien kwijt te raken, maar dat iedereen zijn materiële bezittingen als van ondergeschikt belang moet bezien en niet moet toelaten dat ook maar iets zijn dienst voor God als een getrouwe discipel van zijn Zoon in de weg staat. — Vergelijk 1 Timótheüs 6:17-19; Hebreeën 13:5.

Elk jaar geven vele duizenden mensen er blijk van dat dit in hun geval waar is. Zij zijn bereid enorme veranderingen in hun levenswijze aan te brengen, veranderingen die door anderen als nadelig en dwaas worden beschouwd.

Een jonge vrouw uit Brazilië vertelt over de veranderingen die zij heeft willen aanbrengen ten einde overeenkomstig de in de bijbel opgetekende richtlijnen te leven. Over haar bereidheid om de bijbel met Jehovah’s getuigen te willen bestuderen, merkt zij op:

„Ik had de bijbel altijd als een vraagteken beschouwd — een mysterie. In die tijd had ik het echter erg druk omdat ik een toneelcarrière trachtte op te bouwen. Terwijl ik vorderingen maakte met mijn bijbelstudie, gingen ook de theaterdeuren steeds verder open. Op het Zevende Nationale Amateur Theater Festival ontving ik de prijs voor de op een na beste actrice.

Wegens mijn drukke werkzaamheden hield ik er een tijdlang mee op de bijbel te bestuderen. De Getuige die met mij had gestudeerd, bleef mij echter opzoeken. Zij moedigde mij aan de bijbelstudie voort te zetten, de vergaderingen te bezoeken en de bijbel en bijbelstudiehulpmiddelen te lezen.

Geleidelijk aan begon mijn geweten te knagen. Ik begon mijzelf af te vragen: ’Zou ik om Gods zegen kunnen vragen als ik het podium opga om een rol te vervullen die in strijd is met bijbelse beginselen? Wordt onrein gedrag niet door God veroordeeld?’

Ik voerde een werkelijke geestelijke strijd, want ik had het theater erg lief. Ook kreeg ik veel aanbiedingen. Hoewel het geen gemakkelijke beslissing was, besloot ik ten slotte het theater te verlaten ten einde Jehovah’s dienst op mij te nemen.

Nu ben ik erg gelukkig; mijn geweten is rustig. Ik voel mij veilig onder mijn geestelijke broeders en zusters, die allen hun talenten gebruiken om de belangen van Gods koninkrijk te bevorderen.”

In het geval van deze jonge vrouw hield de ware aanbidding in dat zij een theatercarrière vaarwel moest zeggen, maar zij is veel gelukkiger nu zij haar doel nastreeft om een loyale discipel van Jezus Christus te zijn.

Een andere jonge vrouw in Brazilië bemerkte dat zij, om een discipel van Gods Zoon te kunnen worden, veranderingen moest aanbrengen in haar gedrag en moest kiezen tussen financiële voordelen en gehoorzaamheid aan God.

In de loop van haar bijbelstudie met een van Jehovah’s getuigen kwam de onjuistheid van geslachtsgemeenschap tussen ongehuwde personen ter sprake. Zij zei dat zij er eenvoudig geen kwaad in zag. Zelfs toen haar door middel van extra schriftplaatsen werd getoond hoe God over de moraal denkt, weigerde zij de bijbelse leer te aanvaarden.

De Getuige die met haar studeerde, besefte dat het geen zin had de kwestie op de spits te drijven.