Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • De openbaring van Jezus Christus
    De Wachttoren 1954 | 1 september
    • zullen zeer gaarne alle andere belangen ter zijde leggen als zijnde ondergeschikt, en terwijl zij hun geest hebben versterkt met nauwkeurige kennis, zullen zij zich met hun gehele hart geven aan de enige activiteit die bevrijding kan brengen.

  • Op de weg van gunst blijven
    De Wachttoren 1954 | 1 september
    • Op de weg van gunst blijven

      1. (a) Wat is het doel van Christus’ wederkomst in tegenstelling met dat van zijn eerste tegenwoordigheid? (b) Hoe zal hij zijn tegenwoordigheid kenbaar maken?

      GEEN mens kan God zien en leven. Dit is zo omdat God geest is en ver boven het natuurlijke gezichtsvermogen van de mens uitgaat. Na Jezus’ dood als een menselijk schepsel werd hij tot onsterfelijkheid opgewekt als een geest in het uitgedrukte beeld van God, zodat het nu eveneens onmogelijk is dat de mens de verheerlijkte Christus Jezus ziet. Toch beloofde hij dat hij zou wederkeren en zich aan de wereld der mensheid zou openbaren. Dit zal hij niet doen door in het vlees te verschijnen, aangezien hij daardoor het doel van zijn bezoek niet zou kunnen verwezenlijken, maar hij zal eerst zijn tegenwoordigheid aan de mensheid bekendmaken door de vele bewijzen die volgens de voorzegging zijn wederkomst zouden kenmerken. Niet alle personen zullen echter deze bewijzen aanvaarden als een teken dat Christus zijn onzichtbare positie met betrekking tot de aarde heeft aanvaard of dat hij werkelijk in Koninkrijksmacht is uitgezonden om zijn regering te beginnen. Maar daar het doel van zijn eerste tegenwoordigheid was, zijn recht op het Koninkrijk te bewijzen, is het doel van zijn wederkomst, dat koninkrijk in volle macht en heerlijkheid op te richten en alle personen, natiën en zelfs Satan zelf, aan die rechtvaardige regering onderdanig te maken. Daarom moeten zij die weigeren deze koninklijke vertegenwoordiger van Jehovah’s souvereiniteit te aanvaarden door zijn heerschappij te erkennen door middel van het teken dat door God is voorzegd en gemanifesteerd, worden gedwongen zijn tegenwoordigheid te erkennen door middel van de openbaring van de vurige oordeelsvoltrekking tegen hen.

      2. Waarom werd het begin van Jezus’ tegenwoordigheid in 1914 niet door een „openbaring” gekenmerkt?

      2 Jehovah schept geen behagen in de terechtstelling van de goddelozen (Ezech. 18:23). Daarom openbaarde Christus, toen hij in 1914 wederkwam, zich niet „in een vlammend vuur” om verdiende bestraffing te brengen over hen die God niet kennen. Nadat de oorlog in de hemel een succesvol voornemen ten uitvoer had gebracht en Satan met al zijn demonen uit de hemel was verdreven en naar beneden naar de aarde was geworpen, deed Christus Jezus deze eerste uitoefening van Koninkrijksmacht ophouden (Openb. 12:7-9). Toen Jezus het teken van zijn wederkomst en van het einde van Satans samenstel van dingen gaf, zeide hij: „Indien die dagen niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar wegens de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort” (Matth. 24:22, NW). Hij maakte dus tijdelijk een einde aan de hete oorlog tegen Satan opdat hij nog een voornemen van God zou kunnen volbrengen (Openb. 7:1-3). Het is een tijd van oordeel, een tijd waarin gunst wordt betoond aan hen die door God worden goedgekeurd.

      DE TIJD DER BESLISSING

      3. (a) Welke illustratie gaf Jezus om aan te tonen dat zijn manifestatie aan zijn openbaring moet voorafgaan? (b) Wat wordt er door te kennen gegeven dat sommigen worden „meegenomen”?

      3 Nadat Jezus de voorbeelden van Noach en Lot had aangehaald om de aard van zijn tegenwoordigheid en openbaring aan te tonen, gaf hij vervolgens het bewijs waardoor wordt aangetoond dat zijn manifestatie aan de voltrekking van het ongunstige oordeel moet voorafgaan. Hij zeide: „Dan zullen er twee mensen op het veld zijn; de een zal worden meegenomen en de ander zal worden verlaten; twee vrouwen zullen aan de handmolen malen; de een zal worden meegenomen en de ander zal worden verlaten. Blijft daarom waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Meester komt” (Matth. 24:40-42; Luk. 17:34, 35, NW). Het woord dat hier in het Grieks is gebruikt voor de uitdrukking „meegenomen,” wordt eveneens gebruikt wanneer er van Jozef wordt gezegd dat hij zijn vrouw naar huis heeft genomen. Het wordt ook gebruikt wanneer er wordt gezegd dat Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich heeft genomen op de berg waarop de transfiguratie is geschied. Jezus gebruikte het woord toen hij zeide: „Ik zal wederkomen en zal u thuis bij mij ontvangen, opdat gij ook moogt zijn waar ik ben” (Joh. 14:3; Matth. 1:20, 24; 17:1, NW). Aldus ontvangen zij die worden „meegenomen,” een gunstige positie voor het aangezicht van de Heer en worden op een weg van redding gebracht. Dit komt overeen met de gebeurtenis dat Noach op de dag van de vloed in de ark werd opgenomen, en met het feit dat Lot bij de hand werd genomen en uit de stad werd geleid, en het gaat daarom vooraf aan

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen