Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Een ’walgelijk ding’ blijft in gebreke vrede te brengen
    De Wachttoren 1985 | 1 oktober
    • mensheid . . . anders zijn dan het Koninkrijk Gods?” „De Volkenbond is in het Evangelie geworteld” (Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika). „Van elke doelstelling en elke activiteit [van de Volkenbond] kan gezegd worden dat ze de wil van God vervult zoals die in de leer van Jezus Christus kenbaar is gemaakt” (bisschoppen van de Anglicaanse Kerk). „De vergadering vertrouwt daarom de Volkenbond toe aan de steun en gebeden van alle christenen, als het enige beschikbare instrument dat [vrede op aarde] tot stand kan brengen” (uitspraak van een groep baptisten, congregationalisten en presbyterianen in Groot-Brittannië). „[De Volkenbond] is de enige georganiseerde krachtsinspanning die gedaan is om aan de herhaaldelijk geuite wensen van de Heilige Stoel tegemoet te komen.” — Kardinaal Bourne, aartsbisschop van Westminster.

      14 Toen de natiën niet alleen Gods koninkrijk verwierpen maar ook hun eigen organisatie voor het tot stand brengen van vrede oprichtten, was dat opstand. Toen de religieuze leiders van de christenheid die organisatie vereenzelvigden met Gods koninkrijk en het Evangelie en beweerden dat ze „het enige beschikbare instrument” voor het tot stand brengen van vrede was, was dat afgoderij. Zij kenden die organisatie de positie van Gods koninkrijk toe, zetten haar „in een heilige plaats”. Ze kwam beslist te „staan waar het niet behoort” (Matthéüs 24:15; Markus 13:14). En religieuze leiders blijven de opvolger van de Volkenbond, de Verenigde Naties, ondersteunen in plaats van de mensen op Gods opgerichte koninkrijk te wijzen.

      Het gevaar voor de christenheid

      15, 16. Hoe ontwikkelen zich de betrekkingen tussen de christenheid en de natiën die „het walgelijke ding” ondersteunen?

      15 Hoewel de religies van de christenheid de Volkenbond en zijn opvolger boven Gods koninkrijk hebben verkozen, zijn hun betrekkingen met de lid-staten van deze organisaties verslechterd. Dit vertoont overeenkomst met wat er tussen de joden en Rome gebeurde. Sinds 1945 omvat de organisatie der Verenigde Naties steeds meer landen die hetzij onchristelijk of anti-christelijk zijn, en dit voorspelt niet veel goeds voor de christenheid.

      16 Bovendien bestaat er in veel landen wrijving tussen de religies van de christenheid en de staat. In Polen wordt de Katholieke Kerk als een tegenstander van het regime aldaar beschouwd. In Noord-Ierland en Libanon hebben de religies van de christenheid ertoe bijgedragen dat de problemen op het gebied van vrede en veiligheid zich hebben toegespitst. Bovendien hebben de religies van de christenheid personen voortgebracht die, net als de joodse Zeloten, het geweld aanmoedigen. Zo heeft de protestantse Wereldraad van Kerken schenkingen gedaan aan terroristische organisaties, terwijl katholieke priesters in de oerwouden als guerrillastrijders vechten en in revolutionaire regeringen dienen.

      17. (a) Wat is het hedendaagse Jeruzalem? (b) Wat zal er uiteindelijk mee gebeuren?

      17 Alleen de tijd zal leren in welke mate de betrekkingen tussen de religies van de christenheid en de natiën nog zullen verslechteren, maar de gebeurtenissen in de eerste eeuw hebben reeds afgeschaduwd hoe dit alles zal eindigen. Zoals Jezus had voorzien, hebben de legers van Rome in de eerste eeuw Jeruzalem uiteindelijk verwoest, hetgeen met veel verdrukking gepaard ging. In overeenstemming met het profetische patroon zullen de natiën te zamen met de Verenigde Naties, „Jeruzalem”, dat wil zeggen, het religieuze stelsel van de christenheid, aanvallen en vernietigen. — Lukas 21:20, 23.

      Vlucht naar de bergen

      18. Wat dienen zachtaardige mensen te doen wanneer zij zien dat „het walgelijke ding” geplaatst is?

      18 In de eerste eeuw hadden christenen, nadat „het walgelijke ding” was verschenen, de gelegenheid te vluchten. Jezus had hun de raad gegeven dit onmiddellijk te doen, omdat zij niet wisten hoe lang die gelegenheid zou duren (Markus 13:15, 16). Evenzo moeten zachtaardige mensen in deze tijd onmiddellijk uit het religieuze domein van de christenheid vluchten wanneer zij onderscheiden dat „het walgelijke ding” bestaat. Elke seconde dat zij in dat stelsel blijven, verkeert hun geestelijke leven in gevaar, en wie weet hoe lang de gelegenheid om te vluchten nog voor hen zal openstaan?

      19, 20. (a) Wat deden de eerste-eeuwse christenen toen zij zagen dat Jeruzalem door Romeinse legers was omsingeld? (b) Wat wordt thans door „de bergen” afgebeeld, en wat dient zachtaardige mensen ertoe aan te zetten daarheen te vluchten?

      19 In Lukas’ evangelie kregen de christenen van zijn tijd de waarschuwing om te vluchten als zij „Jeruzalem door legerkampen ingesloten” zagen. Zoals reeds is opgemerkt, kwamen die legers in 66 G.T., en de gelegenheid om te vluchten deed zich in datzelfde jaar voor toen Cestius Gallus zijn troepen terugtrok. Nadat de christenen waren gevlucht, werd de oorlog tussen de joden en de Romeinen voortgezet — hoewel niet rondom Jeruzalem. Vespasianus werd door keizer Nero naar Palestina gestuurd, en daar werden in 67 en 68 succesvolle veldtochten ondernomen. Toen stierf Nero en raakte Vespasianus betrokken bij de keizerlijke opvolging. Maar nadat hij in 69 G.T. tot keizer was uitgeroepen, zond hij zijn zoon Titus om de Judese oorlog te voltooien. In 70 G.T. werd Jeruzalem verwoest.

      20 De christenen wachtten echter niet in Jeruzalem om dit alles te zien gebeuren. Zodra zij de legers zagen die het eerste beleg voor Jeruzalem sloegen, wisten zij dat de stad in dodelijk gevaar verkeerde. Zo is ook thans het instrument voor de vernietiging van de christenheid reeds verschenen. Daarom moeten wij zodra wij onderscheiden in welk gevaar de christenheid verkeert, „naar de bergen vluchten”, naar het door Jehovah verschafte toevluchtsoord bij zijn theocratische organisatie. Andere profetieën geven geen basis om te geloven dat er een adempauze zal zijn tussen de eerste aanval op de christenheid en haar uiteindelijke vernietiging. Zo’n pauze in de vijandelijkheden zal trouwens ook niet nodig zijn. Zachtaardige personen doen er verstandig aan nu uit de christenheid te vluchten.

      Jeruzalem en de christenheid

      21. Waarom verscheen „het walgelijke ding” aan het einde van Jeruzalems tijd van het einde, terwijl het in deze eeuw aan het begin van de tijd van het einde van dit samenstel verscheen?

      21 Moet het ons verbazen dat „het walgelijke ding” in de eerste eeuw vlak voor de verwoesting van Jeruzalem verscheen, terwijl het thans helemaal aan het begin van de tijd van het einde van deze wereld is verschenen? Neen. In beide gevallen verscheen „het walgelijke ding” op het moment dat Jehovah wilde dat zijn volk zou vluchten. In de eerste eeuw moesten de christenen nog een tijdlang in Jeruzalem blijven om daar te prediken (Handelingen 1:8). Pas in 66 G.T., toen de verwoesting ophanden was, verscheen er een ’walgelijk ding’, waardoor zij de waarschuwing kregen om te vluchten. Maar zich „in” het hedendaagse Jeruzalem bevinden, betekent dat men deel uitmaakt van het religieuze rijk van de christenheid.a Het is onmogelijk Jehovah in zo’n corrupte en afvallige omgeving op aanvaardbare wijze te dienen. Daarom is „het walgelijke ding” al vroeg in de tijd van het einde van deze wereld verschenen om christenen te waarschuwen te vluchten. De vlucht uit de christenheid duurt nog voort, en ieder ontvangt de waarschuwing te vluchten zodra hij onderscheidt dat „het walgelijke ding” geplaatst is.

      22. Welke vragen moeten nog beantwoord worden?

      22 Wij zouden echter de vraag kunnen stellen: Wat leidt tot deze hoogst onverwachte daad, de vernietiging van de christenheid door gemilitariseerde elementen binnen de Verenigde Naties? Wanneer zal dat gebeuren? En hoe ter wereld kan dit bijdragen tot vrede en zekerheid hier op aarde? Deze vragen zullen wij in het volgende artikel bespreken.

  • Vrede, zekerheid en het ’beeld van het beest’
    De Wachttoren 1985 | 1 oktober
    • Vrede, zekerheid en het ’beeld van het beest’

      „En hij voerde mij in de kracht van de geest weg naar een wildernis. En ik kreeg een vrouw in het oog die op een scharlakengekleurd wild beest zat, dat vol was van lasterlijke namen en dat zeven koppen en tien horens had.” — OPENBARING 17:3.

      1. Waarom is Johannes’ visioen van een zevenkoppig, tienhoornig beest van belang voor ons?

      DE APOSTEL Johannes zag dit angstaanjagende beest in een door God geïnspireerd visioen. Maar Johannes is niet de enige die het gezien heeft. Naar alle waarschijnlijkheid hebt u het ook gezien, of er op zijn minst in de kranten over gelezen. Hebt u het herkend?

      2, 3. Welke beesten zag Johannes achtereenvolgens in zijn visioen?

      2 Wanneer wij dit beest thans zien, heeft het natuurlijk niet het uiterlijk dat door Johannes werd beschreven. Wat Johannes zag, was een symbolische voorstelling van iets wat „in de dag des Heren” op aarde zou bestaan (Openbaring 1:10). Thans zien wij de vervulling ervan. De afstotelijke gedaante van het beest dat door Johannes werd gezien, geeft weer hoe Jehovah datgene beziet wat het afbeeldt — het is weerzinwekkend in zijn ogen! Johannes was

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen