-
Hoe de komende „grote verdrukking” werd afgeschaduwdDe Wachttoren 1970 | 15 juli
-
-
eerste verwoesting en ontvolking van Jeruzalem en Judéa door de Babyloniërs in het jaar 607 v.G.T. werd Jeruzalem dus in een heel letterlijk opzicht nog steeds door de heidenen (niet-joodse natiën) vertreden.d Er zou echter een tijd komen dat die heidense tijden vervuld zouden zijn, namelijk 2520 jaar nadat ze destijds in de herfst van 607 v.G.T. waren begonnen. Dat zou in 1914 G.T. zijn. — Luk. 21:24.
-
-
Vrede met God te midden van de „grote verdrukking”De Wachttoren 1970 | 15 juli
-
-
Vrede met God te midden van de „grote verdrukking”
1. (a) Heeft Jezus’ profetie in Matthéüs 24:4-22 een letterlijke vervulling gehad ten aanzien van het aardse Jeruzalem? (b) Waardoor wordt aangetoond of deze profetie een verdere vervulling zal hebben?
JEZUS’ profetie die in Matthéüs 24:4-22 staat opgetekend, heeft op een opmerkelijke wijze een letterlijke vervulling gehad. Dit gebeurde tussen de tijd dat hij de profetie in 33 G.T. uitsprak en het einde van Jeruzalems „grote verdrukking” in 70 G.T. Zo’n „grote verdrukking” is niet meer voorgekomen of is niet meer ten aanzien van Jeruzalem herhaald, zelfs niet ten aanzien van het herbouwde Jeruzalem in de dagen van de kruistochten die door de rooms-katholieken tegen de mohammedanen in het Midden-Oosten werden ondernomen. Welnu, wil dit zeggen dat dit gedeelte van Jezus’ profetie thans louter dode geschiedenis is, zonder verdere toepassing? Neen! Want zelfs door de wijze waarop Jezus zijn voorzegging van de „grote verdrukking” onder woorden bracht, wordt er op een verdrukking gewezen die veel groter is dan Jeruzalems belegering en verwoesting in het jaar 70 G.T. Ja, inderdaad!
2. (a) Waarom geven bijbelcommentators toe dat zij het moeilijk vinden Jezus’ profetie te begrijpen of toe te passen? (b) Wat heeft A. Plummer over Lukas 21:22 te zeggen?
2 Welbekende bijbelcommentators geven toe dat het soms moeilijk is Jezus’ profetie te begrijpen of toe te passen. Hij sprak ze uit in antwoord op een uit drie delen bestaande vraag, namelijk wanneer de verwoesting van Jeruzalem en zijn tempel zou komen en wat het teken zou zijn van zijn „tegenwoordigheid” en van het „besluit van het samenstel van dingen” (Matth. 24:3). Deze commentators geven toe dat het in Jezus’ profetische antwoord op alle drie de delen van de vraag soms moeilijk is vast te stellen waarnaar hij nu precies verwijst.a Met betrekking tot Jezus’ woorden in
-