Vat moed — Onze bevrijding komt nabij!

Waardoor wordt bewezen dat de grote profetie van Jezus Christus betreffende het „besluit van het samenstel van dingen” met Jeruzalems verwoesting in 70 G.T. niet volledig in vervulling ging?

Jezus voorzei dat er een tijd van moeilijkheden zou komen als er sedert het begin van de wereld niet was voorgekomen en ook niet meer zou voorkomen. Er hebben zich vóór Jeruzalems verwoesting beslist grote rampen voorgedaan, terwijl er na die tijd nog grotere rampen zijn geweest, zoals de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Verder zei Jezus dat in die tijd alle stammen van de aarde zich in weeklacht zouden slaan over wat zij zouden zien komen. Dit hebben zij beslist niet in 70 G.T. gedaan. En dat Jezus een ver in de toekomst liggende gebeurtenis in gedachten had, blijkt ook uit het feit dat hij voorzei dat Jeruzalem vertreden zou worden totdat de „bestemde tijden der natiën” vervuld zouden zijn.a

Hoe weten wij dat onze bevrijding nabijkomt?

Door de zichtbare feiten die een vervulling vormen van Jezus’ grote profetie. Gedurende de afgelopen zesenvijftig jaar zijn wij getuige geweest van oorlogen, aardbevingen, pestilentiën, voedseltekorten en een toename in wetteloosheid. Vooral Jezus’ woorden over de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk over de gehele wereld zijn in vervulling gegaan. En wij zijn ons ook bewust geworden van „tekenen in zon en maan en sterren” (Luk. 21:25). Men weet nu dat grote zonnevlammen vol kernenergie de aarde met kosmische stralen bombarderen. Er zijn enorme quasars ontdekt en er zijn werkelijk mensen op de maan geweest.

Jezus’ woorden over het „gebulder der zee en haar onstuimigheid” zijn ook in vervulling gegaan (Luk. 21:25). Wij hebben van onderzeese aardbevingen gehoord. En de zee wordt steeds doeltreffender voor oorlogvoering gebruikt met vloten van onderzeeërs die in veel gevallen met van atoomkoppen voorziene lange-afstandraketten zijn uitgerust.

Meer dan dat, wij zien thans meer dan ooit te voren dat mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen” (Luk. 21:26). Politieke, financiële, maatschappelijke en religieuze elementen raken als gevolg van de groeiende onrust en toenemende misdaad en wetteloosheid steeds meer in verwarring. Er worden ook verzoeken aan de organisatie van de Verenigde Naties gericht om te voorkomen dat ook natiën buiten de Grote Vijf atoom- en kernwapens gaan bezitten, wegens de schade die deze wapens zouden kunnen aanrichten. Dan is er ook nog de bedreiging die de hedendaagse wetenschappelijke ontwikkelingen voor het evenwicht van ’s mensen natuurlijke omgeving vormen, waardoor velen zich afvragen: „Kan de wereld nog wel gered worden?” — New York Times, 31 maart 1968.

Op welke waarschuwing dienen alle christenen thans terecht acht te slaan?

De waarschuwing die alle christenen thans terecht ter harte dienen te nemen, staat opgetekend in Lukas 21:34-36: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. . . . Blijft dan wakker, te allen tijde smekend.”

Ja, in deze tijd in het bijzonder dienen wij het te vermijden in de put te raken en het hoofd mismoedig te laten zakken en slaperig of suf te worden omdat wij ons veel te veel bezig houden met de wereld in haar pogingen de dingen die sinds 1914 zijn gebeurd, te vergeten. Omdat het zo laat is, is het nu voor ons bij uitstek de tijd om waakzaam op te merken wat er in ’s werelds snelle gang naar de onvermijdelijke climax — de vernietiging van Babylon de Grote en de oorlog van Armageddon — zoal plaatsvindt en te allen tijde als waakzame en verstandige christelijke getuigen van Jehovah God te handelen. Een strik wordt gespannen om een slachtoffer te vangen voordat het kan ontvluchten. Als wij het willen vermijden gevangen te worden zonder de mogelijkheid ons los te werken, moeten wij ’aandacht aan onszelf schenken’. Aangezien wij dit niet in eigen kracht kunnen, moeten wij doen wat Jezus ons heeft aangeraden, namelijk ’te allen tijde smeken dat wij erin mogen slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen’, Jezus Christus.

Wal wil het zeggen moed te vatten en ’ons hoofd omhoog te heffen’?

Het betekent dat wij met al onze krachten en vermogens waakzaam en actief in Gods dienst blijven terwijl wij eerst Jehovah’s koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken. Het houdt tevens in dat wij rechtop blijven staan in de volle waardigheid van onze dienst als vrije, opgedragen dienstknechten van de Allerhoogste God, terwijl wij gehoorzaam, vreugdevol en onbevreesd het koninkrijk van Jehovah bekendmaken en de belangen ervan dienen.

[Voetnoten]