Blijf waken!

IN DE New York Times van 14 februari 1980 verscheen een artikel getiteld: „Thinking About the Unthinkable” (Denken over het ondenkbare). Daarin werd aangehaald wat Dr. Howard H. Hiatt, hoofd van de Harvard School of Public Health, te zeggen had over de uitwerking die één kernbom, „lang niet de grootste die wij thans in onze arsenalen hebben liggen”, op het gebied van Boston zou hebben. Hij zei:

„Dat ene wapen zou alles binnen een straal van 6,5 kilometer vernietigen. De bomkrater zelf zou een middellijn hebben van 800 meter en zou zo’n honderd meter diep zijn. Buiten die straal van 6,5 kilometer van totale vernietiging zou een luchtdrukgolf, gevolgd door winden met een snelheid van meer dan 1600 kilometer per uur, een gigantische vuurstorm ontketenen. Op 65 kilometer afstand zouden mensen die in de richting van de explosie keken, blind worden door verbranding van het netvlies. Van de 3 miljoen mensen die in het gebied van de wereldstad Boston wonen, zouden er 2,2 miljoen op slag gedood worden door de luchtdruk of de vuurstorm.”

Dat zou de aanvankelijke uitwerking kunnen zijn wanneer slechts één van de duizenden bommen in de arsenalen van de wereld een „voltreffer” zou worden.

Werkelijk, de mogelijkheid dat het „ondenkbare” zou kunnen gebeuren, is een gegronde reden om over de toestand in de wereld na te denken. De massale slachting waarmee een kernoorlog gepaard zou gaan, gaat ons bevattingsvermogen te boven. Bestaat er een mogelijkheid om deze dreigende wereldramp te keren? Velen zien vertwijfeld toe. Zij zien hoe de natiën ’hun conditie opvoeren’ met behulp van raketten, onderwaterprojectielen, lange-afstandsbommenwerpers, atoomkoppen en dergelijke. Terwijl zij toezien, worden zij er zich pijnlijk van bewust dat er thans vreselijke gevaren vanuit de hemelen en de zee dreigen, precies zoals de Meester, Jezus, dit voor de laatste dagen van het goddeloze samenstel van dingen op aarde heeft voorspeld. Jezus zei:

„Er zullen vreselijke schouwspelen en van de hemel grote tekenen zijn. Ook zullen er tekenen zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt.” — Luk. 21:11, 25, 26.

„HEFT UW HOOFD OMHOOG”

Voor degenen die de ontwikkelingen uitsluitend vanuit een werelds standpunt gadeslaan, kan het vooruitzicht werkelijk vreeswekkend zijn. Jezus vervolgde echter met de woorden:

„Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Luk. 21:28).

Voor degenen die het wereldgebeuren gadeslaan vanuit het standpunt van geloof in Jehovah’s profetische Woord, bestaat er dus geen reden tot angst. In plaats dat zij een ziekelijke vrees hebben voor wat er in een massale slachting door middel van kernwapens zou kunnen gebeuren, zien zij vol vertrouwen uit naar Gods beloofde bevrijding.

Hoopt u dat er voor het mensdom eens weer veiliger tijden zullen aanbreken? Dan dient u acht te slaan op de verklaring die Jezus omtrent de betekenis van onze tijd gaf. Sedert het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zijn de benauwdheid der natiën, wetteloosheid, misdaad, voedseltekorten, aardbevingen, epidemieën en andere plagen op aarde hand over hand toegenomen, precies zoals Jezus als ’teken van zijn tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen’ heeft voorspeld (Matth. 24:3-12; Luk. 21:10, 11). Maar hij voegde er de volgende woorden aan toe: „Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan totdat alle dingen geschieden.” — Luk. 21:31, 32.

Op z’n minst enkelen van de generatie die het begin van dit tijdperk van wetteloosheid in 1914 heeft meegemaakt, verwachten „erbij te zijn” wanneer het eindigt. Dat zal zijn wanneer Daniël 2:44 in vervulling gaat ten aanzien van de „koningen” of heersers die nu zelfzuchtig om de wereldheerschappij strijden: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk . . . zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” De kernwapens van de natiën zullen nutteloos blijken wanneer ze tegenover de verpletterende macht van Gods koninkrijk in handen van Christus Jezus worden gesteld. Deze „Koning der koningen” zal de natiën op rechtvaardige wijze oordelen, door de goddelozen te vernietigen en de zachtmoedigen die waakzaam zijn gebleven, te bewaren. Hoe heerlijk zullen de Koninkrijkszegeningen zijn die dan volgen! „De zachtmoedigen . . . zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Ps. 37:10, 11; Openb. 19:11-21.

BLIJFT WAKKER!

Tegen het einde van zijn profetie over het besluit van het samenstel van dingen liet Jezus de volgende waarschuwing horen: „Schenkt echter aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. Want hij zal komen over allen die op de gehele aardbodem wonen.” Op die dag van Gods wraak over goddeloze natiën en wetteloze mensen, zal er alleen maar veiligheid zijn voor degenen die een gunstig oordeel ontvangen van „de Zoon des mensen”, Christus Jezus. Allen die in leven wensen te blijven, moeten acht slaan op Jezus’ raad: „Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” — Luk. 21:34-36.

Tot besluit van dezelfde profetie zei Jezus, volgens het verslag van Markus: „Blijft toezien, blijft wakker, want gij weet niet wanneer de bestemde tijd is. . . . Waakt daarom . . . zodat [de Meester], wanneer hij plotseling komt, u niet slapende vindt. Wat ik tot u zeg, zeg ik echter tot allen: Waakt.” Dit doen Jehovah’s Getuigen thans, terwijl zij energiek „in alle natiën het goede nieuws” prediken dat Gods koninkrijk in handen van zijn Christus nabij is (Mark. 13:10, 33-37). Het tijdschrift De Wachttoren, dat nu op het punt staat zijn 102de jaargang te beginnen, neemt deel aan dit grootse wereldomvattende getuigenis. Wij hopen dat deze bladzijden onze miljoenen lezers zullen mogen blijven vertroosten, terwijl ze tot een ieder de aanmoediging richten: „WAAKT.”