-
Bestaat er een grote hemelse organisatie?De Wachttoren 1972 | 1 juli
-
-
Hoewel deze christelijke getuigen op aarde die de hoop koesteren mederegeerders met Christus in het hemelse Koninkrijk te zijn, slechts een gering aantal vormen, thans niet meer dan zo’n 10.000, heeft een steeds groter wordend aantal van de „grote schare” der „andere schapen”, die de hoop koesteren het einde van dit samenstel van dingen te overleven en Jehovah’s nieuwe ordening binnen te gaan, zich bij hen aangesloten (Openb. 7:9; Joh. 10:16). Niettemin is zelfs dit aantal, dat thans meer dan anderhalf miljoen personen bedraagt, onbeduidend in vergelijking met de wereldbevolking van meer dan drie miljard. Daarom beseffen deze dienstknechten van God de noodzaak dat deze hemelse organisatie hen beschermt.
De natiën hebben verbaasd gestaan over de moed die deze christenen bezitten om aan de natiën bekend te maken dat Jehovah de Almachtige God, de Allerhoogste, is. Gelukkig zijn zij die tot het besef komen dat de bekendmaking door onweerstaanbare hemelse legerscharen wordt ondersteund!
-
-
Zult u de „Goddelijke heerschappij”-districtsvergadering bijwonen?De Wachttoren 1972 | 1 juli
-
-
Zult u de „Goddelijke heerschappij”-districtsvergadering bijwonen?
INDIEN u tot degenen wilt behoren die ware tevredenheid en voldoening hebben omdat zij Gods heerschappij over hen erkennen, zult u gedurende de komende maanden een districtsvergadering van Jehovah’s getuigen willen bijwonen. Indien u er belangstelling voor hebt te weten of groepen christenen thans op dezelfde wijze met elkaar kunnen samenwerken als de christenen in de eerste eeuw, zult u blij zijn dat u vier dagen hebt vrijgehouden om naar het programma te luisteren dat voor de „Goddelijke heerschappij”-districtsvergadering is opgesteld.
Het programma zal op donderdag om 1.40 uur n.m. beginnen en op zondag omstreeks 5.30 uur n.m. eindigen. Vanaf het allereerste begin zal de nadruk voornamelijk worden gelegd op het leven dat christenen thans in volledige erkenning van Gods heerschappij dienen te leiden. Zorg er beslist voor dat u donderdagmiddag aanwezig bent om de tot nadenken stemmende toespraak door de congresvoorzitter, „Niet langer voor onszelf leven”, te horen.
Vorig jaar zomer werd er op de districtsvergaderingen veel gezegd over de schriftuurlijke regeling van ouderlingen in de gemeenten van Jehovah’s getuigen. Sindsdien zijn er in De Wachttoren gedetailleerde besprekingen over gepubliceerd. Maar is het onderwerp volledig doorvorst? Beslist niet. Er valt nog veel, veel meer over te zeggen. En dit vormt reden genoeg om geen enkel onderdeel van het congresprogramma te missen.
In de afgelopen jaren hebben bijbelse drama’s deel uitgemaakt van het programma. Dit jaar vormt hierop geen uitzondering. Eén drama zal het aangrijpende verslag over Jozef en zijn broers uitbeelden. In een ander drama zal de aandacht worden gevestigd op de gebeurtenissen waarbij de Syrische legeroverste Naäman is betrokken. Wanneer u van tevoren de hoofdstukken 37 tot 45 van Genesis en hoofdstuk 5 van 2 Koningen leest, zult u de opgevoerde drama’s ongetwijfeld beter kunnen begrijpen.
U zult bemerken dat andere onderdelen van het congresprogramma u minstens evenveel voldoening zullen schenken en zullen verkwikken. Het hoogtepunt van het congres zal ongetwijfeld worden gevormd door de openbare lezing: „Goddelijke heerschappij — de enige hoop voor de gehele mensheid.”
Wij benutten deze gelegenheid om u ertoe aan te moedigen, als u dit nog niet gedaan mocht hebben, thans plannen te maken om een districtsvergadering bij te wonen. Als u huisvesting nodig hebt, adresseer uw verzoek dan aan het Watchtower Congres op een van de hieronder genoemde adressen voor het congres dat u van plan bent te bezoeken. Deze verzoeken kunnen vanaf vier à vijf weken vóór de congresdatum worden verzonden. Wij zijn ervan overtuigd dat u verrukt zult zijn over hetgeen u zult zien en horen; vandaar dat wij u hartelijk uitnodigen een districtsvergadering bij te wonen.
NEDERLAND
27-30 juli: Groningen, Martinihal, Leonard Springerlaan 2.
Huisvesting: Taco Mesdagstraat 32, Groningen.
3-6 augustus: Tilburg, Pellikaanhal, Le Sage ten Broekstraat 30.
Huisvesting: Noordstraat 70a, Tilburg.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1972 | 1 juli
-
-
Vragen van lezers
● Waarom plaatst de Nieuwe-Wereldvertaling in Lukas 23:43 de dubbele punt achter het woord „heden”? — V.S.
In de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift luidt Lukas 23:43: „En hij zei tot hem: ’Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.’” Jezus zei dit in antwoord op het verzoek van een van de naast hem hangende kwaaddoeners: „Jezus, denk aan mij wanneer gij in uw koninkrijk gekomen zijt.”
Andere bijbelvertalingen interpuncteren Lukas 23:43 echter anders. In de Statenvertaling staat bijvoorbeeld: „En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.”
Het is duidelijk dat de plaats van de dubbele punt de betekenis van het vers verandert. Doordat in de Statenvertaling de dubbele punt vóór het woord „heden” staat, wordt de indruk gegeven dat Jezus tot de kwaaddoener zei dat hij nog die zelfde dag in het Paradijs zou zijn. Dit zou betekenen dat Jezus in zijn Koninkrijk moest komen en dat zowel Jezus als de kwaaddoener op dezelfde dag dat Jezus sprak, in het Paradijs zouden zijn.
Hoe is deze zin in de oorspronkelijke Griekse taal van de christelijke Griekse Geschriften geïnterpuncteerd? Hij is helemaal niet geïnterpuncteerd. Waarom niet? Omdat de schrijvers van de Griekse Geschriften destijds geen interpunctie toepasten. The Encyclopedia Americana, 1956, Deel 23, bladzijde 16, verklaart: „In de oudere handschriften en inscripties van de Grieken is geen poging tot interpunctie kenbaar.” Pas in de negende eeuw G.T. kwam punctuatie algemeen in gebruik. Hoewel latere Griekse teksten, zoals die van Westcott en Hort, het Griekse woord voor „heden” door een komma, lieten voorafgaan, deden zij dit volgens hun eigen inzicht en religieuze opvattingen. In de oudere Griekse teksten kwam echter noch de komma noch enig ander leesteken voor.
Waar dient de dubbele punt of de komma dan geplaatst te worden? Welk getuigenis geeft Gods eigen Woord hierover? Wat heeft Jezus zelf gezegd? Geloofde hij dat hij onmiddellijk na zijn dood, in diezelfde periode van vierentwintig uur, zijn koninkrijk zou beërven en in het een of andere Paradijs zou zijn?
Eerder had Jezus tot zijn discipelen gezegd: „De Zoon des mensen moet veel lijden ondergaan en door de oudere mannen en overpriesters en schriftgeleerden verworpen worden en worden gedood en op de derde dag worden opgewekt” (Luk. 9:22). De twee engelen aan het graf zeiden tot de vrouwen die daar waren gekomen: „Hij is niet hier, maar is opgewekt. Herinnert u, hoe hij tot u heeft gesproken terwijl hij nog in Galiléa was, en zei dat de Zoon des mensen in de handen van zondige mensen overgeleverd moest worden en aan een paal moest worden gehangen en nochtans op de derde dag moest opstaan.” — Luk. 24:6, 7.
Jezus werd niet op de dag dat hij stierf maar op de derde dag na zijn dood opgewekt. Hij kon dus niet op de dag van zijn dood in zijn koninkrijk zijn gekomen. Waar was hij dan gedurende die drie dagen vóór zijn opstanding? Handelingen 2:24 zegt: „God heeft hem opgewekt door de smarten van de dood te ontbinden, want het was niet mogelijk dat hij daardoor blijvend werd vastgehouden.” Jezus was gedurende die tijd dus in de greep van de dood. Handelingen 2:27 zegt verder nog over hem: „Gij zult mijn ziel in Hades niet verlaten, noch zult gij toelaten dat hij die jegens u loyaal is, het verderf ziet.” Jezus was dus in Hades, het gemeenschappelijke graf van de mensheid. En de bijbel zegt dat er „geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool [LXX: Hades]” is. Hij was dus evenals de kwaaddoener in Hades, waar geen bestaan mogelijk is. — Pred. 9:5, 10.
Op de derde dag na Jezus’ dood wekte God hem vervolgens als een machtig geestelijk schepsel uit de dood op. De kwaaddoener werd evenwel niet opgewekt; hij bleef in het graf. — 1 Petr. 3:18.
Toen Jezus zich na zijn opstanding materialiseerde ten einde aan zijn discipelen te verschijnen, vroegen zij hem: „Heer, herstelt gij in deze tijd het koninkrijk voor Israël?” (Hand. 1:6) Jezus toonde aan dat het antwoord Neen was. De tijd voor de oprichting van het koninkrijk was nog niet aangebroken.
Werd Gods hemelse koninkrijk, met Jezus als koning, dan te eniger tijd gedurende het leven van de apostelen opgericht? Neen, want ongeveer drieënzestig jaar na Jezus’ dood en opstanding werd de apostel Johannes ertoe geïnspireerd te schrijven dat Gods koninkrijk nog in de toekomst lag (Openbaring hoofdstuk 12). En onder dat toekomstige koninkrijk zou het paradijs worden hersteld.
De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift is in haar weergave van Lukas 23:43 dus in overeenstemming met de waarheid van Gods Woord over de oprichting van Gods koninkrijk, het aardse Paradijs dat onder de Koninkrijksheerschappij hersteld zal worden, de toestand van de doden en de plaats waar Jezus gedurende die drie dagen was.
Andere vertalingen hebben ook de moeilijkheid betreffende de punctuatie in deze schriftplaats gezien. The Riverside New Testament heeft het probleem vermeden door in het geheel geen leestekens te gebruiken. Daarentegen vertolkt The New Testament door G. M. Lamsa de schriftplaats als volgt: „Waarlijk, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” Ook The Emphasised Bible door J. B. Rotherham gebruikt deze punctuatie: „Waarlijk, deze dag zeg ik u: Met mij zult gij in het Paradijs zijn.”
Wat Jezus zei, kwam er dus op neer dat wanneer Gods koninkrijk onder Christus op een toen nog in de toekomst liggende tijd zou zijn opgericht en het Paradijs op aarde zou zijn hersteld, deze kwaaddoener kon verwachten opgewekt te worden ten einde een gelegenheid tot eeuwig leven te ontvangen. Hij zou tot degenen behoren die in Handelingen 24:15 worden genoemd, waar staat: „Er [zal] een opstanding . . . zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen.” Als een ’onrechtvaardige’ zal hij worden opgewekt en de gelegenheid ontvangen Gods voornemens en vereisten te leren kennen. Indien hij aan God en aan zijn Koning-Zoon gehoorzaam is, zal hij eeuwig op dat aardse Paradijs blijven leven, aangezien hij ervoor in aanmerking komt tot degenen te behoren over wie Psalm 37:29 voorzei: „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.
-