Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w82 1/6 blz. 20-27
  • Loyale voorstanders van het Woord van God

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Loyale voorstanders van het Woord van God
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1982
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • JEZUS CHRISTUS EN ZIJN APOSTELEN
  • IN RECENTE TIJDEN
  • WAAROM EEN NIEUWE VERTALING NODIG WAS
  • IN GEBREKE BLIJVEN ZICH LOYAAL AAN GODS WOORD TE HOUDEN
  • LOYALE VOORSTANDERS VAN GODS NAAM
  • „JEHOVAH” IN DE CHRISTELIJKE GRIEKSE GESCHRIFTEN
  • De Nieuwe-Wereld-Vertaling der Christelijke Griekse Geschriften
    De Wachttoren en Aankondiger van Jehova’s Koninkrijk 1950
  • Nieuwe-Wereldvertaling
    Redeneren aan de hand van de Schrift
  • Een mijlpaal voor liefhebbers van Gods Woord
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1999
  • Het drukken en verspreiden van Gods eigen heilige Woord
    Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1982
w82 1/6 blz. 20-27

Loyale voorstanders van het Woord van God

„Doe uw uiterste best om u goedgekeurd aan God aan te bieden, als een werkman die zich nergens over behoeft te schamen, die het woord der waarheid juist hanteert.” — 2 Tim. 2:15.

1, 2. Wat is één manier waarop Jehovah’s Getuigen er blijk van geven loyale voorstanders van Gods Woord te zijn?

„LEES GODS WOORD DE BIJBEL DAGELIJKS.” Deze woorden staan in het Engels op de gevel van een groot gebouw in Brooklyn, New York, bij de oprit naar de beroemde Brooklyn Bridge. Van wie is het gebouw waarop deze woorden staan, en waarom staan ze daar?

2 Ze staan op een van de drukkerijen van de Watchtower Bible and Tract Society, een religieuze corporatie verbonden met Jehovah’s Getuigen. Dat Jehovah’s Getuigen zo’n leus op de gevel van een van hun gebouwen schilderen, is echt iets wat men van hen kan verwachten. Waarom? Omdat zij er vast van overtuigd zijn dat de geïnspireerde psalmist de waarheid sprak toen hij lang geleden schreef: „Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad” (Ps. 119:105). Deze leus is slechts een van de vele manieren waarop wij als Getuigen tonen dat wij loyale voorstanders van Gods Woord zijn.

3. Hoe zijn onze loyale voorgangers voorstanders van Gods Woord geweest?

3 Als zulke loyale voorstanders van het Woord hebben wij veel loyale voorgangers, zoals de bijbel zelf laat zien. Ongeveer 3500 jaar geleden leefde Mozes. Er bestaat geen twijfel over dat hij een loyale voorstander van Gods Woord was. Hij bracht een deel ervan eerst mondeling aan Gods volk over en daarna in geschreven vorm. Deze goddelijke uitspraken worden in de Pentateuch aangetroffen. Na deze toegewijde profeet gebruikte Jehovah God nog vele anderen die als Zijn woordvoerders en schrijvers dienden en die allemaal, evenals Mozes, loyale voorstanders van Gods Woord waren (2 Petr. 1:21). Tot hen behoorden Samuël, Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël, om er slechts enkelen te noemen.

JEZUS CHRISTUS EN ZIJN APOSTELEN

4. Wie was de voornaamste van al die loyale voorstanders van Gods Woord, en hoe gaf hij er blijk van dit te zijn?

4 Maar ongetwijfeld was de voornaamste van al die loyale voorstanders van Gods Woord niemand minder dan Jehovah’s eniggeboren Zoon, die de „mens Jezus Christus” werd (Rom. 5:15). Steeds weer betoonde hij zich een loyale voorstander van zijn Vaders Woord door te zeggen: „Er staat geschreven”, zoals toen hij op Satans verlokkingen reageerde en toen hij zijn religieuze tegenstanders van repliek diende (Matth. 4:4, 7, 10; 21:13; Joh. 6:45; 8:17). Meer dan dat, hij betoonde zich ook een loyaal voorstander van Gods Woord door getrouw dienst te verrichten als een profeet groter dan Mozes (2 Kor. 1:20). Ja, zijn prediking en zijn levenswijze werden beheerst door het beginsel dat ’Gods woord waarheid’ is. — Joh. 17:17.

5, 6. (a) Hoe gaven Petrus en Paulus er blijk van loyale voorstanders van het Woord te zijn? (b) Met welk doel werd dit in verband de „getrouwe en beleidvolle slaaf” voortgebracht? (c) Waarom verdween de „slaaf” tijdelijk uit het zicht?

5 Jezus’ apostelen volgden zijn voorbeeld. Loyaal verdedigde de apostel Petrus op de dag van het pinksterfeest Gods Woord op krachtige wijze door aan te tonen hoe in Jezus de woorden van David in vervulling waren gegaan! (Hand. 2:22-36) En de geschriften van de apostel Paulus staan vol verwijzingen naar de Hebreeuwse Geschriften, waardoor wordt aangetoond hoe belangrijk hij het vond om een loyale voorstander van Gods Woord te zijn. Zijn standpunt was: „God worde waarachtig bevonden, ook al wordt ieder mens een leugenaar bevonden” (Rom. 3:3, 4). In feite dienden Petrus, Paulus en andere trouwe volgelingen van Jezus Christus als een „getrouwe en beleidvolle slaaf”, ’de getrouwe beheerder’, die van zijn Meester, Jezus Christus, de opdracht had ontvangen Gods gemeente van geestelijk voedsel te voorzien. — Matth. 24:45-47; Luk. 12:42-44.

6 Na de dood van de apostelen scheelde het niet veel of die „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse was van het aardse toneel verdwenen, aangezien er zoveel „onkruid” op het christelijke tarweveld groeide dat de „tarwe” mettertijd bijna niet meer te zien was. — Matth. 13:37-43.

IN RECENTE TIJDEN

7, 8. (a) Wanneer en hoe verscheen de „slaaf” opnieuw? (b) Hoe is sinds de jaren 1870 aan de dag getreden dat de leden van deze klasse voorstanders zijn van het Woord?

7 Zo’n honderd jaar geleden begon de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse echter weer op de voorgrond te treden als een loyale voorstander van Gods Woord. Deze klasse is in de loop der jaren steeds duidelijker waarneembaar geworden en door de wereld opgemerkt. Uit de feiten blijkt dat deze „slaaf” thans in nauwe vereniging met het Wachttorengenootschap werkzaam is.

8 Deze „getrouwe en beleidvolle slaaf” bestaat uit getrouwe christenen, die zich door bemiddeling van Christus in volledige toewijding aan Jehovah hebben opgedragen en door Gods geest zijn verwekt. Zij zijn ernstige bijbelonderzoekers die zich sterk hebben uitgesproken ter verdediging van de bijbel als Gods Woord. Sinds het midden van de jaren 1870 hebben zij dit gedaan door boeken, brochures, tijdschriften en traktaten uit te geven en ook door artikelen voor kranten te verschaffen en openbare lezingen te houden. In 1886 publiceerden zij Deel I van Studies in the Scriptures (Schriftstudiën), waarvan de eerste Nederlandse uitgave in 1908 verscheen. In hoofdstuk 3, getiteld „De bijbel als goddelijke openbaring in het licht der rede beschouwd” verscheen een meesterlijke verdediging van de bijbel. Nog een opmerkelijke verdediging van Gods Woord was hoofdstuk 1 van Deel VI (in het Engels uitgegeven in 1904). Dit hoofdstuk was getiteld „In het begin” en was een bijzonder kundige weerlegging van de evolutietheorie.

9-11. (a) Hoe is gedurende het einde van de jaren 1800 en het begin van de jaren 1900 aan de dag getreden dat de „slaaf” loyaal was aan het Woord? (b) Welke belangrijke bijdragen heeft het Wachttorengenootschap sinds 1950 tot de verspreiding van Gods Woord geleverd?

9 Gedurende het einde van de jaren 1800 en het begin van de jaren 1900 waren deze getrouwe Bijbelonderzoekers, zoals zij zich noemden, er ijverig mee bezig op loyale wijze de bijbel als Gods Woord te verdedigen. Zij publiceerden veel om de authenticiteit van de bijbel te bewijzen, alsook om de vervulling van bijbelse profetieën te verklaren en aan te geven hoe men bijbelse beginselen in zijn leven kan toepassen. In 1914 vervaardigden zij tevens het acht uur durende Photo-Drama der Schepping, dat speciaal werd vervaardigd „ter verdediging van de bijbel als het Woord van God”.

10 Als loyale voorstanders van Gods Woord, en om te kennen te geven dat zij zich actief bezighielden met het verspreiden van de bijbel in gedrukte vorm, werd de naam van hun genootschap in 1896 veranderd in Watch Tower Bible and Tract Society. In 1902 verwierf het Genootschap het eigendomsrecht op The Emphatic Diaglott van Benjamin Wilson en zag het toe op de verspreiding ervan. In 1907 publiceerde het Genootschap een uitgave van de King James Version, die zij de Bereaanse bijbel noemden. Zij hadden hierbij de vroege Bereaanse christenen in gedachten, die ’zorgvuldig de Schriften onderzochten om te zien of de dingen die de apostel Paulus hun vertelde, werkelijk zo waren’ (Hand. 17:11). Het had een appendix van meer dan zevenhonderd bladzijden, bestaande uit commentaren op schriftplaatsen, vermeldingen van schriftplaatsen ter ondersteuning van ongeveer veertig belangrijke bijbelse thema’s en een concordantie van honderd bladzijden. In 1926 begon het Genootschap The Emphatic Diaglott op zijn eigen persen in Brooklyn te drukken. In 1942 publiceerde het Genootschap een uitgave van de King James Version met achterin een concordantie en aanvullend studiemateriaal, en in 1944 publiceerde het de American Standard Version, met een soortgelijke appendix. In deze vertaling werd de naam Jehovah getrouw weergegeven overeenkomstig de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst.

11 Als loyale voorstander van Gods Woord werd het Genootschap er in 1950 toe aangedreven de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften uit te geven. De vertaling van de Hebreeuwse Geschriften volgde in vijf delen en de volledige bijbel in één deel in 1961. Tussen 1926 en 1980 hebben Jehovah’s Getuigen 43.860.000 bijbels vervaardigd.

WAAROM EEN NIEUWE VERTALING NODIG WAS

12, 13. Wat is een eerste reden waarom de „getrouwe en beleidvolle slaaf” belangstelling heeft gehad voor een nieuwe bijbelvertaling?

12 Waarom was deze „getrouwe en beleidvolle slaaf” geïnteresseerd in een nieuwe vertaling, namelijk de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift?

13 Allereerst zijn er, dank zij de activiteiten van archeologen en bijbelgeleerden, oudere en betrouwbaarder bijbelhandschriften ontdekt, waarvan vele in de oorspronkelijke talen. Er bestaan thans dan ook enkele heel voortreffelijke bijbelhandschriften die in de vierde en vijfde eeuw van onze gewone tijdrekening werden afgeschreven, en enkele papyrusfragmenten van de christelijke Griekse Geschriften die tot het midden van de tweede eeuw teruggaan. Ook de Dode-Zeerollen van boeken van de Hebreeuwse Geschriften, die teruggaan tot vóór onze gewone tijdrekening, hebben meer licht op bijbelpassages geworpen. Hoe ouder het bijbelhandschrift is, hoe dichter het waarschijnlijk de oorspronkelijke handschriften van de geïnspireerde schrijvers benadert, waarvan er thans niet één meer bestaat.

14. Wat is een tweede reden? Illustreer dit.

14 Een tweede reden waarom er een nieuwe vertaling nodig was, die een verbetering zou zijn vergeleken bij oudere, is dat de Griekse taal uit de eerste eeuw nu veel beter wordt begrepen. Naarmate de tijd verstreek, ontdekten archeologen veel papyrusfragmenten die zelfs helemaal teruggaan tot de tijd waarin de christelijke Griekse Geschriften werden geschreven. Deze papyrusfragmenten, waarin alledaagse wereldlijke zaken aan de orde zijn, werpen licht op het Grieks dat door de schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften werd gebruikt. Een typerend voorbeeld is het woord „Ráka” in Matthéüs 5:22 in enkele van de oudere vertalingen. Omdat de vertalers de betekenis van dit woord niet kenden, was alles wat zij konden doen, het in nietszeggend Nederlands transcriberen. Maar nu is de betekenis wel bekend, en dus geeft de Nieuwe-Wereldvertaling het weer met „een verfoeilijk minachtend woord”. Zoals u kunt zien, maakt de toegenomen kennis van de talen waarin de bijbel oorspronkelijk werd geschreven, een begrijpelijker vertaling mogelijk.

15. Illustreer een derde reden.

15 Een derde reden waarom er een nieuwe vertaling nodig was, is het feit dat ook de talen waarin de bijbel wordt vertaald, in de loop der jaren aan veranderingen onderhevig zijn. Het Nederlands dat door de veertiende-eeuwse bijbelvertalers werd gebezigd, verschilt heel erg van de taal die in het begin van de zeventiende eeuw door de vertalers van de Statenvertaling werd gebruikt. En de Nederlandse taal heeft zelfs sinds die tijd weer een groot aantal veranderingen te zien gegeven. Sommige woorden hebben in werkelijkheid een totaal andere betekenis gekregen. Zo betekende het woord „slecht” in de tijd van de Statenvertalers heel dikwijls ’onervaren’ of ’gewoon’, bijvoorbeeld in Psalm 19:7 (8) en Handelingen 4:13, terwijl het woord „onnozel” in Hebreeën 7:26 „schuldeloos” betekent.

16. Wat zou, gezien Paulus’ woorden in Handelingen 20:30 en 2 Timótheüs 4:3, 4, nog een reden kunnen zijn waarom de „slaaf” zich op het terrein van bijbelvertalen heeft begeven?

16 Ten slotte is er de kwestie van een juist begrip van de bijbel, wat een van de voornaamste redenen is waarom de Nieuwe-Wereldvertaling werd vervaardigd. Wij kunnen er niet aan ontkomen dat iemands religieuze overtuiging van invloed is op de vertaling die hij vervaardigt. Dit kan in feite niet anders wanneer een woord of tekst op meer dan één manier vertaald kan worden. Omdat vertalers soms, bewust of onbewust, de oorspronkelijke taal geweld aandoen in passages die met hun geloofsovertuiging schijnen te botsen, deed de dringende noodzaak zich voor dat er een vertaling werd vervaardigd door mensen die zich wel loyaal aan Gods Woord hielden.

IN GEBREKE BLIJVEN ZICH LOYAAL AAN GODS WOORD TE HOUDEN

17. Wat zijn enkele voorbeelden van onechte verzen die in de bijbeltekst zijn binnengedrongen?

17 Omdat sommige afschrijvers in gebreke bleven zich loyaal aan Gods Woord te houden, zijn er hele gedeelten die uit onechte verzen bestaan in de „textus receptus”, waarop de Statenvertaling is gebaseerd, binnengedrongen. Deze verzen werden aan de oorspronkelijke geïnspireerde tekst toegevoegd. Hiertoe behoren Johannes 8:1-11 en Markus 16:9-20. Nog een voorbeeld van een onechte passage wordt aangetroffen in 1 Johannes 5:7, 8. Hier schijnen de woorden „in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één” de Drieëenheid te ondersteunen. Maar door onderzoek is aan het licht gekomen dat deze woorden meer dan duizend jaar na de voltooiing van het schrijven van de geïnspireerde Geschriften door een oneerlijke afschrijver werden toegevoegd.

18, 19. (a) Hoe hebben sommige vertalers Gods Woord verdraaid en verkeerd uitgelegd? (b) Hoe is dit gebeurd in verband met schriftplaatsen over de toestand der doden en de Drieëenheid?

18 De vertalers van modernere bijbelvertalingen hebben zich vaak vrijheden veroorloofd, soms in de tekst, soms in voetnoten. Prediker 9:5, 10 luidt bijvoorbeeld in Korte verklaring der Heilige Schrift (Kok, Kampen): „Want de levenden weten dat zij sterven moeten, maar de dooden weten niemendal.” En: „Al wat uwe hand vindt om te doen, doe dat met uwe kracht; want er is geen werken of denken, kennis of wijsheid, in het rijk der dooden, waar gij heen gaat.” Omdat de vertaler het niet met deze geïnspireerde woorden eens was, zei hij in de voetnoot: „De bedoeling van het hier gezegde is even weinig alle activiteit in het leven na dit leven uit te sluiten, als van het woord des Heilands Joh. 9:4. Het gaat alleen over het ophouden van alle ’zwoegen onder de zon’, van alle menschelijke werkzaamheid hier op aarde.” De voetnoot in The Living Bible (door Taylor) zegt over deze teksten: „Deze verklaringen vertegenwoordigen Salomo’s ontmoedigde mening en weerspiegelen geen kennis van Gods waarheid aangaande deze punten!”

19 Het gevaar van een geparafraseerde vertaling kan worden geïllustreerd door Filippenzen 2:5, 6 te beschouwen. Volgens de Leidse Vertaling luiden deze teksten: „Laat dezelfde gezindheid onder u zijn als in Christus Jezus was, die, hoewel hij Gods gestalte had, er niet aan dacht de gelijkheid met God door roof zich toe te eigenen.” Maar de vertalers van Het Nieuwe Testament in de omgangstaal geloven klaarblijkelijk dat Christus wel gelijk is aan God, want in hun vertaling luiden deze verzen: „Laat u leiden door het voorbeeld van Christus: hij had de gestalte van God maar heeft zich niet angstvallig aan zijn gelijkheid met God vastgeklampt.”

20. Hoe heeft geloof in de Drieëenheid sommige vertalingen van Johannes 1:1 gekleurd, maar welke andere nauwkeurige vertolking is aanvaardbaar?

20 Laten wij hier evenwel opmerken dat als een bijbelvertaler geen juist begrip heeft van Gods Woord, hij zelfs al heeft hij de beste bedoelingen, soms fouten zal maken. Zo geloven bijna alle vertalers in de Drieëenheid en daarom geven zij Johannes 1:1 als volgt weer: „En het Woord was God.” Wanneer er in aanmerking wordt genomen dat het bepalend lidwoord voor het Griekse woord Theos ontbreekt, kan deze zinsnede ook op een andere manier nauwkeurig worden weergegeven. De vertaling door Ogilvie geeft de passage dan ook weer met: „En een goddelijk wezen was het Woord.” De Nieuwe-Wereldvertaling luidt: „En het Woord was een god.” En daarin staat ze beslist niet alleen. Reeds in 1807 werd deze zinsnede in een herziening van de vertaling door aartsbisschop Newcome op precies dezelfde wijze vertaald.

LOYALE VOORSTANDERS VAN GODS NAAM

21. Hoe laten de meeste hedendaagse bijbelvertalingen na God zelf recht te doen wedervaren?

21 De meeste hedendaagse vertalingen blijven echter in één opzicht wel heel ernstig in gebreke zich loyaal aan Gods Woord te houden: ze laten na recht te doen aan Gods onderscheidende naam Jehovah. Deze naam wordt in het Hebreeuws aangeduid met een woord van vier letters dat bekendstaat als het Tetragram. Dat Jehovah God zelf zijn persoonlijke naam ernstig opvat, wordt bewezen door het feit dat hij zijn Hebreeuwse schrijvers ertoe inspireerde zijn naam in totaal 6961 maal in de Hebreeuwse Geschriften te gebruiken. (Hierbij zijn de 134 keren inbegrepen dat de Hebreeuwse schriftgeleerden de naam opzettelijk hebben weggelaten.)

22, 23. (a) Waardoor wordt aangetoond dat het verkeerd is Gods naam met een soortnaam te vertalen? (b) Welke eerlijke beoordeling hierover treffen wij in The Jerusalem Bible aan? (c) Waarom is het gebruik van de naam „Jehovah” volgens sommige autoriteiten te verkiezen boven „Jahweh”?

22 Het is een feit dat de Schepper in de Hebreeuwse Geschriften vaker met zijn onderscheidende naam Jehovah wordt aangeduid dan met alle andere aanduidingen bij elkaar. En meer dan dat, het is gewoon niet logisch een eigennaam zoals Jehovah te vertalen met een soortnaam zoals Here, evenmin als het logisch zou zijn om „Rolls Royce” (de naam van de duurste auto van de wereld) eenvoudig te vertalen met het woord „auto” of „wagen”, aangezien er zoveel andere auto’s of wagens zijn. De Jerusalem Bible, die weliswaar „Jahweh” boven „Jehovah” verkiest, voert een krachtig argument aan voor het gebruik van deze naam in plaats van de uitdrukking „Here”. In het voorwoord van deze vertaling staat: „Te zeggen: ’De Here is God’, is beslist tautologisch [een overbodige herhaling], terwijl de uitdrukking ’Jahweh is God’ dat niet is.”

23 Zou men dan eigenlijk „Jahweh” moeten gebruiken in plaats van „Jehovah”? Neen, dat hoeft niet. Volgens D. D. Williams, kanunnik te Cambridge, zijn er „aanwijzingen, neen, bijna bewijzen, dat Jahweh niet de juiste uitspraak was van het Tetragram”. De in 1951 te Stuttgart gepubliceerde Biblia Hebraica voorziet het Tetragram op zodanige wijze van klinkerpunten dat men „Jehwah” moet lezen. Deze uitgave werd gebruikt door het vertaalcomité van de Nieuwe-Wereldvertaling. Professor Gustav Oehler van de universiteit van Tübingen verklaart: „Van nu af aan gebruik ik het woord Jehovah, omdat deze naam in feite meer ingeburgerd is in onze woordenschat en niet verdrongen kan worden.” De bijbelvertaler Rotherham, in zijn Emphasized Bible, behoorde tot de eersten die de vorm „Jahweh” gebruikte. Maar in zijn Studies in the Psalms (Studies in de Psalmen), die pas na zijn dood werden uitgegeven, keerde hij terug tot de vorm „Jehovah”, met de vermelding dat hij dit deed wegens „de wenselijkheid om voeling te houden met wat men gewend is te lezen en te horen”.

„JEHOVAH” IN DE CHRISTELIJKE GRIEKSE GESCHRIFTEN

24. (a) Hoe vaak gebruikt de Nieuwe-Wereldvertaling Jehovah’s naam in de christelijke Griekse Geschriften? (b) Wat zijn enkele voorbeelden van vroegere vertalingen waarin dit gebeurt?

24 Hoe staat het echter met het gebruik van „Jehovah” in het zogenoemde „Nieuwe Testament”, de christelijke Griekse Geschriften? De naam komt in de Nieuwe-Wereldvertaling 237 maal voor. Hoewel dit heel ongebruikelijk kan lijken, is deze vertaling geenszins de eerste die deze naam in dit deel van de bijbel gebruikt. Het gebruik ervan gaat op zijn minst terug tot 1796, toen de Duitse vertaler Brentano de vorm „Jehovah” gebruikte in Markus 12:29. Dan is er de Emphatic Diaglott, een interlineaire vertaling van de christelijke Griekse Geschriften, die voor het eerst werd gepubliceerd in 1864. Daarin wordt herhaaldelijk de naam „Jehovah” gebruikt in aanhalingen uit de Hebreeuwse Geschriften waar deze naam voorkomt, in totaal achttien keer. Zie bijvoorbeeld Matthéüs 22:37, 44; Markus 12:29, 30; Lukas 20:42.

25. (a) Welke recente bewijzen geven te kennen dat Gods naam in de oorspronkelijke tekst van de Griekse Geschriften voorkwam? (b) Welke tweevoudige verandering vond er klaarblijkelijk in de tweede eeuw G.T. plaats?

25 De reden waarom het zo vreemd lijkt dat de naam „Jehovah” in de christelijke Griekse Geschriften voorkomt, is dat men eeuwenlang heeft gedacht dat deze naam niet voorkwam in de Septuaginta-vertaling van de Hebreeuwse Geschriften die door Jezus en zijn apostelen werd gebruikt. Maar meer recente ontdekkingen bewijzen onomstotelijk dat het Tetragram in die tijd wel in de Septuaginta voorkwam. Zo verklaart professor Howard van de universiteit van Georgia (VS): „Wij weten zeker dat de Grieks-sprekende joden [het Tetragram] in hun Griekse Geschriften bleven schrijven. Bovendien is het zeer onwaarschijnlijk dat vroege, conservatieve, Grieks-sprekende joodse christenen van deze gewoonte zijn afgeweken. . . . Het zou bijzonder ongebruikelijk voor hen zijn geweest als zij het Tetragram uit de bijbeltekst zelf hadden geschrapt.” Daarom concludeert hij: „Daar het Tetragram nog voorkwam in de exemplaren van de Griekse bijbel die de Geschriften van de vroege kerk vormden, is het redelijk te geloven dat de schrijvers van het N[ieuwe] T[estament], wanneer zij aanhalingen uit de Schrift deden, het Tetragram in de bijbelse tekst handhaafden. Naar analogie van het voorchristelijke joodse gebruik kunnen wij ons indenken dat de NT-tekst het Tetragram in zijn OT-aanhalingen opnam.” Professor Howard merkt ook op dat toen het Tetragram uit de Septuaginta werd verwijderd, het ook werd verwijderd uit de citaten uit de Hebreeuwse Geschriften die in de christelijke Griekse Geschriften voorkomen. Deze verandering vond klaarblijkelijk plaats in het begin van de tweede eeuw G.T. Het lijdt geen twijfel dat de naam Jehovah in de christelijke Griekse Geschriften thuishoort, zoals wij hem in de Nieuwe-Wereldvertaling aantreffen.

26. Welke precedenten heeft de Nieuwe-Wereldvertaling voor haar verdere gebruik van de Naam?

26 De Nieuwe-Wereldvertaling gebruikt de naam „Jehovah” bovendien ook op plaatsen waar het niet gaat om citaten uit de Hebreeuwse Geschriften. Waarom? Om de lezer erbij te helpen te weten of Jehovah God of Jezus Christus wordt bedoeld wanneer er „Heer” [Kurios] in de Griekse tekst staat. Bestaat er een goed precedent voor deze procedure? Ja, want in zo’n twintig Hebreeuwse vertalingen van de Griekse Geschriften wordt deze gewoonte gevolgd. Ook zijn er veel door zendelingen gemaakte vertalingen van de christelijke Griekse Geschriften waarin dit eveneens is gedaan. Een van de eerste vertalingen van de christelijke Griekse Geschriften in het Japans gebruikt bijvoorbeeld overvloedig de naam „Ehoba” (Jehovah).

27. Ondanks wat, en om welke reden, zullen loyale dienstknechten van God een volledig gebruik maken van de Nieuwe-Wereldvertaling?

27 Ongeacht of de Hebreeuwse en Griekse geleerden van de christenheid de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift nu loven of bekritiseren, het blijft een feit dat ze werd vervaardigd door mannen die zich loyaal aan Gods Woord hielden. Ze is inderdaad een grote hulp om ’ons wijs te maken tot redding en ons te helpen volkomen bekwaam te zijn, volledig toegerust tot ieder goed werk’ (2 Tim. 3:15-17). Mogen allen die deze voortreffelijke vertaling in hun taal beschikbaar hebben, Gods zegen ontvangen wanneer zij er ten volle gebruik van maken.

IN WELK OPZICHT ZIJN ONDERSTAANDE PERSONEN AL DAN NIET LOYALE VOORSTANDERS VAN GODS WOORD GEWEEST, EN WAAROM?

□ Jezus Christus en zijn apostelen

□ De „getrouwe en beleidvolle slaaf” in de hedendaagse tijd

□ Afschrijvers die de bijbeltekst steeds weer opnieuw kopieerden

□ Vroegere vertalers van de bijbel in hedendaagse talen

□ Vertalers van recente vertalingen van de bijbel

□ Het comité van de Nieuwe-Wereldvertaling

□ Hoe houden ook de gebouwen van het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen Gods Woord hoog?

[Kader op blz. 22]

Een Amerikaanse vertaler werd eens door een bijbellezer gehekeld omdat hij ’het prachtige Engels’ van de King James-​vertaling ’had geruïneerd’. De klager was ongetwijfeld erg gesteld op het verouderde Engels. Toen de vertaler probeerde uit te leggen dat de schoonheid van de boodschap belangrijker was dan de schoonheid van de taal, antwoordde de beschuldiger: „De boodschap kan me niets schelen. Ik ben atheïst.”

[Kader op blz. 22]

Het doel van het vertalen van de bijbel, en eigenlijk van elke vertaling, moet zijn de lezer van de vertaalde boodschap erbij te helpen in mentaal en emotioneel, ja, in geestelijk opzicht, hetzelfde krachtige effect te ervaren als wanneer hij de Schrift in de oorspronkelijke taal zou lezen.

[Kader op blz. 23]

De bijbelvertaler Edgar Goodspeed schreef aan een van Jehovah’s Getuigen met betrekking tot de New World Translation of the Christian Greek Scriptures: „Ik ben geïnteresseerd in jullie zendingswerk en de wereldomvattende schaal waarop het plaatsvindt en ben zeer ingenomen met de ongedwongen en krachtige vertaling. Er spreekt een gedegen, serieuze kennis van zaken op brede schaal uit, waarvan ik kan getuigen.”

A. Thompson uit Engeland, een geleerde op het gebied van het Hebreeuws en Grieks, schreef in The Differentiator over een gedeelte van de New World Translation of the Hebrew Scriptures: „Ik zou het willen aanbevelen als een eerlijke en oprechte krachtsinspanning om de Heilige Schrift in hedendaags Engels over te zetten. Er schijnt geen poging te zijn gedaan om speciale leerstellingen of theorieën te propageren.”

In Eerdman’s Handbook to the Bible wordt de New World Translation onder de veertien „voornaamste Engelse vertalingen van de twintigste eeuw” gerangschikt.

[Illustratie op blz. 25]

Tetragram in Septuaginta-fragmenten uit Egypte (Foead Papyri 266)

Deze papyri werden vroeg gepubliceerd door Jehovah’s Getuigen, en dat Gods naam op deze papyri voorkomt, verschafte de basis voor het gebruik van „Jehovah” in de Nieuwe-Wereldvertaling

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen