en vergeten, maar door Jehovah’s geweldige herinneringsvermogen zijn getrouwe mannen als Abraham, Izak en Jakob „vanuit zijn standpunt in leven” (Spr. 10:7; Luk. 20:38). Weliswaar bestaan ze reeds lang niet meer als levende zielen; zij „zijn niet meer,” maar Jehovah is de God „die de doden levend maakt en de dingen die niet zijn, roept alsof ze waren.” — Rom. 4:17.

Getrouw zijn de levenspatronen op een onuitwisbare wijze tot in de kleinste details in de geest van die Ene bewaard, hij die iedereen persoonlijk kent, ook al zijn ze schijnbaar even ontelbaar als de sterren (Ps. 147:4). Of ze nu in hun graf liggen of waar ook maar, al deze getrouwen zijn in Jehovah’s onbeperkte herinnering. Bovendien ’komt het uur, dat allen in de herinneringsgraven zijn stem zullen horen, en zullen uitkomen’ (Joh. 5:28, 29). Hij die door middel van zijn onvergelijkelijke macht de eerste menselijke zielen schiep of vormde, kan eveneens getrouwe menselijke zielen tot het leven terugbrengen. Dat zal de opstanding zijn.

Dat is uiteindelijk dé wens van de mens, de juiste oplossing van zijn jarenlange zoeken, en het antwoord op zijn vraag: „Wanneer een mens sterft, zal hij dan weer leven?” (Job 14:14). „Ja,” antwoordt de bijbel „als hij vanwege zijn getrouwheid in Gods herinnering is bewaard.” Voor sommige mensen in deze kommervolle laatste dagen van deze oude wereld zullen nog grotere zegeningen weggelegd zijn, want hun valt het voorrecht ten deel het einde van deze wereld te overleven en nimmer te sterven, evenals Noach en zijn gezin in hun dagen. Baseer uw geloof en hoop niet op valse, heidense onsterfelijkheidsbeloften maar op de door God gegeven belofte die u door middel van zijn Woord hebt gezien.

Het geluk van geestelijk genezen melaatsen

VOOR de meeste mensen is met melaatsheid geslagen te worden een der ergst voorstelbare dingen welke hun kunnen overkomen. Vaak betekent het dat men jaren lang afgezonderd in een leprakolonie moet leven en de kans bestaat dat geleidelijk aan de neus, vingers, enz. weg zullen teren waardoor men er deerlijk mismaakt gaat uitzien. De waarde, kracht en schoonheid der waarheid van Jehovah Gods Woord blijken wel heel groot te zijn, want melaatsen die geestelijk genezen worden doordat zij inzicht en waardering krijgen, zijn veel gelukkiger dan zij die slechts fysiek genezen worden. Wij zien dit aan de ijver waarmee zij ook anderen geestelijk trachten te genezen.

● Wij doelen hier op de getuigen van Jehovah in de Luapala Melaatsen-kolonie, aan de Luapala-rivier in Noord-Rhodesië, in zuid-centraal-Afrika. Verschillende administratiegebouwen en klinieken, de huizen van de grote staf van medewerkers en die der vijfhonderd patiënten staan verspreid over het uitgestrekte terrein. In deze nederzetting smaakt, dank zij de ijver van de getuigen en Jehovah’s zegen over hun krachtsinspanningen, één op de twintig personen het geluk geestelijk genezen te zijn.

● Kort geleden kreeg de plaatselijke gemeente toestemming er een openbare lezing te houden en de film „Het geluk van de Nieuwe-Wereldmaatschappij” te vertonen. De in de kolonie verblijvende getuigen togen terstond aan het werk en hun kwaal deed niets af aan hun ijver. Zij schutten een groot speelveld af, veranderden een lelijke hoge mierenheuvel in een imposant podium, bouwden 400 zitplaatsen, en nodigden vervolgens allen uit de film en de lezing bij te wonen.

● Op de in de middag gehouden lezing waren tot aller verrassing 363 aanwezigen. Dit vormde wel een heel scherp contrast met de zes personen die een in een dode taal gehouden godsdienstoefening aan de overkant der straat bijwoonden. Hoe opgetogen waren de getuigen. Wanneer er al zo velen naar de bijbellezing kwamen luisteren, hoevelen zouden er dan wel niet komen kijken naar de film van het Genootschap welke ’s avonds gedraaid zou worden? Bijna drie keer zoveel! De afgeschutte plaats was overvol. Bij een telling bleek dat er bijna duizend, om precies te zijn 997, personen uit de kolonie en de omgeving aanwezig waren. Hoe verheugden de getuigen in de Luapala-kolonie zich die avond! Hoe gelukkig waren zij alhoewel zij melaats waren!