-
Wie is Jezus Christus, dat wij hem allemaal nodig hebben?De Wachttoren 1976 | 15 april
-
-
de joodse maagd Maria. Aangezien Jezus werd geboren uit een maagd die geen seksuele betrekkingen met een manlijke nakomeling van Adam had gehad, kan hij geen menselijke, vleselijke vader hebben gehad. Ook kan hij geen engel als vader hebben gehad, want Maria had geen seksuele betrekkingen met een gematerialiseerde engel gehad, zoals in het geval van de moeders van de beruchte Nefilim in de dagen van de arkbouwer Noach (Gen. 6:1-4). De engel Gabriël, die aan Maria verscheen en haar uitlegde hoe zij door een wonder de moeder van Jezus zou worden, was niet de vader van Maria’s eerstgeboren zoon (Luk. 1:26-38; Matth. 1:18-25). De hedendaagse wetenschap mag de maagdelijke geboorte van Jezus thans dan in twijfel trekken op grond van de bewering dat zoiets onmogelijk is, maar de engel Gabriël verwijderde elke mogelijke twijfel uit Maria’s geest door te zeggen: „Bij God zal geen verklaring een onmogelijkheid zijn” (Luk. 1:37). Bijgevolg getuigde God voor het gehele universum dat hij de Vader was van de baby Jezus in Davids geslachtslijn.
22. Hoe geven Johannes’ woorden en Jezus’ woorden in zijn gebed tot God te kennen dat Jezus een Zoon van God in de hemel was geweest?
22 Dit alles is waar, maar was Jezus’ geboorte in Bethlehem-Juda het begin van zijn bestaan als Gods Zoon? Neen! Johannes de Doper, die ongeveer zes maanden vóór Jezus was geboren, zei in het openbaar over de Jezus die hij had gedoopt: „Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt! Deze is het van wie ik zei: Na mij komt een man die mij is vooruitgegaan, want hij bestond vóór mij” (Joh. 1:29, 30). Waar had Jezus echter vóór Johannes de Doper bestaan, aangezien hij niet vóór Johannes als een mens op aarde had geleefd? Het was in de hemel. Daar had hij als een Zoon van God bestaan. Daar genoot hij persoonlijk contact en persoonlijke omgang met zijn hemelse Vader. Dit verklaart waarom hij op de avond voordat hij buiten de muren van Jeruzalem als een martelaar stierf, in gebed tot zijn hemelse Vader zei: „Ik heb u op de aarde verheerlijkt, daar ik het werk heb voleindigd dat gij mij te doen hebt gegeven. Daarom Vader, verheerlijk gij nu mij naast uzelf met de heerlijkheid die ik naast u had voordat de wereld was.” — Joh. 17:4, 5.
23. Vanwaar had God zijn Zoon naar de wereld gezonden, en hoe?
23 Degene die Jezus Christus, „het Lam van God”, werd, had dus als een Zoon van God naast zijn hemelse Vader in het onzichtbare geestenrijk bestaan. Om de menselijke Zoon van God onder de naam Jezus Christus te worden, moest hij zijn leven derhalve door de Almachtige God vanuit de hemel naar de menselijke eicel in het lichaam van de joodse maagd laten overbrengen. Op deze wijze bleef God ten tijde van zijn geboorte in Bethlehem zijn Vader. God kan het leven van zijn Zoon alleen op wonderbare wijze vanuit de hemel hebben overgebracht, zodat hij zijn Zoon op deze wijze ’uitzond’, zoals Jezus Christus tot de joodse regeerder Nikodémus zei: „God heeft de wereld [van de mensheid] zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben. Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld uitgezonden opdat hij de wereld zou oordelen, maar opdat de wereld door bemiddeling van hem gered zou worden.” — Joh. 3:16, 17.
24. Waarom hebben wij Gods Zoon als „het Lam” nodig?
24 Op deze wijze zien wij hoe God de ene mens verschafte die wij voor onze eeuwige redding nodig hadden, de enige mens die de gelijke was van Adam gedurende zijn volmaaktheid en zondeloosheid in de Hof van Eden. Hij was de enige mens die zich aan God kon aanbieden om als „het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt”, geofferd te worden (Joh. 1:29). Omdat hierbij ook onze zonde is inbegrepen, hebben wij hem nodig.
-
-
Waarom wij het koninkrijk van Jezus Christus nodig hebbenDe Wachttoren 1976 | 15 april
-
-
Waarom wij het koninkrijk van Jezus Christus nodig hebben
1. Als een zoon van welke „god” werd Jezus geboren, en waarom was dit geen toeval?
WIJ merken één belangrijk ding op met betrekking tot de Zoon van God, die tijdens de eerste eeuw van onze Gewone Tijdrekening als mens op aarde was. Hij werd niet in een hindoeïstische familie in India geboren. Hij werd niet in een boeddhistische familie in Tibet geboren, en ook niet in de koninklijke familie van het oude China, noch in de familie van de keizer of caesar van Rome (Esth. 1:1; Luk. 2:1, 2). Het was veeleer zo dat hij „naar het vlees uit het zaad van David is gesproten” (Rom. 1:3). Dit was geen toeval. Deze Zoon van God móest als het „zaad van David” geboren worden. Dit was de reden waarom God een maagd uit het geslacht van David van Bethlehem uitkoos om de moeder van Jezus Christus te worden (Luk. 1:26-32). Deze Maria was een aanbidster van de God die haar op bovennatuurlijke wijze zwanger had gemaakt, en derhalve werd haar zoon niet als de zoon van de een of andere hindoeïstische god of van de een of andere boeddhistische godheid of van de Romeinse Jupiter of van de Griekse Zeus geboren. — Luk. 1:34-55; Hand. 14:12, 13.
2. Waarom hoefde Jezus niet in de stam Levi of in het geslacht van Aäron geboren te worden om het offerandelijke Lam te zijn, en op welke dag stierf hij?
2 In het oude Israël behoorde koning David tot de stam Juda, een stam waaruit geen priesters werden genomen om offers te brengen. Niettemin kon Jezus Christus als „het zaad van David” uit de stam Juda geboren worden en toch „het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt” worden (Joh. 1:29). Hij hoefde niet uit de stam Levi en van het priesterlijke geslacht van Aäron te zijn, uit welk geslacht de priesters van Israël werden genomen. Hij kon in Davids stam, de stam Juda, geboren worden en toch een volmaakte, zondeloze man zijn die als een voor God aanvaardbaar offer kon dienen omdat hij volmaakt was en niet door zonde besmet. De volmaaktheid en zondeloosheid die hij als de Zoon van God in de hemel had
-