Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w70 1/7 blz. 405-408
  • De druk die zou kunnen ontmoedigen overwinnen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De druk die zou kunnen ontmoedigen overwinnen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DRUK VAN DE ZIJDE VAN COLLEGA’S, FAMILIELEDEN, VROEGERE VRIENDEN
  • ONVERSCHILLIGHEID
  • SPREEKVAARDIGHEID
  • ONTMOEDIGT U ANDEREN?
  • U KUNT DE DRUK OVERWINNEN
  • Hoe je kunt vechten tegen ontmoediging
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2020
  • Wat is er te doen aan ontmoediging?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1999
  • Hoe ontmoediging te overwinnen
    Ontwaakt! 1975
  • Moedig elkaar aan omdat de dag nadert
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
w70 1/7 blz. 405-408

De druk die zou kunnen ontmoedigen overwinnen

VOELT u zich ooit ontmoedigd? Dat is niets vreemds! Er zijn nog veel meer mensen die zich soms aan een druk blootgesteld voelen welke hen op een of andere wijze zou kunnen ontmoedigen. Zulke neerslachtige gevoelens zijn bovendien niet nieuw.

Misschien hebt u een taak op u genomen waarvan u meent dat die beslist de moeite waard is, zoals bijvoorbeeld het bestuderen van een nieuwe taal. Of misschien bent u ermee begonnen een nieuwe en betere levenswijze in de christelijke bediening te volgen. In het begin dacht u dat niets u ertoe zou kunnen brengen de moed op te geven, maar toen gebeurde er iets. Uit de een of andere hoek komt er druk die u zou kunnen ontmoedigen.

Soms moet de oorzaak vanzelfsprekend bij onszelf gezocht worden. Misschien is iemand ziek geweest of is hij fysiek of mentaal uitgeput. Men kan dan heel gemakkelijk ontmoedigd raken. Iemand die gezond en uitgerust is, kan problemen daarentegen optimistisch bezien.

Hoewel wij bij onszelf de druk kunnen voelen waardoor wij ontmoedigd zouden kunnen raken, zijn er meestal invloeden van buiten bij betrokken. Dit is het geval wanneer wij persoonlijke beproevingen meemaken of een gevoel van persoonlijke onbekwaamheid of bittere teleurstelling ervaren. Iemand die ontmoedigd is, lijdt tijdelijk aan verlies van optimisme, moed en hoop; hij voelt zich neerslachtig. Hoe kunnen wij de druk die ons dreigt te ontmoedigen, overwinnen?

DRUK VAN DE ZIJDE VAN COLLEGA’S, FAMILIELEDEN, VROEGERE VRIENDEN

Een veel voorkomende vorm van druk waaraan iemand blootgesteld kan zijn, wordt gevormd door voortdurende kleinerende opmerkingen over zijn religie van de zijde van zijn collega’s. Waarom zeggen zij zulke dingen? Voordat hij tot een nauwkeurige kennis van Gods rechtvaardige beginselen kwam, heeft hij zich misschien met zulke collega’s overgegeven aan „daden van losbandig gedrag, wellusten, overdaad van wijn, brasserijen, drinkpartijen en onwettige afgoderijen”. Zij hadden toen niets kleinerends over zijn religie te zeggen. Maar omdat hij nu „niet langer met hen deze weg bewandelt naar dezelfde lage poel van liederlijkheid, staan zij vreemd te kijken en gaan zij voort schimpend over [hem] te spreken” (1 Petr. 4:3, 4). Wanneer zulke kleinerende opmerkingen door hem gebruikt kunnen worden als gelegenheden om zijn collega’s te vertellen wat de reden vormt voor zijn christelijke gedrag, is dat prachtig! Maar soms moeten deze opmerkingen gewoon worden genegeerd. In ieder geval is er moed voor nodig om ondanks deze soort van druk voorwaarts te gaan.

Nog een soort van druk die overwonnen moet worden, is die welke iemand ondervindt als zijn religie en krachtsinspanningen om Jehovah te dienen door zijn eigen gezinsleden worden gekleineerd. Het kan ook zijn dat de kritiek op iemands geloof van de zijde van andere familieleden komt. Dit kan een heel zware beproeving vormen op iemands toewijding aan God en Christus. Jezus waarschuwde: „Ik ben gekomen om verdeeldheid teweeg te brengen tussen de mens en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder, en tussen een jonge vrouw en haar schoonmoeder. Ja, ’s mensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn.” — Matth. 10:35, 36.

Als dit u overkomt, bestaat de beproeving er voor u in dat u toont welke band sterker is en in uw leven de boventoon voert. Is het uw houding jegens uw familieleden of uw liefde voor God en Christus? Aan deze druk toegeven, werpt noch voor uzelf noch voor uw familieleden enig nut af maar hierdoor wordt hun veeleer de voortreffelijke invloed onthouden die het feit dat u een dienstknecht van Jehovah bent, thuis op hen kan hebben (1 Kor. 7:16). U kunt deze druk overwinnen door in deze moeilijke situatie de vruchten van Gods geest ten toon te spreiden en in gedachten te houden wat Jezus tot zijn discipelen zei: „Door volharding van uw zijde zult gij uw ziel verwerven.” — Luk. 21:19; Ps. 27:10; Mark. 10:29, 30.

Bent u er onlangs mee begonnen met Jehovah’s getuigen om te gaan in hun Koninkrijkszaal? Wees er dan op voorbereid dat u van de zijde van familieleden en vroegere vrienden kleinerende opmerkingen te horen en te verduren zult krijgen over uw nieuwe metgezellen. Wees niet ontmoedigd als zij ontzet schijnen te zijn en protesteren: „Nee toch! niet een van Jehovah’s getuigen! Alles was goed geweest, maar niet dit!” Waarom zou u ontmoedigd zijn wanneer mensen zulke opmerkingen maken? Op een soortgelijke wijze trachtten de mensen negentienhonderd jaar geleden degenen te ontmoedigen die naar Jezus luisterden, zeggende: „Zijt gij soms ook misleid? Heeft soms een van de regeerders of van de Farizeeën [mensen die wat te betekenen hadden!] geloof in hem gesteld?” Vat moed; dien hen van repliek, zoals Nikodémus dit deed. — Joh. 7:47-51; 1 Kor. 1:26-29.

ONVERSCHILLIGHEID

De onverschillige houding van de mensen die wij in de van-huis-tot-huisbediening ontmoeten, oefent ook een zekere druk uit waardoor sommige christelijke bedienaren ontmoedigd zouden kunnen raken. In sommige gebieden kan een prediker uren achtereen van huis tot huis gaan zonder veel belangstelling aan te treffen; bij sommige deuren kan hij maar heel kort spreken, bij veel deuren treft hij een koele onverschilligheid aan en af en toe wordt hij ook nog beledigd. Maar is zijn bediening daardoor nutteloos? Hij behaagt de Schepper door gehoorzaam te zijn aan Zijn gebod om te prediken; hij geeft getuigenis, of de mensen de boodschap nu aanvaarden of verwerpen; hij werkt aan de redding van degenen die luisteren, en sommigen doen dit ook; en hij verzekert zichzelf van redding. Beslist geen nutteloze bediening! — Matth. 24:14; Ezech. 2:5; 1 Tim. 4:16.

Niet iedereen luisterde naar Jezus. De mensen in zijn woonplaats accepteerden hem niet. De christelijke bedienaar is niet meer dan Jezus en dient dus niet ontmoedigd te zijn als de mensen hem behandelen zoals zij de Zoon van God behandeld hebben (Matth. 10:24, 25). Nadat Noach veertig tot vijftig jaar had gepredikt, ging niemand anders behalve zijn eigen huisgezin de ark binnen. Mozes bleef naar Farao teruggaan, niet omdat hij dacht dat Farao zich bij de ware aanbidding zou aansluiten, maar omdat hij Jehovah wilde gehoorzamen. En in het geval van Jeremia zei Jehovah niet: ’Ik heb een fijn gebied voor jou als predikingstoewijzing’, maar veeleer: ’Als je predikt, zullen zij beslist tegen je strijden.’ Wees dus niet ontmoedigd; als u zich op Jehovah verlaat, zal hij met u zijn, evenals hij met Jeremia was. — Jer. 1:19.

SPREEKVAARDIGHEID

Soms kan iemand ontmoedigd raken omdat hij zijn spreekvaardigheid vergelijkt met die van iemand anders die heel goed van de tongriem gesneden is. Ook zou een christelijke bedienaar zich onbekwaam kunnen voelen om de meer onderlegde personen in zijn predikingsgebied met de boodschap te benaderen. Hij dient echter in gedachten te houden dat hoe gebrekkig zijn spraak ook is, deze in zeker opzicht toch beter is dan die van degenen die hij bezoekt, omdat zij helemaal niet kunnen spreken over het voornemen dat de Schepper voor onze tijd heeft.

Nog niet zo lang geleden was een oudere christelijke bedienaar op Taiwan, die pas had leren lezen, heel erg ontmoedigd omdat hem tijdens zijn van-huis-tot-huisbediening een vraag werd gesteld over een fundamentele leerstellige aangelegenheid die hij niet kon beantwoorden. Hoe overwon hij zijn ontmoediging? Hij nam de raad ter harte van een behulpzame christelijke metgezel dat hij grondiger moest studeren, waarbij hij thuis de kunst van onderwijzen met behulp van een nieuw bijbels studiehulpmiddel in de Amis-taal kon toepassen. Enige tijd later deed hij een bijzonder vreugdevolle en aanmoedigende ervaring op. Hij ontmoette een seminariestudent van zijn eigen stam die het opnam voor de leerstelling van de Drieëenheid. Deze keer was de bedienaar in staat de punten te gebruiken die hij had geleerd door zijn gezinsleden te onderwijzen hoe zij tegenwerpingen over dit onderwerp en andere leerstellige kwesties konden ontzenuwen.

Het is goed om van meet af aan te beseffen dat velen in het begin belangstelling zullen tonen maar later zullen terugvallen. Zoals in Jezus’ gelijkenis in Matthéüs 13:3-9 was voorzegd, zouden niet alle zaadjes zich ontwikkelen totdat zij het rijpe, vruchten afwerpende stadium zouden bereiken. Sommigen vallen snel af als gevolg van vervolging, anderen bereiken het punt dat zij Gods waarheid aanvaarden maar, als gevolg van de houding van hun familieleden of kennissen, door mensenvrees bezwijken. Anderen worden verstikt doordat zij het „te druk” hebben met ontspanning en het najagen van materialistische doeleinden. Jehovah’s dienstknechten dienen niet ontmoedigd te zijn. Zij hebben het Woord van God gehoord. Jehovah’s zegen zal op hen rusten indien zij het thans „vasthouden en met volharding vrucht dragen”. — Luk. 8:15.

ONTMOEDIGT U ANDEREN?

Beseffend hoe onze dierbare familieleden en onze christelijke broeders reageren wanneer zij ontmoedigd zijn, zullen ware christenen zich ervan trachten te weerhouden iets te zeggen of te doen waardoor anderen ontmoedigd zouden kunnen raken. Wanneer iemand verdiende lof wordt onthouden, zal de persoon wie dit overkomt een bepaalde druk kunnen voelen welke tot ontmoediging zou kunnen leiden. Een gast zei tijdens een maaltijd bijvoorbeeld tegen zijn vriend: „Je vrouw is een goede kokkin.” De gastheer zei: „Inderdaad, maar ik zou het haar maar niet zeggen.” De gast merkte op dat de onderlinge verhouding in dat huisgezin niet zo aangenaam was als daar waar de gezinsleden zich prijzend en met waardering tegenover elkaar uiten. — Spr. 31:28.

Echtgenoten en kinderen varen er ook wel bij wanneer zij verdiende lof ontvangen, welke als olie is die de levensmachinerie soepel laat verlopen. Een moeder die haar dochtertje vaak een standje moest geven vertelt dat het meisje op zekere dag erg lief was geweest. Die avond hoorde de moeder haar snikken. Het meisje vroeg tussen de snikken door: „Ben ik vandaag niet lief en gehoorzaam geweest?” De moeder gaf toe dat de vraag haar als een messteek trof. Hoewel haar dochtertje haar uiterste best had gedaan om gehoorzaam te zijn, had zij haar in bed gestopt zonder er ook maar met één woord van waardering over te reppen. Dit veroorzaakte ontmoediging.

Druk waardoor men ontmoedigd zou kunnen raken, kan zelfs komen van goed bedoelde maar misleide vrienden of christelijke broeders. Toen Jezus zijn discipelen vertelde over het lijden dat hij in Gods dienst moest ondergaan, nam Petrus hem in zijn oprechtheid „terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden”, maar Jezus weerstond deze druk en berispte de sentimentele Petrus streng. — Matth. 16:21-23, SW.

In een bepaald Afrikaans land was onlangs grote behoefte aan een rijpe, ervaren zendeling die als districtsopziener zou reizen en gemeenten van christelijke bedienaren zou bezoeken. Een bekwame prediker dacht er ernstig over deze toewijzing op zich te nemen, welke enkele gevaren en veel ontberingen en beproevingen inhield. Enkele metgezellen van hem legden de nadruk op deze moeilijkheden en hun opmerkingen vormden een bron van druk die beslist niet aanmoedigend was. Zou hij het dienstvoorrecht accepteren of zich door uitingen laten beïnvloeden die „niet Gods gedachten maar die der mensen” waren? Hij beschouwde de kwestie onder gebed, aanvaardde de diensttoewijzing en ervaart nu talrijke vreugden en zegeningen in deze tak van dienst.

Als u voor net zulke omstandigheden komt te staan en weet wat Jehovah’s wil voor u is, laat uw antwoord tot degenen die u trachten te ontmoedigen, dan net zo zijn als dat van de apostel Paulus: „Wat doet gij door te wenen en mijn hart week te maken? Weest ervan verzekerd dat ik bereid ben mij te Jeruzalem niet alleen te laten binden, maar er ook te sterven voor de naam van de Heer Jezus.” — Hand. 21:12-14.

Wees derhalve geen bron van ontmoediging-veroorzakende druk. „Daarentegen vermanen wij u, broeders, wijst de wanordelijken terecht, spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken, weest lankmoedig jegens allen.” — 1 Thess. 5:14.

U KUNT DE DRUK OVERWINNEN

U kunt de druk die u dreigt te ontmoedigen, overwinnen. Jezus Christus heeft dit gedaan. „Gij werdt trouwens tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden. Hij heeft geen zonde begaan, noch werd er bedrog in zijn mond gevonden. Wanneer hij werd beschimpt, ging hij niet terugschimpen, wanneer hij leed, ging hij niet dreigen, maar hij bleef zich toevertrouwen aan degene die rechtvaardig oordeelt.” — 1 Petr. 2:21-23.

Ja, u kunt de druk overwinnen. Jeremia heeft dit gedaan. Hoe? Hij bleef zijn gedachten door middel van gebed op Jehovah richten en spoorde zich tot nog ijveriger activiteit in Jehovah’s dienst aan. — Jer. 20:11, 13.

U kunt de druk overwinnen, evenals Paulus dit heeft gedaan. Hoewel hij „in elk opzicht [werd] bestookt . . . vervolgd . . . neergeworpen . . . met de dood geconfronteerd”, „op alle manieren gekweld”, verliet hij zich op „God, die de terneergeslagenen troost” (2 Kor. 4:8-11; 7:5, 6). Laat deze en andere getrouwe voorbeelden u aanmoedigen de juiste weg te blijven volgen.

Wat te doen als collega’s, familieleden en kennissen tegenstand blijven bieden of onverschillig blijven? Houd in gedachten wat Jezus heeft voorzegd: „Ik zeg u: In die nacht zullen er twee mannen in één bed zijn; de een zal meegenomen maar de ander verlaten worden. Er zullen twee vrouwen aan dezelfde molen malen; de een zal meegenomen, maar de ander verlaten worden” (Luk. 17:34, 35). U wilt toch niet tot degenen behoren die door God „verlaten” worden? U wilt tot degenen behoren die „meegenomen” worden, dat wil zeggen, tot degenen die een gunstige positie voor het aangezicht van God innemen en die op de weg naar redding worden geleid.

Blijf dus de juiste kijk behouden; u zult hierdoor worden geholpen onder moeilijke omstandigheden te volharden. Ga met medegelovigen om; geniet van de uitwisseling van aanmoediging op vergaderingen van de christelijke gemeente. Hun goede berichten en ervaringen zullen u aanmoedigen. Lees de bijbel; hierin zult u het „woord van aanmoediging” aantreffen (Hebr. 13:22). Doe er moeite voor geen dag voorbij te laten gaan waarin u niet wat geestelijk voedsel tot u neemt (Joz. 1:8). Wend u tot Jehovah, de God van alle vertroosting; verlaat u op Hem. Tracht meer geluk te verwerven door aan anderen te geven. Geef de moed niet op. Wees vastbesloten de druk te overwinnen die zou kunnen ontmoedigen. Met Jehovah’s hulp kunt en zult u hierin slagen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen