Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w79 1/11 blz. 24-25
  • Nathánaël — Een man in wie geen bedrog was

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Nathánaël — Een man in wie geen bedrog was
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • Vergelijkbare artikelen
  • Nathánaël — Een apostel?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • Nathanaël
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Nathanaël
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Bartholomeüs
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
w79 1/11 blz. 24-25

Nathánaël — Een man in wie geen bedrog was

HET zou voor een man beslist een grote eer zijn een ware Israëliet ’in wie geen bedrog is, genoemd te worden. Die eer zou zelfs nog groter zijn, indien de prijzende opmerking afkomstig was van iemand wiens oordeel als verre superieur aan dat van alle andere mannen werd beschouwd. Nathánaël, die ook bekendstaat als Bartholoméüs, viel die grote eer te beurt. Niemand minder dan de Zoon van God zei betreffende hem: „Zie, stellig een Israëliet, in wie geen bedrog is — Joh. 1:47.

Jezus Christus sprak deze woorden voordat Nathánaël een van de twaalf apostelen werd. Volgens het verslag dat door de apostel Johannes werd opgetekend, had Jezus Filippus uitgenodigd zijn volgeling te worden. Filippus zocht op zijn beurt zijn vriend Nathánaël op en deelde hem het vreugdevolle nieuws mee: „Wij hebben degene gevonden over wie Mozes, in de Wet, en de Profeten hebben geschreven, Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth.” — Joh. 1:45.

Dit klonk Nathánaël ongeloofwaardig in de oren. Hij antwoordde: „Kan uit Nazareth iets goeds komen?” (Joh. 1:46a). Ongetwijfeld was hij bekend met de volgende woorden uit Micha’s profetie: „Gij, o Bethlehem Efratha, die te klein zijt om onder de duizenden van Juda gerekend te worden, uit u zal mij voortkomen degene die heerser in Israël zal worden, wiens oorsprong is uit oude tijden, uit de dagen van onbepaalde tijd” (Micha 5:2). Daarom was het voor hem niet gemakkelijk onmiddellijk te accepteren dat de Messías in verband zou worden gebracht met het naburige Nazareth in Galiléa. Nathánaëls vraag hield in dat de stad niets bezat wat haar zou aanbevelen als een plaats waaruit iets werkelijk goeds te verwachten was. Daarom kon Nazareth zeker niet de stad zijn vanwaar degene die in de Wet en de Profeten was voorzegd, zou komen.

Filippus ging niet met Nathánaël over het punt redetwisten, maar nodigde hem uit te ’komen kijken’. Het is prijzenswaardig dat Nathánaël niet toeliet dat zijn vooroordeel hem verhinderde een onbevangen onderzoek in te stellen, maar dat hij op de uitnodiging van zijn vriend inging. Toen Jezus Nathánaël in het oog kreeg, zei hij: „Zie, stellig een Israëliet, in wie geen bedrog is” (Joh. 1:46b, 47). Hoewel alle nakomelingen van Jakob Israëlieten zijn, zijn niet allen Israëlieten in de ware zin van het woord. De naam „Israël” betekent „[volhardende] strijder met God” en deze naam werd aan Jakob gegeven nadat hij met een engel had geworsteld om een zegen voor zichzelf te bemachtigen. In tegenstelling tot zijn broer Esau, had Jakob waardering voor heilige dingen en was hij bereid zich krachtig in te spannen ten einde Gods gunst te verwerven (Gen. 32:22-28; Hebr. 12:16). Als een ware Israëliet stelde Nathánaël dus geloof in de goddelijke beloften en had hij er waardering voor. Hij was niet louter door geboorte een Israëliet, maar in daad en in waarheid, want hij legde dezelfde verknochtheid aan Gods wil aan de dag als zijn voorvader Jakob. Er was niets bedrieglijks, huichelachtigs of oneerlijks in Nathánaël. Naar de mening van Jezus Christus was hij een oprecht man.

Hoe reageerde Nathánaël? Hij reageerde op Jezus’ woorden met een vraag: „Hoe komt het dat gij mij kent?” Ja, welke basis had Jezus voor zijn bewering? Vervolgens kwam het antwoord van Gods Zoon: „Voordat Filippus u riep, terwijl gij onder de vijgeboom waart, zag ik u” (Joh. 1:48). Onmiddellijk begreep Nathánaël het. Iets in verband met de reden waarom hij onder de vijgeboom was, verschafte het bewijs dat hij een ware Israëliet zonder bedrog was. Daarom bevatten Jezus’ woorden een persoonlijk getuigenis aan hem, en bevestigden ze dat de spreker miraculeuze kennis bezat. Of Nathánaël onder de takken van die boom in eenzame meditatie of in gebed was verdiept, weten wij niet. Het voorval in verband met de vijgeboom was echter van dien aard dat het, in Nathánaëls geest, een krachtige basis legde voor wat de Zoon van God over hem zei.

De betekenis van Jezus’ woorden verwijderde alle twijfel uit Nathánaëls geest en hart. Vol geloof verklaarde hij: „Rabbi, gij zijt de Zoon van God, gij zijt Koning van Israël.” — Joh. 1:49.

Vanaf die tijd zag Nathánaël de volgende woorden van Jezus Christus in vervulling gaan: „Omdat ik tot u zei dat ik u onder de vijgeboom zag, gelooft gij? Gij zult grotere dingen zien dan deze” (Joh. 1:50). Op een bruiloftsfeest in zijn woonplaats Kana in Galiléa, was Nathánaël getuige van Jezus’ eerste wonder, het veranderen van water in voortreffelijke wijn (Joh. 2:1-11; 21:2). Samen met de elf anderen die later als apostelen werden aangesteld, zag Nathánaël Jezus de zieken genezen, demonen uitwerpen en zelfs de doden opwekken. Evenals de andere apostelen, ontving Nathánaël de macht wonderen te verrichten en een aandeel te hebben aan het verbreiden van het opwindende nieuws: „Het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen” (Matth. 10:1-8). Bovendien heeft Nathánaël, tijdens Christus’ aardse bediening, voordeel getrokken van het onderwijs en de opleiding waarin Jezus voorzag.

Evenals de Zoon van God wist wat voor persoon Nathánaël in de grond van zijn hart was, weet hij ook de werkelijke beweegreden van allen die in deze tijd belijden zijn discipelen te zijn (Openb. 2:23). Mogen wij er daarom naar streven personen te zijn in wie geen bedrog is, opdat wij, net als Nathánaël, dingen te zien krijgen die groter zijn dan wat wij zagen toen wij voor het eerst ons geloof in Jehovah God en zijn Zoon beleden.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen