Hoe kunt voor uw bejaarde ouders zorgen?
„TJA, uw moeder wordt nu hulpbehoevend”, zei de dokter, „en daarom lijkt het me goed als wij eens gaan kijken of er een plaatsje voor haar vrij is in een rusthuis.”
De dochter schrok. Ook haar moeder schrok, maar anders — pijnlijk. Het spookbeeld van een ongezellig groot huis doemde voor haar op, en zij zag zichzelf al tussen ongelukkige oudjes zitten. De warme stem van haar dochter bracht haar echter weer tot de werkelijkheid terug.
„Wees maar niet bang, moeder. Ik praat er meteen met Jan over of u bij ons kunt komen.”
Haar moeder schudde het hoofd. „Dat kan toch niet, lieve kind. Je hebt al zo’n druk gezin, en . . .”
De dochter schreef later: „Haar mond zei: ’Nee’, maar haar ogen smeekten: ’Laat me alsjeblieft niet alleen; neem me mee.’”
Toch zijn er werkelijk goede tehuizen voor bejaarden. Was het dan niet beter geweest als die moeder in een daarvan was opgenomen? Want nu moest de dochter, bij de zorg voor haar eigen gezin, ook nog voor haar moeder zorgen. Zou zij eigenlijk wel in het gezinnetje van haar dochter passen?
Er rijzen ongetwijfeld heel wat van zulke vragen. En naarmate er steeds meer oudere mensen komen, moeten meer gezinnen deze vragen onder de ogen zien. Geeft de bijbel soms ook leiding op dit terrein?
HET VOORBEELD VAN JEZUS
Toen Jezus Christus aan de paal hing, dacht hij ondanks zijn hevige pijnen aan de situatie van zijn ouder wordende moeder. Maria was toen klaarblijkelijk een weduwe, en vlak voor zijn dood dacht Jezus gewetensvol aan de verzorging die zij nodig zou hebben nadat hij was gestorven. Zijn vleselijke halfbroers hadden nog geen geloof in hem geoefend; zij waren geen discipelen van hem. Daarom vertrouwde Jezus de zorg voor zijn moeder Maria toe aan Johannes, de discipel die hij het meeste liefhad. De bijbel zegt over de situatie daar bij de martelpaal:
„Toen nu Jezus zijn moeder zag staan en bij haar de discipel die hij liefhad [Johannes], zei hij tot zijn moeder: ’Vrouw, zie! uw zoon!’ Vervolgens zei hij tot de discipel: ’Zie! Uw moeder!’ En van dat uur af nam de discipel haar bij zich in huis.” — Joh. 19:26, 27.
Het is Gods wil dat ouders met veel consideratie en achting worden bejegend, zoals zijn wet te kennen geeft. Jezus handelde dan ook in overeenstemming met het vijfde gebod van de aan Israël gegeven Tien Geboden, dat luidt: „Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen lang mogen blijken te zijn op de grond die Jehovah, uw God, u geeft.” Dankbaarheid die jegens ouders wordt getoond, zal derhalve rijkelijk door Jehovah gezegend worden. — Ex. 20:12.
EEN GOEDE REGELING VERWATERDE
Zoals met zoveel andere wetten gebeurde, raakte gaandeweg ook het vijfde gebod in diskrediet. Door zelfzucht gedreven, verwaarloosden veel joden hun ouders en vergaten zij hoe liefdevol dezen altijd voor hen hadden gezorgd. Hun religieuze leiders durfden naderhand zelfs de gedachte in te voeren dat de zorg voor ouders genegeerd kon worden als men zijn religieuze plichten maar nakwam. Jezus bestreed die dwaling krachtig. Hij zei dat een ieder die Gods geboden op zo’n wijze terzijde stelde, God tevergeefs aanbad. — Mark. 7:6-13.
Jezus’ discipelen hadden een heel goed begrip van Gods vereiste dat kinderen voor behoeftige ouders, en zelfs grootouders, moesten zorgen. De apostel Paulus schreef: „Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten die dan eerst leren in hun eigen huisgezin godvruchtige toewijding te beoefenen en een passende vergoeding aan hun ouders en grootouders te blijven betalen, want dit is aangenaam in Gods ogen” (1 Tim. 5:4). Hebt u opgemerkt welke verplichting kinderen „eerst” moeten leren? Zij moeten hun ouders, en zelfs hun grootouders, de zorg vergoeden die zij hebben ontvangen toen zij jong waren. Ja, het is aangenaam in Gods ogen wanneer kinderen zorg dragen voor hun ouders en grootouders die niet langer voor zichzelf kunnen zorgen.
In de wereld waarin wij nu leven, is weinig overgebleven van het ’eren van vader en moeder’. Vaak huldigt men veeleer de stelregel: „Iedereen moet maar voor zichzelf zorgen; ik heb het al moeilijk genoeg.” Wat deze harde mentaliteit tot gevolg heeft gehad, zien wij dagelijks om ons heen: Miljoenen oudere mensen hebben een afschuwelijke „levensavond”, omdat bijna niemand zich om hen bekommert.
WAT HEBBEN DE BEJAARDEN NODIG?
Soms worden mensen aan het einde van hun leven even hulpeloos als aan het begin ervan. Maar de hulpeloosheid van oude mensen wordt vaak veeleer als een last beschouwd, in plaats dat men erdoor wordt vertederd, zoals in het geval van baby’s. Een hulpeloze baby in de armen van zijn moeder krijgt veel aandacht; maar als ergens een moegestreden mens binnenkomt, let haast niemand op hem. „O, die heeft zijn tijd gehad”, schijnen velen te denken.
Ouderdom en moeheid gaan veelal hand in hand. Dingen die anderen normaal kunnen doen, vormen voor ouderen soms een enorme inspanning. Zelfs de dagelijkse huishoudelijke karweitjes kunnen te zwaar voor hen zijn, om nog maar niet te spreken van een grote schoonmaakbeurt, schilderwerk, werk in de tuin, enzovoort.
Bejaarden zijn soms zo moe dat zij niet in staat zijn een warme maaltijd klaar te maken of boodschappen te doen. Juist oudere mensen hebben echter goede voeding nodig. Vaak verzuimen zij verse vruchten en groenten te eten. En omdat oudere mensen vaak te weinig drinken, kunnen zij aan uitdrogingsverschijnselen gaan lijden, wat weer aanleiding tot sufheid en verwardheid kan geven.
Lawaai en drukte gaan personen op leeftijd graag uit de weg. Liever slaan zij het leven van alledag vanuit een rustig hoekje gade. Maar denk erom dat zij over het algemeen tot het einde toe belangstelling blijven hebben voor wat er om hen heen gebeurt. Zou u graag na een druk en interessant leven volledig worden uitgeschakeld? Nee toch? De ergste „straf” waartoe men een bejaarde kan veroordelen, is zinloze eenzaamheid. Maar als bejaarde ouders in een bejaardentehuis worden ondergebracht, opdat zij niemand in de weg zullen lopen, kan dit hen juist tot zo’n straf veroordelen.
Dit wil echter niet zeggen dat een bejaardentehuis of een verpleegtehuis onder bepaalde omstandigheden niet de beste oplossing voor uw bejaarde ouders zou kunnen zijn. Hun fysieke toestand kan van dien aard zijn dat zij meestal het bed moeten houden of zelfs totaal bedlegerig zijn, zodat zij voortdurend verpleegd moeten worden. U moet misschien werken om de rekeningen te betalen, zodat u niet thuis kunt blijven om die zorg te verschaffen. Misschien is er ook geen ander familielid die dit kan doen. Sommige bejaardentehuizen of verpleegtehuizen blijken voor mensen in zulke omstandigheden een goede voorziening te zijn.
WAT KAN ER GEDAAN WORDEN?
Eén echtpaar zei: „Wij lieten vader en moeder zelf kiezen: een bejaardentehuis of bij ons. Hun keus was gauw gemaakt: bij ons.”
Maar dan komt de vraag: Hoe kunnen wij plaats voor hen maken? Hoewel dit niet in elk gezin mogelijk zal zijn, hebben velen een oplossing kunnen vinden. Als het huis een zolder heeft, vinden vooral jongens het prachtig daar te mogen slapen. Ook stapelbedden in de kamer van de kinderen zouden een oplossing kunnen zijn. Misschien kan het gehele gezin naar een groter huis verhuizen, zodat er een kamer beschikbaar komt voor opa of oma, of voor hen beiden.
Een min of meer invalide in huis krijgen, vereist bepaalde voorzorgen. Dan zijn losse kleedjes op de vloer uit den boze. Vraag u ook af: Is het licht op de gangen helder genoeg? Zijn er handgrepen in de muren van de W.C. en enkele in de gang? Staat hun bed op een gemakkelijke hoogte? Is er een bel die zij kunnen gebruiken als zij ’s nachts hulp nodig hebben?
Een hele dag niets doen is niet heilzaam, zeker niet voor bejaarden. Er zijn altijd wel klusjes die zij graag willen doen — van aardappelen schillen tot babysitter (als zij tenminste nog een beetje uit de voeten kunnen). Zo leerde een christelijke vrouw haar blinde moeder nog breien, waardoor deze oude vrouw zich veel gelukkiger voelde. Als ouderen iets nog redelijk kunnen doen, bemoeder hen dan niet, ook al gaat het misschien niet zo netjes als wij het zelf zouden hebben gedaan.
Doch niets breekt de dag voor bejaarden zo heerlijk als omgang met kinderen. En vele kleintjes genieten intens van zulke omgang! Waarschijnlijk heeft niemand zoveel tijd voor hen en kan niemand hun zoveel interessante verhaaltjes en ervaringen vertellen als juist opa en oma.
Als een bejaarde ouder niet meer in staat is om te lopen, kan het raadzaam zijn een invalidewagen aan te schaffen. Het kost in het begin misschien wel even moeite om oma of opa erin te krijgen (”Wat zullen de mensen wel denken?”). Maar als hij of zij bemerkt dat het nu mogelijk is geworden vaker buiten te komen, verstommen alle bezwaren meestal al gauw.
Maar wat kan er voor behoeftige ouders gedaan worden als zij op zichzelf willen wonen of als zij ten slotte toch naar een bejaardentehuis gaan? In zulke gevallen zijn sommige christenen verhuisd om dichter bij hun hulpbehoevende of eenzame ouders te kunnen zijn. Ook mag misschien een van de kleinkinderen een nachtje bij de grootouders logeren. Of als zij in een bejaardentehuis of een verpleegtehuis zijn, kunnen er geregelde bezoeken bij hen worden gebracht. Als het niet mogelijk is dichter bij hen in de buurt te gaan wonen, kunt u misschien iemand in die omgeving vragen geregeld even bij uw ouders te gaan kijken.
Toch zal het van tijd tot tijd nodig zijn dat u zelf uw bejaarde ouders of grootouders opzoekt om een kleine „inspectie” te houden: Krijgen zij alles wat zij nodig hebben aan voeding en warmte? Is alles schoon? Moet er iets gerepareerd worden? Vereenzamen zij niet? Hoe staat het met hun gezondheid? Houd in gedachte dat het uw verantwoordelijkheid is erop toe te zien dat zij de juiste verzorging ontvangen.
Uw bejaarde ouders hebben er vooral behoefte aan dat u hen duidelijk laat voelen dat u heel veel van hen houdt en dat zij u niet tot last zijn. Sla zo nu en dan eens gezellig uw arm om hen heen en knuffel hen eens fijn. Oudere mensen hebben veel behoefte aan liefdevolle warmte en aanraking. En luister aandachtig wanneer uw ouders u iets vertellen, ook al heeft u het allemaal al eerder gehoord. Het is erg verdrietig voor oudere mensen als zij merken dat men geen aandacht meer aan hun woorden schenkt. Het gevoel dat zij niet gewenst zijn, heeft somberheid tot gevolg en kan tot een te vroege dood leiden.
DE GEMEENTE KAN VEEL DOEN
Maar zouden getrouwe, bejaarde christenen die geen gelovige kinderen hebben, van alle liefdevolle hulp verstoken moeten blijven? Neen, het is passend wanneer de christelijke gemeente, „Gods huisgezin”, zulke getrouwe christenen die op de weg van Gods waarheid oud en zwak zijn geworden, met liefdevolle zorg omringt. — 1 Tim. 3:15; 5:16.
Een geloofszuster schreef in dit verband: „Hoewel mijn man niet in de waarheid is, verzorg ik met zijn goedvinden al ruim zes jaar een zeer bejaarde geestelijke zuster van 86 jaar. Liefde voor deze zuster dreef me; ik bezag haar als mijn ’Oma’. In het begin was het een zware belasting, omdat zij iedereen commandeerde, ook de kinderen. Jehovah heeft echt geholpen. Ook de kinderen hebben geleerd met oude mensen om te gaan.”
Over een andere bejaarde zuster schreef een christelijke broeder: „Zij werd op 76-jarige leeftijd, na een hard en eenzaam leven, gedoopt. Omdat zij hartpatiënte was en ook nog moeilijk ter been werd, moest zij een betere verzorging hebben. Zij was toen 81 jaar en wij waren nog jong en nog geen twee jaar getrouwd. Wij zijn erin geslaagd deze jaren van haar leven wat aangenamer te maken door haar iedere dag, al was het maar even, te bezoeken. Wij regelen al haar aangelegenheden, en mijn vrouw wast en kookt voor haar. Het grootste geschenk dat wij haar konden geven, was onze zoon naar haar te vernoemen. Zij huilde toen en zei: ’Nu ben ik ook nog echt Oma geworden.’”
Anderen in de christelijke gemeente kunnen veel doen om erop toe te zien dat de ouderen in hun midden de zorg ontvangen die Jehovah God hun heeft toegedacht. Ziet u kans anderen in dit opzicht te helpen?
EEN REGELING DIE DOOR GOD WORDT GEZEGEND
Vanzelfsprekend betekent het een grote zorg om uw bejaarde ouders in huis op te nemen. Beschouw echter eens enkele commentaren van hen die dit hebben gedaan:
„Het is een groot getuigenis”, merkte één persoon op. „De aanwezigheid van een oude moeder in het gezin bevordert zeker de band van eenheid.”
Een andere christen schreef: „Onze zegeningen zijn dat wij elkaar als man en vrouw meer zijn gaan waarderen, en wij hebben geleerd te volharden.”
Weer een ander schreef: „Toen moeder bij ons inkwam, was zij hulpbehoevend geworden. Maar stap voor stap heeft zij haar werk in het gezin uitgebreid, en tegelijk daarmee is zij weer sterker en gezonder geworden.”
Wat gaat u nu doen als een van uw ouders, of misschien wel beiden, hulpbehoevend worden? Waarom zou u er niet eens rustig voor gaan zitten om te overdenken wat uw ouders in uw jeugd, en zelfs nog daarna, allemaal voor u hebben gedaan. Vraag u af: Hoe zou het er met mij voorstaan als ik hen al vroeg had moeten missen? Welk voorbeeld kan ik mijn kinderen geven door liefdevol voor mijn ouders te zorgen? En ook: Wat wil God dat ik doe? Zijn antwoord luidt: „Onthoud het goede niet aan degenen die het toekomt, wanneer het in de macht van uw hand ligt het te doen.” — Spr. 3:27.
[Illustratie op blz. 3]
Jezus vertrouwde de zorg voor zijn moeder aan zijn discipel Johannes toe
[Illustratie op blz. 4]
Christenen zijn verplicht hun ouders de zorg te vergoeden die zij ontvingen toen zij jong waren
[Illustratie op blz. 5]
Veel bejaarden hebben hulp nodig. Kunt u iets voor hen doen?
[Illustratie op blz. 6]
Bejaarde ouders ontvangen troost wanneer u hun de verzekering geeft dat u van hen houdt