Wie zal ervoor zorgen dat de dag van afrekening ons tot welzijn dient?
„Wat kan ik dan doen wanneer God opstaat? En wanneer hij rekenschap vraagt, wat kan ik hem antwoorden?” — Job 31:14
1. Waarom verlangen wij, die hulpeloos onder de huidige toestanden te lijden hebben, dat er in onze tijd een dag van afrekening zal komen, en op wat voor schaal?
EEN dag van afrekening is iets goeds. Velen van ons verlangen ernaar dat de dingen tot ieders welzijn rechtgezet worden. Ja, zo’n dag zouden wij echt kunnen toejuichen. Het onrecht dat wordt begaan, de onderdrukking en het bedrog, zijn ook op ons van invloed, maar zelf kunnen wij niets doen ter verlichting. Wij kunnen de kwaaddoeners niet ter verantwoording roepen. Onze troost ligt in het feit dat er ook nog zo iets bestaat als „de wet van vergelding”. Uiteindelijk zal er dus recht worden gedaan. O, als dat nu eens in òns leven mocht gebeuren! Ja, op wereldomvattende schaal! Dan zou iedereen die onrecht wordt aangedaan er voordeel van trekken.
2. Wat kan er over ons sociale en natuurlijke milieu gezegd worden, hetgeen aanleiding geeft tot welke vrees?
2 Ons sociale milieu staat er thans slecht voor. Zelfs ons natuurlijke milieu wordt vervuild en te gronde gericht. Hier moet een dag van afrekening voor komen, en wel binnenkort, zo wordt ons door autoriteiten op het gebied van de ecologie verteld. De mensheid kan er niet mee doorgaan het evenwicht in de natuurlijke processen van de aarde te verstoren zonder uiteindelijk de gevolgen ervan te ondervinden. Men vreest dat de gehele menselijke samenleving zal sterven op een aarde waar geen leven meer mogelijk is.
3. Wat valt er te zeggen over een afrekening met betrekking tot de zeden, tot oorlogsvoorbereidingen en tot iets wat als onaantastbaar, heilig, wordt beschouwd?
3 Wij zouden ook aan de dag van afrekening kunnen denken die er moet komen vanwege de achteruitgang van de goede zeden die zich in alle landen voordoet. Of aan de dag van afrekening waarmee de militaire bewapeningswedloop moet eindigen, omdat de organisatie van de Verenigde Naties geen drijfveer tot afremmen vormt maar alle natiën ertoe overgaan zich voor veiligheid op militaire paraatheid te verlaten. Er is echter nog een ander terrein van menselijke aangelegenheden waarop een afrekening moet komen, een terrein dat velen van ons wellicht onaantastbaar toeschijnt omdat het zo iets heiligs betreft. Over welk terrein spreken wij? Religie!
4. Waarom verdient religie het door een dag van afrekening overvallen te worden, en welke uitwerking zal het hebben wanneer dit gebeurt?
4 Steeds meer mensen bannen religie uit hun leven als iets dat zonder betekenis, nutteloos en zelfs schadelijk is. Dit neemt niet weg dat religie een van de invloedrijkste krachten in het leven van de mensheid blijft. Weinigen, zo die er al zijn, kunnen aan haar invloed ontkomen. Ze is verantwoordelijk gebleken voor zoveel slechtheid in het gedrag van mensen en natiën dat ze het verdient door een dag van afrekening overvallen te worden. Als dit gebeurt, zullen honderden miljoenen mensen erdoor worden verrast, en de gevolgen zullen ontzettend zijn.
5. (a) Hoe is religie de meest verdeeldheid brengende kracht ter wereld gebleken? (b) Waarom kunnen de vele religies van de christenheid en van de rest van de wereld niet alle de waarheid hebben en juist zijn?
5 Religie is in de menselijke geschiedenis de meest verdeeldheid brengende kracht ter wereld gebleken. Ze heeft tussen rassen, natiën, volken, stammen en zelfs familieleden scheiding gebracht. Op deze wijze heeft ze verdeeldheid onder de mensen veroorzaakt. Verschil van religie heeft tot bittere haat en vooroordelen geleid, en droevig genoeg tot gewelddadige conflicten en tot veten die eeuwenlang en tot op heden hebben voortgeduurd. Het deel van de religieuze wereld dat als de christenheid bekendstaat, heeft hier geen uitzondering op gevormd. Ze is in dit opzicht zelfs het meest op de voorgrond getreden. Wegens afschuwelijke oorlogen is haar gebied met ontzaglijke hoeveelheden mensenbloed doordrenkt. Hiervoor verantwoordelijk is het feit dat ze in vele honderden religieuze sekten en denominaties is verdeeld. Deze verdeeldheid op zich bewijst dat ze niet is wat ze beweert te zijn — christelijk. De christenheid met haar warboel van religies en de onderling verdeelde religies van de rest van de wereld kunnen niet alle juist zijn. Er is maar één waarheid, en deze is absoluut, aangezien ze in eendracht met zichzelf is.
6. (a) Waarom moeten alle natiën thans een dag van afrekening onder de ogen zien, en nu gezamenlijk? (b) Wat moet het voor een wezen zijn dat met de natiën zal afrekenen?
6 De tegenstrijdige religies, de natuurlijke omgeving, de morele maatstaven, het bestuur van de menselijke aangelegenheden — alle natiën zijn bij deze belangrijke dingen betrokken geweest. Geen enkele natie is foutloos gebleken. Alle hebben bewezen overtreders van juiste gedragsregels en rechtvaardige regeringsvoorschriften te zijn. In overeenstemming met het patroon van de gehele voorbijgegane menselijke geschiedenis moeten alle natiën een dag van afrekening onder de ogen zien. Maar vanwege alle snelle communicatie- en transportmiddelen en door hun onderlinge afhankelijkheid zullen de natiën die dag van afrekening nu gezamenlijk ingaan. Maar wie of wat zal met hen afrekenen? Hun nationale god of hun pantheon van goden? De wetenschap, die als een „heilige koe” wordt vereerd? De Verenigde Naties of een ander internationaal lichaam voor het regelen van de betrekkingen tussen communistische en kapitalistische natiën of tussen de arbeidersklasse en de ondernemers? Volstrekt niet, want het falen van deze dingen heeft de mensheid juist in haar hachelijke positie gebracht. Logischerwijs moet het dus het een of andere intelligente wezen zijn dat ruimschoots opgewassen is tegen alle diepgewortelde moeilijkheden van de volken en dat onpartijdig met betrekking tot rassen en natiën is, een almachtige Intelligentie die van deze dag van afrekening een dag van verademing kan maken voor allen die liefhebben wat juist is.
WAT ERVOOR NODIG IS OM EEN AFREKENING ONPARTIJDIG TE DOEN ZIJN
7. (a) In wat voor toestand zullen de natiën zich bevinden op de dag van afrekening, waarover wij hier spreken? (b) Wat voor Rechterlijke Autoriteit zou ervoor in aanmerking komen met de natiën af te rekenen?
7 Wij spreken hier niet over de een of andere denkbeeldige „Oordeelsdag” die de burgers der natiën in een geestenwereld na de dood zullen meemaken. Wij spreken over een dag van afrekening voor alle natiën terwijl ze nog volledig functioneren en ernaar streven hun bewind in de regeringsvormen die ze verkiezen, te bestendigen. Zullen de natiën de komende dag van inspectie en afrekening met de bovenmenselijke rechterlijke Autoriteit aan wie alle natiën verantwoording verschuldigd zijn, overleven? Dat is de vraag die ons als mensen die leden van deze met schuld beladen natiën zijn, aangaat. Wij wensen daarom voor de dag van afrekening een Rechterlijke Autoriteit die superieur is aan alle machteloze goden van de natiën, Iemand die niet door de rijke, hoogontwikkelde natiën omgekocht kan worden, Iemand die niet bevreesd is voor de zwaar gemilitariseerde supermachten van de wereld, zoals de Verenigde Staten van Amerika en communistisch Rusland.
8. (a) Wie willen wij dus graag als Uiteindelijke Rechter en Verschaffer van recht hebben? (b) Welke dingen in hemel en op aarde zouden niet logisch verklaard kunnen worden als zo’n Wezen niet zou bestaan?
8 O ja, in ons hart verlangen wij er instinctief naar dat het Opperwezen van het universum als de Uiteindelijke Rechter en Verschaffer van recht zal optreden. Wanneer wij hierbij stilstaan, wat zou dan met alleen onze piepkleine aarde, maar veeleer het hele universum zonder zo’n Opperwezen, zo’n Universele Soeverein, moeten beginnen? Waar zou de harmonie, de ordelijkheid in ons universum en de precisie waarmee het functioneert, zijn zonder zo’n universele Wetgever? Waar zou de heilzame samenwerking van alle onderling afhankelijke dingen waaruit onze natuurlijke omgeving bestaat, zonder zo’n Ontwerper en Schepper zijn, de ene Bron van leven voor alle dieren, planten en menselijke schepselen? Al deze dingen zouden helemaal niet bestaan. Zonder zulk een Almachtig Opperwezen zou er geen enkele verklaring voor hun bestaan zijn!
9. (a) Hoe wordt het eeuwige bestaan en de activiteit van zo’n Wezen gedemonstreerd? (b) Hoe noemde Mozes hem terecht, en in welke verhouding staat hij tot alle nationale groepen?
9 De erkenning van de noodzaak voor zo’n Wezen bracht hem er niet toe zichzelf uit niets tot bestaan te laten komen, maar dat al deze scheppingen er voor het verschijnen van de mens op aarde reeds waren, staaft en demonstreert Zijn eeuwige bestaan en activiteit. Terecht wordt hij „de God der goden en de Heer der heren” genoemd. Zo werd hij door de eminentste wetgever en jurist uit de oudheid, namelijk Mozes, genoemd. Mozes kon zo’n vergelijking met kennis van zaken maken, want hij was persoonlijk bekend met de goden van het oude Egypte, en bovendien was hij „in alle wijsheid der Egyptenaren onderricht” (Deut. 10:17; Hand. 7:22). Eeuwen later werd het hoogste gerechtshof in het oude Griekenland, het hof dat zitting had op de Marsheuvel in Athene, op deze Opperste God attent gemaakt. Deze gelegenheid deed zich voor toen de christelijke apostel Paulus tot dat hof zei: „De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is . . . heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen” (Hand. 17:24-26). Wegens zijn superioriteit over alle nationale groepen wordt hij „Koning der natiën” genoemd. — Jer. 10:7.
10. Waarom is deze „Koning der natiën” in staat het tegen alle militaire politieke supermachten van thans als zijn tegenstanders op te nemen?
10 Meer over deze supranationale God kunnen wij lezen in het heilige Boek dat geschreven werd door Mozes, Paulus en andere mensen die, in veel gevallen, ooggetuigen waren van gebeurtenissen waarover zij ter informatie van ons in deze tijd schreven. Geen enkele natie kan tegen deze God standhouden. Hij heeft getoond dat hij zulke wereldmachten als het oude Egypte, Assyrië en Babylon volkomen onder zijn beheersing had. Het is dwaas te denken dat hij louter een van de vele goden uit de oude geschiedenis was en dat hij 19 eeuwen geleden, met het schrijven van het laatste boek van de bijbel, heeft opgehouden te bestaan. Deze God is onsterfelijk, zelf-bestaand. Thans is hij in staat het tegen alle sterke supermachten van onze moderne wereld als zijn tegenstanders op te nemen. Als „Koning der natiën” zal hij hen alle ter verantwoording roepen. Dit zal tot blijvend welzijn dienen van allen die rechtvaardigheid en goedheid liefhebben.
GODS WERKTUIG MET WIE WIJ REKENING MOETEN HOUDEN
11. Hoe onthult Handelingen 17:31 op welke wijze God zich op de dag van afrekening laat vertegenwoordigen, en welke waarborg heeft hij verschaft?
11 Voor die komende dag van afrekening heeft God een persoonlijke vertegenwoordiger, een mederechter, aangesteld. De christelijke apostel Paulus verwees naar deze gevolmachtigde toen hij vervolgens tot het hooggerechtshof op de Marsheuvel in Athene (Griekenland) zei: „Hij [God] heeft een dag vastgesteld waarop hij voornemens is de bewoonde aarde in rechtvaardigheid te oordelen door een man die hij heeft aangesteld, en hij heeft alle mensen een waarborg verschaft doordat hij hem uit de doden heeft opgewekt.” — Hand. 17:31.
12. Waarom is het bestaan van deze waarborg niet iets om ons met een schouderophalen van af te maken, zoals de Griekse rechters die naar Paulus luisterden deden?
12 Zou de Almachtige God een opmerkelijker waarborg voor zijn vastgestelde oordeelsdag voor alle bewoners der aarde kunnen geven dan de opstanding van zijn mederechter uit een marteldood? Alleen omdat wij er misschien een andere religieuze opvatting op nahouden, behoren wij Gods „waarborg” nog niet te bezien als iets om ons met een schouderophalen van af te maken, zoals de meerderheid van de rechters van dat hooggerechtshof op de Marsheuvel dit deed. Deze „waarborg” wordt door de „Koning der natiën” verschaft. Het is niet iets om mee te spotten als iets onwetenschappelijks en belachelijks. In de eerste eeuw G.T. waren er meer dan 500 ooggetuigen van het bestaan van die „waarborg” van God, met inbegrip van de apostel Paulus zelf.
13, 14. (a) Waarom is de uit de doden opgewekte Jezus Christus, als bewijs van Gods waarborg, thans niet op aarde? (b) Hoe komt het dat God niet, als een kluizenaar alleen is gebleven in zijn geestenrijk?
13 De „man” wiens opstanding uit de doden de „waarborg” voor de komende ’vastgestelde’ oordeelsdag is, wordt als Jezus Christus geïdentificeerd (1 Kor. 15:3-8, 12-20). Dat hij thans niet op aarde is, komt doordat hij zijn volmaakte menselijke leven heeft geofferd en werd opgewekt, opdat ook de gestorven mensheid een opstanding zou kunnen krijgen en daardoor de gelegenheid zou ontvangen eindeloos te leven op een gereinigde aarde die in een wereldomvattend paradijs veranderd zal worden. Als beloning werd hij tot de hemel verhoogd en is hij gezeten aan de rechterhand van de Opperste Rechter, de God die de macht bezit de doden op te wekken. Jezus Christus sprak over zichzelf als de „eniggeboren Zoon” van God en als „het begin van de schepping door God” (Joh. 3:16; Openb. 3:14). Waarom?
14 Vanwege het feit dat hij Gods eerste schepping in de hemel was en God hem toen gebruikte als Zijn medewerker bij het maken van alle andere dingen, met inbegrip van onze aarde en haar eerste bewoners, Adam en Eva (Kol. 1:15-18). De schepping van de onzichtbare hemelse engelen ging aan de schepping van de mensheid vooraf. Door zijn „eniggeboren Zoon” en alle heilige engelen te scheppen, is God niet als een kluizenaar in zijn eigen geestelijke rijk alleen gebleven. Volgens het bijbelverslag loopt het aantal van deze bovenmenselijke engelen in de honderden miljoenen. — Ps. 104:4; Dan. 7:9, 10, Hebr. 1:7; 12:22.
15. Hoe is de eniggeboren Zoon van God eens „een weinig lager dan engelen” gemaakt?
15 Die myriaden engelen zullen God op zijn dag van afrekening met alle aardse natiën volledig ter beschikking staan. Ze staan ook ten dienste van zijn mederechter door bemiddeling van wie hij de bewoonde aarde op zijn vastgestelde dag zal oordelen (Matth. 25:31, 32). Toen God op wonderbare wijze zijn eniggeboren Zoon zond om door geboorte uit een joodse maagd een volmaakt mens op aarde te worden, werd deze Zoon van God „een weinig lager dan engelen” gemaakt. — Hebr. 2:9; Ps. 8:4, 5.
16. Tot wat voor positie werd Jezus Christus opgewekt, en met welk heilzame doel?
16 Wat is nú echter de status van deze eniggeboren Zoon van God? Hij is door God opgewekt en tot een hemelse positie ver boven die van de engelen verhoogd, omdat hij er tot aan een offerandelijke dood in onschuld, blijk van heeft gegeven aan God getrouw te zijn. Opdat deze met een lam te vergelijken Zoon van God de voordelen van zijn offer tot de gehele mensheid zou kunnen uitstrekken, wekte God hem op de derde dag op, echter niet als een mens, daar hij zijn menselijke natuur voor eeuwig had geofferd. Daarom heeft God hem tot hemels leven en tot onsterfelijkheid opgewekt en hem boven alle engelen verhoogd (1 Petr. 3:22). Op deze wijze kon hij als het „zaad” dienen door wie alle natiën der aarde gezegend zouden worden. — Gen. 22:18; Gal. 3:8-16.
17. Wat schreef Paulus in Hebreeën 1:3-9 over de verheerlijking van Jezus Christus als de Zoon van God?
17 Moeten wij dus niet blij zijn over deze verheerlijking van Jezus Christus in de hemelen? Ja, want nu hebben wij een heel wat positievere kijk op het leven in de toekomst. De christelijke apostel Paulus, die op bovennatuurlijke wijze de uit de doden opgewekte Jezus Christus heeft gezien, schreef over zijn verheerlijking. In een brief aan Hebreeën die Jezus als de Messías uit de bijbelse profetieën aanvaardden, schreef Paulus: „Nadat hij een reiniging voor onze zonden had teweeggebracht, is hij gaan zitten aan de rechterhand van de majesteit in verheven plaatsen. Daarom is hij beter geworden dan de engelen in die mate dat hij een naam heeft geërfd welke uitnemender is dan de hunne. . . . Ook zegt hij met betrekking tot de engelen: ’En hij maakt zijn engelen geesten en zijn openbare dienaren een vuurvlam.’ Maar met betrekking tot de Zoon: ’God is uw troon in eeuwigheid’ en de scepter van uw koninkrijk is de scepter van rechtschapenheid. Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat. Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met de olie van uitbundige vreugde, meer dan uw deelgenoten.’” — Hebr. 1:3-9.
18. Wat zal God door bemiddeling van deze Zoon met betrekking tot de komende dag van afrekening doen?
18 Door bemiddeling van deze boven de engelen geplaatste Koning als zijn Gevolmachtigde Rechter, zal God ervoor zorgen dat de komende dag van afrekening voor alle natiën tot ons blijvende welzijn zal dienen.
[Illustratie op blz. 8]
Christus’ dood, begrafenis en opstanding vormen de waarborg dat alle aardbewoners in rechtvaardigheid geoordeeld zullen worden