Eén mensenras
HET is zeker dat de aarde wordt bevolkt door een verscheidenheid van volkeren met opvallende verschillen in fysieke kenmerken. Beschouwt u hen allen als behorend tot één mensenras, als personen die op grond van hun persoonlijke waarde aanvaard dienen te worden?
Dit dient wel zo te zijn. Want zo wil onze Schepper het. Hoe weten we dit? Omdat hij een van zijn dienstknechten, de christelijke apostel Paulus, ertoe inspireerde te zeggen: „De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is . . . [geeft] aan allen leven en adem en alle dingen . . . En hij heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen.” — Hand. 17:24-26.
Maar zijn sommige mensenrassen niet kostbaarder in Gods ogen dan andere? Velen hebben dit geloofd. Nadat de christelijke apostel Petrus echter een demonstratie van Gods onpartijdigheid had ervaren, werd hij ertoe bewogen uit te roepen: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem.” — Hand. 10:34, 35.
Gelooft u dit? Niet alle mensen doen dat.
Werkelijk één familie?
Sommige mensen verdraaien de bijbel zelfs en trachten aan te tonen dat hij leert „dat de neger, de lagere apen en de viervoetige dieren, allen tot ’één soort van vlees’, ’dierlijk vlees’, behoren”. Professor Ch. Carroll stelde dit in zijn boek „De neger een beest” of „naar het beeld van God”, dat in het begin van de twintigste eeuw op grote schaal werd verspreid. Sommige evolutionisten beweren daarentegen dat negers ’een lagere tak van het mensengeslacht’ vormen.
Bepaalde zwarten redeneren echter heel anders. Het boek Black Nationalisme — A Search for an Identity in America zegt: „De blanken waren niet de oorspronkelijke bewoners van deze aarde, maar zijn ’stekken’ van de zwarte mensen. . . . In tegenstelling tot de Oorspronkelijke Mens (de zogenoemde negers) is de blanke in fysiek en mentaal opzicht inferieur. Hij is ook zwak omdat hij gestekt werd van de zwarten. Hij is de ware ’kleurling’, d.w.z. de afwijking van de zwarte kleurnorm.”
Wat tonen de feiten aan? Zijn wij werkelijk één menselijke familie? Of schuilt er enige waarheid in de bewering dat we dit niet zijn?
De verschillen oppervlakkig beschouwd
Beschouw eens ons vlees en bloed. Sommigen beweren dat het vlees en bloed van zwarten en blanken verschillend is. The World Book Encyclopedia zegt evenwel: „Geleerden stellen dat de cellen waaruit het menselijke lichaam bestaat, van alle mensen hetzelfde zijn. . . . Op dezelfde wijze kan een bioloog menselijk bloed van dat van lagere dieren onderscheiden. Maar al de verschillende menselijke bloedgroepen zijn onder alle stammen en mensenrassen te vinden.”
Er is veel geschreven over de verschillen in lichaamsbouw van zwarten en blanken. Maar wat zijn de feiten? De antropoloog Ashley Montagu schrijft: „Een nauwgezet anatomisch onderzoek schijnt aan te tonen dat de fysieke verschillen tot zeer oppervlakkige kenmerken beperkt zijn. Ik kan dit wellicht het beste beklemtonen door te zeggen dat als het lichaam van een neger ontdaan zou worden van alle oppervlakkige kenmerken — zoals de huid, het haar, de neus en de lippen — geen enkele ontleedkundige, in een alleenstaand geval, met zekerheid zou kunnen zeggen of hij te maken had met het lichaam van een neger of van een Europeaan.”
Er wordt ook op de grootte van de hersens gewezen als bewijs van een fundamenteel verschil tussen blanken en zwarten. Men beweert dat de hersenen van zwarten over het algemeen iets kleiner zijn dan die van blanken. Maar ook al zou dit waar zijn, kennelijk oefenen normale verschillen in de grootte van de hersenen geen invloed uit op de intelligentie. Als dit wel zo was, zouden blanken minder intelligent zijn dan Eskimo’s en Amerikaanse Indianen die, in het algemeen, grotere hersenen hebben.
Om er de nadruk op te leggen dat de rassen fundamenteel hetzelfde zijn, schrijft professor B. Glass in zijn boek Genes and the Man: „Al met al is het niet waarschijnlijk dat er meer dan zes paar genen zijn met betrekking waartoe het blanke ras, naar lekenbegrip, kenmerkend van het zwarte ras verschilt. Vaak zullen blanken onderling of zwarten onderling een groter aantal genverschillen vertonen, een feit dat onthult dat onze rassenvooroordelen, biologisch gezien, belachelijk zijn. . . . De kloof tussen mensenrassen en volken is, waar deze bestaat, psychologisch en sociologisch van aard, en niet genetisch!”
Opmerkelijk is wat het onlangs verschenen boek Heredity and Humans, door A. Scheinfeld, zegt: „De wetenschap bevestigt thans wat de meeste religies reeds lang prediken: Mensen van alle rassen . . . stammen af van dezelfde eerste mens.”
Aangezien dit waar is, wat verklaart dan de waarneembare rasverschillen, zoals huidkleur en soort van haar?
Wat is de oorzaak van rasverschillen?
Het eerste mensenpaar bezat in zijn genetische materiaal de veelheid van factoren voor alle rasverschillen die wij thans zien. Mogelijk waren zij zelf noch blank noch zwart, maar mulatten, of vertoonde hun huid een combinatie van de kleuren die men nu in de verschillende rassen aantreft. Een vroeg historisch bericht over de mensheid zegt: „Zij zijn allen één volk met één taal!” (Gen. 11:6, volgens The Jerusalem Bible) Dat veranderde echter plotseling.
In die vroege tijd in de geschiedenis wilde een groot deel van de menselijke familie om religieus-politieke redenen op één plaats blijven. Om dit te verijdelen, veroorzaakte de Schepper plotseling dat deze mensen verschillende talen gingen spreken, zodat zij elkaar niet meer konden verstaan. Men kan zich voorstellen wat dat teweeg heeft gebracht.
Niet in staat als één volk met elkaar te communiceren, trokken kleine groepjes, nu geïsoleerd door de taalbarrière, op hun eigen houtje weg. Naarmate zij zich verder verspreidden, voegde afstand er nog een andere communicatiebarrière aan toe. Door plaats en taal geïsoleerd, vermenigvuldigden de afstammelingen van elke groep zich en ontwikkelden na verloop van tijd de onderscheiden kenmerken van hun „ras”. Maar deze fysieke kenmerken die van ouder op kind overgingen, maakten geen enkel ras in enig opzicht superieur of inferieur aan een ander ras. — Gen. 11:7-10.
Bovendien blijkt dat deze rasverschillen feitelijk erg klein zijn, zoals H. L. Carson in Heredity and Human Life schrijft: „De paradox waar wij tegenover staan, is dat elke groep van mensen uiterlijk verschillend schijnt te zijn, maar kijkt men verder dan deze verschillen dan is er een fundamentele overeenkomst.”
Als mensen allen werkelijk één familie vormen, waarom bestaan er dan afschuwelijke rassenproblemen?
Wat is de oorzaak
Hoewel God onze eerste menselijke ouders, Adam en Eva, volmaakt heeft geschapen, gaven zij hun nageslacht een slecht begin. Hoe? Door opzettelijk tegen God in opstand te komen en zich los te maken van zijn heerschappij. Afgesneden van God werden Adam en Eva dus onvolmaakt, onvolkomen. Als gevolg daarvan gaven zij deze onvolmaaktheid — deze neiging tot het slechte — aan hun nageslacht door. — Rom. 5:12.
Vanaf hun geboorte zijn alle mensen dus onvolkomen. Zij zijn geneigd tot zelfzucht en trots. Toen de eerste mensen zich losmaakten van Gods heerschappij, kwamen zij bovendien onder de heerschappij te staan van een goddeloos geestelijk schepsel dat de bijbel Satan of de Duivel noemt (Openb. 12:9; 2 Kor. 4:4). Déze omstandigheden liggen tot op de huidige tijd ten grondslag aan de door vooroordeel geplaagde geschiedenis van de menselijke familie.
Om het duidelijk te stellen: Zelfzuchtige, onvolmaakte mensen hebben, onder de heerschappij van Satan, alle valse leringen over ras verbreid die verantwoordelijk zijn geweest voor de verschrikkelijke rassenproblemen.
Wat zult u doen?
U kunt toelaten dat u door de valse propaganda van deze wereld beïnvloed wordt en er een onjuiste zienswijze op na blijven houden ten aanzien van mensen van andere rassen. Of u kunt uw denkwijze in overeenstemming met de waarheid brengen — de waarheid die in het bijzonder in Gods Woord, de bijbel, wordt aangetroffen — en zodoende een gezonde, juiste kijk op mensen van andere rassen ontwikkelen en behouden.
Wij geven toe dat het misschien niet gemakkelijk is lang gekoesterde vooroordelen te corrigeren, want ze kunnen diep geworteld zijn. Maar als wij onze Schepper, Jehovah God, willen behagen, is het essentieel dat wij eraan werken om een juiste zienswijze ten aanzien van onze medemensen te verkrijgen en te behouden. We moeten Gods zienswijze in gedachte houden, namelijk dat „in elke natie . . . de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem [is].” — Hand. 10:35.
De tijd is niet veraf dat God zijn belofte om te oordelen, zal inlossen. Hij zal de aarde reinigen van alle elementen die haar verontreinigen, met inbegrip van al diegenen van de gehele mensenwereld, ongeacht van welk ras, die niet in overeenstemming zijn met zijn wil. Alleen degenen die rechtvaardigheid werken en aanvaardbaar voor hem zijn, zullen in het leven behouden worden (1 Joh. 2:17). De bijbel verzekert ons dat hiertoe „een grote schare . . . uit alle natiën en stammen en volken en talen” zal behoren (Openb. 7:9). Dezen zullen, allen te zamen, als één verenigd menselijk gezin van broeders en zusters in vrede en eenheid wonen.
Maar hoe staat het met degenen bij wie de rassenvooroordelen diep zijn ingeworteld? Hoe kunnen zij hun denken corrigeren?
[Inzet op blz. 22]
„Al de verschillende menselijke bloedgroepen zijn onder alle stammen en mensenrassen te vinden.”
[Inzet op blz. 23]
„De wetenschap bevestigt thans wat de meeste religies reeds lang prediken: Mensen van alle rassen . . . stammen af van dezelfde eerste mens.”
[Inzet op blz. 24]
De bijbel zegt: „In elke plaats is de mens die [God] vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem.”
[Illustratie op blz. 21]
’Wanneer het lichaam van een mens ontdaan zou worden van alle oppervlakkige kenmerken — zoals de huid, het haar, de neus en de lippen — zou geen enkele ontleedkundige met zekerheid kunnen zeggen of hij te maken had met het lichaam van een neger of van een Europeaan.’