Laat de mensen horen door middel van de prediking
HOE belangrijk is het mensen te laten horen door middel van onze prediking! Met het snel naderbij komen van Armageddon, is het meer dan ooit tevoren waar dat alleen zij die ’de naam van Jehovah aanroepen, gered zullen worden’. Maar, zoals de apostel Paulus zo passend opmerkt, „hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt?” — Rom. 10:13, 14.a
Hier staat duidelijk uw opdracht vermeld om als opgedragen christen te prediken ten einde levens te redden. Omdat iemand anders predikte, bent u in staat geweest de weg tot redding te gaan bewandelen door de naam van Jehovah aan te roepen. Doet u nu alles wat u kunt, opdat anderen hetzelfde kunnen doen? De apostel Paulus deed dit stellig, en hijzelf spoort ons ertoe aan ’navolgers van hem te worden, evenals hij het is van Christus’. — 1 Kor. 11:1.
Paulus was een in het oog lopend voorbeeld van ijver in de prediking. Hij maakte drie verre zendingsreizen, reisde letterlijk duizenden kilometers in een tijd dat het reizen op het land voornamelijk te voet plaatshad en het reizen op zee per zeilschip, stichtte een aantal gemeenten, nam deel aan het werk van het besturende lichaam der eerste christenen, schreef onder inspiratie veertien brieven, werd herhaaldelijk in de gevangenis gezet en heeft ten slotte ongetwijfeld als gevolg van zijn getrouwe prediking de marteldood ondergaan. Hoewel wij in de meeste van deze gevallen Paulus’ voorbeeld onmogelijk kunnen navolgen, zijn er toch even zo veel manieren waarop wij dit wel kunnen. — 2 Kor. 11:23-33.
Paulus is bijvoorbeeld alle dingen voor alle soorten van mensen geworden, opdat hij enkelen zou mogen winnen. Hoewel eens een meedogenloze christenvervolger, werd hij in het onderwijzen van anderen even vriendelijk als een zogende moeder. Ook wij willen thans vriendelijk zijn en alle dingen voor alle soorten van mensen worden — de mensen op hun eigen niveau benaderen — zodat wij hen door het goede nieuws en niet door onze persoonlijkheid of geleerdheid winnen. — 1 Kor. 2:2-5; 9:16-22; 1 Thess. 2:7.
Ofschoon Paulus in staat was op doeltreffende wijze tot geleerde filosofen en zelfs tot koningen te prediken, liet hij toch niet na van „huis tot huis” en overal waar hij maar mensen kon vinden die wilden luisteren, te prediken. Zijn wij ijverig bezig hetzelfde te doen? — Hand. 17:17-34; 20:20; 26:28.
Meer nog, wij lezen dat Paulus „met vrijmoedigheid” predikte, en dat hij het „grondig” deed (Hand. 14:3; 20:21). Staan wij altijd klaar om met vrijmoedigheid te spreken, of komt het wel eens voor dat wij, wanneer zich de mogelijkheid voordoet om gelegenheidsgetuigenis te geven, wegens mensenvrees terugdeinzen? En zijn wij grondig in onze prediking, door onder andere trouw gebruik te maken van het van-huis-tot-huisrapport? Een broeder die in oktober van het vorige jaar op een zondagmorgen in een flatgebouw in Brooklyn predikte, trof op de bovenste verdieping slechts één van de zeven gezinnen thuis. Toen hij op woensdagavond terugkeerde om de afwezige adressen te bezoeken, trof hij vijf van de zes gezinnen thuis, terwijl één gezin een abonnement op het tijdschrift Ontwaakt! nam.
Hoe beantwoorden wij de gebruikelijke reeks tegenwerpingen die wij aan de deur te horen krijgen? Laten wij ons er door uit het veld slaan of geven wij een grondig getuigenis door een tactvol antwoord te verschaffen?
Er zijn nog andere manieren waarop de apostel Paulus ons een voortreffelijk voorbeeld gaf om na te volgen wanneer wij de mensen door middel van onze prediking laten horen. Hij werkte dag en nacht en maakte tenten om zijn onkosten te kunnen bestrijden, zodat hij geen dure last voor anderen zou worden. Meer nog, ondanks alle ontberingen die hij moest verduren mopperde of klaagde hij nooit, noch werd hij opstandig. In welke omstandigheden hij zich ook mocht bevinden, hij leerde genoegen te nemen met wat hij had. Vermijden wij het, anderen op de een of andere wijze onnodig te belasten? Hebben wij geleerd genoegen te nemen met wat wij hebben, tevreden te zijn? — Hand. 18:1-4; Fil. 4:11, 13; 2 Thess. 3:8.
Laten wij, wanneer wij de mensen door onze prediking laten horen, altijd bedenken dat, indien mensen geloof stellen in het goede nieuws, dit niet alleen een middel zal zijn waardoor zij eventueel eeuwig leven kunnen verkrijgen, maar dat zij zelfs nu, door de waarheid te aanvaarden, vele zegeningen zullen ontvangen; zij zullen bemerken dat zij in een beter moreel klimaat zijn gaan leven, groter geluk en tevredenheid zullen kennen en zullen bemerken dat hun betrekkingen met anderen beter worden. — Spr. 10:22; Rom. 12:18; 1 Kor. 6:11; 1 Tim. 6:6.
Laten wij dus ijverig zijn door in de paar korte jaren die ons nog voor Armageddon resten, zoveel mogelijk mensen door middel van onze prediking te laten horen, in navolging van de apostel Paulus!
[Voetnoten]
a Zie voor details De Wachttoren van 1 mei 1966.