Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Wanneer men NIET goed voor zichzelf moet zijn
    De Wachttoren 1980 | 15 augustus
    • als hij zijn doel wil bereiken. Hetzelfde geldt in meerdere of mindere mate voor elke andere vaardigheid die men zich eigen wil maken. Hiervoor moeten gedisciplineerde krachtsinspanningen in het werk gesteld worden.

      Vooral een opgedragen christen moet er voor oppassen dat hij niet te goed voor zichzelf is als hij juist streng voor zichzelf zou moeten zijn. Hoe gemakkelijk is het niet om guur weer als een excuus te gebruiken om van christelijke vergaderingen weg te blijven of geen actief aandeel te hebben aan het predikingswerk en het maken van discipelen! Een tv-programma zou ons ertoe kunnen verlokken de verplichtingen van de christelijke bediening te verzaken. Populaire tijdschriften of romannetjes zouden zo boeiend kunnen zijn dat ze ons ertoe brengen onze geestelijke behoeften te veronachtzamen. Al zulke kortzichtige vormen van goedheid jegens onszelf zullen op de duur onvermijdelijk schadelijke gevolgen hebben.

      Is het ook mogelijk niet goed voor zichzelf te zijn op een manier die geen nut afwerpt? Ja, als wij ernaar streven rijk te worden, kan liefde voor geld ons tot hard werk, overmatige inspanning en oneerlijkheid leiden. Deze liefde kan ons ertoe brengen wetten te overtreden of kan een zenuwinstorting tot gevolg hebben. Dat men beslist niet goed voor zichzelf is wanneer men aldus rijkdommen nastreeft, blijkt duidelijk uit Gods Woord, want daarin wordt gezegd: „Zij . . . die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten.” Zij doorboren „zich overal met vele pijnen”. — 1 Tim. 6:9, 10.

      Het tweede grote gebod dat Jezus Christus gaf — ’hebt uw naaste lief als uzelf’ — is hier erg toepasselijk. Wij moeten onszelf liefhebben. Wij moeten goed zijn voor onszelf. Maar wij mogen dit niet op een zelfzuchtige en onverstandige manier doen. Liefde voor onszelf wordt beperkt door het eerste gebod, waarin van ons wordt verlangd dat wij God met geheel ons hart, onze ziel, ons verstand en onze kracht liefhebben. Wanneer wij dat gebod ten uitvoer brengen, zal dit steeds weer opnieuw betekenen dat wij ’niet goed’ voor onszelf zijn. En de liefde voor onszelf wordt ook beperkt door het tweede gebod, dat wij onze naaste als onszelf moeten liefhebben (Mark. 12:29-31). Als wij onze verplichtingen tegenover onze God en onze naaste in gedachte houden, zullen wij kunnen bepalen wanneer wij wel en wanneer wij niet goed voor onszelf moeten zijn.

  • Waarom ’onderworpen zijn’?
    De Wachttoren 1980 | 15 augustus
    • Waarom ’onderworpen zijn’?

      EEN van de vele geboden waarop in Gods Woord, de bijbel, herhaaldelijk de nadruk wordt gelegd, luidt: ’Weest onderworpen.’ In Romeinen 13:1 lezen wij: „Iedere ziel zij onderworpen aan de superieure autoriteiten”, dat wil zeggen, aan regeringen. Jongeren krijgen de raad ’onderworpen te zijn aan de ouderen’ (1 Petr. 5:5). Bovendien vermaant de apostel Paulus: „Laten vrouwen onderworpen zijn aan hun man.” — Ef. 5:22.

      Onderworpen zijn, stuit veel onvolmaakte mensen tegen de borst, in werkelijkheid zelfs zo hevig dat er allerlei maatschappelijke bewegingen worden gevormd om — vaak gewelddadig — tegen onderworpenheid in opstand te komen. Waarom gebiedt de bijbel: ’Weest onderworpen’? Wie moeten onderworpen zijn, en aan wie? Waarom gaat onderworpenheid zo dwars tegen de gevoelens van de mens in?

      Onderworpenheid stuit iedereen zo tegen de borst omdat onze eerste ouders, Adam en Eva, de weg van opstand zijn ingeslagen. Zij lieten aan hun nakomelingen een neiging tot opstandigheid na, een geest van zelfzuchtige wetteloosheid die, zoals Jezus had voorzegd, nog nooit zo sterk op de voorgrond is getreden als thans (Matth. 24:12). Ongetwijfeld rust een gedeelte van de schuld echter op degenen die hun autoriteit hebben misbruikt.

      Toch is de raad om ’onderworpen te zijn’ op deugdelijke beginselen gebaseerd. Het is nu eenmaal een feit dat sommigen moeten regeren of de leiding moeten nemen en anderen onderworpen moeten zijn. Waarom is dit zo? Omdat niemand helemaal op zichzelf kan bestaan. Iedereen heeft behoefte aan datgene wat de ander op het gebied van stoffelijke dingen en diensten kan verschaffen in ruil voor wat hijzelf op de een of andere manier kan verschaffen. Voor dit alles is organisatie nodig. En wil organisatie functioneren, dan moet men het niet alleen verstandelijk met elkaar eens worden, maar heeft men ook een erkende autoriteit nodig. Een natie, een provincie, een stad of een dorp zijn alle politieke organisaties die het noodzakelijk maken dat sommigen regeren en anderen geregeerd worden of onderworpen zijn. Het beginsel is op bijna elk ander terrein van menselijke activiteit van toepassing, zowel wereldlijk als religieus, zowel in het openbare leven als thuis.

      Er zij echter opgemerkt dat zelfs degenen die autoriteit bekleden, soms onderworpen moeten zijn. Men kan bijvoorbeeld niet ongestraft verkeerswetten overtreden. Wanneer men naar een ziekenhuis gaat om geopereerd te worden, bemerkt men dat men onderworpen is aan doktoren, verpleegsters en anderen van de ziekenhuisstaf. Een zakenman kan veel werknemers hebben die aan hem onderworpen zijn, maar wanneer hij naar zijn christelijke gemeente gaat, is het heel goed mogelijk dat hij onderworpen is aan de ouderlingen die over hem en zijn medeaanbidders de leiding hebben.

      ONDERWORPENHEID AAN REGERINGEN

      In de huidige mensenmaatschappij zijn regeringen noodzakelijk opdat mensen op een ordelijke wijze kunnen leven en een mate van zekerheid kunnen genieten, om nog maar niet te spreken van de vele diensten die een regering zowel op plaatselijke als op nationale schaal kan verschaffen. Hieruit volgt derhalve dat de geregeerden gewillig moeten zijn of zich op zijn minst meegaand moeten betonen, willen zulke regeringen aan hun doel kunnen beantwoorden. Daarom geeft Gods Woord christenen het bevel „onderworpen [te zijn] . . . want er is geen autoriteit dan door God”. Christenen moeten dus de wetten van het land gehoorzamen door gewetensvol belastingen te betalen, verkeersvoorschriften op te volgen en zich van andere verplichtingen te kwijten. Dit alles is in het belang van vrede en orde. — Rom. 13:1-7.

      De bijbel toont elders echter aan dat een dergelijke onderworpenheid aan politieke regeringen niet absoluut is. Ze wordt begrensd door andere schriftuurlijk rechterlijke bevelen, zoals: „Betaalt caesar daarom terug wat van caesar, maar God wat van God is.” En ook: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen.” Ja, het gebod om aan de politieke regeringen van dit samenstel van dingen ’onderworpen te zijn’, is niet absoluut, maar relatief; het is van toepassing zolang het niet indruist tegen enig rechtstreeks gebod van God. — Matth. 22:21; Hand. 5:29.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen