-
In hoeverre bent u anders dan de wereld?De Wachttoren 1985 | 1 april
-
-
met elkaar botsen, doen zij hun uiterste best om ’elkaar te verdragen en elkaar vrijelijk te vergeven’. — Kol. 3:12-14.
Zij brengen elkaar niet tot struikelen
16. (a) Welke situatie besprak Paulus die eerste-eeuwse christenen een prachtige gelegenheid gaf om de diepte van hun liefde voor elkaar te tonen? (b) Welk beginsel, dat ook in deze tijd menigmaal toegepast kan worden, verklaarde hij?
16 Een dergelijke liefde maakt dat de Getuigen ook nog in een ander opzicht anders zijn. In deze tijd staan veel mensen op hun rechten en beschermen die angstvallig. De apostel Paulus gaf echter een andere maatstaf aan: „Laten wij . . . de dingen nastreven die de vrede bevorderen en de dingen die tot opbouw van elkaar dienen” (Rom. 14:19). Uit de context blijkt dat Paulus hier over een destijds heersend probleem in verband met voedsel sprak. Anders dan de joden onder de Mozaïsche wet, waren christenen vrij te eten wat zij wilden zolang zij geen gulzigaards waren. Sommigen die van kindsbeen af bepaalde voedselsoorten als weerzinwekkend hadden beschouwd, waren echter verontrust als zij zagen dat medechristenen die wel nuttigden. Bleven die andere christenen toch op hun recht staan alles te eten wat zij wilden? Niet indien zij de raad van Paulus opvolgden. Hij zei: „Het is goed geen vlees te eten noch wijn te drinken noch iets te doen waarover uw broeder struikelt” (Rom. 14:21). Wat een liefdevolle raad! Kunt u zien hoe die raad ons ook op enkele andere terreinen tot gids kan dienen?
17, 18. (a) Hoe kan het beginsel in Romeinen 14:21 toegepast worden op de kwestie van sterke drank? (b) Hoe kan het in verband met kleding worden toegepast? (c) Welke andere terreinen kunt u bedenken waarop het toepassen van hetzelfde beginsel ons zal helpen elkaar liefde te betonen?
17 De bijbel staat christenen bijvoorbeeld toe met mate alcoholische dranken te gebruiken (1 Tim. 3:8; 5:23). Maar sommigen zijn gevoelig op het punt van sterke drank. Anderen zijn er niet aan gewend of kunnen er niet tegen. Indien u met zo iemand op een gezellige bijeenkomst zou zijn, zou u dan proberen hem ertoe over te halen net als u alcohol te drinken door druk op hem uit te oefenen of door hem beschaamd te maken? Of zou u er liever zelf van afzien, om hem niet in moeilijkheden te brengen?
18 Nog een voorbeeld: de kwestie van kleding. De bijbel beschrijft niet wat voor kleding een christen moet dragen, ofschoon er wel in wordt gezegd dat kleding bescheiden en netjes moet zijn (1 Tim. 2:9). Tegenwoordig hebben de meeste landen een bepaalde maatstaf voor kleding die in officiële kringen als aanvaardbaar wordt beschouwd. Gewoonlijk laat deze maatstaf ruimte voor redelijke variatie, maar wanneer hier ver van wordt afgeweken, komt men egocentrisch, sensueel of excentriek over. Christenen, zowel mannen als vrouwen, moeten dit in gedachte houden. Bent u bereid uw vrijheid op het gebied van kleding te beperken ter wille van het goede nieuws en ten einde uw broeders niet tot struikelen te brengen?
19-21. (a) Waarom spannen Jehovah’s Getuigen zich ervoor in afgescheiden van de wereld te blijven? (b) Op welk ander terrein moeten wij ernaar streven afgescheiden van de wereld te zijn?
19 Ja, Jezus had het bij het rechte eind toen hij zei dat christenen „geen deel van de wereld” zouden zijn (Joh. 17:16). Met betrekking tot het prediken van het goede nieuws, het vermijden van wat slecht is en het betonen van liefde en consideratie jegens elkaar, zijn Jehovah’s Getuigen werkelijk anders. Dit afgescheiden zijn komt de Getuigen ten goede, niet in het minst omdat zij erdoor worden behoed voor veel van de problemen waardoor de wereld in deze tijd wordt gekweld.
20 Hecht u in uw eigen leven veel waarde aan dit afgescheiden zijn en werkt u eraan? Houd in gedachte dat indien Jehovah’s Getuigen in mindere mate afgescheiden zouden zijn, zij meer overeenkomst zouden vertonen met de wereld, waarvan Satan de Duivel de god is (2 Kor. 4:4). Zij zouden hun duidelijke herkenbaarheid als een ’heilig volk’ verliezen en zouden er niet in slagen „zich onbesmet te houden van de wereld”. Dan zouden zij niet langer een „zuivere en onbevlekte godsdienst in het oog van God” hebben (Jak. 1:27, Vertaling door prof. Brouwer; (1 Petr. 1:14-16). Indien u bij uzelf merkt dat u de wens koestert wat meer als de wereld te kunnen zijn, denk dan aan de waarschuwing in Jakobus 4:4.
21 De apostel Paulus profeteerde dat er in de hedendaagse wereld nog een ander kenmerk zou overheersen. Hij zei dat de mensen „het geld [zouden] liefhebben” (2 Tim. 3:1, 2). Precies zoals door hem voorzegd, is de wereld thans zo in de ban van het najagen van geld, dat het bij velen hun hele leven beheerst. Zijn christenen ook in dit opzicht anders? Is het mogelijk in deze wereld het hoofd boven water te houden zonder ’het geld lief te hebben’? Wij zullen dit in het volgende artikel bespreken.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Waarom moet een christen verwachten anders te zijn dan de wereld?
◻ Welke schriftplaatsen helpen Jehovah’s Getuigen een juiste kijk op het predikingswerk te hebben?
◻ In welke verschillende opzichten zijn Jehovah’s Getuigen door het toepassen van Hebreeën 1:9 anders dan de wereld?
◻ Welke uitwerking heeft het toepassen van het in Romeinen 14:21 uiteengezette beginsel op hun gedrag?
-
-
Ook door hun eerlijkheid zijn zij andersDe Wachttoren 1985 | 1 april
-
-
Ook door hun eerlijkheid zijn zij anders
MET een gevoel van verslagenheid keek hij naar de parkeerbon onder de ruitewisser van zijn auto. Het was een boete van $25 en dat stak hem, want het was onrechtvaardig. Nergens stond een parkeerverbod. Wat het nog erger maakte, was het feit dat hij van ver kwam en het zich niet kon veroorloven nog eens naar de stad te gaan om de zaak voor te laten komen. Daarom maakte hij foto’s van het terrein om te bewijzen dat er nergens een parkeerverbod aangegeven stond. En omdat hij een van Jehovah’s Getuigen was, vroeg hij een geloofsgenoot zijn belangen voor hem bij de rechter te behartigen.
Hier volgt het verslag van zijn vriend over de gebeurtenissen in de rechtszaal die ochtend:
„Als je voor de rechter moet verschijnen, moet je je naam en adres opgeven. Dan wordt je de eed afgenomen. Voordat mij de eedformule voorgelezen werd, vroeg de griffier van het hof, een oudere heer, mij mijn adres te herhalen. Toen ik ’124 Columbia Heights’ zei, herkende hij klaarblijkelijk het adres van het wereldhoofdbureau van het Wachttorengenootschap en Jehovah’s Getuigen. Hij wendde zich tot de rechter en zei: ’Edelachtbare, hier hoeft u zich niet druk over te maken. Dit zijn fatsoenlijke mensen. Zij liegen niet! Zij liegen nooit! Zij kunnen niet liegen! Hun geloof staat het niet toe en daar houden zij zich strikt aan. Ik heb nog nooit een van die mannen een leugen horen vertellen, en de vrouwen trouwens ook niet. Het zijn de eerlijkste mensen die er bestaan. Ik heb vaak genoeg meegemaakt dat zij met een simpel smoesje een parkeerbon hadden kunnen voorkomen, maar daar waren zij nooit voor te vinden.’
Toen richtte hij zich tot mij en verklaarde: ’Ik weet dat u niet zult liegen, want weet u wie zich in zijn graf zou omdraaien als u dat deed?’ ’Nee, wie dan?’ vroeg ik. ’De Judge, rechter Rutherford [voormalig president van het Wachttorengenootschap]’, antwoordde hij. ’Zevenenveertig jaar geleden bezorgde ik altijd de post bij hem. Ik kende Jehovah’s Getuigen al toen ze nog maar met weinig waren. Dat was nog eens een man, de Judge!’
Na dit hele verhaal nam de rechter niet eens meer de moeite mij de eed af te nemen. Hij vroeg mij de kwestie uiteen te zetten en dat deed ik. Zijn uitspraak? ’Onschuldig.’”
Jehovah’s Getuigen ’wensen zich in alle dingen eerlijk te gedragen’ (Hebr. 13:18). En hun reputatie van eerlijkheid is een van de vele terreinen waarop zij anders zijn dan de wereld.
-