Kunt u weduwen en vaderloze kinderen helpen „in hun verdrukking”?
1, 2. (a) Wat is het verschil tussen alleen maar „opmerken” dat iemand in nood verkeert en werkelijk voor zo iemand „zorgen”? (b) Welke verantwoordelijkheid brengt de ware aanbidding volgens Jakobus 1:27 met zich mee?
ER IS een groot verschil tussen alleen maar opmerken dat iemand in nood verkeert of werkelijk voor hem zorgen. De ware aanbidding dient mensen te veranderen van ongeïnteresseerde waarnemers in zorgzame helpers van medegelovigen, want „de vorm van aanbidding die van het standpunt van onze God en Vader uit bezien rein en onbesmet is, is deze: voor wezen en weduwen zorgen in hun verdrukking en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren”. — Jak. 1:27.
2 Het oorspronkelijke Griekse woord dat in Jakobus 1:27 met „zorgen voor” is vertaald, wordt gedefinieerd als ’zich bekommeren om, in het onderhoud voorzien van’. Het geeft de gedachte weer van iemand bezoeken om benodigde hulp te bieden. Deze hulp wordt zeer gewaardeerd.
KINDEREN KUNNEN WAARDEVOLLE HULP VERLENEN
3, 4. (a) Wie dienen zich er volgens 1 Timótheüs 5:4 om te bekommeren weduwen te helpen? (b) Op welke manieren kunnen kinderen van alleenstaande ouders hulp bieden, en wat is de beste ondersteuning die deze kinderen kunnen geven?
3 De apostel Paulus toont aan wie zich om het helpen van weduwen dienen te bekommeren door te zeggen: „Indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten die dan eerst leren in hun eigen huisgezin godvruchtige toewijding te beoefenen en een passende vergoeding aan hun ouders en grootouders te blijven betalen, want dit is aangenaam in Gods ogen” (1 Tim. 5:4). Hoewel hier over volwassen kinderen wordt gesproken, kunnen zelfs minderjarige kinderen leren hun toewijding jegens God te tonen door „een passende vergoeding” te betalen aan hun ouders, die zoveel voor hen hebben gedaan. Hoe kunnen zij dit doen? Sommige kinderen helpen in financieel opzicht, zoals een jongen deed die al zijn spaargeld van zijn part-timebaantje aanbood om een onverwachte rekening te betalen. „Deze soort van edelmoedigheid van een veertienjarige zoon”, zei zijn moeder stralend, „moedigt mij meer aan dan woorden.”
4 Ook al kunnen kinderen geen geld geven, dan kunnen zij toch veel belangrijker dingen geven — waardering en gehoorzaamheid (Spr. 23:22; Ef. 6:1-3). De meeste alleenstaande ouders vragen zich af: „Pak ik de opvoeding van mijn kind wel goed aan?” Stelt u zich de vreugde van een alleenstaande ouder eens voor toen zijn jonge kind een kaart tekende en daarop schreef: „Ik houd heel veel van u en ik weet dat u heel erg uw best doet.” Welnu, als jij het kind van een alleenstaande ouder bent, heb jij je vader of moeder dan onlangs nog verteld hoeveel waardering je voor zijn of haar offers voor jou hebt? Gehoorzaam jij bereidwillig? Weet je wat het betekent gehoorzaam de vaat te wassen, de vuilnisemmer naar buiten te brengen, je huiswerk te maken, op tijd thuis te komen, op te ruimen en, bovenal, je bijbellessen geregeld te bestuderen? Zulk een bereidwillige gehoorzaamheid is de beste ondersteuning die je aan je vader of moeder kunt geven.
HOE DE GEMEENTE KAN HELPEN
5. (a) Wat betekent het „medegevoel” te tonen, en waarom is dit zo belangrijk? (b) Op welke manieren zou onze gemeente zulk „medegevoel” jegens alleenstaande ouders ten toon kunnen spreiden?
5 „Het is moeilijk, en soms ga ik eronder gebukt”, zei een alleenstaande ouder met zes kinderen, met inbegrip van een tweeling van bijna anderhalf jaar. „Maar af en toe zegt een van de broeders of zusters [in de gemeente] tegen me: ’Joan, je doet een goed werk. Je zult er beslist de vruchten van plukken.” Gewoon te weten dat anderen aan je denken en zich om je bekommeren, vormt werkelijk een geweldige hulp.” Hieruit blijkt hoe allen kunnen helpen. „Weest allen”, spoort de apostel Petrus aan, „één van zin, betoont medegevoel, oefent broederlijke liefde, weest teder genegen” (1 Petr. 3:8). Verplaats uzelf in de situatie van de ander. Een vriendelijk woord, een oprechte glimlach, kan zoveel betekenen. Wees teergevoelig in plaats van kritisch.
6. Waarom zou iemand die handelt zoals degene die in 1 Johannes 3:17 wordt beschreven, werkelijk laakbaar zijn in Gods ogen?
6 Bij werkelijke liefde is meer betrokken dan vriendelijke woorden. Vlak voordat de apostel Johannes christenen ertoe aanspoorde hun liefde door middel van daden te tonen, schreef hij: „Als iemand echter de middelen van deze wereld voor de instandhouding van het leven bezit en zijn broeder gebrek ziet lijden en toch de deur van zijn tedere mededogen voor hem sluit, in welk opzicht blijft de liefde Gods dan in hem?” (1 Joh. 3:17) Het oorspronkelijke woord voor „ziet”, betekent niet slechts een oppervlakkige blik op iemand of iets werpen, maar ongehaast en aandachtig kijken. Het wordt gebruikt met betrekking tot een generaal die een leger inspecteert. Zo’n generaal is beslist iemand die vol belangstelling naar details speurt. Stelt u zich dus het tafereel voor dat Johannes afschildert: Iemand die de middelen bezit om te helpen, bemerkt, nadat hij zorgvuldig naar zijn broeder heeft gekeken, dat er een behoefte bestaat, maar daarna sluit hij de deur van zijn hart en doet deze op slot. Hij weigert te helpen. Hoe ongevoelig! Gelukkig komen zulke negatieve reacties hoogst zelden onder Jehovah’s Getuigen voor. Uit talloze berichten blijkt hun edelmoedigheid jegens degenen die ’gebrek lijden’.
7. Wat is gewoonlijk het probleem wanneer behoeftige één-oudergezinnen worden verwaarloosd, en hoe kan dit verholpen worden?
7 Er hebben zich echter gevallen van veronachtzaming voorgedaan. Gewoonlijk kwam dit doordat men in gebreke was gebleven de behoefte te ’zien’. Het ontbrak aan ’zorgvuldige waarneming’, met belangstelling voor degenen die behoeftig waren. Mogen wij daarom eens vragen hoe de situatie bij u in de gemeente is? Bent u zich werkelijk bewust van de omstandigheden van de weduwen en wezen? Wanneer hebt u voor het laatst meer gedaan dan hen alleen maar oppervlakkig gegroet? Hebt u hen ooit voor een maaltijd of een gezellig avondje uitgenodigd, om hen beter te leren kennen? Zulke vragen helpen ons te beseffen of wij werkelijk ’zien’ in welke situatie één-oudergezinnen verkeren.
8. Hoe hebben sommigen in de gemeente behoeftige één-oudergezinnen geholpen?
8 Er is geen grote rijkdom voor nodig om te helpen. Velen die een werkelijke behoefte hebben waargenomen, hebben extra voedsel gedeeld of kleding gegeven waar hun eigen kinderen uit waren gegroeid. Sommigen hebben alleenstaande ouders zelfs bepaalde vaardigheden geleerd, zoals naaien, zodat dezen beter met hun geld konden uitkomen. Een oud Engels spreekwoord luidt: „Geef een man een vis en u voedt hem voor die dag. Leer hem hoe te vissen, en u voedt hem zijn leven lang.” Eén alleenstaande ouder schreef: „Een zuster gaf mij een naaimachine, twee lappen stof en naailessen. Ik heb sindsdien honderden dollars bespaard.”
9. Welke evenwichtige kijk dienen één-oudergezinnen te hebben met betrekking tot het ontvangen van hulp van anderen?
9 Dienen alleenstaande ouders in normale omstandigheden echter een heleboel hulp te verwachten en ontmoedigd te raken als deze niet komt? Men moet een evenwichtige kijk bewaren. Hoewel men dankbaar zal zijn voor alle hulp die wordt geboden, moet men zich afvragen: „Doe ik alles wat ik kan om de situatie aan te pakken?” Eén alleenstaande ouder zei hierover: „Niemand kan in werkelijkheid de zorg voor een extra gezin op zich nemen. Als je jezelf niet helpt, accepteer je niet je totale verantwoordelijkheid. Je moet leren op eigen benen te staan.” Er zijn bijbelse voorbeelden van getrouwe weduwen die zichzelf gaven in plaats dat zij diensten van anderen verwachtten (Luk. 2:36-38; Mark. 12:42-44). Een financieel behoeftige alleenstaande ouder die vele jaren heeft geploeterd om twee kinderen groot te brengen, had een bordje aan de muur hangen waarop stond: „Wie zonneschijn in het leven van anderen brengt, kan deze niet uit zijn eigen leven bannen.” Twaalf jaar lang heeft zij dit als een volle-tijdevangeliste inderdaad gedaan. Zij heeft zichzelf gegeven, en nu, op 73-jarige leeftijd, helpt zij anderen nog steeds. Als gevolg hiervan heeft zij nooit gebrek geleden. — Spr. 11:25.
10. Welk bewijs is er dat rijpe zusters in de eerste eeuw een belangrijke rol hebben gespeeld bij het helpen van weduwen en wezen?
10 In de eerste eeuw hebben rijpe vrouwen ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld bij het helpen van weduwen en wezen. Van sommige weduwen wordt gezegd dat zij ’verdrukten hebben bijgestaan’, misschien met inbegrip van één-oudergezinnen (1 Tim. 5:10). In zijn brief aan de christenen in Rome waren een kwart van degenen die door de apostel Paulus werden gegroet, vrouwen die getrouw met of ten behoeve van de gemeente dienst verrichtten. Van sommigen werd speciaal gezegd dat zij hard werkten of werk verrichtten „in de Heer” (Rom. 16:3-15). De vrouw Fébe, een ’dienares van de gemeente’ (zij diende klaarblijkelijk op een officieuze wijze door in de persoonlijke behoeften van anderen te voorzien) wordt als een „verdedigster van velen” beschreven. Zij heeft ongetwijfeld het initiatief genomen om „velen” te helpen, waardoor de gemeente werd gesterkt. In deze tijd geven rijpe christelijke vrouwen, evenals Fébe, liefdevolle aanmoediging en hulp, met inbegrip van hun materiële middelen, ten einde „verdrukten” bij te staan. — Rom. 16:1, 2.
11. (a) Wat voor hulp kunnen rijpe zusters aan alleenstaande ouders geven? (b) Welk voorbeeld kunt u noemen, en weet u soms nog meer voorbeelden?
11 Veel bejaarde christelijke vrouwen verschaffen geestelijke en emotionele hulp door ’het goede te onderwijzen’, „opdat zij de jonge vrouwen tot bezinning mogen brengen” door hun verstandige raad te geven (Tit. 2:3-5). Eén alleenstaande moeder was bijvoorbeeld in tranen na een bijbellezing over het huwelijk aangehoord te hebben. Een oudere christelijke vrouw vroeg wat er aan de hand was. „Ik geloof dat ik alleen maar medelijden met mezelf heb”, zei ze snikkend. De oudere vrouw begon met haar te praten. Zij wist hoe de neerslachtige jonge vrouw zich voelde, omdat zij twintig jaar voordien zelf door haar man in de steek was gelaten. De jongere vrouw merkte op: „Zij was mijn grootste hulp. Zij heeft veel met me gepraat en heeft me uitgenodigd samen met haar aan het predikingswerk deel te nemen. Ik houd erg veel van haar.” Veel rijpe christelijke vrouwen hebben zich om zulke personen bekommerd en hebben hun een ’schouder geboden waarop zij konden uithuilen’, terwijl zij zelfs heel persoonlijke problemen hebben besproken waar een christelijke man, alleen, niet zo goed over zou kunnen praten.
OUDERLINGEN — MAAK HET ’HART VAN WEDUWEN VROLIJK’
12. Hoe kunnen ouderlingen ’het hart van weduwen vrolijk maken’?
12 „Het hart van de weduwe maakte ik altijd vrolijk”, zei Job uit voorchristelijke tijden (Job 29:13). Hij „voelde” de pijn die weduwen ervoeren. In plaats van deze pijn door een gedachteloos woord of een onnadenkende daad te verergeren, zorgde hij ervoor dat hij hen innerlijk — in hun hart — opmonterde. De ouderlingen van een christelijke gemeente in deze tijd kunnen hetzelfde doen door zulke personen de verzekering te geven dat de gemeente een hartelijke familie is, door hun werkelijk het gevoel te geven dat zij erbij horen. De opzieners zouden een vertroostende schriftplaats kunnen voorlezen waaruit blijkt welke zegeningen er uit getrouwheid voortspruiten. „Medegevoel” zal hen erbij helpen te proberen de enorme emotionele en mentale druk te begrijpen waaronder veel alleenstaande ouders gebukt gaan (1 Petr. 3:8). Als gevolg hiervan zullen behoeftigen zich vrij voelen om voor hulp naar hen toe te komen. Elk van deze geestelijk gezinde mannen kan werkelijk als „een schuilplaats voor de slagregen, als waterstromen in een waterloos land” zijn. — Jes. 32:1, 2.
13. Waarom kunnen alleenstaande ouders zich tot ouderlingen wenden voor het verkrijgen van hulp bij het nemen van belangrijke beslissingen, en wat voor hulp dient er gegeven te worden?
13 In de bijbel was voorzegd dat God onder zijn volk uit de oudheid bekwame „raadslieden” zou herstellen (Jes. 1:26). Evenzo kunnen alleenstaande ouders in deze tijd naar ouderlingen opzien voor raad bij het nemen van belangrijke beslissingen. Wanneer ouderlingen worden benaderd, dienen zij „bekwaam beleid” te verschaffen en de vragensteller te helpen inzien welke bijbelse beginselen er bij de onderhavige kwestie zijn betrokken. De rol van een ouderling of wie maar ook tot wie iemand zich om hulp wendt, is echter die van een ’raadsman’, niet van iemand die voor anderen beslissingen neemt. — Spr. 11:14; Gal. 6:5.
14. (a) Waarom dienen ouderlingen te proberen iemand die een misstap heeft gedaan, te „herstellen”? (b) Hoe werd het Griekse woord voor „herstellen” in de eerste eeuw gebruikt, en hoe dient kennis van dit feit invloed uit te oefenen op de manier waarop dit „herstellen” wordt gedaan?
14 Een ouderling zou kunnen opmerken dat een alleenstaande ouder, als gevolg van druk, een „misstap” doet, door bijvoorbeeld afspraakjes te maken met een ongelovige. De desbetreffende persoon is zich misschien niet ten volle van de ernst van zo’n stap bewust. „Broeders, zelfs al doet iemand een misstap voordat hij zich ervan bewust is”, adviseert de bijbel, „tracht gij, die geestelijke hoedanigheden hebt, zo iemand in een geest van zachtaardigheid te herstellen” (Gal. 6:1). Aldus kunnen ouderlingen en anderen voorkomen dat een „misstap” een eigenzinnige handelwijze wordt. Het Griekse woord voor „herstellen” wordt ook in de betekenis van ’repareren’ gebruikt (Mark. 1:19). In de eerste eeuw werd het gebruikt om het zetten van een gebroken been te beschrijven. Hoewel een dokter hierbij enige druk zal moeten uitoefenen, zal hij toch o zo voorzichtig te werk gaan! Het doel is, het letsel te „herstellen”, niet het erger te maken. Ouderlingen die het hart van zo’n persoon willen bereiken, zullen derhalve „in een geest van zachtaardigheid” vriendelijk maar duidelijk met hem redeneren en hem helpen inzien waarom de toepassing van Gods Woord werkelijk in zijn belang is, waardoor zijn geestelijke gezondheid weer vooruit zal gaan.
15. (a) Wanneer zouden ouderlingen hulp moeten organiseren voor behoeftige weduwen? (b) Waarom hebben de ouderlingen hulp nodig van anderen in de gemeente?
15 Af en toe zullen ouderlingen hulp voor eenzame weduwen moeten organiseren. Op Trinidad werd een 79-jarige christelijke weduwe ernstig ziek. Zij bleek terminale kanker te hebben en moest vierentwintig uur per dag verpleegd worden. Hoewel zij over een klein pensioentje beschikte, had zij geen familieleden om haar te helpen. Om te voorkomen dat deze verantwoordelijkheid door slechts enkelen gedragen zou worden, organiseerden de ouderlingen groepjes christelijke vrouwen die zich vrijwillig hadden aangeboden om te helpen. Ruim zes maanden lang hebben deze vrouwen voor hun geestelijke zuster gekookt en het huis schoongehouden, haar vervoerd, haar kleren gewassen en haar zelfs gebaad toen zij zich niet langer kon bewegen. Dit was een voorbeeld van liefde waar de buren werkelijk van onder de indruk waren. Natuurlijk kunnen de ouderlingen niet alles doen wat in zulke gevallen noodzakelijk is. Zij hebben gewoonlijk hun eigen gezin te verzorgen. Maar zij zijn blij te kunnen doen wat in hun vermogen ligt, en zij waarderen het wanneer anderen het initiatief nemen door in dit soort van omstandigheden hulp te bieden.
BROEDERS — ’VERLOS VADERLOZE JONGENS’
16. (a) Waar maken vrouwelijke alleenstaande ouders zich vooral zorgen over in verband met hun zoons? (b) Wie kunnen hulp bieden, en hoe?
16 De moeder in een één-oudergezin maakt zich vanzelfsprekend zorgen over het gemis van de invloed van een vader in het huisgezin, vooral voor de zoons. Mannen in de gemeente dienen dezelfde instelling te hebben als Job, die zei: „Ik verloste . . . de vaderloze jongen en ieder die geen helper had” (Job 29:12). Vaak bestaat er behoefte aan oprechte belangstelling. U zou deze jongens persoonlijk kunnen uitnodigen samen met u aan het getuigeniswerk deel te nemen, bepaalde activiteiten in de Koninkrijkszaal te verrichten en zelfs aan gezonde ontspanning deel te nemen. Deze aandacht zou een jongen van een wereldse handelwijze kunnen ’verlossen’ of redden en hem tot de gemeente kunnen trekken.
17. (a) Wie was een goed voorbeeld van iemand die ’vaderloze jongens verloste’, en met welke resultaten? (b) Wat moet een gehuwde broeder bij het bieden van hulp aan andere kinderen in gedachte houden?
17 De apostel Petrus was iemand die ’vaderloze jongens verloste’. Hij knoopte vriendschap aan met Johannes Markus en noemde hem zelfs „Markus, mijn zoon” (1 Petr. 5:13). Markus’ moeder, Maria, was waarschijnlijk een alleenstaande ouder, omdat het verslag zegt dat Petrus naar haar huis ging, niet naar het huis van haar man (Hand. 12:12). De voortreffelijke geestelijke omgang die Markus met Petrus en andere christelijke mannen had, heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat hij een zendeling werd die zelfs een bijbelboek heeft geschreven. Hij is een goed voorbeeld voor jongens die alleen door een moeder moeten worden opgevoed. Natuurlijk moet elke gehuwde broeder beseffen dat hij schriftuurlijk bezien een primaire verantwoordelijkheid heeft — de zorg voor zijn eigen gezin. Zonder dus „de zijnen” te verwaarlozen, kan er veel goeds tot stand gebracht worden door aandacht aan deze vaderloze jongens te schenken in de mate dat dit nuttig is en voor zover iemands omstandigheden dit toelaten. — 1 Tim. 5:8.
DE BASIS VOOR ZO’N HULP — ZELFOPOFFERENDE LIEFDE
18. (a) Door wat voor liefde wordt het ware christendom geïdentificeerd, en hoe spreidde Jezus deze ten toon? (b) Hoe kunnen wij zo’n liefde ten toon spreiden?
18 Het identificerende kenmerk van een werkelijke christen is niet slechts liefde, maar zelfopofferende liefde. Jezus zei tot zijn discipelen: „Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkaar liefhebt; net zoals ik u heb liefgehad, dat ook gij elkaar liefhebt. Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:34, 35). Zijn voorbeeld op het gebied van geven, zou de maatstaf zijn. Hij „heeft zichzelf niet behaagd”. Hij is „om uwentwil arm . . . geworden”. „Hij heeft zichzelf [door een uiterst pijnlijke dood te ondergaan] voor onze zonden gegeven.” Alleen door dit model van liefde na te volgen, zouden zijn discipelen de aandacht en zorg ten toon kunnen spreiden die weduwen en vaderloze kinderen in „hun verdrukking” nodig zouden hebben. — Rom. 15:3; 2 Kor. 8:9; Gal. 1:4; Jak. 1:27.
19, 20. (a) Is het altijd gemakkelijk zelfopofferende liefde ten toon te spreiden? Waarom of waarom niet? (b) Wie zullen wij vooral graag willen helpen?
19 Naarmate de druk toeneemt en het moeilijker wordt om het hoofd te bieden aan onze eigen problemen, is het gemakkelijk ongevoelig te worden voor de toestand waarin iemand anders verkeert en ons helemaal in beslag te laten nemen door ons eigen leven. Zelfs sommigen in de eerste eeuw, die „door God [waren] onderwezen elkaar lief te hebben”, moesten „het in vollediger mate . . . blijven doen” (1 Thess. 4:9, 10). Dienen wij niet eerlijk te beschouwen hoe onze eigen houding en daden zijn jegens onze christelijke broeders en zusters die zich in ongelukkige omstandigheden bevinden? Een liefde als die van Jezus te bezitten, vereist dat wij ons leven voor onze broeders opofferen. Indien wij echter bereid zijn ons leven voor onze broeders af te leggen, hoe dienen wij er dan over te denken ons „brood” te delen wanneer wij ’onze broeder gebrek zien lijden’? — 1 Joh. 3:17.
20 De zorg voor onze schriftuurlijke verantwoordelijkheden houdt ons allemaal erg druk bezig. Wij zouden vaak meer willen doen om anderen te helpen. Indien wij echter bereidwillig doen waartoe wij in staat zijn, kunnen wij ervan verzekerd zijn dat Jehovah onze beperkingen kent en waardeert wat wij doen. „Laten wij . . . zolang de tijd voor ons er nog gunstig voor is, het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof.” — Gal. 6:10.
ALLEN WERKEN SAMEN OM VERDRUKKINGEN TE VERDUREN
21. (a) Wat kunnen alleenstaande ouders doen om het hoofd te bieden aan de druk in deze tijd? (b) Hoe kunnen anderen in de gemeente hen helpen, en is deze hulp belangrijk?
21 Samenvattend kunnen alleenstaande ouders dus volharden door het volgende te doen: (1) Vertrouw thans voortdurend op God en zie uit naar de tijd dat God onze hoop op eeuwig leven zal verwezenlijken en de verlangens van allen zal vervullen (Ps. 37:3, 4). (2) Houd door middel van bijbelstudie en intense gebeden een intieme verhouding tot God in stand. (3) Blijf bezig met het verrichten van heilzaam werk, met inbegrip van het Koninkrijksgetuigenis, het besturen van een huisgezin en het opvoeden van kinderen. Zelfopofferende liefde zal allen in de gemeente ertoe bewegen gevoelig te zijn voor de noodzaak alleenstaande behoeftige ouders te helpen. Hoe? Door „medegevoel” te hebben, door belangstelling te tonen voor hun kinderen en door hen zowel in geestelijk als in materieel opzicht bij te staan, om slechts enkele voortreffelijke daden ten behoeve van hen te noemen. Hoe waardevol is deze hulp? Eén alleenstaande ouder zei: „Ik heb heel veel onprettige dingen meegemaakt die ik liever wil vergeten. Laat me echter dit zeggen: Zonder de hulp van liefdevolle en getrouwe broeders en zusters zou ik het nooit hebben gered!”
22. Wat zal het tot resultaat hebben wanneer er voor behoeftige weduwen en vaderloze kinderen wordt gezorgd?
22 Ja, degenen die werkelijk „voor” één-oudergezinnen in nood „zorgen”, zullen er niet alleen getuige van zijn dat deze getrouw volharden (Jak. 1:27). Zij zullen ook duidelijk de persoonlijkheid van onze hemelse Vader weerspiegelen, die ’de vaderloze jongen en de weduwe staande houdt’. — Ps. 146:9
[Illustratie op blz. 22]
Rijpe christelijke vrouwen kunnen liefdevolle aanmoediging en hulp geven, met inbegrip van materiële steun
[Illustratie op blz. 23]
Wanneer alleenstaande ouders bepaalde vaardigheden leren, kan dit hen helpen het hoofd te bieden aan de kosten van het levensonderhoud
[Illustratie op blz. 24]
Hebt u ooit een één-oudergezin voor een maaltijd uitgenodigd, om hen beter te leren kennen?