Wat betekent Gods naam voor u?
DOOR de prediking van Jehovah’s getuigen hebben miljoenen mensen Gods naam, Jehovah, leren kennen. Mogelijk hebt u ook nog via andere bronnen van deze naam gehoord.
God houdt zijn naam in hoog aanzien. Dit blijkt uit de veelvuldigheid waarmee deze in zijn Woord, de bijbel, staat. Alleen al in het „Oude Testament” of de Hebreeuwse Geschriften van de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift komt de naam „Jehovah” 6973 maal voor. U kunt hem 237 maal in het „Nieuwe Testament” of de Griekse Geschriften van die vertaling vinden. Dat is alles bij elkaar 7210 maal!
WAT GODS NAAM VOOR JEZUS BETEKENDE
Gods „naam” is ook voor Jezus Christus belangrijk. Vlak vóór zijn dood bad hij: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven . . . waak over hen ter wille van uw naam, die gij mij hebt gegeven . . . En ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken.” — Joh. 17:6, 11, 26.
Wij moeten niet denken dat toen Jezus zei „Ik heb . . . uw naam bekendgemaakt” of ’geopenbaard’, hij alleen doelde op de uitspraak van de goddelijke naam. Zijn toehoorders waren joden die — naar verluidt met uitzondering van de hogepriester — de uitspraak van het Tetragram, de vier Hebreeuwse letters waaruit de naam bestaat, niet kenden. Hoe maakte Jezus dan, door meer dan de naam juist uit te spreken, ’Gods naam bekend’ aan de apostelen? Merk het antwoord op dat door een bekende bijbelcommentator wordt gegeven:
„Het woord naam [in Johannes 17] omvat de eigenschappen, of het karakter van God. Jezus had zijn karakter, zijn wet, zijn wil, zijn plan voor barmhartigheid bekendgemaakt. Of met andere woorden: hij had God aan hen geopenbaard. Het woord naam wordt vaak gebruikt om de persoon aan te duiden.” — Notes, Explanatory and Practical, on the Gospels door Albert Barnes (1846).
Aangezien Jezus door zijn eigen gehele volmaakte levensloop op aarde ’de Vader verklaarde’, maakte hij dus werkelijk ’Gods naam bekend’. Hij toonde aan dat hij met Gods volledige steun en autoriteit sprak. Jezus kon derhalve zeggen: „Wie mij heeft gezien, heeft ook de Vader gezien.” Gods naam nam voor zijn aardse volgelingen dus grotere betekenis aan. Waardering voor de naam en voor de Persoon die erdoor werd vertegenwoordigd, dient dus in elk aspect van het leven van een christen te worden weerspiegeld. — Joh. 14:9; 1:18; 5:19, 30; Matth. 11:27.
EERT UW ONDERWIJS WERKELIJK GODS NAAM?
De christelijke apostel Paulus toont bijvoorbeeld aan dat een diepe liefde voor Jehovah zelf, de Persoon die door de goddelijke naam wordt vertegenwoordigd, een christen ertoe beweegt God „een slachtoffer van lof [te] brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken”. — Hebr. 13:15.
Maakt u uw geloof in Gods naam „in het openbaar” bekend? Paulus maakt melding van de „vrucht der lippen”, doch hij bedoelt kennelijk meer dan louter ’lippendienst’. Het „slachtoffer van lof” dat uit iemands mond komt, moet gemeend, oprecht zijn. Bij Gods naam heilig houden door te prediken en te onderwijzen, is dus meer betrokken dan louter indrukwekkend klinkende woorden. Merk op hoe dit wordt gestaafd door Romeinen 2:21-24:
„Gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet? Gij die predikt: ’Steel niet’, steelt gij? Gij die zegt: ’Pleeg geen overspel’, pleegt gij overspel? Gij die een afschuw van de afgoden te kennen geeft, berooft gij tempels? Gij die u beroemt op de wet, onteert gij God door uw overtreden van de Wet? Want ’de naam van God wordt wegens ulieden onder de natiën gelasterd’.”
In Gods naam onderwijzen, vereist dat de onderwijzer een leven leidt dat in overeenstemming is met zijn ’openbare bekendmaking’. Veronderstel dat een vader zijn zoon leert „Steel niet”. Maar wat als de vader dan zelf in strijd hiermee handelt door belasting te ontduiken of van zijn naaste te stelen? Naar alle waarschijnlijkheid zal het mondelinge onderricht van de man zijn kind niet overtuigen. Belangrijker nog is dat hij reden geeft dat „de naam van God” wordt „gelasterd”. Werkelijke liefde voor Gods naam, alsook doeltreffend onderwijs legt een christen dus de verplichting op ’te beoefenen wat hij predikt’. Doet u dit?
GODS NAAM HEILIG HOUDEN IN VERBAND MET IEMANDS WERK
Hebt u zich bovendien gerealiseerd dat uw gedragingen op uw werk een bepaalde uitwerking hebben op Gods naam? Paulus toont dit aan in 1 Timótheüs 6:1:
„Laten allen die slaven zijn onder een juk, hun eigenaars ten volle eer waardig blijven achten, opdat er nimmer ten nadele van de naam van God en de leer gesproken moge worden.”
In de eerste eeuw moesten christelijke slaven elke meester „ten volle eer” geven of hun „de grootste achting” betonen (An American Translation). Zouden zij dit niet doen, dan zou hierdoor te kennen worden gegeven dat Gods waarheid geen verandering in hen had teweeggebracht. De christelijke leer zou niet bij machte blijken te zijn het leven te beïnvloeden. Er zou ’ten nadele gesproken worden’ van Gods naam, ja, van God zelf. — Vergelijk 1 Petrus 2:18.
Weinigen in deze tijd leven werkelijk in slavernij. Maar de beginselen waardoor werkgever en werknemer zich moeten laten leiden, zijn dezelfde als die van slaaf en meester. Geven uw werkgewoonten als een christen iemand aanleiding ’ten nadele van Gods naam’ te spreken? Komt u bijvoorbeeld vaak te laat op uw werk? Geeft u uw werkgever „ten volle eer”, ook als hij niet aanwezig is? Doet u dit zelfs al is hij misschien veeleisend? Als u toevallig een „gelovige”, een medechristen, als werkgever hebt, maakt u dan misbruik van zijn vriendelijkheid? Indien Jehovah’s naam u werkelijk heilig is, zal dit zelfs uit uw zakelijke betrekkingen blijken.
GODS NAAM LIEFHEBBEN DOOR ANDEREN TE DIENEN
Men toont ook liefde voor Gods naam door de wijze waarop men met medechristenen omgaat. Merk dit op in Hebreeën 6:10: „Want God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend . . ., zou vergeten.”
Toen Paulus die woorden schreef, omvatten goede ’werken’ ongetwijfeld het verlenen van materiële hulp aan medechristenen die in nood verkeerden of vervolging ondergingen (Hebr. 10:32-34). Beoefent u christelijke gastvrijheid?
Uit wat wij hebben besproken, is het duidelijk dat de vraag „Wat betekent Gods naam voor u” veel meer omvat dan alleen te weten hoe Gods persoonlijke naam moet worden uitgesproken. Deze naam vertegenwoordigt God zelf. Zijn bewonderenswaardige hoedanigheden dienen dus uit geheel het doen en laten van een christen te blijken.
Bent u nog niet bekend met Jehovah? Zijn getuigen zullen u graag omtrent hem willen onderwijzen. U kunt u met hen in verbinding stellen door naar de uitgevers van dit tijdschrift te schrijven. Kom te weten hoe uw leven werkelijk ’Gods naam’ tot eer kan strekken.
[Illustratie op blz. 452]
Als een vader de bijbel gebruikt om zijn zoon te onderwijzen niet te stelen, maar zelf belasting ontduikt, brengt hij smaad op Gods naam
[Illustratie op blz. 452]
Een christen die vaak te laat op zijn werk komt, kan er de oorzaak van zijn dat er „ten nadele” van Gods naam wordt gesproken