Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Jehovah’s nimmer falende leiding
    De Wachttoren 1970 | 15 november
    • zelfs in de volle-tijdpredikingsdienst! Ja, Jehovah laat ons beslist nooit in de steek.

      ALLEEN MET STEUN VAN JEHOVAH

      Toen werd er met een uitgebreid bouwprogramma op het terrein van de boerderij begonnen, waar het Wachttorengenootschap de Gileadschool wilde vestigen voor degenen die een toewijzing zouden krijgen voor de buitenlandse zendingsdienst. Het lag in Jehovah’s bedoeling dat het in de uitgestrekte zendingsgebieden niet aan goed opgeleide en toegeruste personen zou ontbreken om er te dienen. En wij kunnen terugzien en verheugd zijn dat er reeds 49 klassen van studenten zijn opgeleid, terwijl velen van hen die in het eerste jaar — 1943 — afstudeerden, nog steeds ijverig in hun buitenlandse toewijzing dienen.

      Omstreeks de tijd dat de Gileadschool startte, werden John en ik weer naar Brooklyn overgeplaatst. Wij waren blij onze werkzaamheden daar te hervatten. Wij vonden het ook fijn dat wij aan een van de gemeenten in Brooklyn werden toegewezen, waar wij een aandeel konden hebben aan de van-huis-tot-huisbediening en het oprichten van bijbelstudies in de huizen van geïnteresseerden. Wij hebben de vreugde gesmaakt heel veel mensen voor hun eerste vergadering in de Koninkrijkszaal mee te nemen en hen vervolgens in geloof te zien groeien en ons in het kostbare predikingswerk te vergezellen.

      Wij hebben deze vele veranderingen met heel veel vreugde ondergaan. Er zijn weliswaar tijden van beproeving en moeilijkheden geweest waaraan wij het hoofd moesten bieden, doch door onze kleine moeilijkheden aan Jehovah God voor te leggen, werden onze lasten verlicht. Het heeft nooit gefaald. Zelfs als sommigen klaagden of zich zorgen maakten wie er op hun oude dag voor hen zou zorgen en zover gingen dat zij Bethel en Gods waarheid verlieten, waren er toch altijd die, net als wij, bij hun besluit bleven om in de Betheldienst te blijven zolang het Jehovah behaagde hen in die hoedanigheid te gebruiken.

      Wij zien hier op Bethel trouwens nog altijd veertig of vijftig personen van boven de vijfenzestig jaar, die getrouw de hun toegewezen werkzaamheden verrichten. Zij hebben hun lichamelijke zwakheden en kwalen maar ondanks dat alles komt hun ware sterkte op wonderbare wijze van Hem die nooit in gebreke blijft, want ze bestaat in de vreugde te weten dat zij hun dienst voor de Allerhoogste verrichten.

      Wij oudjes die zo dikwijls hebben gezien dat Jehovah zijn volk te hulp komt als het in moeilijkheden verkeerde die menselijke hulp te boven gingen, kunnen allen met de bejaarde Jozua zeggen dat „niet één woord van alle goede woorden [van belofte] die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, onvervuld is gebleven. Alles is voor u uitgekomen. Geen woord daarvan is onvervuld gebleven” (Joz. 23:14). En persoonlijk kan ik zeggen dat woorden te kort schieten om mijn waardering te uiten voor het schitterende dienstvoorrecht dat ik heb gehad en waarin ik mij nog steeds mag verheugen.

  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1970 | 15 november
    • Vragen van lezers

      ● Hoe moet 1 Korinthiërs 6:18 worden opgevat, waar staat: „Elke andere zonde die een mens kan begaan, is buiten zijn lichaam, maar hij die hoererij beoefent, zondigt tegen zijn eigen lichaam”? — V.S.

      De apostel Paulus liet de bovenstaande aanhaling voorafgaan door het gebod: „Ontvliedt de hoererij.” Het is duidelijk dat hij een uitgesproken mening over dit onderwerp had, want zonder enig verbindingswoord ging hij van zijn voorgaande opmerkingen over op dit gebod „Ontvliedt de hoererij” en hij zette het in de tegenwoordige tijd, zoals blijkt uit de tussen de regels geplaatste tekst van The Kingdom Interlinear Translation, welke luidt: „Weest voortdurend op de vlucht voor de hoererij.” Hij zegt ons dat wanneer maar ook de verleiding of de gelegenheid zich voordoet hoererij te plegen, wij niet moeten dralen of er niet over moeten debatteren, maar onmiddellijk moeten vluchten. Jozef, de zoon van de patriarch Jakob, heeft ons in dit opzicht een voortreffelijk voorbeeld gesteld. Hij vluchtte toen hij door de vrouw van zijn meester Potifar werd lastig gevallen. — Gen. 39:12.

      Waarom had de apostel Paulus zo’n uitgesproken mening over deze kwestie toen hij aan de christenen in Korinthe schreef? Omdat het zo’n losbandige stad met een en al verleiding tot het plegen van immoraliteit was. Het was het centrum van de aanbidding van Venus, de godin van seksueel genot. Geen wonder dat Korinthe als de meest immorele stad van het oude Griekenland werd beschouwd. Van deze aanbidding van Venus is de naam afkomstig voor de ziekten die veroorzaakt worden door losbandige seksuele betrekkingen, namelijk venerische ziekten. Met betrekking hiertoe wordt ons verteld dat gonorroea een van de oudste en meest wijdverbreide van alle ziekten is die de mensheid teisteren, terwijl syfilis als een van de grootste rampen van de mensheid wordt beschreven.

      Hoe verschrikkelijk zijn de gevolgen van deze venerische ziekten niet! Ze kunnen onvruchtbaarheid bij vrouwen, blindheid bij het nageslacht en seniliteit op de oude dag veroorzaken, om maar een paar van de meest tragische gevolgen te noemen. Ondanks deze verschrikkelijke gevolgen, nemen venerische ziekten toe; ze nemen, naar men zegt, zelfs epidemische proporties aan. Hoewel enkele andere zonden, zoals dronkenschap, het lichaam als men erin volhardt tot op zekere hoogte kunnen schaden, lijdt het geen twijfel dat men door hoererij te bedrijven het meest tegen zijn eigen lichaam zondigt.

      Dat men door hoererij te bedrijven, in deze zin tegen zijn eigen lichaam zondigt, besefte de wijze koning Salomo uit de oudheid reeds. Sprekend over de naweeën van betrekkingen met een hoer, zegt hij: „De nawerking van haar is even bitter als alsem; ze is even scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen af naar de dood.” „Een pijl [klieft] zijn lever open . . ., net als een vogel zich haast naar het klapnet, en hij heeft niet geweten dat zijn eigen ziel ermee gemoeid is.” Ja, venerische ziekten tasten dikwijls de lever — het grootste orgaan in het lichaam — aan en richten verwoesting aan. — Spr. 5:3-11; 7:23.

      Hoererij kan in zekere opzichten vergeleken worden met het breken van een prachtig stukje porselein. Het porselein kan gelijmd worden, maar de breuk zal altijd te zien zijn. Hoererij zou ook met een ernstige derdegraads verbranding vergeleken kunnen worden. Door berouw kan de wond helen, zo zou men kunnen zeggen, doch niet zonder een litteken achter te laten dat iemand altijd aan de zonde zou herinneren. Ja, hoererij is een unieke zonde tegen het lichaam, want het hele lichaam en de hele persoonlijkheid zijn erbij betrokken.

      Dit geldt ook voor overspel, dat erbij inbegrepen zou zijn indien de apostel Paulus het woord porneia — hier vertaald met „hoererij” — in zijn ruimere zin gebruikte zoals het soms in de christelijke Griekse Geschriften is gebruikt. Zo sprak Jezus Christus over een man die van zijn vrouw scheidde op andere gronden dan hoererij (porneia), hetgeen betekent op andere gronden dan overspel. Het Nederlandse woord pornografie met zijn ruime betekenis is afkomstig van deze Griekse stam. — Matth. 19:9.

      Een parallelle schriftplaats die licht op dit onderwerp werpt, is Romeinen 1:26, 27, waar Paulus aantoont dat homoseksuelen tegen hun eigen lichaam zondigen: „Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke seksuele begeerten, want ook hun vrouwen hebben het natuurlijke gebruik van zichzelf veranderd in een tegennatuurlijk gebruik; en insgelijks hebben ook de mannen het natuurlijke gebruik van de vrouw laten varen en zijn zeer verhit geworden in hun wellust jegens elkaar, mannen met mannen, ontucht plegend en in zichzelf de volledige vergelding ontvangend die hun voor hun dwaling toekwam.” De woorden van Paulus in 1 Korinthiërs 6:18 zouden trouwens homoseksualiteit kunnen omvatten, want Griekse schrijvers hebben porneia ook gebruikt met betrekking tot homoseksualiteit.

      De apostel Paulus zegt echter ook dat porneia niet alleen zondigen tegen iemands eigen lichaam is, doch dat, in tegenstelling daarmee, ’elke andere zonde buiten het lichaam is’. Hoe kan dit? Over dit speciale aspect hebben bijbelcommentators zich eeuwenlang het hoofd gebroken en zij hebben verschillende verklaringen aan de hand gedaan. Hun commentaren waren over het algemeen in overeenstemming met het voorgaande, namelijk dat de apostel in betrekkelijke zin sprak. Als wij de inhoud echter aan een onderzoek onderwerpen, kunnen wij zien dat zijn woorden ook in volstrekte zin opgevat kunnen worden. Merk op wat hij zegt:

      „Het lichaam nu is niet voor hoererij, maar voor de Heer, en de Heer is voor het lichaam. Weet gij niet dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van de Christus wegnemen en ze tot leden van een hoer maken? Moge dat nooit geschieden! Wat! Weet gij niet dat hij die zich met een hoer verenigt, één lichaam is? Want: ’De twee’, zo zegt hij, ’zullen één vlees zijn’. Hij daarentegen die zich met de Heer verenigt, is één geest.” — 1 Kor. 6:13, 15-17.

      Ja, de gezalfde christenen aan wie Paulus schreef, waren ten huwelijk beloofd aan Jezus Christus, zoals hij opmerkte met de woorden: „Ik persoonlijk heb u aan één man ten huwelijk beloofd om u als een eerbare maagd aan de Christus aan te bieden” (2 Kor. 11:2). In het geval van Hebreeuwse verloofden uit de oudheid, was ontrouw net zo strafbaar als overspel. Paulus merkt echter op: „De Heer is voor het lichaam.”

      Een christen die hoererij beoefent, zondigt dus op unieke wijze tegen zijn lichaam doordat hij zijn lichaam wegneemt van Christus en het tot één maakt met een hoer. Geen enkele andere zonde kan op zichzelf genomen het lichaam van een christen van eendracht met Jezus Christus scheiden, door het één met iemand anders, een hoer, te maken. In dit opzicht kan werkelijk gezegd worden dat ’elke andere zonde buiten het lichaam is’. En hoewel de woorden van Paulus in de eerste plaats betrekking hebben op de gezalfde christenen die ten huwelijk zijn beloofd aan Christus, hun Heer, geldt het beginsel thans ook voor zijn „andere schapen”. — Joh. 10:16.

      Hoe wijs en krachtig is het gebod van de apostel Paulus: ’Weest voortdurend op de vlucht voor de hoererij!’ Het kan de afschuwelijkste gevolgen voor het letterlijke lichaam hebben. Zoals geen andere zonde, maakt hoererij degenen die het beoefenen onrein. Door hoererij te bedrijven, zondigt men inderdaad op unieke wijze tegen zijn eigen lichaam, want zoals geen andere zonde wordt hierdoor het lichaam van een christen weggenomen van ’één-zijn’ met zijn Heer Jezus Christus en wordt het één gemaakt met een hoer.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen