Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Hoe kunt u gelukkig zijn?
    De Wachttoren 1980 | 1 juli
    • leven — een lang leven dat hem in staat zou stellen zijn kleinkinderen te zien — het goede van Jeruzalem zou zien.

      Het geluk dat verworven kon worden door Gods wet te gehoorzamen, was niet tot afzonderlijke Israëlieten beperkt. Het kon door de gehele natie genoten worden, als deze gehoorzaam was. Zeer terecht eindigt de psalmist dan ook met de gebedsvolle woorden: „Moge er vrede zijn over Israël” (Ps. 128:6). Ja, moge Gods volk te allen tijde vrede en zekerheid genieten.

      Indien u het geluk wilt genieten waarnaar in Psalm 128 wordt verwezen, beschouw de bijbel dan zorgvuldig en laat toe dat u door de richtlijnen ervan wordt geleid. Bevestig door uw eigen ervaring dat werkelijk geluk voortspruit uit gehoorzaamheid aan Gods wet.

  • ’Wat de natiën slachtofferen, slachtofferen zij aan demonen’
    De Wachttoren 1980 | 1 juli
    • ’Wat de natiën slachtofferen, slachtofferen zij aan demonen’

      IN ZIJN brief aan christenen die in de beruchte stad Korinthe woonden, gaf de apostel Paulus de volgende waarschuwing: „Ik zeg dat de dingen die de natiën slachtofferen, zij die aan demonen slachtofferen en niet aan God, en ik wil niet dat gij deelhebbers met de demonen wordt” (1 Kor. 10:20). Hoe kunnen twintigste-eeuwse christenen voordeel trekken van deze waarschuwing? Zouden wij werkelijk „deelhebbers met de demonen” kunnen worden, ook al offeren wij geen dierlijke slachtoffers? Welk beginsel schuilt er achter de woorden van de apostel?

      DE SLACHTOFFERS IN HET VERLEDEN

      In het verleden brachten veel mensen slachtoffers alsook andere offers aan hun goden. Dit was een daad van toewijding en zelfs van liefde van hun zijde. Door middel van zijn slachtoffer trachtte de offeraar de godheid die hij aanbad, te behagen of gunstig te stemmen.

      Als een onberouwvolle zondaar heeft de eerste mens, Adam, God nooit een slachtoffer gebracht. De eerste slachtoffers waarvan in de bijbel melding wordt gemaakt, waren die van Adams zonen Abel en Kaïn. Kaïns offer bestond uit „wat vruchten van de aardbodem”, terwijl Abel „enkele eerstelingen van zijn kleinvee” offerde. „Terwijl Jehovah . . . goedgunstig op Abel en zijn offer neerzag”, zo lezen wij, „zag hij in het geheel niet goedgunstig op Kaïn en op diens offer neer.” — Gen. 4:3-5.

      Jehovah, die het hart kan lezen, verwierp Kaïns offer als formalistisch, zonder enig hieraan ten grondslag liggend geloof. Zijn offer zou ertoe kunnen leiden dat degene die het bracht, erdoor werd verheerlijkt in plaats dat er liefde door werd getoond voor het Goddelijke Wezen. Het was voor Jehovah duidelijk dat Kaïn niet probeerde dichter tot zijn Maker getrokken te worden en hierdoor in een juiste, intieme verhouding tot hem te geraken. Abel had evenwel precies tegenovergestelde bedoelingen.

      Toen Paulus aan de Hebreeuwse christenen schreef, zette hij uiteen dat Abels slachtoffer door geloof werd ingegeven. Naar alle waarschijnlijkheid had Abel vernomen en in gedachte gehouden wat Jehovah tot de slang had gezegd toen onze eerste ouders nog in de hof van Eden waren: „Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen” (Gen. 3:15). Abel heeft die woorden ongetwijfeld geanalyseerd, terwijl hij ten volle geloofde dat iemand zijn bloed zou moeten vergieten of ’in de hiel vermorzeld’ zou moeten worden opdat de mensheid weer tot de toestand van volmaaktheid verheven kon worden waarin Adam en Eva zich vóór hun opstand verheugden.

      Later kunnen natiën die Jehovah niet aanbaden, van ’een beloofd zaad’ gehoord hebben. In de klassieke Griekse geschriften leest men dat er verdienste toegekend werd aan het bloed van een godheid, dat vergoten kon worden ten einde de mensheid los te kopen. Wie heeft bovendien niet gehoord van de mythische held Achilles, met het onsterfelijke lichaam maar — helaas — de kwetsbare hiel? Na verloop van tijd offerden derhalve zowel de ware als de valse aanbidders slachtoffers, de eersten aan God en de laatsten aan veronderstelde godheden.

      Onmiddellijk nadat Noach in het jaar 2370 v.G.T. uit de ark kwam, uitte hij zij innige dankbaarheid voor de bevrijding die hij had ontvangen. Hij deed dit door een altaar te bouwen en hierop aan Jehovah slachtoffers te brengen (Gen. 8:20, 21). Daarna vormde het brengen van slachtoffers een manier waarop iemand blijk gaf van zijn verhouding tot en afhankelijkheid van God. Na verloop van tijd werd het gebruikelijk dat het mannelijke gezinshoofd als priester optrad. — Gen. 31:54; Job 1:5.

      Uiteindelijk werden slachtoffers van reine dieren een onontbeerlijk onderdeel van Jehovah’s aanbidding, zoals deze door de Israëlieten werd beoefend. Deze slachtoffers vormden een afschaduwing van het slachtoffer dat Jezus zou brengen, namelijk zijn eigen menselijke leven. Dit offer had ten doel de gehele gehoorzame mensheid te redden. Evenals Adam, de voorvader van het mensdom, onvolmaaktheid en de dood aan zijn nakomelingen heeft doorgegeven, zou „de laatste Adam”, Jezus Christus, zijn volmaakte leven uiteindelijk als een losprijs voor alle soorten van mensen geven. — Matth. 20:28; Rom. 5:12; 6:23; 1 Kor. 15:22, 45.

      Tot de vele soorten van slachtoffers of andere offers die onder de wet die door bemiddeling van Mozes aan de Israëlieten was gegeven, aan God werden aangeboden, behoorden de gemeenschaps- of vredeoffers. Bij een dergelijk offer steeg de aangename rook van het brandende vet naar Jehovah op als zijn deel terwijl de dienstdoende priester, alsook de andere priesters die in de tempel dienden, een uitgelezen deel van het dier ontvingen. De aanbidder en zijn gezin aten in het voorhof van de tempel, waar zich eetkamers bevonden, een deel van het geofferde slachtoffer. Het was werkelijk een gemeenschapsoffer. Jehovah beschouwde deze gemeenschap met of verhouding tot de offeraar als een bijzonder ernstige zaak, zozeer zelfs dat degene die eraan deelnam terwijl hij volgens de vereisten van de Wet in een onreine toestand verkeerde, ter dood werd veroordeeld. — Lev. 7:20, 21; 19:5-8.

      Uit wat de apostel Paulus zegt, schijnen wij te kunnen opmaken dat heidense priesters van de offerdieren aten. En dit was ook het geval met de personen die deze slachtoffers aan de valse goden brachten. De apostel waarschuwde medegelovigen echter door te zeggen dat „de dingen die de natiën slachtofferen, zij die aan demonen slachtofferen en niet aan God, en ik wil niet dat gij deelhebbers met de demonen wordt. Gij kunt niet de beker van Jehovah en de beker van de demonen drinken; gij kunt niet aan ’de tafel van Jehovah’ [het deelhebben daaraan duidt op vrede met God als deelnemers aan het Avondmaal des Heren] en aan de tafel van de demonen deel hebben. Of ’zijn wij Jehovah tot jaloezie aan het prikkelen’? Zijn wij soms sterker dan hij?” — 1 Kor. 10:18-22.

      Toen de Mozaïsche wet van kracht was, kon men een onderscheid maken tussen ware en valse aanbidding. Men kon verstandelijk beredeneren dat als het slachtoffer niet door een van de Aäronische priesters in Jeruzalems tempel werd geofferd, zo’n slachtoffer automatisch onaanvaardbaar was voor God (Deut. 12:5-7; 26:2, 3). Thans worden er in Jeruzalem of elders echter geen dierlijke slachtoffers door een Aäronische priesterschap geofferd. Dergelijke slachtoffers zijn in vervulling gegaan en door Jezus’ slachtoffer uit de weg geruimd (Kol. 2:13, 14; Hebr. 7:12). Hoe kunnen wij er thans derhalve zorg voor dragen geen deelhebbers met de demonen te zijn?

      WEES THANS VOORZICHTIG

      Slachtoffers duiden op toewijding aan een superieure macht of godheid. In deze tijd hebben ze dus te maken met ons gedrag, onze denkwijze en onze daden. Paulus gaf te kennen dat „de god van dit samenstel van dingen” niemand anders is dan Satan de Duivel, de grootste demon (2 Kor. 4:4). Het is derhalve logisch dat christenen geen deel kunnen zijn van dit samenstel waarover hij regeert. Anders zouden wij deelhebbers met hem zijn en door hem gebruikt worden (Jak. 4:4). Veel dingen die de mensen van dit samenstel doen, zijn in strijd met Jehovah’s wil en wegen. Zou men zich dus met deze praktijken inlaten, dan zou dit betekenen dat men met de demonen deelheeft in het doen van verkeerde dingen. Denk maar aan de vele aspecten en kenmerken van valse religie, nationalisme, materialisme, aanbidding van popidolen, enzovoort.

      Ware christenen zijn „geen deel van de wereld” (Joh. 15:19). Zij leven in dit samenstel van dingen maar maken er geen deel van uit. Zij zijn uit het vals-religieuze rijk van deze wereld gekomen (Openb. 18:4). De tot dit samenstel behorende religie, politiek, ambities, materialistische aspiraties, verwachtingen en dergelijke hebben eens deel uitgemaakt van ons leven. In het verleden hebben sommigen voor dit samenstel gestreden en geprobeerd het te verbeteren en te bestendigen. Maar nu zien wij de nutteloosheid van onze vroegere oprechte krachtsinspanningen in. Toen wij onze steun gaven aan dit samenstel van dingen, dat tegen Jehovah’s wil en wegen gekant is, waren wij dood in Gods ogen. Jehovah heeft ons echter barmhartigheid betoond. Hij heeft ons getoond hoe wij ervan bevrijd konden worden. Ja, hij heeft Christus’ gezalfde volgelingen geestelijk levend gemaakt, zoals Paulus dit in Efeziërs 2:1-6 beschrijft.

      Alleen wanneer wij begrijpen wat het betekent geen deel van deze wereld te zijn (1 Joh. 2:15-17), kunnen wij Paulus’ woorden aan de Korinthiërs begrijpen: „Neen, maar ik zeg dat de dingen die de natiën slachtofferen, zij die aan demonen slachtofferen en niet aan God, en ik wil niet dat gij deelhebbers met de demonen wordt.” — 1 Kor. 10:20.

  • Rectificatie congresadres
    De Wachttoren 1980 | 1 juli
    • Rectificatie congresadres

      Het adres van het congresterrein in Enschede is J. J. v. Deinselaan 30 en niet de Langestraat 56, zoals in De Wachttoren van 1 mei 1980 stond aangegeven.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen