Velddienstbijeenkomsten

28 JULI – 3 AUGUSTUS

Wanneer is het passend

1. Om te proberen binnengenodigd te worden? (Hoe doe je dit?)

2. Om niet naar binnen te gaan?

3. Om op te stappen?

4-10 AUGUSTUS

Waarom is gebed belangrijk

1. Wanneer je van huis tot huis werkt?

2. Wanneer je in moeilijk gebied werkt?

3. Wanneer je nabezoeken brengt?

11-17 AUGUSTUS

Waarom moeten wij het vermijden

1. In het gebied in grote groepen opvallend bij elkaar te staan?

2. Luidruchtig te zijn als wij van de ene deur naar de andere wandelen?

3. Te hard of te lang te kloppen of te bellen?

18-24 AUGUSTUS

Hoe beantwoord je de tegenwerping

1. „Ik heb die publikatie al”?

2. „Wij horen hetzelfde in de kerk”?

3. „Ik gebruik alleen de bijbel”?

25-31 AUGUSTUS

Waarom is het belangrijk om

1. Met de juiste stemkracht te spreken?

2. De huisbewoner aan te kijken?

3. Een nette bijbel en nette lectuur te gebruiken?

Onderwerp voor gesprekken

Oorzaak van en oplossing voor de rampzalige wereldtoestanden. — Openb. 12:12; Rom. 16:20.

Vergewis jij je ervan wat je eigen werk is?

¹ Het menselijk lichaam is op een wonderbaarlijke wijze zo gemaakt dat het werk kan verrichten. En wat een verscheidenheid van werk! Sta je niet verbaasd over de manier waarop de ogen, de handen, de zenuwen, de gewrichtsbanden en de spieren alle harmonieus functioneren wanneer je met een hamer op een spijker slaat, met naald en draad naait of met een pen een woord opschrijft? De lichaamsdelen werken zo soepel met elkaar samen terwijl ze elke opdracht die door onze opmerkelijke hersenen wordt uitgezonden, volledig uitvoeren! — Ps. 139:14.

² Paulus gebruikt het menselijk lichaam als een illustratie van de wijze waarop de christelijke gemeente zich van haar door God gegeven werktoewijzing dient te kwijten. In 1 Korinthiërs hoofdstuk 12 vergelijkt Paulus elke afzonderlijke persoon in de gemeente met een lid van Christus’ lichaam. Hij legt de nadruk op de liefde, de eenheid en de samenwerking die er onder hen bestaat terwijl zij het werk verrichten dat bestaat in het prediken van het goede nieuws en het maken van discipelen van Jezus Christus, het hoofd van de gemeente (1 Kor. 12:12). Hoewel het ene orgaan van het lichaam misschien een functie vervult die verschilt van die van een ander orgaan, levert elk toch een bijdrage aan wat het lichaam in zijn geheel doet (Rom. 12:4-8). Wij kunnen Christus’ geestelijke lichaam als een voorbeeld ter navolging voor ons in deze tijd beschouwen.

JOUW DIENSTVOORRECHT WAARDEREN

³ Op welk terrein verricht jij activiteit binnen de christelijke gemeente? Wat het ook is, heb jij er grote waardering voor? Jehovah wel! Soms heb je misschien het gevoel dat je „zwakker” bent of dat de rol die jij in de gemeente speelt „minder eervol” is. Beperkingen ten gevolge van een slechte gezondheid, leeftijd of andere omstandigheden zijn er wellicht de oorzaak van dat jij er zo over denkt. Hoe het ook zij, het is goed de dingen te bezien zoals Jehovah ze beziet. Zijn Woord zegt ons: „Het is echter veeleer zo dat de leden van het lichaam die zwakker schijnen te zijn, noodzakelijk zijn, en de delen . . . waarvan wij denken dat ze minder eervol zijn, omgeven wij met overvloediger eer. . . . God heeft niettemin het lichaam zo samengesteld dat hij overvloediger eer gaf aan het deel dat te kort kwam.” — 1 Kor. 12:22-24.

⁴ Wanneer wij de dingen vanuit dit standpunt bezien, kunnen wij allen ondanks onze beperkingen, met onze gehele ziel werk verrichten in de wetenschap dat Jehovah de tekorten die wij hebben, aanvult. Het punt waar het om gaat is: dragen onze krachtsinspanningen bij tot het grootse predikings- en onderwijzingswerk dat thans door Gods gemeente tot stand wordt gebracht? Wij willen dat ons werk een „nuttig doel” dient, en dat het nooit afbreuk doet aan wat het „lichaam”, de gemeente, bezig is tot stand te brengen. — Vergelijk 1 Korinthiërs 12:7.

REDEN TOT OPGETOGENHEID

⁵ Het behaagt God dus om ons als zijn medewerkers te gebruiken en hij vergelijkt onze prestaties niet met elkaar. Hij laat veeleer een ieder „zich ervan vergewissen wat zijn eigen werk is, en dan zal hij alleen met betrekking tot zichzelf, en niet in vergelijking met de andere persoon reden tot opgetogenheid hebben” (Gal. 6:4). Er bestaat een wisselwerking en coördinatie tussen onze lichaamsdelen. Het ene verricht misschien een bepaalde functie waartoe een ander deel niet in staat is. Toch zijn ze onderling van elkaar afhankelijk. Het ene deel werkt het andere niet tegen. Wat vormt dit een prachtige illustratie van de christelijke gemeente, daar een ieder binnen zijn terrein van activiteit onder leiding van de heilige geest werkzaam is.

⁶ Vergewis jij je er persoonlijk van dat jouw werk bijdraagt tot de gemeenschappelijke inspanningen van alle anderen in de gemeenten zodat Jehovah’s naam wordt geëerd? Als dit zo is, heb je „reden tot opgetogenheid”. Gedurende de maand augustus bieden wij de twee boeken Gods duizendjarige koninkrijk is nabij gekomen en Goed nieuws dat u gelukkig kan maken voor ƒ 3,00 aan. Als allen in de gemeente gezamenlijk hun best doen met deze aanbieding te werken, zal Jehovah deze inspanningen zegenen.

⁷ Bied de boeken enthousiast aan wanneer je aan het van-huis-tot-huiswerk deelneemt. Zie ook uit naar gelegenheden om ze informeel aan collega’s, medescholieren, buren, verkopers en anderen aan te bieden. Op dit terrein liggen zeer grote mogelijkheden. Wellicht heb je het voorrecht een van degenen te zijn die met deze aanbieding werken tijdens de 90 of meer uren die zij aan het pionierswerk besteden. Laten wij er in deze maand ook eensgezind mee voortgaan onze voortreffelijke tijdschriften aan te bieden. Tijdschriften kunnen feitelijk altijd worden aangeboden. Het is goed om één dag per week speciaal voor het aanbieden van tijdschriften te reserveren en natuurlijk kunnen tijdschriften altijd worden aangeboden als de lectuuraanbieding wordt geweigerd. Denk ook aan de unieke mogelijkheden voor straatwerk met tijdschriften. Ook sommigen die misschien ziekelijk of wat ouder zijn, kunnen wellicht een paar uurtjes aan straatwerk of ander tijdschriftenwerk besteden. Aarzel niet de tijdschriften aan te bieden wanneer je nabezoeken brengt. Wàt je ook kunt doen, houd in gedachte dat Jehovah wil dat je met je gehele ziel dienst verricht, hetgeen betekent dat je, naar gelang van jouw persoonlijke omstandigheden, zo veel mogelijk tijd aan de dienst besteedt.

⁸ Ja, het menselijk lichaam is op een wonderbaarlijke wijze zo gemaakt dat het werk kan verrichten. Hetzelfde geldt voor de wereldomvattende christelijke gemeente. Wanneer ieder lid van die gemeente — elke hand, zenuw, gewrichtsband en spier als het ware — zich ervan vergewist wat zijn eigen werk is, zal deze schitterend gecoördineerde gemeente onder het leiderschap van Christus een geweldig getuigenis geven.

Ben jij vroeger pionier geweest?

¹ Alleen al in de Verenigde Staten staan de namen van zo’n 75.000 verkondigers geregistreerd die in het verleden als pionier dienst hebben verricht, maar die op dit moment niet pionieren, In Nederland beloopt dit aantal 1570. Ben jij een van hen? Als dat zo is, durven wij te zeggen dat je op die tijd terugkijkt als een van de gelukkigste periodes in je leven. Herinner jij je nog wat een genot het was om bijna iedere dag in de velddienst met mensen over Jehovah en zijn koninkrijk te spreken? Herinner jij je het gevoel dat je herhaaldelijk had wanneer je het gezicht van geïnteresseerde personen zag oplichten als reactie op de uitleg die jij omtrent de Koninkrijkszegeningen gaf? Herinner jij je ook nog hoe bekwaam je in het gebruik van de bijbel was geworden?

² Het is waar dat je deze vreugden als gemeenteverkondiger nog steeds ervaart, maar waarschijnlijk niet in die mate als toen je nog pionier was. Jezus zei: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht blijft dragen.” De volle-tijddienst biedt werkelijk overvloedige gelegenheden om ’veel vrucht te dragen’. — Joh. 15:8.

MEER PIONIERS NODIG

³ Is de behoefte aan pioniers verminderd sinds jij de gelederen hebt verlaten? Integendeel! Het steeds snellere tempo waarin gebeurtenissen plaatsvinden, vraagt om steeds meer werkers naarmate het einde van dit samenstel nadert. Het doet ons denken aan wat er gebeurt wanneer mannen die een graanveld aan het oogsten zijn, aan de horizon een zware regenbui zien naderen. Terwijl de bliksem flitst en de donder rommelt, werken zij koortsachtig om de oogst binnen te krijgen voordat de hevige bui losbarst. Jezus zei: „De oogst is groot, maar er zijn weinig werkers” (Matth. 9:37). Terwijl de storm van de „grote verdrukking” nadert, hebben het afgelopen jaar meer dan 113.000 personen gunstig op het werk van de oogsters gereageerd en zijn gedoopt! Zet dat Jezus’ woorden geen kracht bij?

⁴ Hoeveel meer rechtgeaarde personen zullen gunstig op onze boodschap reageren en Gods rechtvaardige vereisten voor overleving leren kennen? Wij weten het niet. Maar Jehovah trekt nog steeds rechtgeaarde mensen tot zich, en terwijl hij dat doet, hebben wij het grootse voorrecht door hem gebruikt te worden om deze mensen te zoeken en te voeden. (Vergelijk Johannes 12:32.) Door te pionieren, laat iemand zich op uitgebreidere schaal door Jehovah gebruiken. Ja, wij worden ertoe aangemoedigd de met schapen te vergelijken personen te zoeken en ons ’er als met een dringende zaak mee bezig te houden’. — 2 Tim. 4:2.

⁵ Waren het economische omstandigheden die je ertoe hebben genoodzaakt de volle-tijdpioniersdienst op te geven? Het is niet moeilijk te begrijpen hoe dit onder de druk van het huidige samenstel