Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w66 15/2 blz. 119-124
  • Het maakt verschil welke God u aanbidt

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Het maakt verschil welke God u aanbidt
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ONWETENDHEID GEEN EXCUUS
  • ONJUISTE AANBIDDING LEIDT TOT BABYLONS ONDERGANG
  • BABYLON ACHTEREENVOLGENS VERTREDEN
  • HET CHRISTENDOM WORDT IN BABYLON GEPREDIKT
  • BABYLON TEN SLOTTE EEN VOLLEDIGE RUÏNE
  • Een natie wacht op bevrijding
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
  • Het dramatische einde van de valse religie voorzien
    Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid II
  • Babylon
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Het machtige Babylon — de derde grote wereldmacht
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
w66 15/2 blz. 119-124

Het maakt verschil welke God u aanbidt

1. Welke gedachten over religie horen wij vaak uitspreken, en waarom is ons standpunt betreffende religie belangrijk?

VANAF de kansel, in kranten, op aanplakbiljetten en door afzonderlijke personen worden vaak de volgende gedachten onder woorden gebracht: „Het geeft niet welke God u aanbidt, áls u maar een aanbidding beoefent”, „Ga naar de kerk van uw keuze” of „Iedereen moet God op zijn eigen manier zoeken en aanbidden”. De meeste mensen die dergelijke uitspraken doen, hebben de door hun beoefende religie aanvaard omdat zij geloven dat deze hun leven zal schenken. Dit betekent dat er veel van religie afhangt, want als iemand geen leven heeft, wat zou hij dan wél kunnen hebben? Zie er derhalve zorgvuldig op toe welk standpunt u betreffende religie inneemt.

2. Hoe laten de woorden van Gods Zoon zich met de hierboven onder woorden gebrachte gedachten vergelijken?

2 Laten wij de bovengenoemde woorden eens vergelijken met wat de Zoon van God heeft gezegd. Toen hij met een vrouw van het Samaritaanse geloof sprak, zei hij tot haar: „Geloof mij, vrouw: Het uur komt waarin gijlieden de Vader noch op deze berg noch in Jeruzalem zult aanbidden. God is een Geest, en wie hem aanbidden, moeten hem met geest en waarheid aanbidden” (Joh. 4:21, 24, NW). Jezus gaf ook te kennen wát waarheid is, toen hij tot zijn hemelse Vader zei: „Uw woord is waarheid” (Joh. 17:17, NW). De waarheid is derhalve datgene wat in harmonie is met de werkelijke stand van zaken en met het Woord van God, de ware gids. Als Gods Zoon had Jezus een zeer vertrouwelijk contact met zijn hemelse Vader, en hij zei van zich zelf dat hij geheel en al aan het doen van de wil van zijn Vader was toegewijd (Joh. 4:34, NW). Hieruit moeten wij wel concluderen dat de verkeerde manier van aanbidding of het dienen van een verkeerde god niet met succes bekroond zal worden.

ONWETENDHEID GEEN EXCUUS

3. Zou onwetendheid omtrent de waarheid iemand verontschuldigen, of waartoe zou ze kunnen leiden?

3 Bovendien werd door datgene wat Jezus zijn discipelen over de Farizeeën zei, duidelijk aangetoond dat zelfs onwetendheid iemand niet zou verontschuldigen: „Laat hen maar begaan. Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen” (Matth. 15:14, NW). Dat onwetendheid iemand in een verschrikkelijke strik van zijn eigen ondergang kan doen vallen, maakte Paulus duidelijk: „Wij spreken Gods wijsheid . . . Deze wijsheid is geen van de regeerders van dit samenstel van dingen te weten gekomen, want indien zij haar hadden gekend, zouden zij de glorierijke Heer niet aan een paal hebben gehangen” (1 Kor. 2:7, 8, NW). De grootste misdaad in de geschiedenis werd derhalve bedreven door mensen die wegens onwetendheid waren misleid.

4. (a) Wat trachten degenen die zeggen dat alle religies goed zijn, te doen? (b) Welke waarschuwing geeft God in dit verband?

4 Degenen die de religies van de huidige wereld beschouwen en zeggen dat alle religies goed zijn, trachten datgene trouw te blijven en te redden wat God voor de absolute verwoesting heeft bestemd. Zij trachten namelijk Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, trouw te blijven, terwijl God betreffende dit rijk heeft gewaarschuwd: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen.” God verordent: „Zo zal Babylon, de grote stad, met een snelle worp worden neergeslingerd, en ze zal nooit meer gevonden worden” (Openb. 18:4, 21, NW). Klinken deze verklaringen al te boud? Als u dit denkt, dient u heel erg voorzichtig te zijn, want u zou wel eens met de geboden en verordeningen van God in conflict kunnen komen, wat tot uw eigen ondergang zal leiden. Neem als een onomstotelijk bewijs hiervan de geschiedenis van de achteruitgang en verwoesting van de stad Babylon uit de oudheid.

ONJUISTE AANBIDDING LEIDT TOT BABYLONS ONDERGANG

5. (a) Waartoe leidde Babylons religie haar? (b) Ging ze, toen ze Kores in handen viel, volledig te gronde?

5 Nooit is er een godsdienstiger stad geweest dan Babylon. Ze aanbad haar goden zeer toegewijd, maar heeft dit haar gered? Neen; haar aanbidding van andere goden dan Jehovah bracht haar veeleer ten ondergang, en wat een absolute ondergang! Toen deze stad in 539 v.G.T. viel, ging ze niet onmiddellijk te gronde, want ze bleef nog enkele eeuwen bestaan, zelfs tot in de eeuw van de vroege christelijke gemeente. Gods besluit zou niettemin tegen haar ten uitvoer worden gebracht. Nadat ze in 539 v.G.T. de Perzen in handen was gevallen, verloor ze haar macht over Gods volk en begon ze achteruit te gaan.

6. (a) Hoe ver nemen de Hebreeuwse Geschriften ons in de geschiedenis mee? (b) Wanneer werd het laatste boek van de canon van de Hebreeuwse Geschriften geschreven, en waarom eindigden de Hebreeuwse Geschriften in die tijd, gedurende de regering van het Perzische rijk?

6 Daarna heeft de bijbel niet al te veel meer over deze oude stad te zeggen. De geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften leiden ons niet erg ver voorbij de val van Babylon, want ze behandelen de geschiedenis van de joodse natie slechts tot de tijd van de bestuurder Nehemía, die het boek dat zijn naam draagt omstreeks 443 v.G.T. heeft geschreven. Het laatste boek van de canon van de Hebreeuwse Geschriften werd door een jood met name Maleachi geschreven. Dit boek Maleachi werd omstreeks het jaar 442 v.G.T., gedurende de regering van koning Artaxerxes Longimanus, geschreven. De Hebreeuwse Geschriften eindigden gedurende de regering van het Perzische rijk, de vierde wereldmacht, en dit komt naar alle waarschijnlijkheid omdat het Perzische rijk begon met de regering van Kores de Grote, die de val van Babylon als wereldmacht tot stand bracht en Jehovah’s volk bevrijdde. Kores was derhalve een voorbeeld of profetisch beeld van de beloofde Messias of Christus. Toen het verslag van de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften omstreeks 442 v.G.T. eindigde, heerste zijn rijk in volle glorie.

7. (a) Welke pogingen deed Babylon om opnieuw de macht aan zich te trekken? (b) Met welke traditie brak Daríus I, en welke gevolgen had dit?

7 In de dagen van Daríus I (in 522 v.G.T.) trachtte Babylon opnieuw de macht aan zich te trekken toen haar plaatselijke heerser (Nidintoe-Bel), die de naam Nebukadnezar III had aangenomen, in opstand kwam. Daríus I versloeg hem en doodde hem later te Babylon. In 521 v.G.T. stond Babylon nogmaals op, onder de Armeen Araka, die de naam Nebukadnezar IV aannam. Daríus versloeg hem, want na de stad bestormd te hebben, trad hij deze als overwinnaar binnen. Hij brak daarbij met de oude traditie dat Bel degene was die aan iemand het recht verschafte om over dat deel van de aarde te regeren. Daríus erkende een dergelijke valse aanspraak eenvoudig niet meer. Wat een slag voor Bel of Mardoek! Toen de Perzen de stad deze keer innamen, behandelden zij haar niet clement, zoals Kores dit had gedaan. In hoofdstuk 159 van Boek 3 van The History of Herodotus lezen wij hierover:

8. Wat gebeurde er volgens Heródotus met Babylon nadat de opstand was onderdrukt?

8 Zo werd Babylon voor de tweede maal ingenomen. Toen Daríus er heer en meester over was geworden, verwoestte hij de muur en brak hij de poorten af; want Kores had het één noch het ander gedaan toen hij Babylon innam.

9, 10. Hoe beschrijft The Encyclopædia Britannica Babylons wederwaardigheden nadat Daríus de stad voor de tweede maal had ingenomen?

9 Dus terwijl Jeruzalem werd opgebouwd, ging Babylon gestadig achteruit, zoals op bladzijde 106b van Deel 3 van The Encyclopædia Britannica (1910) wordt beschreven:

10 Bij deze gelegenheid werden de muren, nadat de stad door de Perzen was veroverd, gedeeltelijk verwoest. Esagila, de grote tempel van Bel, werd echter nog steeds in stand gehouden en bleef een centrum van Babylonisch patriottisme, totdat de stichting van Seleucia [na 311 v.G.T.] de bevolking naar de nieuwe hoofdstad van Babylon wegtrok en de ruïnes van de oude stad voor de bouwers van de nieuwe regeringszetel als steengroeven dienden.

11, 12. Hoe wordt in M’Clintock en Strong’s Cyclopædia beschreven wat er uiteindelijk met Babylon gebeurde?

11 Op bladzijde 597 van Deel I van M’Clintock en Strongs Cyclopædia kunnen wij lezen dat Babylon achteraf niet meer dan slechts een steengroeve bleek te zijn:

12 Uit de gevallen torens van Babylon zijn niet alleen alle huidige steden in de omtrek ervan ontstaan, maar ook andere die, evenals Babylon zelf, reeds geruime tijd in het stof zijn vergaan. Sinds de dagen van Alexander zijn op zijn minst vier hoofdsteden uit de bouwvallen van Babylon opgetrokken: Seleucia door de Grieken, Ktesiphon door de Parthen, Al-Maidan door de Perzen en Koefa door de kaliefen, met talrijke steden, dorpen en caravansara’s. De noodzakelijke brokstukken en materialen werden via de rivieren en kanalen vervoerd.

BABYLON ACHTEREENVOLGENS VERTREDEN

13. (a) Op welke wijze ontving Babylon wat ze andere steden had toegemeten? (b) Welke wereldmacht volgde Perzië op, en welk contact had ze met Babylon?

13 Evenals Babylon Jeruzalem onder de voet had gelopen en had verwoest, werd ze zelf geleidelijk aan een steeds grotere woestenij toen ze door achtereenvolgende wereldmachten onder de voet werd gelopen. In Daniël 11:3 had Daniël voorzegd dat Perzië door de Macedonische wereldmacht ten val gebracht zou worden: „Er zal een heldhaftige koning opstaan, die met grote heerschappij zal regeren en doen zal wat hem goeddunkt.” Nadat Alexander de Grote zich door zijn overwinning op de laatste koning van Perzië, Daríus III, te Gaugamela, niet ver van de vroegere hoofdstad Ninevé, als heerser van de vijfde wereldmacht had gevestigd, kwam Babylon in 331 v.G.T. onder Alexanders heerschappij. Bedwelmd door zijn overwinning te Gaugamela, liet hij zijn troepen te Babylon uitrusten, waarna hij verder ging om het overige gedeelte van het Perzische rijk, in het oosten zelfs helemaal tot aan India toe, te onderwerpen, waardoor hij een rijk vestigde dat groter was dan alle aan hem voorafgaande rijken. Na zeven jaar gestreden te hebben, keerde hij vanhier weer naar Babylon terug.

14. Aan welke Babylonische denkwijze viel Alexander de Grote ten prooi, en wat kwam er van zijn plannen terecht? (Voetnoot) Hoe had Alexander enig contact met Gods Woord, en welke uitwerking had dit op hem?

14 Een interessante bijzonderheid, waardoor wordt bewezen dat zelfs de machtigste heerser God niet kan negeren en dat onwetendheid omtrent de ware God tot verijdeling van ’s mensen plannen leidt, is dat wat Alexander de Grote is overkomen. Toen Alexander het hoogtepunt van zijn macht en succes had bereikt, werd hij, ondanks het feit dat hij met Gods volk in aanraking was gekomen en op de hoogte had kunnen zijn van het bestaan van de ware God en diens bevel,a Babylonisch in zijn denkwijze. Hij besloot Babylon tot de hoofdstad van zijn rijk te maken. Onbewust kwam hij hierdoor in botsing met Jehovah’s profetie: „[Babylon] zal . . . niet bewoond worden, maar geheel en al een woestenij zijn” (Jer. 50:13). Voordat hij zijn plannen kon volvoeren, werd hij door malaria getroffen, als gevolg waarvan hij in 323 v.G.T. in Babylon stierf.

15. Op welke wijze is er na Alexanders dood een profetie van Daniël in vervulling gegaan, en wie werd heerser over Babylonië?

15 Alexanders dood bracht tevens de vervulling van een door bemiddeling van Daniël uitgesproken profetie, want zijn rijk werd onder zijn generaals, die met hem hadden gestreden, verdeeld. Twee jaar later, in 321 v.G.T., werd er te Triparadisus een tweede verdeling tot stand gebracht, waarbij de satrapie over Babylonië aan generaal Seleukos Nikator werd geschonken. — Dan. 8:22; 11:4.

16. (a) Volgde Seleukos in verband met het stichten van een hoofdstad dezelfde denkwijze als Alexander? (b) Met welk doel stichtte Seleukos de stad Seleucia?

16 Seleukos voelde zich bedreigd en vluchtte naar Egypte, maar na zijn vijand in 316 v.G.T. verslagen te hebben, keerde hij naar Babylon terug en breidde hij zijn autoriteit over het gehele oostelijke deel van Alexanders rijk uit, ja, helemaal tot aan de rivieren de Jaxartes en Indus. In tegenstelling tot Alexanders plannen stichtte Seleukos in 312 v.G.T. een nieuwe hoofdstad, doch deze was niet Babylonisch, maar Grieks van opzet. Deze stad, Seleucia, lag aan de rivier de Tigris, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van Babylon en ongeveer vierentwintig kilometer ten zuiden van het huidige Bagdad. Hoe had Seleukos er een aandeel aan Babylon te vertreden? Hij stichtte deze nieuwe stad Seleucia met het „doel Babylon uit te putten”.

17. Wat is Babylon sinds Seleucia in 312 v.G.T. werd gesticht, tot 129 v.G.T. overkomen?

17 Vooral sinds de tijd dat Seleucia de nieuwe hoofdstad was geworden, begonnen Babylon en de andere Babylonische steden tot onbelangrijke dorpjes af te takelen. In de tweede eeuw v.G.T. begon de Parthische koning Mithridates I een veroveringsveldtocht en omstreeks 140 v.G.T. werd Babylonië aan de Parthen onderworpen. In 129 v.G.T. kwam er een einde aan de heerschappij die de opvolgers van Seleukos Nikator in het Oosten hadden uitgeoefend en nam het Parthische rijk de macht over.

18. Wanneer werd het Parthische rijk omvergeworpen, en door wie?

18 Toen de Romeinen de Griekse of vijfde wereldmacht overweldigden en vervingen, kwamen zij onvermijdelijk in conflict met de Parthen. Toch werd het Parthische rijk pas in 226 G.T. omvergeworpen, en niet door de Romeinen, maar door de in opstand gekomen Perzen; het werd door de Perzische dynastie van de Sassanieden vervangen.

HET CHRISTENDOM WORDT IN BABYLON GEPREDIKT

19. (a) Welke contacten hadden de Parthen zoal met de joden? (b) Welk contact hadden zij met het christendom?

19 De Parthen onderhielden belangrijke betrekkingen met de joden, aangezien zich in Mesopotamië grote kolonies van hen bevonden. Gedurende de regering van de Parthische koning Artabanus III, die van 16 tot 42 G.T. regeerde, is er onder de joodse kolonisten in Mesopotamië een verschrikkelijke slachting aangericht waarbij meer dan vijftigduizend joden de dood vonden, zoals de joodse geschiedschrijver Josephus in hoofdstuk 9, de paragrafen 7-9 van Boek 18 van zijn Joodsche Oudheden heeft bericht. Volgens Handelingen 2:5-11 (NW) waren er tijdens de viering van het pinksterfeest in het jaar 33 G.T. joden en proselieten aanwezig uit de „Parthen en Meden en Elamieten, en de inwoners van Mesopotamië”. Deze aanbidders uit het parthische rijk hoorden Petrus en de andere christelijke apostelen prediken, en sommigen van hen werden als personen die tot het christendom waren bekeerd, gedoopt. Toen zij naar Mesopotamië en andere delen van het Parthische rijk terugkeerden, was het aan hen te danken dat de christelijke boodschap naar deze landen werd verbreid.

20. Hoe lang bleef Babylon in zeker opzicht bestaan?

20 Babylon bleef in zeker opzicht tot in de eeuw van het christendom bestaan. Josephus beschrijft enkele facetten van het optreden van Herodes de Grote, die van 37 v.G.T. tot kort nadat Jezus Christus in Bethlehem werd geboren, in Jeruzalem heeft geregeerd. Zo zegt Josephus in hoofdstuk 2, paragraaf 2 van Boek 15 van zijn Joodsche Oudheden:

21. Hoe lang is Babylon volgens Josephus blijven bestaan?

21 Zoodra Phraätes, de koning der Parthen, gehoord had, van welk een edel geslacht zijn gevangene Hyrcanus was, deed hij hem een zachtere behandeling ondergaan. Hij ontsloeg hem uit zijnen kerker en stond hem toe in Babylonië te wonen, waar zich eene groote menigte Joden bevond. Dezen eerden hem tot zijne groote genoegdoening als hoogepriester en koning, evenals alle andere Joden tot aan den Euphraat toe.

22. Wie werd door Herodes de Grote als hogepriester aangesteld? (Voetnoot) (a) Wat onthult The Westminster Historical Atlas of the Bible met betrekking tot het bestaan van Babylon in het christelijke tijdperk? (b) Op zijn minst tot wanneer bleef de tempel van Bel in Babylon bestaan?

22 Koning Herodes trof er op succesvolle wijze regelingen voor dat de koning van Parthië Hyrcanus weer naar Judea, dat onder Herodes’ bewind stond, liet terugkeren. Hij verleende Hyrcanus echter niet het joodse hogepriesterschap. „Om namelijk”, zoals paragraaf 4 ons vertelt, „te verhinderen, dat een der aanzienlijken tot hoogepriester benoemd werd, ontbood hij uit Babylon een priester Ananel geheeten van een onaanzienlijk geslacht en bekleedde dien met de hoogepriesterlijke waardigheid.”b Later nam koning Herodes dit ambt echter van Ananel af en schonk het aan Aristobulus, een jonge priester.

23. Welk bewijs is er dat verscheidene joodse nederzettingen in Babylonië zelfs nadat Jeruzalem in 70 G.T. de Romeinen in handen was gevallen, nog een bloeiend bestaan leidden?

23 Nadat de Romeinen Jeruzalem in 70 G.T. hadden verwoest, begonnen de Babylonische nederzettingen onder de diáspora, de verstrooide joden buiten Palestina, zeer aan invloed te winnen. De joodse rabbi’s in Babylonië waren gevierder geworden dan die van het Heilige Land, ja, zelfs dan die van Jeruzalem. De Babylonische joden waren de overtuiging toegedaan dat zij zuiverder van ras waren dan de joden van Palestina, vooral nadat Jeruzalem was gevallen. Er werden in Babylonië scholen opgericht die grote bekendheid hebben verworven en er werd daar veel rabbijnse lectuur geproduceerd. Het gevolg hiervan was dat er twee joodse talmoeds ontstonden, de Babylonische en de Jeruzalemse of Palestijnse.

BABYLON TEN SLOTTE EEN VOLLEDIGE RUÏNE

24. Wat berichtte Eusebius Hieronymus over de toestand van Babylon in 386 G.T.?

24 Ondanks al deze voortgezette activiteiten in en rondom Babylon, moest Gods Woord in vervulling gaan dat Babylon tot een onbewoonde ruïne zou worden die door de bijgelovigen zou worden gemeden. Eusebius Hieronymus, de beroemde vertaler van de bijbel in het Latijn, ging in het jaar 386 G.T. naar Palestina om daar te werken en te sterven. Hij getuigt van de zekerheid waarmee Gods profetie tegen Babylon in vervulling is gegaan, want hij bericht dat Babylon in zijn tijd één grote ruïne was en dat haar muren alleen maar dienst deden om een park of bos te ommuren waarin de Perzische monarch kon jagen. Deze muren zijn op de duur echter in verval geraakt en in 1811 trof de Engelse reiziger C.J. Rich geen spoor meer aan van Babylons kolossale muren.c Op bladzijde 596a van Deel I van de Cyclopædia door M’Clintock en Strong (uitgegeven in het jaar 1891) wordt hierover gezegd:

25. Hoe volledig was Babylon tegen 1811 verwoest, zoals door C. J. Rich was waargenomen?

25 Een grondiger vernietiging dan die welke Babylon heeft getroffen, kan men zich niet licht voorstellen. Rich kon totaal geen sporen ontdekken van Babylons kolossale muren, en zelfs de plaats waar de stad heeft gelegen, is een onderwerp waar veel verschil van mening over bestaat. „Op Babylons ruïnes”, zo zegt hij, „groeien totaal geen bomen, uitgezonderd een oude boom” die de verwoesting alleen maar duidelijker laat uitkomen. Op ruïnes zoals die van Babylon, die zijn samengesteld uit afval dat is doortrokken van salpeter, kan men niets laten groeien.

26. Wat is er thans van Babylon overgebleven, en waardoor wordt de plaats van deze eens grote stad aangegeven?

26 Er zijn thans alleen nog maar ruïnes over van Babylon, en deze ruïnes worden sinds 1899 door archeologen opgegraven. Op het ogenblik ligt de spoorweg van Bagdad naar Basra slechts enkele meters van de heuvel Babil verwijderd. Op een houten bord staat zowel in het Engels als het Arabisch het volgende te lezen: „Babylon-halte. Trein stopt hier om passagiers op te pikken.” Er woont hier niemand; het is zelfs geen plaats waar de Arabier zijn tent zal opslaan, zoals de bijbel heeft voorzegd. — Jes. 13:20.

27. (a) In welk opzicht vormt Babylon er een bewijs van dat het verschil maakt welke god u aanbidt? (b) Waarvan is het in de vergetelheid wegzinken van Babylon een voorteken? (c) In welke toestand bevindt Babylon de Grote zich op het ogenblik, en wat staat haar te wachten? (d) Welke gelegenheid wordt thans geschonken aan degenen die door haar gevangen zijn gehouden?

27 Babylon bewijst op onomstotelijke wijze dat het beslist verschil uitmaakt welke God u aanbidt. Het doet er niet toe hoe groot of machtig iemand is, hij kan toch niet met succes de beginselen en besluiten van de Soeverein van het universum, Jehovah God, dwarsbomen. Evenals Babylon in de vergetelheid is weggezonken, zoals een molensteen die in de zee wordt geworpen, staat het hedendaagse Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, hetzelfde lot te wachten. Door haar onjuiste religieuze leerstellingen en haar oppositie tegen God en zijn Woord heeft de tegenbeeldige stad Babylon vele mensen in onwetendheid gehouden en ze houdt nog steeds vele mensen in gevangenschap. In 1914 G.T. heeft God zijn koninkrijk in de hemel opgericht en de macht erover in de handen van zijn Zoon Jezus Christus gelegd. In 1919 viel Babylon de Grote, en haar macht over degenen die graag bevrijd willen worden, is thans gebroken. Velen hebben haar onjuiste religieuze stelsels sindsdien verlaten. Aangezien ze door God is vervloekt en aan de vernietiging is prijsgegeven, staat iedereen die zich aan haar probeert vast te houden of die haar probeert te redden of iets uit haar probeert mee te nemen, een zelfde lot te wachten. Babylon de Grote gaat achteruit en zal spoedig volledig worden verwoest. Vlucht naar de aanbidding van de ware God Jehovah en plaats u onder de heerschappij van het opgerichte koninkrijk van Jezus Christus, want alleen dan kunt u de zegeningen van eeuwig leven ontvangen.

[Voetnoten]

a Josephus bericht dat men Alexander bij zijn intocht in Jeruzalem de profetie van Daniël heeft getoond: „Als men hem nu Daniels geschrift toonde, waarin deze te kennen geeft, dat een zekere Griek het Perzische rijk vernietigen zal, geloofde hij, dat hij de hier aangewezen persoon was.” — Joodsche Oudheden, Boek XI, blz. 418, Terwogts vertaling. De hem getoonde passages zouden Daniël 7:6; 8:3-8, 20, 21 en 11:3 geweest kunnen zijn. Alexander was hier zeer mee ingenomen, maar hij zag er niet de noodzaak van in de waarheid te leren kennen en de ware God te aanbidden.

b Aangehaald uit de in 1873 te Dordrecht uitgegeven bewerking door Dr. W.A. Terwogt.

Het is in verband met het feit dat Babylon in het christelijke tijdperk bestond, interessant de kaart (Plaat XIII) te bekijken op bladzijde 89 van The Westminster Historical Atlas of the Bible, uitgave van 1956, die is getiteld „De Romeinse wereld ten tijde van de geboorte van Jezus”. De stad Babylon, aan de rivier de Eufraat, staat erop aangegeven als een stad die zich buiten het Romeinse rijk bevond. Volgens spijkerschriftteksten bleef de tempel van Bel in Babylon op zijn minst tot 75 G.T., of nog nadat de christelijke apostel Petrus daar was geweest, overeind staan. — 1 Petr. 5:13, NW.

c Zie Narrative of a Journey to the Site of Babylon in 1811, door C. J. Rich, in 1815 in Engeland uitgegeven. Nadat dit boek was gepubliceerd, ondernam Rich een tweede tocht naar Babylon, waar hij wederom enkele uitgebreide reizen heeft gemaakt. Hij stierf in 1821.

[Illustratie op blz. 124]

Babylon Halt. Trains stop here to pick up passengers

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen