-
Hoe Gods koninkrijk u tot voordeel kan strekkenDe Wachttoren 1978 | 15 april
-
-
51. Welke oorspronkelijke verhouding tussen God en de mens zal worden hersteld?
51 De bijbel vermeldt echter dat het Gods voornemen is, zijn oorspronkelijke rechtstreekse heerschappij over de mensheid te herstellen. Er wordt in getoond dat de door Daniël genoemde Koninkrijks-„steen” „uit de berg” van Gods soevereiniteit werd „gehouwen” met het uitdrukkelijke doel Zijn universele soevereiniteit te rechtvaardigen en deze oorspronkelijke nauwe verhoging op aarde te herstellen. Hoe zal dit dan tot stand komen? Hoe zullen alle mensen weer als Adam worden — zonen van God, die rechtstreeks tot hem kunnen naderen?
52. Welke vooruitzichten worden Gods volk voor ogen gesteld, zoals door 1 Korinthiërs 15:24-28 te kennen wordt gegeven?
52 Gods Woord onthult in 1 Korinthiërs 15:24-28 dat wanneer het Koninkrijk de rechtvaardigheid en rechtmatigheid van Gods soevereiniteit over de aarde en het gehele universum heeft gerechtvaardigd, Christus dit Koninkrijk vervolgens aan Jehovah teruggeeft, opdat „God alles zij voor iedereen”. Jehovah heeft dan een verdere dienst voor Jezus en zijn 144.000 metgezellen in petto. Degenen op aarde die daarna de beslissende beproeving op hun loyaliteit aan Jehovah’s Universele Soevereiniteit doorstaan, zullen Jezus voor altijd eren als het voornaamste werktuig waarvan God zich heeft bediend om de aarde tot haar juiste plaats in het universum te herstellen, terwijl zij Jehovah God door middel van de reine, zuivere aanbidding dienen. — Openb. 20:7-15.
53. (a) Wat moeten wij concluderen met betrekking tot de voordelen die God koninkrijk zal verschaffen? (b) Tot het innemen van welk standpunt worden wij aangemoedigd, en met welk heerlijke vooruitzicht voor ogen?
53 Zou met het oog op al deze grootse resultaten, iets u meer tot voordeel kunnen strekken dan Gods koninkrijk? Er is beslist alle reden om Jehovah voor deze bijzonder liefdevolle voorziening te danken. Moge u nu vastberaden en loyaal uw standpunt aan de zijde van Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus innemen en tot in alle eeuwigheid de voordelen ervan genieten!
-
-
Een helpende hand bieden in Midden-AmerikaDe Wachttoren 1978 | 15 april
-
-
Een helpende hand bieden in Midden-Amerika
● Na de grote aardbeving resulteerden de wederopbouw en hoge koffieprijzen voor de stad Guatemala (in Guatemala) in een betere economie, maar in de armere gebieden van het land was daarvan weinig te merken. De volle-tijd werkers van Jehovah’s Getuigen, die speciale pioniers genoemd worden, blijven hun gratis bijbelstudiewerk onder veel van deze mensen voortzetten.
Een echtpaar dat in een zeer geïsoleerd gebied dient, benutte geld van hun kleine persoonlijke onkostenrekening om een gaslamp te kopen die zij op hun vergaderingen wilden gebruiken omdat daar geen elektriciteit aanwezig was. Hun innige wens om deze economisch benadeelde mensen te helpen, blijkt ook uit een ander verzoek om wat geld van hun rekening te mogen afhalen:
„Om ons afgelegen gebied te bereiken, moeten wij lopen en moeten wij ons eigen beddegoed dragen om in de dorpen waar geen hotels of andere huisvestingen zijn, toch de nacht te kunnen doorbrengen. Wij willen om honderd vijfenveertig gulden vragen om een ezel te kunnen kopen. Deze ’burritos’ [ezeltjes] zijn erg vriendelijk van aard en kunnen gemakkelijk verzorgd worden, en het zal, als onze aanvraag wordt goedgekeurd, onze last verlichten.”
● Zo nodigde iemand die in de waarheid geïnteresseerd was en in een bergachtige streek van El Salvador woonde, een vertegenwoordiger van Jehovah’s Getuigen (kringopziener) uit om daar een openbare lezing te houden. De spreker en zijn vrouw reisden met de bus naar de laatste halte en legden de resterende 16 kilometer te voet af. Hun inspanningen werden beloond doordat 30 personen naar de lezing kwamen luisteren.
De man die de spreker had uitgenodigd, was zo onder de indruk van de zelfopofferende toewijding van dit echtpaar dat hij ging staan en tegen de aanwezigen zei: „Weet u nog dat toen wij de Evangelische predikant uitnodigden, hij alleen wilde komen op voorwaarde dat wij hem 30 colones (ƒ 28,–) zouden geven en voor een paard zouden zorgen voor de reis? Maar omdat wij daar geen geld voor hadden, kwam hij niet. Deze keer nodigden wij Jehovah’s Getuigen uit en zij vroegen niet om geld of om paarden, maar kwamen lopend; daarom moeten zij de ware religie hebben.”
-