-
’De kleine is tot duizend geworden’ in ItaliëDe Wachttoren 1984 | 15 maart
-
-
de leden van de Bethelfamilie, van wie sommigen al ruim 35 jaar op het bijkantoor werken.
Broeder Henschel opende zijn inwijdingsrede met het aanhalen van de uitspraak: „De kleine zelf zal tot duizend worden.” Die woorden riepen bij de oudgedienden speciale herinneringen wakker. Maar ook wekten ze in het hart van alle aanwezigen diepe dankbaarheid op jegens Jehovah God, die het inderdaad ’te zijner tijd bespoedigd heeft’. — Jesaja 60:22.
Verdere uitbreiding
Hoewel „de kleine” in Italië reeds „tot duizend” is geworden, is het duidelijk dat daar voor Jehovah’s Getuigen nog veel werk te doen valt. Met de nieuwe, vergrote bijkantoorfaciliteiten voelen zij zich goed toegerust voor het werk dat vóór hen ligt. Vol vertrouwen zien zij voor verdere toename naar Jehovah op.
Jehovah is inderdaad toename blijven schenken. Vorig jaar maart woonden in totaal 233.042 personen — meer dan tweemaal het aantal Koninkrijksverkondigers in Italië — de Gedachtenisviering van de dood van Jezus Christus bij. De broeders zijn blij met het voorrecht deze geïnteresseerde personen te helpen om geestelijke vorderingen te maken. Velen van hen hebben gunstig gereageerd. In mei 1983 nam een nieuw hoogtepunt van 105.463 personen deel aan de bekendmaking van het goede nieuws van het Koninkrijk in het Italiaanse veld.
Jehovah’s Getuigen in Italië hebben het gevoel dat God werkelijk ’al zijn onverdiende goedheid overvloedig heeft doen zijn jegens hen’. Naast de toename in aantallen hebben zij tevens het genot gesmaakt van overvloedige geestelijke rijkdom. Zij zijn dankbaar voor Jehovah’s edelmoedigheid en vastbesloten in de komende jaren nog overvloediger te zaaien. — 2 Korinthiërs 9:8-10.
-
-
’God geeft het wasdom’De Wachttoren 1984 | 15 maart
-
-
’God geeft het wasdom’
Een boer kan een zaadje planten, begieten en verzorgen, maar hij moet geduldig wachten tot God het tot een volwassen plant doet uitgroeien. Zo is het ook met christelijke bedienaren. Zoals de apostel Paulus zei: „Ik heb geplant, Apóllos heeft begoten, maar God bleef het wasdom geven” (1 Korinthiërs 3:6). Hoewel wij het „goede nieuws” bekend kunnen maken en Gods Woord kunnen onderwijzen aan geïnteresseerden, is het God die het „zaad”, of het geplante woord, tot volle christelijke wasdom doet groeien, zoals ook wordt geïllustreerd door de volgende ervaring. — Matthéüs 24:14; Lukas 8:11-15.
„In 1953 richtte ik een bijbelstudie op bij Mable en haar moeder. Wij hebben driemaal gestudeerd. Maar Mable’s man was zo’n felle tegenstander dat hij het huis verkocht en met zijn gezin verhuisde. Zij had zo veel liefde voor de bijbel, dat ik mij dikwijls heb afgevraagd hoe het met haar gegaan zou zijn.
Vorige maand ontving ik deze brief, die mij geholpen heeft nog beter te beseffen, dat het Jehovah is die het ’zaad’ wasdom geeft.
’Lieve Virginia,
Na al die jaren zijn wij dan eindelijk zusters. Ik hoop niet dat je gedacht hebt dat ik de waarheid voorgoed had opgegeven. Alleen heb ik al die jaren en ten slotte de hulp van Jehovah’s geest nodig gehad om sterk genoeg te worden om mijn standpunt in te nemen.
Dikwijls heb ik gedacht aan de „zaadjes” die jij zo veel jaren geleden hebt geplant, en ik wilde je alleen even laten weten dat ik er ten slotte toch gekomen ben.’”
-