-
Hoe volkomen is Gods vergeving?De Wachttoren 1967 | 1 maart
-
-
ondersteunt dit wetenschappelijke feit, want hij vertelt ons dat de mens bij de schepping ’een levende ziel werd’. Wat de mens als een ziel die onsterfelijk is betreft, Gods Woord ontkent een dergelijke leerstelling onomwonden door te verklaren: „De ziel die zondigt, die zal sterven.” De hoop voor de doden is niet gelegen in een zogenaamde onsterfelijke ziel, maar in een opstanding, die, zoals de bijbel ons verzekert, „zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” omvat. — Gen. 2:7; Ezech. 18:4, 20; Hand. 24:15.
Wat meer zegt, de bijbel zegt niet alleen niets over aflaten en een onsterfelijke ziel, doch hij zegt evenmin iets over zulk een plaats als het vagevuur. Hij vertelt dat God hemel en aarde schiep, maar maakt nimmer melding van een vagevuur, want het woord komt van Genesis tot Openbaring niet in de bijbel voor.
EEN BESCHOUWING VAN ZOGENAAMDE TEGENWERPINGEN
Degenen die zulke dogma’s als aflaten, onsterfelijkheid van de menselijke ziel en het vagevuur onderwijzen, beweren dat deze leerstellingen ondersteund worden door Jezus’ woorden in Lukas 12:47, 48, over degenen die veel slagen ontvangen omdat zij de wil van zijn Vader kennen doch niet doen. Geen enkele illustratie kan echter terecht gebruikt worden om duidelijke verklaringen van de bijbel te weerspreken, maar moet in overeenstemming ermee worden uitgelegd. Jezus deelde hier een beginsel mee en zette een profetie uiteen die bij zijn tweede komst moest worden vervuld, als zij die zijn discipelen beweren te zijn, nog in het vlees op aarde zouden leven.
Nog een tekst die wordt gebruikt om het verzinsel van de aflaat te ondersteunen, is 1 Korinthiërs 3:15, die luidt: „Indien iemands werk wordt verbrand, zal hij verlies lijden, maar hijzelf zal gered worden; doch indien dit zo is, zal het zijn als door vuur heen.” Hier wordt duidelijk geen letterlijk vuur bedoeld, want christenen bouwen niet met letterlijk „goud, zilver, kostbare stenen”, of met „houtsoorten, hooi, stoppels”, zoals in 3 vers 12 wordt vermeld. Bovendien wordt hier gezegd dat de mens gered wordt als door vuur heen omdat zijn werken verbrand worden. Hij bouwde bij zijn leven op een onverschillige of onverstandige manier. In dit leven worden zijn werken vernietigd en daarom zal hij in dit leven gered worden als door het vuur van beproeving heen.
Gods Woord toont aan dat Hij redelijk, rechtvaardig, liefdevol en rechtschapen is. Hij heeft een voorziening getroffen voor het vergeven van onopzettelijke zonden door het loskoopoffer van zijn Zoon, Jezus Christus. Aangezien dat offer ons reinigt van alle zonde en schuldbesef, blijft er niets meer over waarvoor men zou moeten betalen met een tijdelijke straf, die door aflaten zou kunnen worden kwijtgescholden of waarvan men veronderstelt dat ze wordt kwijtgescholden. Speciaal na de dood valt er niets meer te betalen, daar de mens in de dood geheel onbewust, zonder enige gedachten is, tot aan de opstanding, als dat zijn deel is. Ja, Gods vergeving is volkomen.
-
-
Akkad en SumerDe Wachttoren 1967 | 1 maart
-
-
Akkad en Sumer
● Een van de vier steden die door Nimrod in het land Sinear werden gesticht en die het „begin van zijn koninkrijk” vormden, was Akkad. — Gen. 10:10.
De naam Akkad wordt ook van toepassing gebracht op de gehele noordelijke streek van wat later Babylonië werd genoemd. Onder koning Sargon uit de oudheid (niet de Sargon uit Jesaja 20:1) blijkt Akkad als hoofdstad, of koninklijke stad van die streek, een voorname plaats te zijn geweest. De zuidelijke streek van Mesopotamië werd Sumer genoemd. Het land Sinear moet zowel Sumer als Akkad hebben omvat; vandaar dat Babylonië uit deze twee streken, Akkad en Sumer, is ontstaan. In Babylonische teksten werden haar heersers tot aan Babylons val in 539 v.G.T. nog steeds „koning van Akkad” genoemd. In de Cyruscilinder wordt van Babylons veroveraar gezegd dat hij de titel „koning van Babylon, koning van Sumer en Akkad” heeft overgenomen.
-