Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g78 8/3 blz. 27-29
  • Waarom heeft God een boek geschreven?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom heeft God een boek geschreven?
  • Ontwaakt! 1978
  • Vergelijkbare artikelen
  • U kunt Gods voornemen te weten komen
    Het leven heeft wel degelijk een doel
  • De bijbel — Geschreven door mensen maar toch Gods boodschap
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • De bijbel — de goddelijke Gids voor de mens
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
Meer weergeven
Ontwaakt! 1978
g78 8/3 blz. 27-29

Wat is de zienswijze van de bijbel?

Waarom heeft God een boek geschreven?

WAAROM heeft God een boek geschreven om zo met de menselijke familie in contact te treden? Dat God dit heeft gedaan, blijkt uit de volgende woorden: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd” (2 Tim. 3:16). En de profetieën die in deze Geschriften vervat zijn, zijn „nooit . . . door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd”. — 2 Petr. 1:21.

Maar waarom moest deze communicatie via het geschreven woord geschieden? Daar zijn een aantal redenen voor aan te voeren. Bedenk bijvoorbeeld wat de bijbel is — het is Gods openbaring aan de menselijke familie, een openbaring die ons onder andere het enige nauwkeurige verslag van de schepping van de aarde en de mensheid geeft, die onthult waarom God mensen op aarde geplaatst heeft, en wat er verkeerd ging zodat de menselijke familie nu door lijden, ziekte en de dood gekweld wordt, en die ons vertelt wat de zekere oplossing zal zijn en hoe Gods voornemen met betrekking tot de aarde en de mensheid uiteindelijk volledig gerealiseerd zal worden.

Zulke inlichtingen zijn afkomstig van Degene die het het beste kan weten — de Schepper zelf. Zo’n inzicht zou niet uit menselijke bronnen verkregen kunnen worden. Daar was een goddelijke openbaring voor nodig.

De bijbel bevat ook het volledige verslag van Gods handelingen met zijn volk en met de natiën in de loop der eeuwen. En het bevat Gods wetten en beginselen voor menselijk gedrag.

Deze grote verzameling levensbelangrijke inlichtingen zou niet veilig bewaard zijn gebleven als ze mondeling van generatie op generatie doorgegeven had moeten worden. Zou bijvoorbeeld de mondelinge overlevering van de schriftgeleerden en Farizeeën die tegen Jezus gekant waren, een veilige bron van inlichtingen over zijn leven en daden zijn geweest?

Of zou enig groot land zijn grondwet via mondelinge herhaling willen bewaren? Neen, een wetboek wordt zorgvuldig op schrift gesteld zodat het betrouwbare leiding kan verschaffen en bestudeerd en toegepast kan worden.

Aangezien God wist dat de menselijke familie zich over de hele wereld zou verspreiden, wist hij ook dat mondelinge overlevering geen goede methode zou zijn om zijn mededelingen aan de mensheid veilig te stellen. Zijn gedachten zouden het best bewaard blijven als ze op schrift werden gesteld. Daarom gaf de apostel Paulus de raad: „Gaat niet buiten de dingen die geschreven staan.” — 1 Kor. 4:6.

Aangezien Gods mededelingen gelezen kunnen worden, stelt het oprechte speurders naar de waarheid in staat om de inhoud ervan zorgvuldig te onderzoeken. Mensen hoeven zich niet te verlaten op iemand die speciale bevoegdheden heeft om hun de details van Gods voornemens, welke vervormd of vergeten kunnen worden, mondeling door te geven. Aangezien wij Zijn Woorden in boekvorm hebben, kunnen wij controleren of hetgeen anderen over Hem vertellen, waar is. Dit deed men dan ook in de eerste eeuw want velen „namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks de Schriften of deze dingen zo waren” (Hand. 17:11). Wij kunnen heden ten dage hetzelfde doen omdat wij Gods Woord in geschreven vorm hebben.

God is bovendien economisch en houdt rekening met de beperkingen van de mens. Zijn geschreven communicatie met ons is niet in een uit vele delen bestaande encyclopedie opgenomen, die voor de meeste mensen moeilijk verkrijgbaar en ook moeilijk te lezen zou zijn. God heeft in plaats daarvan in een enkel boek voorzien dat makkelijk gehanteerd kan worden en financieel binnen ieders bereik ligt. En toch is het uitgebreid genoeg om ons te geven wat we nodig hebben. Het beantwoordt al onze fundamentele vragen zoals wie God is, wat het doel van het leven is en wat de toekomst voor ons in petto heeft.

Het is waar, God heeft in het verleden andere manieren gebruikt om met ons te communiceren. Met onze eerste ouders heeft God zich meer rechtstreeks ingelaten (Gen. 3:8-13). Met Noach handelde hij hetzelfde (Gen. 6:13-22). Bij verschillende gelegenheden zond hij engelen om bepaalde boodschappen aan een afzonderlijk persoon of groep van personen over te brengen. — Gen. 22:11-18; Hand. 12:6-11.

Toen het aantal van Gods dienstknechten klein was, was dit praktisch. Maar naarmate het aantal dienstknechten van God onder de nakomelingen van Noach en Sem toenam, was deze regeling niet voldoende. Na verloop van tijd telde de begunstigde natie Israël toen ze uit Egyptische gevangenschap kwam, verscheidene miljoenen mensen. Gods verhouding tot zijn dienstknechten was niet langer als die van een vader met slechts een paar kinderen. Nu het gezin zo groot was geworden, had het geschreven instructies nodig.

Het schrijven van de bijbel begon toen Gods „vinger” voor Mozes de Tien Geboden op stenen tafelen graveerde (Ex. 31:18). Daarna werden gedurende een periode van zo’n 1600 jaar ongeveer veertig schrijvers door Gods heilige geest geleid om bij te dragen tot de zesenzestig boeken die nu samen de bijbel vormen. Deze personen aan wie „de heilige uitspraken Gods werden toevertrouwd”, waren allemaal getrouwe dienstknechten van Jehovah. — Rom. 3:2.

Hoe praktisch het was om Gods boodschap in boekvorm te hebben, werd nog duidelijker toen Jezus tegen zijn discipelen zei: „Gij zult kracht ontvangen wanneer de heilige geest op u komt, en gij zult getuigen van mij zijn zowel in Jeruzalem als in geheel Judéa en Samaria en tot de verst verwijderde streek der aarde” (Hand. 1:8). Hij zei ook: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Matth. 24:14.

Doordat Gods communicatie in geschreven vorm bestond, kon het in alle talen vertaald worden. Dat dit juist was, blijkt uit het feit dat God zelf bij het inspireren van de bijbel overging op andere talen, namelijk van het Hebreeuws op het Aramees en vervolgens op het Grieks. En God die het toezicht op de verbreiding van zijn Woord hield, zag erop toe dat zijn boodschap, ongeacht het aantal talen waarin het werd vertaald, intact zou blijven. Zijn geschreven Woord is daarom heden ten dage in honderden talen in een praktische, bruikbare en betrouwbare vorm verkrijgbaar. Het is beschikbaar voor mensen uit alle natiën.

Dat God de hand heeft gehad in het ontstaan, de overdracht en de bewaring van dit Woord blijkt wel uit het feit dat er met de grootste zorgvuldigheid en in groten getale afschriften van zijn gemaakt. W. H. Green, een geleerde op het gebied van het Hebreeuws, maakte met betrekking tot het Hebreeuwse gedeelte de opmerking: „Men kan gerust zeggen dat geen ander werk uit de oudheid zo nauwkeurig overgeleverd is.” En over het Griekse gedeelte schreef de geleerde Jack Finegan: „De nauwe afstand die er wat tijd betreft ligt tussen de oudste handschriften van het Nieuwe Testament en de oorspronkelijke teksten is op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend. . . . de zekerheid waarmee de tekst van het Nieuwe Testament is vastgelegd, overtreft die van elk ander oud boek.”

Maar al deze feiten waren te verwachten aangezien de bijbel „niet als het woord van mensen” tot ons is gekomen „maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God” (1 Thess. 2:13). Heden ten dage beschikken wij dus ten behoeve van het geloof van degenen die God oprecht op de juiste wijze willen aanbidden, over een liefdevolle voorziening van God, namelijk een boek waar hij de auteur van is, en dat ’een lamp is voor onze voet, en een licht op ons pad’. — Ps. 119:105.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen