Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w77 15/6 blz. 357-359
  • Rechtspreken met rechtvaardigheid, wijsheid, en barmhartigheid

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Rechtspreken met rechtvaardigheid, wijsheid, en barmhartigheid
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • OUDERLINGEN ALS RECHTERS IN DEZE TIJD
  • Jehovah, de onpartijdige „Rechter van de gehele aarde”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Is er een tijd om te oordelen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • Wat te verwachten is van rechters die duizend jaar hun ambt uitoefenen
    Gods duizendjarige koninkrijk is nabij gekomen
  • Ouderlingen, oordeel rechtvaardig
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
w77 15/6 blz. 357-359

Rechtspreken met rechtvaardigheid, wijsheid, en barmhartigheid

Het wordt aanbevolen dat de lezer dit artikel beschouwt voordat hij de volgende twee artikelen bestudeert.

WIJ mensen maken vaak fouten wanneer het erop aankomt een oordeel te vellen. Dit is voornamelijk aan onze onvolmaaktheden te wijten. Is het u ooit overkomen dat iemand u verkeerde motieven toeschreef of u op grond van verkeerde inlichtingen veroordeelde? Vond u dat men u barmhartigheid onthield? Is daarentegen uw eigen oordeel soms niet eenzijdig geweest omdat u in gebreke bleef alle feiten met betrekking tot anderen onpartijdig te beschouwen? Was ook u nalatig door niet barmhartig te zijn? Eerlijkheid dwingt ons ertoe te erkennen hoe ver wij allen in dit opzicht te kort schieten.

Willen rechters derhalve met rechtvaardigheid, wijsheid en barmhartigheid rechtspreken, dan moeten zij een maatstaf aanhouden die hoger is dan welke door mensen vastgestelde maatstaf maar ook. Die maatstaf is door God verschaft. Wij behoren niet alleen belangstelling voor die maatstaf te hebben, maar moeten ons er ook door laten leiden. Waarom? Omdat Jehovah God, de „Rechter van allen”, deze zal gebruiken wanneer wij voor zijn rechterstoel komen te staan (Hebr. 12:23; Rom. 14:10). Dienen wij datgene wat volgens hem juist is, derhalve niet als richtsnoer te nemen? Het zou alleen maar liefdevol en wijs zijn zo te handelen. Elke handelwijze of beslissing onzerzijds zal slechts dan blijvende voordelen afwerpen als wij ons laten leiden door de wijze waarop God de aangelegenheden beziet.

Waar kan thans een consequente rechtspraak overeenkomstig Gods rechtvaardige maatstaven worden aangetroffen? Naar wordt erkend, zijn er nog steeds enkele personen, in officiële posities en in het dagelijkse leven, die de bekwaamheid bezitten een onpartijdig oordeel te vellen. Degenen die met Gods Woord en de feiten op de hoogte zijn, zijn er echter van overtuigd dat deze wereld in het algemeen niet door rechtvaardige maatstaven wordt bestuurd. Ze ligt in de macht van de goddeloze, ja, ze is door hem misleid (1 Joh. 5:19; Openb. 12:9). Dit geldt ook ten aanzien van Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, dat in de bijbel als een onreine vrouw wordt afgebeeld (Openb. 17:3-5; 18:2-4). Gods dienstknechten, die haar hebben verlaten, zijn dankbaar dat zij niet langer het slachtoffer van haar verdraaide oordeel op het gebied van geloof en moraal zijn. Zij stellen vertrouwen in de regeling die Jehovah God binnen de ware christelijke gemeente heeft hersteld, waar getrouwe, aangestelde ouderlingen rechterlijke functies behartigen, zoals in Jesaja 1:26 was voorzegd: „En ik wil weer rechters voor u terugbrengen zoals eerst, en raadslieden voor u zoals in het begin. Hierna zult gij worden genoemd: Stad der Rechtvaardigheid, Getrouwe Stad.”

In de geschiedenis van Gods volk uit de oudheid werden er voor het eerst op grote schaal rechters aangesteld kort nadat Israël Egypte in 1513 v.G.T. had verlaten. Doordat Mozes alle gevallen trachtte te behandelen die een beslissing van de ware God vereisten, overeenkomstig zijn wetten, verkeerde hij in gevaar uitgeput te geraken. Zijn schoonvader, Jethro, gaf hem de raad iets van de verantwoordelijkheid te verdelen, zodat er beter aandacht geschonken kon worden aan de menigte die in de wildernis werd geleid. Er werden duizenden bekwame mannen uitgekozen om Mozes bij te staan. Zij moesten gewone problemen of kwesties die zich voordeden, behandelen. Mozes zou de belangrijkste verantwoordelijkheid blijven dragen om het volk op de hoogte te brengen met Gods wet en voorschriften en hun te vertellen welke weg zij moesten gaan en wat voor werk zij moesten doen. Er werd een bijzonder ordelijke regeling aanbevolen: „Maar gijzelf dient uit heel het volk bekwame mannen te kiezen, die God vrezen, betrouwbare mannen, die onrechtvaardige winst haten; en gij moet die over hen aanstellen als oversten over duizend, oversten over honderd, oversten over vijftig en oversten over tien. En zij moeten bij elke geschikte gelegenheid rechtspreken over het volk; en het moet geschieden dat zij elke grote zaak voor u zullen brengen, maar elke kleine zaak zullen zij zelf als rechters behandelen. Maak het zo lichter voor uzelf en zij moeten de last met u dragen. Indien gij deze zaak zó doet, en God het u geboden heeft, dan zult gij het stellig kunnen volhouden en zal bovendien al dit volk in vrede naar zijn eigen plaats gaan.” — Ex. 18:13-23.

Later, nadat zij zich in het land Kanaän hadden gevestigd, verwekte Jehovah rechters, niet slechts om zaken te behandelen waarbij overtredingen van de wet betrokken waren, maar ook om zijn volk uit de handen van onderdrukkers te bevrijden (Recht. 2:18). Deze rechters waren als leiders aangesteld, terwijl zij het volk bovendien hielpen Gods wet te leren kennen en toepassen. Onder hen bevonden zich mannen als Gideon, Barak, Simson, Jefta en Samuël, die volgens het verslag in Hebreeën 11:32, 33 opmerkelijke heldendaden verrichtten en ook „rechtvaardigheid bewerkten”. Andere rechters in het Israël uit de oudheid, die als oudere mannen in de gemeenschap dienst verrichtten, behandelden niet alleen rechterlijke aangelegenheden, maar behartigden ook administratieve taken. — 1 Kron. 26:29; 2 Kron. 19:4-7.

Zelfs van de koningen van Israël werd verlangd dat zij het wetboek lazen, zodat zij leerden Jehovah te vrezen en zijn woord te onderhouden (Deut. 17:19, 20). Wilden zij voorspoed genieten en Gods gunst hebben, dan moesten zij overeenkomstig Gods Woord rechtspreken. — 2 Kron. 1:9-12.

OUDERLINGEN ALS RECHTERS IN DEZE TIJD

Welke regeling is er van kracht om in deze tijd recht te spreken onder Gods volk? Jehovah heeft ouderlingen verwekt die in de positie verkeren als rechters en raadgevers dienst te verrichten. Deze mannen moeten voldoen aan de goddelijke vereisten die in 1 Timótheüs 3:1-7 en Titus 1:5-9 zijn uiteengezet. Zij dragen niet alleen de verantwoordelijkheid rechterlijke aangelegenheden te behandelen, maar geven ook onderwijs ten einde Gods vereisten duidelijk te maken en tot van ganser harte geschonken dienst voor God en getrouwe gehoorzaamheid aan zijn rechtvaardige beginselen aan te moedigen. — Kol. 3:23; 1 Thess. 5:21; 1 Petr. 1:22.

Hoe bezien wij deze regeling, zoals die in de plaatselijke gemeente waarmee wij misschien verbonden zijn, wordt aangetroffen? Wij zullen niet willen zijn als sommigen in de eerste-eeuwse Korinthische gemeente, die tegen elkaar rechtsgedingen aanspanden voor ongelovigen. De apostel Paulus wees hen terecht met de woorden: „Ik spreek om u tot schaamte te bewegen. Is het waar dat er onder u niet één wijs man is die tussen zijn broeders zou kunnen oordelen, maar dat de ene broeder met de andere broeder naar het gerecht gaat, en dat voor ongelovigen?” (1 Kor. 6:5, 6) Door hun toevlucht te nemen tot wereldse rechtbanken, ten einde kwesties te regelen die binnen de christelijke gemeente afgehandeld hadden kunnen worden, gingen zij er geestelijk op achteruit of leden een geestelijke nederlaag. Niemand van ons zal te schande gemaakt willen worden of spijt willen voelen omdat hij of zij in gebreke gebleven is de schriftuurlijke regeling voor de rechtspraak te erkennen die thans is getroffen. Wij dienen er veeleer toe bewogen te worden een innige waardering voor deze theocratische voorzieningen tot uitdrukking te brengen. Door met de raad en het goede oordeel van de zijde van degenen die ’het woord van God tot ons spreken’ ons voordeel te doen, geven wij er blijk van het verlangen te bezitten nauw met de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse, in onderworpenheid aan Christus, samen te werken. — Hebr. 13:7, 17; Ef. 5:24; Matth. 24:45-47.

Nu Jehovah’s oordelen openbaar zijn gemaakt, leren wij de hoge maatstaven te waarderen volgens welke wij moeten leven. Wij worden geholpen een juiste beslissing te nemen in zowel persoonlijke als gemeentelijke aangelegenheden, ook al zijn wij nog steeds onvolmaakt. Wij worden dichter tot Jehovah getrokken en krijgen een voorproefje van zijn rechtvaardige nieuwe ordening. In afwachting van die glorierijke tijd kunnen wij vol vertrouwen tot Jehovah zeggen: „Wanneer er van u afkomstige oordelen voor de aarde zijn, is het rechtvaardigheid wat de bewoners van het produktieve land stellig zullen leren.” — Jes. 26:9.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen