Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Titus: Voortreffelijke raad om ’gezond te blijven in het geloof’
    De Wachttoren 1977 | 15 mei
    • iemand die „een sekte bevordert”, dat wil zeggen, die verdeeldheid veroorzaakt, kreeg Titus de opdracht ’hem na een eerste en een tweede waarschuwing te verwerpen’. — Tit. 1:9, 13; 2:15; 3:10.

      Bij een vergelijking van Paulus’ omgang met Timótheüs en met Titus hebben sommigen zich afgevraagd waarom Paulus de kwestie van de besnijdenis in beide gevallen zo anders aanpakte. In Handelingen 16:3 wordt gezegd dat Paulus Timótheüs liet besnijden. Maar in Galáten 2:3 zegt Paulus: „Zelfs Titus, die bij mij was, [werd] niet gedwongen zich te laten besnijden, ofschoon hij een Griek was.” Hoe moet dit worden uitgelegd?

      Aangezien het bekend was dat Timótheüs een joodse moeder had, zouden mensen van hem kunnen verwachten dat hij besneden was. De besnijdenis zou zeer waardevol zijn om hem aanvaardbaar te maken voor de joden. In het geval van Titus was het echter meer een principiële kwestie. Hij was een Griek; zijn beide ouders waren ongetwijfeld niet-joden. Bovendien beklemtoont Paulus dat zelfs Titus niet werd „gedwongen” zich te laten besnijden. Dit schijnt erop te duiden dat er van de zijde van de judaïstische christenen druk was uitgeoefend om Titus te laten besnijden. Ongetwijfeld met de bedoeling zijn standpunt zo krachtig mogelijk duidelijk te maken, had Paulus de onbesneden Titus naar de vergadering in Jeruzalem meegenomen, waar de apostelen en andere mannen na veel geredetwist de beslissing namen dat heidense christenen niet besneden hoefden te worden en niet alle vereisten van de Wet hoefden te onderhouden.

      Met het oog op de geestelijke gezondheid van allen in de gemeente bespreekt Paulus het gedrag van verscheidene groepen die er deel van uitmaken. Hij wil vooral dat de oudere mannen „gezond in geloof, in liefde, in volharding” zijn. Zij moeten ook „matig in gewoonten zijn, ernstig, gezond van verstand”. Dit is werkelijk wijze raad; sommige oudere mannen zijn inderdaad geneigd kwesties die ernstig opgenomen moeten worden, licht op te vatten. Ook jongere mannen moeten „gezond van verstand” zijn. — Tit. 2:2, 6.

      Vanzelfsprekend moeten ook oudere christelijke vrouwen, alsook jongere vrouwen, „gezond . . . in het geloof” zijn. Wat wordt er met het oog hierop van hen verlangd? „De bejaarde vrouwen [moeten] eerbiedig in hun gedrag zijn, geen lasteraarsters, noch verslaafd aan veel wijn, het goede onderwijzende, opdat zij de jonge vrouwen tot bezinning mogen brengen hun man lief te hebben, hun kinderen lief te hebben, gezond van verstand te zijn, eerbaar te zijn, thuis te werken, goed te zijn, zich aan hun eigen man te onderwerpen, zodat er niet schimpend over het woord van God wordt gesproken.” Wat is dit een passende raad voor onze tijd, nu krachtige nadruk op ’emancipatie’ voor de vrouw zulke slechte vruchten voortbrengt als een alarmerend groot aantal gevallen waarin moeders hun gezin in de steek laten en een enorme toename in het aantal misdrijven onder vrouwen! — Tit. 2:3-5.

      Vervolgens geeft Paulus Titus de raad slaven ertoe aan te sporen volledig met hun meester samen te werken en eerlijk te zijn, zodat hun gedrag geen ongunstig licht werpt op hun christelijke religie maar deze integendeel aanbeveelt. Dit is beslist bijzonder passende raad voor alle werknemers in deze tijd.

      Allen die „gezond . . . in het geloof” willen zijn, moeten beslist acht slaan op Paulus’ verdere vermaning om „goddeloosheid en wereldse begeerten [te] verzaken en met gezond verstand en rechtvaardigheid en godvruchtige toewijding te . . . leven”. Wij moeten ook onderworpen zijn aan wereldse regeringen en dienen „bereid te zijn tot elk goed werk, over niemand nadelig te spreken”. Wat is laatstgenoemde raad passend! Wegens de gedegenereerde menselijke aard zijn wij namelijk snel geneigd nadelig of slecht van anderen te spreken, vooral als zij ons beledigd hebben. In plaats van strijdlustig te zijn, zullen wij redelijk moeten zijn en jegens allen zachtaardigheid moeten tonen, ook al zijn de mensen om ons heen buitengewoon zelfzuchtig. Gods heilige geest en zijn liefde voor de mensheid, zoals uit de gave van zijn Zoon blijkt, hebben ons echter van de wegen van de wereld bevrijd en ons de hoop op eeuwig leven geschonken. — Tit. 2:12; 3:1, 2, 4-8.

      Paulus’ brief aan Titus bevat beslist veel voortreffelijke raad voor allen in de christelijke gemeente: raad voor alle ouderlingen, opdat zij de „gezonde leer” mogen onderwijzen, en voor alle gelovigen, opdat zij „gezond . . . in het geloof” mogen zijn.

  • ’Woorden als osseprikkels’
    De Wachttoren 1977 | 15 mei
    • ’Woorden als osseprikkels’

      ● De wijze koning Salomo schreef: „De woorden van de wijzen zijn als osseprikkels” (Pred. 12:11). Een prikkel — een lange puntige stok, met aan het uiteinde soms een scherpe metalen punt — werd gebruikt om trekdieren aan te drijven en te leiden. Evenzo zijn de woorden van wijze personen een stimulans om de hoorders te leiden en te motiveren in overeenstemming met deze woorden te handelen.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen