Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Het „meer van vuur” en het doel ervan
    De Wachttoren 1974 | 1 oktober
    • blijkt uit het feit dat er van het „wilde beest” en de „valse profeet” — beide symbolisch voor stelsels of organisaties — wordt gezegd dat ze „dag en nacht gepijnigd worden”. Stelsels of organisaties kunnen echter geen pijn voelen. Ze worden in het „meer van vuur” vernietigd. Ze worden in die zin beperkt dat ze tot in alle eeuwigheid nooit meer werkzaam kunnen zijn. Dergelijke goddeloze organisaties zullen nooit meer opstaan om de mensheid te beheersen of hun rust te verstoren.

      Ook de dood en Hades, het gemeenschappelijke graf van de mensheid, worden in het „meer van vuur” verwijderd doordat de Adamitische dood volledig zal worden uitgewist en Hades zal worden geledigd en geen doden meer zal ontvangen (Openb. 20:14). Deze twee onbezielde dingen kunnen stellig geen bewust lijden voelen of ervaren, maar ze kunnen wel voorgoed beperkt of uitgewist worden.

      HET DOEL ERVAN

      Er wordt van het „meer van vuur”, waardoor de „tweede dood” wordt afgebeeld, ook gezegd dat het ’met zwavel brandt’ (Openb. 21:8). Zwavel ontvlamt bij een lage temperatuur en brandt snel, waardoor het de neiging heeft dingen te verteren die anders niet zo snel zouden verbranden. Zwavel werd in de oudheid gebruikt om dingen te ontsmetten, „uit te zwavelen”. Het „meer dat met vuur en zwavel brandt” beeldt dus zeer passend een in het gehele universum plaatshebbende volledige, eeuwige vernietiging af van alles en iedereen die het universum heeft „verontreinigd” door onreine praktijken te beoefenen, Gods soevereiniteit uit te dagen en smaad op zijn naam te werpen. Hoewel het voor God altijd mogelijk zal zijn het „meer van vuur” of de „tweede dood” ten aanzien van de opzettelijk ongehoorzamen toe te passen, zal het geen enkele dreiging inhouden voor degenen die door middel van de beproeving van Satans loslating aan het einde van de duizend jaar van Christus’ regering voor altijd loyaal zijn gebleken. De getrouwe overlevenden van die beproeving zullen de waarborg bezitten dat God hen zal beschermen en hun leven voor eeuwig in stand zal houden. — Rom. 8:21.

      Het „meer van vuur” is dus een belangrijke factor in Gods voornemen. Het is niet iets wat tegen de persoonlijkheid van Jehovah God indruist, bij wie het nooit is opgekomen iemand eeuwig bewust te pijnigen en die zoiets ook nooit zou goedkeuren (Jer. 19:5; 32:35). Het is echter wel in harmonie met Gods persoonlijkheid van gerechtigheid en liefderijke goedheid dat hij goddeloze onruststokers voor eeuwig uit het heelal verwijdert. Het is ter wille van de vrede en orde ten behoeve van degenen die het goede willen doen namelijk van het grootste belang dat er in het universum gerechtigheid wordt geoefend. — Ps. 145:20.

      Jehovah is geen regeerder die misdaad en misdadigers, die ordelievende mensen alle vrede en vreugde ontnemen, hun gang zal laten gaan. Ook is God niet hardvochtig, zodat er geen hulp zou zijn voor degenen die hun handelwijze willen veranderen (1 Tim. 2:3, 4). Iedereen ontvangt een volledige en eerlijke gelegenheid. Degenen die in het „meer van vuur” ofte wel de „tweede dood” terechtkomen, hebben in werkelijkheid uit eigen beweging en op grond van hun eigen vrije keuze de eeuwige dood boven het leven verkozen, aangezien zij de wetten van de Universele Soeverein op zelfzuchtige wijze overtreden. Hij verlangt terecht respect en exclusieve toewijding. Alleen door zulke verharde opstandelingen te verwijderen, kan het universum vrede hebben. Mogen allen die leven wensen, Jehovah’s wegen leren kennen, zodat hun namen in het „boek des levens” geschreven zullen worden en zij zich voor eeuwig in geluk kunnen verheugen.

  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1974 | 1 oktober
    • Vragen van lezers

      ● Wat bedoelt Galáten 3:24 wanneer daar wordt gezegd dat de „Wet onze leermeester [is] geworden die tot Christus leidt”? — V.S.

      Het Griekse woord dat met leermeester is vertaald (paidagogos) betekent letterlijk ’kind begeleidend’. Het duidde een man aan die een kind naar en van de school bracht. De leermeester of pedagoog droeg het kind over aan de onderwijzer. Het was zijn taak het kind voor fysiek en moreel kwaad te behoeden. De pedagoog had ook de autoriteit het kind te kastijden en op het gebied van gedrag te onderrichten. Soms kon zijn kastijding erg streng zijn.

      De Wet die aan Israël werd gegeven, was net als zo’n leermeester. Ze diende om de Israëlieten in hun gedrag te leiden en behoedde hen, als zij zich eraan hielden, voor fysiek en moreel kwaad. Mozes zei dan ook tot het volk: „Indien gij naar de geboden van Jehovah, uw God, die ik u heden gebied, zult luisteren, door Jehovah, uw God, lief te hebben, zijn wegen te bewandelen

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen