-
De gewoonte om voor de doden te biddenDe Wachttoren 1962 | 15 januari
-
-
middel van gebed uit Gehenna kan verlossen en de hemel kan doen binnengaan. De psalmist schreef terecht over ’s mensen dood: „Te dien dage vergaan zijn plannen.” — Ps. 146:4.
Het gebruik om steeds weer hetzelfde gebed op te zeggen, werd door Jezus afgekeurd: „Gebruikt bij uw bidden”, zo waarschuwde hij, „geen omhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden” (Matth. 6:7). Jezus leerde de levenden niet om voor de zonden van de doden te bidden, maar hij leerde dat God voornemens was om zowel de rechtvaardigen als degenen die vatbaar waren voor rechtvaardigheid maar door onwetendheid een zondig leven hadden geleid, uit de doden op te wekken. „De ure komt”, zo zei hij, „dat allen, die in de graven zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel” (Joh. 5:28, 29). Daar vestigde Gods Zoon onze aandacht op de wáre hoop voor talloze doden.
Wanneer gedachten aan degenen die in de dood slapen, bij u opkomen en u zich hun manier van doen en prettige persoonlijkheid herinnert, bedenkt dan het volgende: Indien uw onvolmaakte herinneringsvermogen hen kan herscheppen, hoeveel gemakkelijker zal Gods volmaakte geest en almachtige hand hen dan uit het herinneringsgraf kunnen terugbrengen. Laat deze wonderbaarlijke belofte u ertoe brengen om Jehovah God oprecht voor zijn liefderijke voorziening van de opstandingshoop te danken.
-
-
De Nieuwe-Wereldmaatschappij let op haar jeugdDe Wachttoren 1962 | 15 januari
-
-
De Nieuwe-Wereldmaatschappij let op haar jeugd
CHRISTELIJKE vaders ontvangen de raad: „Verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren” (Ef. 6:4). Niet-getuigen geven er blijk van dat de christelijke getuigen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij dit doen.
Zo stelde een joodse fotograaf die verbonden is met een van de grootste kranten van New York, bij het zien van zovele jongeren op de districtsvergadering der ’Verenigde aanbidders’ de vraag: „Hoe krijgen jullie toch al die kinderen hier? Mijn zoon vindt het niet prettig om naar onze synagoge te gaan. Wanneer hij thuis komt, zegt hij: ’Ik doe er niets op.’” Toen hem werd uitgelegd hoe Jehovah’s getuigen voor hun jongeren zorgen, antwoordde hij: „Ik denk dat ik jullie maar beter mijn zoon kan geven.”
Iemand die in de omgeving van New York zeven kranten uitgeeft, zei: „Een van de vele dingen die ik bij Jehovah’s getuigen zo prettig vind, is de orde en rust in het stadion. Ik zie graag kinderen die zich voor religie interesseren, en moet je ze daar eens zien! Ik heb de leden van mijn kerkeraad gezegd, dat wij net als Jehovah’s getuigen moeten zijn — vergaderingen houden voor het gehele gezin. Wij zouden een betere wereld hebben, als de protestantse religiën Jehovah’s getuigen zouden navolgen. Jullie hebben een schitterende organisatie.”
Onder de vele jeugdige getuigen van Jehovah die tijdens het congres in het Yankee stadion op het podium verschenen, bevond zich ene Gary die in de Bronx [een New Yorkse wijk] woont. Hoewel hij nog maar zes jaar oud is, gaat hij alleen van huis tot huis om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken. Op een dag, toen hij De Wachttoren in de vorm van een abonnement hierop aanbood, kreeg hij een vrouw aan de deur die neerbuigend zei: „Vindt een klein jongetje zoals jij het niet erg vermoeiend om de mensen van huis tot huis op te zoeken? Een kleine jongen zoals jij moet eigenlijk pret maken en iets anders doen dan bij de mensen aan te kloppen.”
De zes jaar oude Gary had, goed in de bijbelse beginselen onderwezen, het juiste antwoord klaar: „De bijbel zegt dat er voor alles een tijd is, en als wij van deur tot deur gaan, dan is dat er de tijd voor om met de mensen over God en zijn koninkrijk te spreken als de enige hoop voor de mens.” Als gevolg van dit bijbelse antwoord abonneerde deze dame zich op De Wachttoren en sindsdien hebben Gary en zijn vader een aantal bezoeken bij haar gebracht.
-