De aanval van goddeloze geesten afweren

In elk land ontdekt men verstrikkende spiritistische praktijken. Wat kunt u doen om uzelf en uw geliefden te beschermen?

HET is thans dringender dan ooit tevoren om te bidden: „Bevrijd ons van de goddeloze” — de laatste woorden van het modelgebed dat Jezus zijn discipelen gaf (Matth. 6:13). Ze zijn een smeekbede tot Jehovah God om bevrijding van goddeloze geestenkrachten. Maar wie speciaal is de „goddeloze” wiens aanvallen wij moeten afweren?

Jezus Christus verschafte ons de identiteit van deze „goddeloze”. In zijn illustratie van het onkruid op het veld, zei hij: „Het onkruid zijn de zonen van de goddeloze, en de vijand die het zaaide, is de Duivel.” — Matth. 13:38, 39.

De „goddeloze” is dus Satan de Duivel, een machtige goddeloze geest, over wie de bijbel zegt: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Joh. 5:19). Jezus’ onderricht hoe te bidden, toont echter aan dat bevrijding uit de macht van deze „goddeloze” en andere goddeloze geesten mogelijk is. Dit wordt eveneens geïllustreerd door het bijbelverslag dat alle moeilijkheden beschrijft die de Duivel over de rechtvaardige man Job bracht, en waaruit Job niettemin zegevierend te voorschijn kwam. Dit is aanmoedigend, want Job was een onvolmaakt mens net als wij, en toch kwam hij als overwinnaar uit alle kwaadaardige aanvallen van die „goddeloze” te voorschijn. — Job 1:1–2:10; 42:10-17.

BOOSAARDIGE, NIETS ONTZIENDE GODDELOZE GEESTEN

Maar waarom is het zo dringend te bidden: „Bevrijd ons van de goddeloze”? Omdat, zoals Openbaring hoofdstuk twaalf aantoont, er een oorlog in de hemel is gestreden, met verstrekkende gevolgen voor de aarde. Gods koninkrijk onder Jezus Christus bleek te zegevieren, en de Duivel en zijn demonenengelen werden naar de omgeving van de aarde neergeslingerd (Openb. 12:7-9). Zij werden niet van de mensheid af-, maar naar de mensheid toegeworpen! Voorspelde dit veel goeds voor hen die op de aarde en op de zee vertoeven? Neen! De bijbel toont aan dat het een tijd van ongekend wee zou zijn: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openb. 12:12.

De Duivel en zijn demonen zijn dus heel dicht bij de mensheid, en zij weten dat hun tijd zeer kort is. Toen Jezus Christus in de eerste eeuw demonen uit een man wierp, verzochten zij, hun niet te bevelen de afgrond in te gaan en stond Jezus hun derhalve toe in een kudde van ongeveer 2000 zwijnen te gaan, die zich toen van een steile helling in de zee stortten en verdronken (Luk. 8:27-33; Mark. 5:1-17). Als 1900 jaar geleden de demonen, terwijl zij wisten dat zij eens in de afgrond geworpen zouden worden, zulk een gewelddadig karakter aan de dag legden, moeten zij stellig thans, nu de tijd waarop zij in de afgrond worden geworpen zo nabij is, boosaardiger zijn en krankzinniger te keer gaan dan ooit. Deze geestelijke woestelingen zijn eropuit om alle verwoestingen onder de mensheid aan te richten die zij maar kunnen, vooral om christelijke persoonlijkheden te vernietigen, aangezien zij anti-God, anti-Koninkrijk, anti-Christus zijn, en anti allen die Jehovah’s christelijke getuigen zijn (Openb. 12:17). Aldus zien wij hoe dringend het is te weten op welke wijze wij aanvallen van goddeloze geestenkrachten moeten afweren.

VELE MANIEREN WAAROP ZIJ AANVALLEN EN KWELLEN

De activiteit van de demonen schijnt toe te nemen, waarbij ze in hevigheid en vorm plaatselijk verschilt. Hoe meer in een bepaalde streek spiritistische praktijken voorkomen, des te meer problemen er zich waarschijnlijk op het gebied van kwellingen en bezoekingen door demonen voordoen.

Aanvallen door goddeloze geestenkrachten kunnen vele vormen aannemen. Uit daadwerkelijke gevallen weten wij dat zowel op het lichaam als op de geest aanvallen gericht kunnen zijn. Men kan een lichamelijke klap krijgen, of een slag in het gezicht, of op de grond geworpen worden (Mark. 9:17, 18), een lichamelijke ziekte of pijn krijgen, zonder dat artsen een oorzaak kunnen vinden (Luk. 11:14; Mark. 1:26; 9:25; Matth. 12:22). Het kan zijn dat men wordt gestoord terwijl men probeert te slapen, doordat er zoveel abnormale geluiden in huis te horen zijn. Er kan aan de dekens worden getrokken, het bed kan schudden, er kan zich een verschijning voordoen zoals een gelaat of een paar kwaadaardige ogen. Vaak wordt er een „stem” gehoord die kwelt en schrik aanjaagt. De stem geeft gewoonlijk raad of schrijft een gedragslijn voor, die, indien ze wordt gevolgd, tot geestelijke ineenstorting, gewelddadigheid, krankzinnigheid of zelfmoord kan leiden.

HOE MEN ERIN VERWIKKELD RAAKT

Doch hoe raakt men erin verwikkeld en wordt men het voorwerp van zulke aanvallen der demonen? Het kan zijn dat men zich uit liefhebberij bezighoudt met praktijken die verband houden met spiritisme, zoals astrologie, yoga, buitenzintuiglijke waarneming, wichelroedelopen, hypnotisme, het gebruiken van een ouijabord of slingertoestel om waarzeggerij te beoefenen. De bijbel veroordeelt duidelijk elke vorm van waarzeggerij, toverkunst, hekserij, bezwering, toekomstvoorspelling, het raadplegen van een geestenmedium of het ondervragen van de doden en het ’uitzien naar voortekens’ (Deut. 18:10, 11; Jes. 8:19). Vandaar dat iemand die zich bezighoudt met deze praktijken, waarbij „bovennatuurlijke machten” zijn betrokken, of die omgaat met personen die dat doen, zich in een gevaarlijke situatie plaatst. — 1 Sam. 15:23, NW; 1 Kor. 15:33; Openb. 22:15.

Het kan zijn dat sommigen in hun dromen en in andere voorvallen in hun leven „naar voortekens uitzien” en die dan met de toekomst in verbinding trachten te brengen. Dit is hoogst gevaarlijk. Ook door al te grote belangstelling voor occulte zaken te tonen en zich in zulke boeken te verdiepen, kan men het voorwerp van aanvallen der demonen worden.

Anderen worden voor demonische gedachten vatbaar door hun geest met de geest van geweld van deze wereld te vullen. Het kan zijn dat men regelmatig mysterieboeken of detectiveromans leest of naar televisiestukken kijkt die geweld en moord vertonen. Een christelijke vrouw maakte er een hobby van zulke boeken te lezen, ondanks de raad in Filippenzen 4:8, en was na verloop van tijd zó rampzalig aangetast dat zij om hulp vroeg, aangezien zij vreesde haar eigen lieve man en kinderen te zullen doden. Sommigen vragen niet om hulp maar geven toe aan de drang om te doden. De New York Times van 18 november 1965 vertelde bijvoorbeeld van een jongeman die vier personen doodschoot, waarvan hij er drie bij een bankroof doodde:

„Hij werd gedreven, zei hij, door een drang die in de afgelopen maand mei een visuele vorm in zijn geest aannam: een ’foto’ van hemzelf terwijl hij vier personen, waaronder een vrouw, doodschoot, terwijl zij op de grond lagen. In juni, zei hij, ’scheen het dat er niets anders’ in zijn geest was. . . . [Hij] zei dat zijn pistool bij het eerste schot bleef vastzitten en ’ik wilde de bank uitrennen’, [maar] ’het leek alsof iemand aan mij trok’, antwoordde de jongeman. ’Ik kon niet lopen. Ik moest ze doodschieten.’”

Let wel: het raadplegen van medicijnmannen, spiritistische genezers, spiritistische diagnostici, spiritualisten, of van een ieder die enige vorm van therapie gebruikt waarbij buitenzintuiglijke waarneming is betrokken, kan iemand in contact met demonen brengen. Het boek Evidence of Satan in the Modern World vertelt van een vrouw die voor behandeling naar een magnetiseur ging, doch toen zij zijn toenaderingen weerstond, sprak hij een bezwering over haar uit, waardoor zij allerlei aanvallen van de demonen kreeg te verduren.

Anderen gaan zonder het te weten in een huis wonen waarin zich reeds lang demonen ophouden, en als zij dan aanvallen te verduren krijgen, trachten zij, in plaats van te gaan verhuizen, de demonen op hun „eigen terrein” te trotseren of zij dagen hen zelfs op de een of andere manier uit, waardoor zij zichzelf moeilijkheden op de hals halen.

Men ontdekt heel vaak dat iemand die last heeft van demonen, een familielid of kennis heeft die zich met spiritisme ophoudt. Verdere onderzoekingen onthullen gewoonlijk dat zo iemand een geschenk heeft gekregen van degene die onder invloed van de demonen staat. Spoedig nadat het voorwerp of artikel in huis kwam, volgden er moeilijkheden. Als een spiritist is gestorven, is een van de nabestaanden soms zo onverstandig om de huishoudelijke bezittingen van de spiritist in zijn eigen huis te halen, met tragische gevolgen. Ook vals-religieuze afbeeldingen en symbolen waren erbij betrokken.

LUISTER NIET NAAR STEMMEN OF GELUIDEN VAN DEMONEN

Een van de meest voorkomende vormen van aanvallen van demonen is die van geestelijke aard, waarbij de goddeloze geest hardop spreekt. Men hoort duidelijk een „stem”. Wat te doen als u zo’n stem hoort? Moet u in paniek raken of denken dat u bezig bent van het christelijke geloof af te vallen? Volstrekt niet! De Duivel heeft al heel lang van dergelijke mondelinge aanvallen gebruik gemaakt, te beginnen met Eva. Doch u behoeft geen aandacht aan de stem van een demon te schenken, zoals Eva dat deed! (Gen. 3:1-6) Bedenk dat de Heer Jezus Christus geestelijk de sterkste mens op aarde was, maar toch kreeg hij aanvallen te verduren (Matth. 4:1-10). Indien Jezus al zo werd aangevallen, moeten wij dan denken dat geen van zijn volgelingen de stem van een goddeloze geest tot zich zou horen spreken? In geen geval! — Matth. 10:24, 25.

Wat wij moeten doen als wij door de stem van een demon worden gekweld, is het voorbeeld na te volgen van de Heer Jezus Christus, die weigerde om zelfs maar voor een ogenblik de voorstellen van de Duivel in overweging te nemen. Schenk dus geen aandacht aan wat de „stem” ook maar zegt. Doe wat God zegt. Als de stem u zegt thuis te blijven van christelijke vergaderingen, gehoorzaam dan God, die zegt dat wij naar zulke vergaderingen toe moeten gaan. — Hebr. 10:25.

Het kan zijn dat de stem voorwendt een goede geest te zijn en uw ijdelheid streelt, maar het is een leugengeest. Verwerp voorstellen of leringen van demonen! (1 Tim. 4:1; 2 Thess. 2:9, 10; Joh. 8:44) God gaat niet buiten zijn eigen heilig Woord om zodat hij thans aan afzonderlijke personen speciale mededelingen zou geven.

Stemmen van demonen trachten wellicht christelijke huwelijken te verbreken. In één geval belde een echtgenoot, toen hij moest overwerken, zijn vrouw op. Later deed een „stem” twijfel in de geest van de vrouw opkomen door hoorbaar tot haar te zeggen: „Zie je nu wel, hij gaat met een andere vrouw uit; hij houdt niet meer van je.” In de stem van een demon te geloven, zal verwoestingen aanrichten in iemands huwelijksleven zowel als in zijn geestelijk leven; geloof God en u zult voorspoedig zijn. — Joz. 1:8; Ef. 5:21-33.

Soms spreekt een demon niet hoorbaar maar tracht zijn goddeloze voorstellen aan iemands geest op te dringen. Het kan zijn dat men een met autoriteit gegeven bewering in zijn geest hoort. Ze is hardnekkig en vreemd aan iemands op de bijbel gebaseerde geloofsovertuiging. De inblazingen zijn altijd in strijd met Gods waarheid.

Als u stemmen of door demonen veroorzaakte geluiden hoort, wat moet u dan doen? Richt uw aandacht op de dingen van God! Weiger naar de demonen te luisteren! Stop, geestelijk gesproken, uw oren voor hen dicht, en smeek Jehovah God onmiddellijk in gebed om bevrijding. Spreuken 18:10 zegt dat de naam van Jehovah „een sterke toren” is en dat de rechtvaardigen daarheen zullen ijlen en beschermd worden. Als demonen u geestelijk aanvallen, moet u zich dus geestelijk in de tegenovergestelde richting inspannen en deze gedemoniseerde indrukken met geweld opzij duwen en uw geest actief aan het werk zetten met de dingen van Gods Woord, waarbij u zelfs schriftuurplaatsen hardop of met gedempte stem, kunt aanhalen (Fil. 4:6-8, 13). Verslap hierin niet, doch bid God om de kracht om een sterkere christelijke persoonlijkheid te worden.

ONDERZOEK INSTELLEN NAAR HET HUIS EN DE VOORWERPEN ERIN

Iemand die onder aanvallen van demonen staat, dient rustig, niet in hysterie, zijn huis en allerlei voorwerpen bij hem thuis te onderzoeken. In enkele gevallen kan het huis de moeilijkheden veroorzaken en is het maar het beste om te verhuizen. Sommige demonen scheppen er behagen in om in een huis rond te waren. Als u dus kort nadat u in een huis bent komen wonen moeilijkheden ondervindt, stel dan een onderzoek in. Stond het huis lang leeg? Waarom? Verhuisden de mensen er dikwijls? Waarom? Heeft het de reputatie dat er gespookt wordt? De buren weten het gewoonlijk wel, hoewel de verkoper van een huis het bijna altijd verborgen houdt.a

Als er echter met de geschiedenis van het huis niets aan de hand is, stel dan een onderzoek in naar voorwerpen in huis, in plaats van te gaan verhuizen. Als u vroeger zwarte kunst, tovenarij of andere vormen van spiritisme hebt beoefend, hebt u dan, toen u Gods waarheid leerde kennen, alle voorwerpen die met demonisme te maken hebben verbrand? Ruim ieder spoor van demonisme op. Wat deden de eerste christenen in Efeze? Toen zij het ware christendom leerden kennen, verbrandden zij al hun toverboeken, zelfs al hadden ze de verbazingwekkende waarde van 50.000 zilverstukken! (Hand. 19:18, 19) Het zou buitengewoon gevaarlijk zijn geweest zulke werken over de manier waarop men magische kunst moet beoefenen, te behouden; het behouden van alles wat met demonisme in verband staat, is in feite hachelijk. Men moet absoluut vrij zijn van alles wat aan het spiritisme herinnert, ten einde de demonen geen steunpunt te gunnen.

Een essentiële vraag die men zich moet stellen als men door de demonen wordt lastiggevallen, is: Hebt u enig geschenk aangenomen van familieleden of personen die aan spiritisme doen? Elk soort van voorwerp van een dergelijk persoon kan last veroorzaken. In enkele voorkomende gevallen betrof het een radio, een naaimachine, een paar schoenen, sieraden, een „gelukshanger”, een badmantel, een deken en een boek. Van één vrouw werd ’s nachts het bed opgewipt, toen zij probeerde te slapen op een matras die zij van haar spiritistische moeder had gekregen. Een jonge vrouw had 41 graden koorts toen zij een kledingstuk droeg dat haar door een spiritiste was gegeven.

Een andere christelijke vrouw had een handtas gekregen van een tante die een waarzegster was. Als zij de tas in de velddienst gebruikte, kreeg zij de sterke gedachte: „Ga naar huis!” Slechte gedachten drongen bijna hoorbaar haar geest binnen, alle anti-koninkrijk. Ze kon zichzelf niet verstaan, daar deze negatieve gedachten als per telefoon in haar geest kwamen, zodat zij „zichzelf kon horen denken”. Pas nadat zij de handtas had weggedaan, ondervond zij verlichting.

Soms heeft het bewaren van een brief van een spiritistisch familielid moeilijkheden gegeven. Sommige personen vertelden verlichting te hebben ondervonden door brieven te verbranden van familieleden die aan spiritisme deden. Ook al is het voorwerp van een spiritist kostbaar, weegt dan het behoud ervan op tegen het gevaar dat eraan verbonden is? Eén vrouw werd jarenlang door demonen gekweld; ten slotte deed zij vele goederen die afkomstig waren van een spiritistisch familielid, uit huis weg. „Het materiële verlies woog niet op tegen de vredige rust die over ons huis en gezin daalde”, schreef zij.

Dat voorwerpen van spiritisten erbij zijn betrokken, blijkt duidelijk uit het feit dat er bijna onveranderlijk verlichting volgt als men ze heeft weggedaan. Het berust op hetzelfde principe als bij tovenarij wordt toegepast, waarbij de beoefenaar van demonisme die iemand wil bezweren, een voorwerp in het bezit van het voorgenomen slachtoffer plaatst.

Soms echter blijken voorwerpen waardoor demonen contact maken, het vuur te weerstaan, hetgeen erop duidt dat de demonen woedend zijn omdat men ze probeert te vernietigen. Sommige personen bemerkten dat het moeilijk was ouijaborden of boeken over occultisme te verbranden. Anderen hebben ervaringen gerapporteerd zoals die van de vrouw die thuis veel narigheid had nadat zij een japon had gedragen die oorspronkelijk aan een tovenares had toebehoord. Toen zij de oorzaak van de moeilijkheden te weten kwam, wilde zij de japon verbranden. „Wij goten er benzine over, zodat hij snel zou verbranden, doch wat ons zeer verbaasde was, dat de japon niet wilde branden.” Houd uw pogingen om u van verdachte voorwerpen te ontdoen vol en gewoonlijk zal er dan enige verlichting volgen.

Wees echter, wanneer u een onderzoek naar voorwerpen instelt, redelijk. Verbrand niet alles, doordat u in angstige paniek geraakt. Bid bij uw onderzoek om Jehovah’s leiding, en hij zal u bevrijden van de goddeloze.

DE WAPENRUSTING VAN GOD AANHOUDEN

Iedere christen is in een strijd tegen „goddeloze geestenkrachten” gewikkeld. „Doet [daarom]”, zo raadt de apostel Paulus ons aan, „de volledige wapenrusting van God aan, opdat gij pal kunt staan tegen de kuiperijen van de Duivel.” Iedereen die aanvallen van demonen heeft te doorstaan, dient zijn geestelijke wapenrusting na te gaan. Is ze ergens zwak? — Ef. 6:10-18.

Zijn in de eerste plaats „uw lendenen omgord met waarheid”? Houdt u zich nauwkeurig aan Gods Woord der waarheid, de bijbel, en leeft u nauwgezet in overeenstemming met wat hij leert? Hebt u altijd „het borstharnas van rechtvaardigheid” aan? Allen die Jehovah’s geboden ongehoorzaam zijn en zich tot ongerechtigheid keren, stellen zich aan aanvallen bloot (1 Sam. 15:22, 23). Zijn voorts „uw voeten geschoeid met de toerusting van het goede nieuws van vrede”? Neemt u, in overeenstemming met Matthéüs 24:14, regelmatig deel aan de prediking van het goede nieuws? Indien iemands voeten niet op een dergelijke wijze geschoeid zijn, doet hij niet zoals Jakobus 4:7 zegt: „Onderwerp u daarom aan God, maar weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten.” Het is niet alleen een kwestie van weerstand bieden aan de Duivel, doch ook van zich onderwerpen aan God! Als wij deze beide dingen doen, zal de Duivel van ons wegvluchten.

Dan hebben wij het „grote schild des geloofs, . . . waarmee gij alle brandende projectielen van de goddeloze zult kunnen blussen”. Iemand die wordt aangevallen, dient zijn geloof te onderzoeken en zich af te vragen: Ligt het aan mij? Heb ik werken die mijn geloof kracht bijzetten? Of is mijn geloof zwak?

Onderzoek ook uw geestesgesteldheid, want wij moeten „de helm van redding [aannemen]”. Zulk een helm beschermt onze geest, onze hoop (1 Thess. 5:8). Doch als wij onze geest met de propaganda van de Duivel voeden die ons met de geest van de wereld vervult, kan het zijn dat wij onze hoop, onze helm van bescherming, verliezen. Is uw geest „gericht op de dingen die boven zijn”? (Kol. 3:2) Of vult u hem met de geest van deze wereld, die in werkelijkheid iemand tot een vijand van God maakt die zijn bescherming niet waard is? (Jak. 4:4) Als u wordt aangevallen, houd dan de „helm” op door u de beloften van Gods Woord en de zekerheden die daarin staan en die ons de basis voor hoop op onze uiteindelijke overwinning verschaffen, te binnen te brengen.

U hebt ook „het zwaard van de geest”, Gods Woord, nodig. Bestudeert u de bijbel regelmatig en maakt u het lezen van de bijbel tot een dagelijkse bezigheid?

Ten slotte heeft men ontdekt dat velen die door demonen worden aangevallen, niet „waakzaam [zijn] met het oog op gebeden” (1 Petr. 4:7). Zij blijven niet „bij elke gelegenheid in de geest” bidden (Ef. 6:18; Rom. 12:12). Bid God om bevrijding — hardop zelfs als men wordt aangevallen — en roep Jehovah’s naam aan (Ps. 121:1-3). Vermijd alles wat uw geloof, uw rechtschapenheid, uw dienst voor God en uw hoop zou kunnen verwoesten. Houd uw wapenrusting aan.

ALS DE MOEILIJKHEDEN AANHOUDEN

Als de moeilijkheden aanhouden, bedenk dan dat wij niet verwachten van alle vormen van aanvallen door demonen te worden gevrijwaard; daarom moeten wij de wapenrusting dragen totdat de demonen door God buiten werking zijn gesteld. Doch zelfs langdurige gevallen worden opgehelderd door een zorgvuldig onderzoek in te stellen. Eén vrouw die al vierentwintig jaar door demonen werd lastiggevallen, ruimde ten slotte haar boeken over occultisme op en vertelde: „Er zijn geen aanvallen meer geweest.”

Houd in gedachten dat in de meeste gevallen de verbetering geleidelijk gaat. Jezus werd na één aanval niet onmiddellijk bevrijd; hij moest er drie onder ogen zien! Valt de vijand in de oorlog slechts eenmaal aan? Blijf de aanvallen weerstaan! Geef de demonen nooit een haarbreed toe! Zeg nooit: „Als ik kan volhouden”, doch wees vastbesloten in Gods kracht weerstand te bieden. Als wij de wapenrusting opnemen, kunnen wij verwachten „op de boze dag weerstand” te kunnen bieden, en wel met succes. — Ef. 6:10-18.

HULP VAN RIJPE CHRISTELIJKE BROEDERS

Probeer niet deze strijd alleen te voeren. Vraag om hulp, nimmer aan een spiritist, maar aan uw rijpe christelijke broeders. Wees niet terughoudend doordat u denkt dat zij niet zullen geloven wat er gebeurt. Zij weten dat de demonen actiever zijn dan ooit en deze broeders zullen het begrijpen en u helpen.

Zij zullen niet alleen voor en met u bidden, maar zij zullen dit artikel en andere artikelen met u bestuderen en u helpen uw geestelijke wapenrusting te onderzoeken om te zien of ze „volledig” is (Jak. 5:13-15). Wees openhartig jegens hen. Onderzoekende vragen kunnen u misschien helpen de oorzaken van de moeilijkheden vast te stellen. Zij vragen u misschien naar geschenken die u omstreeks de tijd waarop de moeilijkheden begonnen, hebt ontvangen, ook naar uw huis, familieleden, omgang en moraal. Zij vorsen misschien ook uw beweegredenen na. Biedt u oprecht weerstand, of is er een spoortje trots vanwege de belangstelling die de demonen voor u hebben? Biedt men slechts halfslachtig weerstand? Uw broeders zullen er daarom moeite voor doen de oorzaak van het probleem vast te stellen.

Pas vervolgens hun raad toe. Indien u het te druk hebt om de wapenrusting op te nemen, hoe kunt u dan bescherming verwachten? Gaat u niet in de dienst? Bedenk dat niemand anders het voor u doen kan.

Zorg er ten slotte voor dat uw ware vrees Jehovah geldt en niet de demonen (1 Kron. 16:25). Jehovah is de Almachtige, Degene die het hele universum in stand houdt, en hij kan u kracht geven om aanvallen te weerstaan. — Ps. 16:7 8; 46:2 1; 55:23 22.

Dit betekent dat als wij werkelijk trouw aan Jehovah zijn, de aanvallen van goddeloze geesten zullen worden afgeweerd. De „goddeloze” en zijn demonen veroorzaken misschien moeilijkheden of beproevingen, zoals zij bij Job en Jezus deden, doch zij kunnen het niet van ons winnen. De overwinning is verzekerd, indien wij weerstand blijven bieden. Wees sterk in het geloof en laat uw gebed zijn: „Bevrijd ons van de goddeloze.”

[Voetnoten]