Wat is nodig voor redding?
U WILT dus leven! U kunt aanvoelen dat dit hele samenstel van dingen zijn einde in Armageddon tegemoetgaat en u wilt niet sterven. U wilt blijven leven en eeuwig leven onder een nieuw en rechtvaardig samenstel van dingen verkrijgen. U wilt weten wat u moet doen. U stelt eigenlijk dezelfde vraag die negentienhonderd jaar geleden aan de apostel Paulus en zijn metgezel gesteld werd: „Wat moet ik doen om gered te worden?” — Hand. 16:30.
Op die vraag is een duidelijk en positief antwoord nodig, en dat wordt nu juist in de bijbel verschaft. Ja, Gods Woord zet duidelijk uiteen welke stappen een ieder moet doen die redding wenst te ontvangen. U moet eerst elke houding van zelfgenoegzaamheid laten varen of elke gedachte van u afzetten dat, als u maar afwacht, alles wel in orde zal komen. Er is geen gemakkelijke weg die tot redding leidt. Redding wordt alleen verkregen door zich krachtig in te spannen, want de bijbel geeft de aansporing: „Blijft . . . met vrees en beven uw eigen redding bewerken” (Fil. 2:12). En Jezus Christus gaf allen die gered wilden worden de raad: „Spant u krachtig in.” — Luk. 13:23, 24.
Een dergelijke krachtsinspanning druist lijnrecht in tegen de gemakkelijke voorstelling die velen van het christendom hebben. Zij denken dat hetgeen zij in hun kinderjaren op de zondagsschool hebben geleerd, alles is wat zij over de wil van God moeten weten. Zij redeneren dat er niet meer van hen wordt geëist dan dat zij, van menselijk standpunt uit bezien, een onberispelijk leven leiden. Zij hebben nog niet eens de eerste stap gedaan die voor redding onontbeerlijk is.
BIJBELSTUDIE ESSENTIEEL
In de eerste plaats is het absoluut noodzakelijk kennis in zich op te nemen, en Jezus Christus heeft met betrekking tot dit punt verklaard: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Joh. 17:3). De eerste stap op de weg naar redding is dus studie van de bijbel, omdat de bijbel Gods boek is en hij ons daarin vertelt wat hij, de Verschaffer van redding, van ons eist als wij voordeel van zijn voorziening willen trekken.
U moet de bijbel grondig lezen en ernstig over het gelezene nadenken, voordat u volledig kunt omvatten dat de bijbel werkelijk van goddelijke oorsprong is en derhalve in alle aangelegenheden van het leven een gezaghebbende gids voor u dient te zijn. De apostel Paulus verwijst naar de bijbel als „de heilige geschriften . . . die u wijs kunnen maken tot redding door middel van het geloof in verband met Christus Jezus”, en voegt eraan toe: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid.” — 2 Tim. 3:15, 16.
Er is vastberadenheid voor nodig en het oprechte verlangen God en Christus te leren kennen, om tijd in te ruimen voor een persoonlijke studie van de bijbel. Misschien zullen bezigheden die niet essentieel zijn, zoals sommige vormen van ontspanning, de tijd die men aan het kijken naar TV-programma’s of aan bioscoopbezoek besteedt, beknot moeten worden ten einde een goed opgesteld programma van persoonlijke bijbellezing en studie te kunnen afwikkelen. Er dient ook tijd te worden gevonden om de bijbel met andere rijpe christenen die over kennis beschikken te bespreken, bij voorkeur door iemand een uur per week bij u thuis te laten komen om een bijbelstudie met u te houden.
Het doel van een dergelijke bijbelstudie is niet louter kennis te verkrijgen, maar geloof. Tallozen weten veel dingen die in de bijbel staan en kunnen hem zelfs vloeiend citeren, doch weinigen geloven dat de bijbel het Woord van de Oppermachtige God is, die het in zijn macht heeft redding te schenken of te onthouden. Als de mensen dit werkelijk zouden geloven, zouden zij verlangend zijn hun leven met Gods vereisten in overeenstemming te brengen.
HET OEFENEN VAN GELOOF
Een verstandelijke kennis van de waarheden die men uit de bijbel leert, is dus niet voldoende om gered te worden. Iemand heeft wellicht volgens zeggen een goed verstand, maar hoe kunnen wij dit weten als hij het niet gebruikt? Zo kan ook geloof dat op kennis van de bijbel is gebaseerd niet onderscheiden worden tenzij het resultaten afwerpt. „Zoals het lichaam zonder adem dood is,” zegt de bijbelschrijver Jakobus, „zo is ook geloof zonder werken dood” (Jak. 2:26). Alle kennis die wij uit de bijbel verkrijgen, dient dus op praktische wijze in ons leven te worden aangewend.
Het bestuderen van de bijbel dient tot gevolg te hebben dat men tot de overtuiging komt dat men een zelfzuchtige zondaar is geweest die ver van de vereisten van de rechtvaardige God was afgedwaald (Rom. 3:23). Het dient iemand te doordringen van de noodzaak oprecht spijt te hebben van zijn vroegere achteloze handelwijze, zijn onverschilligheid voor de wil van God. Het dient een eerbiedige leerling ervan te doordringen dat vergeving en herstel in Gods gunst alleen mogelijk zijn door middel van het loskoopoffer dat ten behoeve van de zondige mensheid werd gebracht, het offer van Jezus’ volmaakte menselijke leven. — Rom. 5:8; Hebr. 2:9; 1 Joh. 4:10.
Geloof oefenen in Jezus Christus als de losprijs voor onze verlossing van zonde betekent dat een christen moet beseffen dat hij „met een prijs [werd] gekocht” en thans Christus als diens slaaf toebehoort (1 Kor. 7:23). Hij is derhalve verplicht zijn Meester in alles te behagen en te trachten Jezus’ voorbeeld van algehele onderworpenheid aan de hemelse Vader na te bootsen. — Hebr. 12:1-3.
Er zijn nog andere werken des geloofs die in aanmerking genomen moeten worden en waar men in overeenstemming mee moet handelen. Enkele praktische vragen die bijvoorbeeld in de geest van iemand die redding wil verkrijgen, dienen op te komen, zijn: Wat voor omgang zoek ik? Welke hebbelijkheden, gewoonten, praktijken en zienswijzen moet ik, na mijzelf onderzocht te hebben, veranderen? Heeft God in deze tijd, behalve dat ik een godvruchtig leven moet leiden, een speciale dienst die ik moet verrichten? Wie oprecht leven tracht te verkrijgen, zal graag de schriftuurlijke antwoorden op deze vragen willen vernemen.
JUISTE OMGANG
Men zal stellig niet in het gezelschap willen verkeren van goddeloze personen, die God en zijn Woord bespotten (Ps. 1:1). Wellicht bent u tot nu toe met „passieve christenen” omgegaan, mensen die zich „christenen” noemen doch die niet bereid zijn de verantwoordelijkheden van een christen op zich te nemen. U zou door hun houding besmet kunnen worden. Werkelijk, zoals de apostel Paulus waarschuwde: „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Kor. 15:33.
Omgang met de gemeente van christenen die beseffen dat God geen behagen schept in riten en inhoudsloze ceremoniën doch in aanbidding die „met geest en waarheid” wordt geschonken, is essentieel voor uw redding (Joh. 4:23; 1 Sam. 15:22). Indien het maar enigszins mogelijk is, dient u samen te komen, te studeren en te dienen met hen die Gods koninkrijk op de eerste plaats in hun leven stellen (Matth. 6:25-34). Ook al bent u wegens leeftijd of zwakheid aan huis gekluisterd, dan dient u er toch moeite voor te doen geregeld met Gods gemeente in verbinding te staan, want door middel hiervan onderricht en leidt hij zijn aanbidders op aarde.
De juiste soort van omgang is thans nog dringender, daar wij in de door de apostel Paulus voorzegde „kritieke tijden . . . die moeilijk zijn door te komen” leven (2 Tim. 3:1-5). Dezelfde apostel werd ertoe geïnspireerd de volgende, tot nadenken stemmende raad aan medechristenen op te tekenen: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar elkaar aanmoedigend, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebr. 10:24, 25). Deze gezonde, geestelijke omgang kunt u in de Koninkrijkszalen van Jehovah’s getuigen vinden. U zult daar, als iemand die redding zoekt, welkom zijn en bij uw zoeken geholpen worden.
EEN NIEUWE PERSOONLIJKHEID
Er is nog een noodzakelijk vereiste voor redding, waarnaar door de apostel Paulus met de volgende woorden wordt verwezen: ’Gij dient de oude persoonlijkheid, die met uw vroegere levenswandel overeenkomt en die naar haar bedrieglijke begeerten wordt verdorven, weg te doen, maar gij dient nieuw gemaakt te worden in de kracht die uw denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen’ (Ef. 4:22-24). De vleselijke, materialistische oogmerken, die bij wereldse mensen zo algemeen zijn, moeten dus weggedaan worden en de geest van een christen moet gevuld worden met gedachten die in overeenstemming zijn met Jehovah’s wil.
Deze grote verandering zal niet vanzelf komen. Er is tijd voor nodig. Het is een geleidelijk proces. Het zal ook veel moeite en voortdurende waakzaamheid kosten om niet in de oude denk- en handelwijze terug te vallen. De bijbel is duidelijk ten aanzien van de praktijken van de „oude persoonlijkheid” welke degenen die redding willen verkrijgen, moeten wegdoen: „De werken van het vlees . . . zijn openbaar, welke zijn hoererij, onreinheid, een losbandig gedrag, afgoderij, beoefening van spiritisme, vijandschappen, twist, jaloezie, vlagen van toorn, ruzies, verdeeldheid, sekten, uitingen van afgunst, drinkgelagen, brasserijen, en dergelijke. . . . wie zulke dingen beoefenen [zullen] Gods koninkrijk niet . . . beërven.” — Gal. 5:19-21.
Alleen met de hulp en aanmoediging van goede christelijke metgezellen, zult u in staat zijn de raad van de bijbel te aanvaarden over de wijze waarop u ’de nieuwe persoonlijkheid moet aandoen’: „Al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat liefelijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken” (Fil. 4:8). Deze wijze van denken zal langzamerhand alle verkeerde gedachten en verlangens verdringen en door gedachten vervangen die voortreffelijke vruchten voortbrengen, namelijk „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”. — Gal. 5:22, 23.
Hoe uiterst belangrijk is het dus voor iedereen die eeuwig leven wil ontvangen, zijn leven te reinigen en ’niet langer naar dit samenstel van dingen [beheerst door de god ervan, Satan] te worden gevormd, maar veranderd te worden door zijn geest te hervormen’! (Rom. 12:2; 2 Kor. 4:4) De „nieuwe persoonlijkheid” is onontbeerlijk voor redding.
HET VEREISTE VAN DE PREDIKING
Iemand die Gods Woord bestudeert, dit in zijn leven toepast en daarbij godvruchtige omgang zoekt, maakt er een begin mee zijn geest te hervormen. Wil hij voor redding in aanmerking komen, dan dient hij tevens zijn aandacht te richten op de dienst die Christus Jezus heeft geboden: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën . . . en leert hen onderhouden alles wat ik u geboden heb.” — Matth. 28:19, 20.
Deelneming aan het prediken en onderwijzen van Gods Woord, houdt essentieel verband met uw redding. Daarom kon de apostel Paulus zeggen: „Met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding” (Rom. 10:10). Zeker, het kan zijn dat u door zwakheid van het vlees geneigd bent ervoor terug te deinzen zulk een „openbare bekendmaking” van uw geloof te doen. Denk echter aan de billijkheid van Jezus’ woorden in Markus 8:38: „Wie zich in dit overspelige en zondige geslacht over mij en mijn woorden schaamt, over hem zal ook de Zoon des mensen zich schamen wanneer hij gekomen zal zijn in de heerlijkheid van zijn Vader.”
Breng u, om erbij geholpen te worden die neiging tot terugdeinzen te bestrijden, het kracht schenkende voorbeeld van de apostel Paulus in herinnering, want hij kon naar waarheid uitroepen: „Ik schaam mij niet voor het goede nieuws; het is in feite Gods kracht tot redding voor een ieder die geloof heeft” (Rom. 1:16). Ten einde dezelfde vrijmoedigheid en onbevreesdheid te verkrijgen, moet u echter een opleiding in de christelijke gemeente ontvangen (Ef. 4:11, 12). Is het niet zeer liefdevol en zorgzaam van Jehovah dat hij zulk een voorziening heeft getroffen, zodat u er niet op uw eentje op uit behoeft te gaan om een openbare bekendmaking van zijn boodschap te doen? Juist om deze reden heeft hij zijn gemeente van getuigen georganiseerd.
DE STAP VAN DE OPDRACHT
Nadat u de bijbel ijverig hebt bestudeerd en de beginselen ervan hebt toegepast zodat uw leven een grote verandering heeft ondergaan, nadat u geregeld met anderen van hetzelfde geloof bent samengekomen en hebt gestudeerd, en nadat u de voorrechten van het predikings- en onderwijzingswerk hebt gesmaakt en ingezien, dient uw geloof u ertoe te brengen nog een belangrijke stap te doen die nodig is om gered te worden. Ja, het is de stap van de opdracht. Wat betekent dit? Het betekent dat dankbaarheid jegens Jehovah voor al zijn liefdevolle voorzieningen voor uw redding, u ertoe beweegt uzelf zonder enig voorbehoud aan hem aan te bieden om zijn wil te doen.
Door deze stap te doen, volgt u het volmaakte voorbeeld van Gods geliefde Zoon, Christus Jezus, die zich ook aan zijn hemelse Vader heeft aangeboden en bereid was de speciale wil van God voor hem ten uitvoer te brengen (Matth. 3:13-17; Hebr. 10:5-10). En evenals hij, geeft ook u te kennen dat u zich aan God hebt aangeboden om zijn dienst te verrichten, door u aan een uiterlijke ceremonie te onderwerpen, waardoor u anderen het bewijs van uw opdracht geeft. U biedt u aan voor de doop. Die symbolische handeling toont op welsprekende wijze aan dat u sterft ten aanzien van uw vroegere zelfzuchtige handelwijze (als u in het water wordt ondergedompeld) en voortaan in overeenstemming met Gods wil zult leven (als u uit het water opkomt). Vele anderen vóór u hebben deze stap van de opdracht en de doop gedaan. — Hand. 2:41; 8:12; 18:8.
Voor de opgedragen persoon is nu natuurlijk geen terugkeer meer mogelijk. „Als gij God een gelofte gedaan hebt, talm er dan niet mee die in te lossen”, luidt de geïnspireerde raad, „want Hij heeft geen welgevallen aan de dwazen; wat gij beloofd hebt, moet gij inlossen” (Pred. 5:3 4. Jehovah schept geen behagen in degenen die op hun woord terugkomen. Die opgedragen verhouding tot God moet altijd in gedachten worden gehouden. Wat wereldse mensen doen of laten, is voor de christen geen gids meer. Hij moet in alles trachten zich door Gods geschreven Woord te laten leiden.
VOLHARD OM DE BELONING TE VERKRIJGEN
De beloning van redding in al haar volheid gaat onze stoutste verwachtingen te boven. Het betekent meer dan door het snel naderende einde van dit goddeloze samenstel van dingen heen in leven te blijven. Het omvat de wonderbare vreugde hier op aarde in een nieuwe ordening te leven onder de zegenrijke regering van het hemelse Koninkrijk. Denk u eens in, duizend jaar waarin de Koning, Christus Jezus, alle vreselijke gevolgen van zonde en zelfzuchtigheid zal wegvagen! (Openb. 20:4; 1 Kor. 15:25, 26) Ja, u zult het voorrecht hebben op zijn bevel zelfs de doden uit de graven te zien opstaan! (Joh. 5:28) Ten slotte zult u de gelegenheid hebben na het einde van de duizendjarige regering de laatste beproeving op uw rechtschapenheid te weerstaan en indien u getrouw bent, zult u redding ontvangen, ja, eeuwig leven als Gods gave door bemiddeling van Christus! — Openb. 20:5, 7, 8.
Met zulk een schitterende beloning in het vooruitzicht, is het billijk, als het moet, lijden te ondergaan en geduldig te volharden. Dit goddeloze samenstel van dingen is in slagorde opgesteld tegen Gods ware aanbidders. Het zal trachten u uw rechtschapenheid jegens God te laten verbreken en uw opdrachtsgelofte lichtvaardig te bejegenen. Mensen die u na staan en dierbaar zijn, kunnen zelfs als instrumenten worden gebruikt om u te dwingen of over te halen zich van de smalle weg van de ware aanbidding af te wenden (Matth. 10:35-37; 7:13, 14). Luister echter naar deze door God geïnspireerde woorden van raad: „Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben [al deze essentiële stappen gedaan te hebben], de vervulling van de belofte te ontvangen.” — Hebr. 10:36.
Blijf in rechtstreekse verbinding met uw Burcht en Schild, Jehovah (2 Sam. 22:2, 3). Bid of God u door zijn geest wil schragen, want hij kan u staande houden (Rom. 14:4). En Christus Jezus, de getrouwe Leider en Bevelhebber van zijn volgelingen, moedigt u aan: „Wie . . . heeft volhard tot het einde, die zal gered worden.” — Matth. 10:22.