Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w74 1/8 blz. 473-475
  • Teder meedogend — evenals onze God

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Teder meedogend — evenals onze God
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • Vergelijkbare artikelen
  • „Betoont medegevoel”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Wees teder meedogend
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Jehovah — onze teder meedogende Vader
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Jehovah regeert met mededogen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
w74 1/8 blz. 473-475

Teder meedogend — evenals onze God

JEHOVAH onze God toont op weergaloze wijze teder mededogen. In al onze moeilijkheden kunnen wij het vertrouwen hebben dat de wijze waarop hij zijn dwalende menselijke kinderen beziet, wordt gematigd door een hartelijke tederheid die hem ertoe aanzet wegen te bedenken om hun verdriet te verlichten en hun zegeningen te schenken. De basis voor zulk een vertrouwen is onze kennis van zijn handelingen in het verleden, zoals deze in de bijbel staan opgetekend.

Wie toonde volgens u mededogen jegens het ongehoorzame volk Israël en waarschuwde hen steeds weer opnieuw door bemiddeling van een lange reeks profeten? Zelfs toen dat volk in moreel en religieus opzicht aan lagerwal was geraakt, deed Jehovah de belofte: „Ik wil hun mededogen betonen, net zoals een man mededogen toont jegens zijn zoon die hem dient.” — Mal. 3:17.

Toen Gods eniggeboren Zoon als mens op aarde was, spreidde hij deze zelfde goddelijke hoedanigheid van teder mededogen ten toon. Het verslag over zijn bediening vertelt ons hoe hij medelijden met de scharen had „omdat zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder” (Matth. 9:35, 36). Zijn medelijden werd niet louter door woorden geuit. Het was een intens mededogen dat hem ertoe bracht de zieken gezond te maken, de verminkten te genezen, de hongerigen te voeden, de blinden herstel van het gezicht en de doven het gehoor te geven. Maar dat was nog niet alles. Hij besefte heel goed dat de mensen er dringend behoefte aan hadden als schapen geweid, veilig geleid en tegen de slechte invloeden van een goddeloze wereld beschermd te worden. Daarom leidde hij zijn discipelen tot meedogende herders op.

Willen de herders die onder Christus dienst verrichten doeltreffend zijn, dan moeten zij hetzelfde doen wat hij deed, en met dezelfde beweegredenen. Zij moeten leren teder meedogend te zijn, vooral jegens degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood. En dit geldt vooral in deze tijd, aangezien wij nu in de meest benauwende tijd aller tijden leven. Tallozen zijn geestelijk blind en kreupel en doof en hongerig en hebben dringend behoefte aan de voortreffelijke herderlijke leiding die Jezus voor hen in gedachten had. Indien u een volgeling van Christus bent, volgt u dan in dit opzicht zijn voorbeeld? Bent ook u oprecht begaan met de scharen die „gestroopt en heen en weer gedreven” zijn? Benut u alle praktische middelen die u ter beschikking staan om hun verlichting te schenken in hun geestelijk verarmde positie?

U bent misschien wel van mening dat u slechts heel weinig gelegenheden hebt om uw mededogen metterdaad te tonen. Misschien kunt u er persoonlijk een aandeel aan hebben de mensen bij hen thuis over het Koninkrijk te vertellen. Het is niet altijd gemakkelijk, maar het toont beslist aan dat uw medelijden met de behoeftigen niet slechts in woorden bestaat. En wat het wereldomvattende veld betreft: u kunt uw belangstelling uitbreiden en ook vele mensen in verafgelegen plaatsen helpen. Hoe? Op dezelfde manier als vele christenen dit thans doen en reeds vele tientallen jaren hebben gedaan. Zij hebben erkend dat er onder de vele religieuze organisaties die op aarde werkzaam zijn één organisatie is die sterk van de andere verschilt. Het is een organisatie die zich uitsluitend ten doel stelt de herderlijke dienst die Jezus negentien eeuwen geleden instelde, te bevorderen. Hoe kan men deze organisatie herkennen?

Ze bestaat uit een groep mannen en vrouwen, in alle natiën van de aarde, die met elkaar samenwerken in de dienst van Gods koninkrijk, terwijl zij de naam van hun God, de meedogende God Jehovah, verheerlijken. Zij zijn in hun aanbidding verenigd en voegen hun geldmiddelen op een unieke wijze bijeen ter ondersteuning en instandhouding van het werk dat erin bestaat nederige, met schapen te vergelijken mensen die naar vrede en rechtvaardigheid hongeren en dorsten, te helpen. Zij gebruiken de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, met haar centrale kantoor in Brooklyn, New York, en haar vele bijkantoren over de gehele wereld, als instrument om dit belangrijke werk gedaan te krijgen. Hun kleine bijdragen worden naar het Genootschap in het land waar zij wonen gezonden in het vertrouwen en in de wetenschap dat deze niet voor het verwezenlijken van persoonlijke ambitieuze plannen of voor het betalen van hoge salarissen aan bestuursleden zullen worden gebruikt, maar voor de verbreiding van de levengevende waarheidsboodschap in gedrukte vorm en door middel van het gesproken woord.

Deze mannen en vrouwen zijn zich er heel goed van bewust dat op de kantoren van het Genootschap over de gehele wereld, in zo’n 90 landen en eilanden, mensen werken die dezelfde meedogende kijk hebben, die geen salaris ontvangen en die hun tijd en energie bereidwillig aan de bevordering van dit herderlijke werk schenken. Al deze christenen, of zij nu op de bijkantoren van het Genootschap werken of daarbuiten, besteden hun middelen en energie edelmoedig aan dit werk, want zij aanbidden allen dezelfde meedogende God en zij willen graag een zo groot mogelijk aandeel hebben aan Zijn werk dat erin bestaat aan alle volken vrede en hoop te schenken door middel van het goede nieuws van het Koninkrijk.

De meedogende God had reeds lang geleden door bemiddeling van zijn profeet Ezechiël voorzegd dat dit grootse werk om verloren „schapen” te vinden en voor hen te zorgen, zou worden verricht. Hij verklaarde: „Hier ben ik, ikzelf, en ik wil mijn schapen zoeken en hen verzorgen” (Ezech. 34:11). En door bemiddeling van zijn profeet Jeremia sprak God de volgende woorden die nu in vervulling gaan: „Ikzelf zal het overblijfsel van mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen . . . En ik wil over hen herders verwekken die hen werkelijk zullen weiden, en zij zullen niet meer bevreesd zijn, noch zullen zij met enige verschrikking geslagen worden, en er zullen er geen gemist worden.” — Jer. 23:3, 4.

Gedurende meer dan een halve eeuw zijn er nu reeds aanwijzingen dat er zulk een herderlijk werk onder de volken van alle natiën aan de gang is. Grote mensenmenigten hebben als gevolg daarvan de tedere zorg ontvangen van de meedogende God. Zij hebben op hun beurt geleerd ’teder meedogend’ te zijn, terwijl zij „niet alleen uit persoonlijk belang het oog [houden] op [hun] eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen” (Fil. 2:4; Kol. 3:12). Die tedere zorg blijkt uit hun krachtsinspanningen om de boodschap van het Koninkrijk aan hun medemensen bekend te maken en uit hun geldelijke bijdragen ter bevordering van deze dienst in alle delen der wereld.

Geen wonder dat de herderlijke dienst door middel van de wereldomvattende prediking door Jehovah’s dienstknechten niet door gebrek aan financiële middelen wordt belemmerd. Hun edelmoedige activiteit wordt stellig door de meedogende God gezegend. Hij ziet dat zij de oprechte wens bezitten degenen die in nood verkeren geestelijk te helpen. Hij ziet hoe zij met elkaar samenwerken en de Watch Tower Society als hun instrument gebruiken om tot in alle hoeken van de aarde door te dringen. Hij weet dat hun gaven en diensten niet gedwongen of uit plichtsgevoel worden geschonken, maar voortspruiten uit een hart dat wordt bewogen door de dringende behoefte van degenen die naar rechtvaardigheid hongeren en dorsten.

Degenen die meedogend van hun energie en middelen geven ten einde het Koninkrijkspredikingswerk te bevorderen, ontvangen hierdoor veel voldoening — beslist niet een zelfzuchtige voldoening, maar het besef dat de dankbare ontvangers van hun geestelijke hulp de grote en tedere meedogendheid van onze God zullen gaan beseffen, hetgeen op zichzelf stellig een voldoening schenkende beloning is.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen