Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w64 15/2 blz. 121-124
  • Uw tijd of uw geld?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Uw tijd of uw geld?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • OUDERS
  • CHRISTENEN DIE ZICH AAN GOD HEBBEN OPGEDRAGEN
  • Hoeveel waarde hecht u aan geld?
    Ontwaakt! 2015
  • Maakt u wel eens ruzie om geld?
    Ontwaakt! 1980
  • Goed met geld omgaan
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
  • Is geld de wortel van alle kwaad?
    Vragen over de Bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
w64 15/2 blz. 121-124

Uw tijd of uw geld?

Elk dient zijn eigen doel. Laat echter niet de één het doel van de ander dienen, want dat is in beide gevallen onmogelijk.

UW TIJD of uw geld? Wat geeft u het liefst? De onhandige, luie man geeft liever alleen zijn tijd. De hele dag is hij rondom het huis te vinden of gaat hij met „vrienden” op stap, terwijl zijn vrouw in het onderhoud van het gezin voorziet, door voor anderen de was te doen. Er zijn echter veel meer mensen die de neiging hebben geld in plaats van tijd te geven.

Een wijze koning heeft eens gezegd: „Alles heeft zijn uur en ieder ding onder den hemel zijn tijd.” Hieruit moeten wij concluderen dat wanneer het tijd is om iets van onze tijd te geven, wij niet met geld kunnen volstaan, want dan zal naar alle waarschijnlijkheid iemand daarvan de dupe zijn. Dat zou niet alleen onverstandig, maar ook onrechtvaardig en liefdeloos zijn. — Pred. 3:1.

Het is waar dat vele materialistische mensen liever hebben dat u hun geld schenkt dan dat u iets van uw tijd geeft, maar zouden zij werkelijk verstandig zijn, of zouden zij ware vrienden van u zijn, dan zouden zij er de voorkeur aan geven dat u hun iets van uw tijd gaf. De kern van de zaak is bovendien, dat niet datgene wat anderen graag willen de doorslaggevende factor is of behoort te zijn. Een zelfzuchtige vrouw of verwende kinderen zullen wellicht liever geld dan de tijd en genegenheid van de mensen die van hen houden, hebben. Wat dient derhalve dan wel de doorslaggevende factor te zijn? Datgene wat wij behoren te geven, wat wij anderen verschuldigd zijn. Wij mogen niet alleen onze tijd geven wanneer wij geld verschuldigd zijn, maar evenmin alleen geld wanneer wij tijd behoren te geven. Het spreekt vanzelf dat wij in vele gevallen verplicht zijn beide te geven.

Een man is zijn vrouw beslist zowel geld als tijd verschuldigd. Ouders zijn niet alleen verplicht in stoffelijk opzicht voor hun kinderen te zorgen, maar zij moeten hun ook hun tijd geven, zoals ook christenen die zich aan hun God Jehovah hebben opgedragen, hem zowel hun tijd als hun stoffelijke bezittingen verschuldigd zijn. Laten wij, wanneer wij beide verschuldigd zijn, echter na tijd te geven omdat het eenvoudiger is geld te geven? Sussen wij ons geweten wanneer wij niet zoveel van onze tijd geven als wel zou moeten door geld te geven?

Enkele jaren geleden woonde er in een grote Amerikaanse stad een welvarend advocaat. Hij genoot een goede reputatie en maakte zijn vrouw gelukkig met zijn zorgzaamheid en zijn vrijgevigheid waar het geld betrof. Op een dag werd haar geluk echter volkomen verwoest. De oorzaak? Zij was erachter gekomen dat hij er elders in de stad in een flatje een maîtresse op na hield. Hij gaf zijn vrouw geld, maar prefereerde het zijn tijd aan zijn maîtresse te geven!

Zelfs eerlijke mannen kunnen gemakkelijk in deze fout vervallen. Zij werken hard om hun vrouw royaal van alles te kunnen voorzien wat zij op stoffelijk gebied maar nodig heeft. Hun ontspanning en gezelschap zoeken zij echter in een café of in een jachthuis, of zij leven zich uit in een hobby waaraan hun vrouw niet kan meedoen. Zij geven geld maar geen tijd. Soms is dit wel ten dele aan de vrouw zelf te wijten, maar daarom gaat het nu niet. Ook al schiet zij te kort, haar man kan er niet mee volstaan in haar onderhoud te voorzien en de huwelijksplichten te vervullen. Hij blijft haar tijd verschuldigd. De bijbel zegt: „Liefde bouwt op.” Op zichzelf genomen bouwt geld niet op. Wil een man zijn vrouw opbouwen, dan mag hij er niet mee volstaan haar alleen geld te geven of geld de plaats te laten innemen van de haar verschuldigde tijd. — 1 Kor. 8:1, NW.

Niet alleen mannen schieten in dit opzicht te kort. Vrouwen soms ook. Zo was er een wereldwijs jong vrouwtje dat als maar bij wijze van grapje zei dat zij zich liever wilde laten verwennen door een oudere man dan het sloofje te worden van een jonge man. Per slot van rekening trouwde zij toch met een jonge man. Hij leerde een vak en maakte carrière in een der deftigste wijken van een grote stad in het middenwesten van de Verenigde Staten. Ondanks zijn succes en alhoewel hij haar herhaaldelijk verzocht thuis te blijven, stond zijn vrouw erop uit werken te gaan; zij was vastbesloten op haar manier het hare bij te dragen tot het inkomen. Zij bleef zelf de was doen, alhoewel haar man graag wilde dat ze die aan de wasserij uitbesteedde zodat zij meer vrije tijd zou hebben. Toen zij op een dag van haar werk thuiskwam, trof zij haar man dood aan; hij had zelfmoord gepleegd. Zij had erop gestaan geld te geven, iets wat hij niet nodig had, en vergeten hem datgene te geven wat hij het hardst nodig had — haar gezelschap, haar tijd.

Een extreem geval? Dat is zo, maar het hieraan ten grondslag liggende beginsel gaat altijd op. Dat vrouwen uit werken gaan wanneer dat eigenlijk niet nodig is, is mogelijk een van de oorzaken waardoor mannen gemiddeld ongeveer zes tot zeven jaar korter leven dan vrouwen en waardoor zoveel mannen hartpatiënten worden. Vrouwen die liever uit werken gaan dan het huishouden te doen, dienen zich derhalve af te vragen: Heeft mijn man, hebben wij, die extra guldens harder nodig dan hij mijn tijd, aandacht, genegenheid en morele steun nodig heeft die ik hem ter wille van een betrekking ontzeg? Ben ik, door ook een inkomen thuis te brengen, niet met hem aan het wedijveren in plaats dat ik met hem samenwerk? Ja, geld kan niet de plaats van tijd en datgene wat de tijd mogelijk maakt, innemen.

OUDERS

Hetzelfde beginsel geldt even krachtig voor ouders. Moderne ouders zijn vaak geneigd geld de plaats van tijd te laten innemen in hun verhouding tot hun kinderen. Zij kopen dure cadeaus voor hen, geven hun een eigen radio en besteden veel geld aan hen. Dan denken zij dat zij hun plicht gedaan hebben en voelen zij zich gewettigd hun eigen zelfzuchtige genoegens na te streven, gezellig uit te gaan, aan bridgepartijen deel te nemen en wat niet meer. Dat is een grove vergissing! Willen kinderen op juiste wijze volwassen worden, dan hebben zij het gezelschap van hun ouders nodig. Zo hebben recente wetenschappelijke onderzoekingen met schapen bijvoorbeeld uitgewezen, dat lammeren die bij de ouders blijven sneller volwassen worden en op eigen benen kunnen staan, dan lammeren die van de ouders gescheiden worden en bij andere lammeren worden gezet. Kinderen zijn geboren imitators; dat is een van de beste manieren om iets te leren. Laat hen dus zoveel mogelijk in het gezelschap van volwassenen vertoeven. Tussen twee haakjes, daarom is het ook beter om kinderen binnen te houden dan hen met andere kinderen te laten spelen die niet goed worden opgevoed.

Dit is in volkomen overeenstemming met het schriftuurlijke gebod aan de Israëlitische vaders uit de oudheid: „Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.” Hiervoor was dus beslist nodig dat vaders iets van hun tijd, geen geld, gaven, niet waar? — Deut. 6:6, 7.

Bedenkt wel ouders, u geeft uw tijd niet aan uw kinderen wanneer zij naar de televisie kijken. Verstandige ouders in een stad in het oosten van de Verenigde Staten ondervonden kort geleden tot hun eigen voldoening hoe dwaas het is zo te redeneren. Toen zij bemerkten dat hun kinderen verslaafd raakten aan televisie, schakelden zij het toestel voor een jaar uit. Plotseling ontdekten zij dat zij tijd hadden om een instrument te leren bespelen, elkaar ermee te amuseren, elkaar voor te lezen, enzovoorts. Zij leerden elkaar beter kennen en de gezinsband werd hechter. Toen het toestel aan het einde van het jaar weer werd aangesloten, werden er strenge regels vastgesteld ten aanzien van het gebruik. Er mocht alleen gekeken worden naar programma’s die bijzonder belangrijk of waardevol waren en dan nog pas nadat de huishoudelijke karweitjes en het huiswerk waren gedaan. Wat een verstandig gezin! Die ouders hadden liefdevol het welzijn van hun kinderen op het oog en waren er niet tevreden mee hun slechts datgene te geven wat met geld gekocht kan worden. De hedendaagse werk- en levensomstandigheden dragen ertoe bij dat vaders hun plicht te dien aanzien gemakkelijk over het hoofd zien.

Ook de moeders vervallen de laatste jaren steeds meer in deze fout. Onderzoekingen hebben aangetoond dat een kind weet of zijn moeder buitenshuis gaat werken omdat zij in het onderhoud van haar en haar kinderen moet voorzien, of omdat zij haar gezinsverplichtingen wil ontvluchten of het huishoudelijke werk moe is. Dat valt ook licht te begrijpen, want in het hart van de moeder is een hemelsbreed verschil.

Wanneer een moeder uit noodzaak uit werken gaat, moet zij zich van haar kinderen losscheuren en kust zij hen elke ochtend goedendag met een gevoel van: „O, ik vind het zo verschrikkelijk dat ik bij jullie weg moet!” Wanneer zij echter uit werken gaat omdat zij daar de voorkeur aan geeft, kan zij niet zo hartelijk afscheid nemen. Bewust of onbewust vindt zij het prettig het huis uit te gaan. Geen wonder ook dat misdadige kinderen vaak voorkomen in gezinnen waar de moeders zonder noodzaak uit werken gaan. Kinderen komen ertegen in opstand dat hun moeder hen verwerpt, want zij hebben behoefte aan moederliefde en zij voelen intuïtief aan dat zij er recht op hebben. Moeten zij die ontberen, dan worden zij gefrustreerd, hetgeen leidt tot vandalisme en de gewelddaden van jeugdbenden.

Telkens weer blijkt dat dit beginsel ook in omgekeerde zin opgaat. Volwassen kinderen geven hun bejaarde ouders wel stoffelijke ondersteuning, maar kunnen daarentegen geen tijd voor hen vinden. Vaak is dit een geval van oogsten wat zij zelf hebben gezaaid.

CHRISTENEN DIE ZICH AAN GOD HEBBEN OPGEDRAGEN

Nog een ander terrein van menselijke betrekkingen en krachtsinspanningen waarop men vaak de dwaling bespeurt dat mensen geld geven terwijl zij tijd verschuldigd zijn en dat een vermelding waard is, is dat der religie. Zowel door de voorgangers als door de kudde wordt betrekkelijk weinig aandacht besteed aan de verplichting tijd te geven en louter de nadruk op geld gelegd. Een herder die er alleen belang in stelt zijn schapen te plukken, hamert vanzelfsprekend voortdurend op financiële aangelegenheden en niet op het geven van tijd, maar een ware zielenherder zal de nadruk leggen op het geven van hun tijd.

Dat het ’volk het gaarne zo heeft’, maakt het nog niet goed. Velen denken dat een christen ermee kan volstaan ’s zondags naar de kerk te gaan en 10 percent van zijn inkomen af te staan. De overige tijd is van henzelf. Of soms gaat men zelfs niet eens eenmaal per week naar de kerk, maar vindt men dat het al voldoende is wanneer dit eens per maand of twee maal per jaar, op Pasen en met Kerstmis, gebeurt, zolang zij de kerk hun bijdragen maar overmaken. Ter stimulering van het geven van bijdragen zijn enkele kerken er zelfs toe overgegaan aan het eind van het jaar een lijst te publiceren, waarop staat aangegeven hoeveel elke parochiaan heeft bijgedragen. Het zou veel verstandiger zijn wanneer zij zouden aangeven hoeveel tijd elk had gegeven — hoeveel tijd elk aan het kerkelijk werk en in het bijzonder aan het evangeliseren had besteed. De resultaten zouden dan natuurlijk verre van vleiend zijn! — Jer. 5:31.

Het valt niet te loochenen dat de Schrift er de nadruk op legt dat wij God en onze naaste van onze middelen moeten geven: „Vereer den HERE met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten.” „Want indien de bereidwilligheid er eerst is, dan is ze vooral aanvaardbaar naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft.” „Wie spaarzaam zaait, [zal] ook spaarzaam . . . oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten. Een ieder doe zoals hij in zijn hart heeft besloten, niet met tegenzin of onder dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief.” — Spr. 3:9; 2 Kor. 8:12; 9:6, 7, NW.

Veel belangrijker is het echter om, net als de apostel Paulus dit deed, iets van onze tijd, van onszelf te geven. Geld kon hij niet geven, tijd wel, en hoe gul was hij daarmee! „Daar wij dus tedere genegenheid voor u hadden, hebben wij u gaarne niet alleen het goede nieuws van God meegedeeld, maar ook onze eigen ziel, want gij zijt ons lief geworden. Stellig herinnert gij u onze arbeid en ons zwoegen, broeders. Door nacht en dag te werken, ten einde niemand van u een dure last op te leggen, hebben wij het goede nieuws van God tot u gepredikt.” Daarom gaf hij de raad: „Wordt standvastig, onwrikbaar, altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer.” — 1 Thess. 2:7-9; 1 Kor. 15:58, NW.

Dat nu beogen Jehovah’s getuigen. Zij beperken hun uitgaven tot een minimum door er geen gesalarieerde herdersklasse op na te houden en kunnen de financiële aangelegenheden daardoor als een routine-kwestie beschouwen die slechts vluchtige aandacht behoeft. Hoe wordt echter de nadruk gelegd op het geven van tijd! Er wordt bij elke Getuige op aangedrongen wekelijks vijf gemeentevergaderingen, dus 260 in een jaar, bij te wonen, tijd te besteden aan persoonlijke studie en een gezinsstudie van de bijbel en daarnaast nog zoveel mogelijk tijd aan de velddienst te besteden. Elke gemeente heeft zich een urenquotum gesteld en elke Getuige streeft ernaar dit te bereiken of te overschrijden. De gemiddelde prediker in een gemeente besteedt ongeveer tien uur per maand aan zulk evangelisatiewerk. Zij stellen zich ten doel ’de gelegen tijd voor zichzelf uit te kopen’. — Ef. 5:16, NW.

Bovendien wordt elke prediker gezegd zich ten doel te stellen pionier, speciale pionier of zendeling te worden, waarbij hij 100 tot 150 uur per maand aan het evangelisatiewerk besteedt. Ja, het Wachttorengenootschap heeft er vanaf het begin al de nadruk op gelegd, dat wanneer een prediker twee wegen openstaan, wanneer hij óf meer geld óf meer tijd kan geven, hij beslist het laatste dient te doen. Daardoor zal hij nog nauwgezetter in het voetspoor van Jezus en zijn apostelen treden en ’eerst het koninkrijk Gods zoeken’. — Matth. 6:33, NW.

Het resultaat hiervan is, dat de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen niet alleen een snel groeiende, maar ook een krachtige maatschappij is geworden, daar zij die hiervan deel uitmaken, zelf ook profiteren van hun prediking en het onderwijzen van anderen, want wij lezen: „Wie anderen rijkelijk begiet, zal ook zelf rijkelijk worden begoten.” Tevens resulteert dit in een gelukkige mensenmaatschappij, want „het is gelukkiger te geven dan te ontvangen”. — Spr. 11:25; Hand. 20:35, NW.

Bedenkt dus wel, mannen, vrouwen, ouders, en vooral aan God opgedragen christenen, er is voor alles een bepaalde tijd onder de zon. Het is aanbevelenswaardig geld te geven, maar laat het nimmer in de plaats komen voor onze verplichting onze tijd te geven. „Onthoud het goed niet aan wien het toekomt, terwijl het in uw macht is het te doen.” Geeft van uw tijd. Dit is de grootste weldaad die u anderen kunt bewijzen en bovendien schenkt het u waar geluk. — Spr. 3:27.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen