„Spant u krachtig in”!
„Spant u krachtig in om door de nauwe deur binnen te gaan, want velen, zeg ik u, zullen trachten binnen te gaan, maar zullen niet in staat zijn.” — Luk. 13:24.
1. Welke praktische raad ontving een afgestudeerde klas van Gilead?
ENKELE jaren geleden gaf de spreker die tijdens de graduatieplechtigheid van de Wachttoren Bijbelschool Gilead de thematoespraak hield, de aanstaande zendelingen de raad: „Elke dag van ons leven dienen wij in staat te zijn ons ’s avonds te ruste te leggen met een gevoel van blijdschap en geluk voor die dag van leven, want wij dienen in staat te zijn het goede te zien dat wij door ons harde werken hebben verricht. . . . Werk hard, dan zullen jullie vreugde hebben over hetgeen jullie doen.” De raad van de president van het Wachttorengenootschap was zowel praktisch als goed gefundeerd op de Schrift. Hard werk is van het allergrootste belang voor geluk, vooral als men bezig is Jehovah’s komende nieuwe samenstel van dingen bekend te maken.
2. Beschrijf welke houding ten aanzien van werk thans in de wereld de overhand heeft.
2 Wanneer u in de christelijke bediening bezig bent, hoe beziet u uw werk dan? Bent u bereid u er met ijver op toe te leggen? Vormt het de belangrijkste bron van uw geluk in het leven? Put u werkelijk vreugde uit het predikings- en onderwijzingswerk dat u verricht, en doet u er moeite voor u erin te bekwamen, terwijl u de voordelen ervan vrijelijk met anderen deelt? Dat is heel goed, want wie wil terugvallen tot de houding ten aanzien van werk die thans in de wereld de overhand heeft? Overal schijnen de mensen onwillig te zijn zich op hun werk toe te leggen, en velen die hen in dienst nemen, klagen dat zij steeds langzamer, lakser en onverschilliger worden. „Kalmpjes aan, zo blijf je werk houden”, schijnt de slagzin te zijn van veel werkbazen en filiaalhouders. In veel landen worden stakingen de vloek van de maatschappij genoemd, terwijl de onrust onder de werknemers de werkgevers steeds meer zorgen baart. De veranderende houding ten opzichte van werk werd door een jeugdig persoon als volgt beklemtoond: „Vertelt u mij alstublieft niet hoe ik moet werken. Ik behoor tot een andere generatie en wij werken nu eenmaal niet zo hard.”
3. Wat is nog een aspect van het probleem dat men niet wil werken?
3 Niet alleen raakt hard werken steeds meer uit de mode, maar velen grijpen klaarblijkelijk allerlei manieren aan om alle werk te vermijden. Dit facet van het probleem dat men niet wil werken, wordt in de uitgave van 8 februari 1971 van U.S. News & World Report onder het opschrift „Sociale voorzieningen lopen uit de hand” behandeld, waarin de wijdverbreide situatie werd betreurd zoals die in de stad New York werd geïllustreerd, waar naar verluidt één op de zes personen sociale bijstand ontvangt, en wel voornamelijk wegens het feit dat vaders, die weigeren te werken en die hun verantwoordelijkheid ontduiken om voor hun kinderen en de moeders van die kinderen te zorgen, hen ten laste van de gemeenschap laten komen. In de „State of the Union”-boodschap die de president van de Verenigde Staten op 22 januari 1971 uitsprak, verklaarde hij bij het bepleiten van oplossingen voor het ernstige probleem: „Laten wij ook voor een doeltreffende werkprikkel en een afdoende werkplicht zorgen.”
4. (a) Moeten christenen ertoe gedwongen worden te werken? (b) Waarom dient de mens vreugde te putten uit het werk dat hij doet?
4 Ware christenen behoeven er niet toe gedwongen te worden te werken. Zulk een luiheid wordt door de bijbel veroordeeld, waarin wordt geboden: „[Stel] het u ten doel . . . rustig te leven en u met uw eigen zaken te bemoeien en met uw handen te werken, zoals wij u bevolen hebben” (1 Thess. 4:11). God heeft de mens zo gemaakt dat hij vreugde zou putten uit het werk dat hij doet en er een intense voldoening en tevredenheid door zou ontvangen. Een dergelijke voorziening is beslist een grootse gave en zegen van Jehovah. Het is goed „dat ieder mens eet en inderdaad drinkt en het goede ziet voor al zijn harde werk. Het is de gave Gods. En ik heb gezien dat er niets beters is dan dat de mens zich verheuge in zijn werken, want dat is zijn deel”. — Pred. 3:13, 22; 2:10, 24; 5:18.
5. Leg uit waarom Gods volk wereldse zienswijzen ten opzichte van werk dient te vermijden?
5 Gods volk dient derhalve wereldse zienswijzen ten opzichte van werk te vermijden. Het is van het grootste belang dat zij werken ten einde zichzelf te ondersteunen en voor hun geliefden „eerlijke voorzieningen [te treffen], niet alleen voor het oog van Jehovah, maar ook voor het oog van de mensen” (2 Kor. 8:21; 2 Thess. 3:10; 1 Tim. 5:8). Zij zijn zich er goed van bewust dat luiheid tot armoede en verderf zal leiden, niet alleen wat materiële ondersteuning betreft, maar vooral wat geestelijke zaken betreft (Spr. 10:4; 24:33, 34; 21:25). Om tegenover dergelijke aangelegenheden de houding aan te nemen dat het nu eenmaal zo gaat in het leven, zou rampspoedig zijn, vooral als de besmetting van luiheid van invloed is op iemands geestelijke activiteit en zijn geestelijke gezindheid aantast. Werkelijk, „luiheid doet in diepe slaap vallen, en een lakse ziel lijdt honger”. — Spr. 19:15.
WAAROM JEHOVAH’S GETUIGEN DRUK BEZIG BLIJVEN
6. (a) Waarom hebben Jehovah’s getuigen het erg druk? (b) Hoe verkrijgt men door druk bezig te zijn, bescherming en geluk?
6 Zoals u zou kunnen verwachten, hebben Jehovah’s getuigen het heel erg druk, maar zijn zij te beklagen omdat zij zich aan hard werken verbonden hebben? Zij besteden veel tijd aan persoonlijke bijbelstudie, bezoeken vijf wekelijkse gemeentevergaderingen en gebruiken elke maand een groot gedeelte van hun tijd om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken en mensen tot discipelen te maken, terwijl zij bovendien in het levensonderhoud van zichzelf en hun gezin voorzien. Door druk bezig te blijven, genieten zij de vreugde en voldoening Jehovah’s naam te eren en waarheidszoekers te troosten, terwijl zij de belofte hebben de beloning van eeuwig leven te ontvangen. Door druk bezig te zijn, wordt men beschermd tegen de vele verleidingen en strikken van de wereld, het vlees en de Duivel. Wanneer u dus een gemeente van Jehovah’s getuigen bezoekt, zult u bemerken dat zij gelukkige mensen zijn, en naar alle waarschijnlijkheid zijn degenen die er het drukst mee bezig zijn Gods Woord aan anderen te prediken en te onderwijzen, het allergelukkigst van hen. — Ps. 144:15; Hand. 20:35.
7. (a) Welke andere noodzakelijke dingen maken het nodig dat christenen hard werken? (b) Leg uit waarom het een voorrecht is een dienaar in de gemeente te zijn en hoe anderen het harde werk van de dienaren moeten bezien?
7 Ook worden gewetensvolle, hardwerkende christenen druk beziggehouden door de noodzaak hun christelijke broeders te helpen, onderdelen voor de verschillende vergaderingsprogramma’s voor te bereiden, enzovoort. De dienaren in de gemeenten hebben nog meer werkzaamheden te verrichten. Wat is het een voorrecht en wat schenkt het een diepe, innerlijke voldoening deze nederige „schapen” van Jehovah’s kudde, die hun zeer dankbaar zijn, te helpen (1 Thess. 5:14; Fil. 2:3, 4; 1 Kor. 10:24, 33; Rom. 15:1, 2). Zulke hardwerkende opzieners van gemeenten worden door hun broeders heel erg gewaardeerd en hoog geacht. — 1 Tim. 5:17; Hebr. 13:7.
8. Noem nog een reden waarom christenen hard moeten werken?
8 Nog een reden waarom zulke bedienaren van het evangelie zoveel te doen hebben, is dat er voor dit samenstel van dingen zo weinig tijd is overgebleven; zij móeten dus wel ijverig zijn. „Doet uw werk niet traag. Zijt vurig van geest. Dient Jehovah als slaven. Verheugt u in de hoop.” Wegens de dringendheid van onze tijd is het noodzakelijk dat zij hun „werk met geheel [hun] ziel als voor Jehovah” verrichten. Het is een levenreddend werk, en zoals Jezus bij een zekere gelegenheid zei, moeten wij „de werken doen van hem die mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, waarin niemand kan werken”. — Rom. 12:11, 12; Kol. 3:23, 24; Joh. 9:4.
9. (a) Waarom is dit bedieningswerk niet saai maar stimulerend? (b) Wat voor soort van bezigheden zoekt de hedendaagse jeugd?
9 Wat een stimulerende en verfrissende uitdaging verschaft dit levenreddende werk, dat nooit meer herhaald zal worden! Er is niets saais, sleurs of oninteressants aan deze bezigheid, zodat ze geen aantrekkelijke vooruitzichten zou bieden waarnaar de jeugd uitziet. Een rapport betreffende de studenten die in 1970 van de Harvard universiteit afstudeerden, vermeldt „dat studenten steeds onzekerder worden over wat zij na het beëindigen van hun studie moeten doen en dat velen een baan aanvaarden, en zelfs verwelkomen, waarin zij handenarbeid moeten verrichten . . . veel zojuist afgestudeerde studenten kozen een baan als taxichauffeur, pakhuisknecht, bediende in een boekwinkel of handwerksman omdat zij bang waren dat hun identiteit verloren zou gaan en hun energie in een verkeerde richting zou worden gestuwd als zij een traditionele betrekking zouden aanvaarden.” — New York Times, 3 maart 1971.
10. Wat voor werk nam Jezus als jongeman op, en schonk het hem voldoening?
10 Handenarbeid is goed en schenkt voldoening omdat het de werker het genoegen schenkt iets te presteren, maar het is niet de meest zinvolle bezigheid die iemand kan verrichten. ’s Mensen Schepper weet heel goed welke werken er nodig zijn om de mens voldoening te schenken en het is heel interessant op te merken welk werk hij zijn Zoon opdroeg. Er brak een tijd aan dat Jezus zijn wereldse werk als timmerman in de steek liet om veel belangrijker en oneindig veel zinvoller bezigheden te verrichten, waarin hij intens behagen schiep (Joh. 5:17; Ps. 40:8; Hebr. 10:7). Hij verrichtte het werk dat Jehovah hem opdroeg en bemerkte dat het even lonend en verkwikkend was als voedsel. Toen zijn discipelen er bij een zekere gelegenheid bij hem op aandrongen te eten, antwoordde hij: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.” Na de voltooiing van het werk zou hij verkwikt zijn door de vreugde iets gepresteerd te hebben en hieruit ware voldoening putten. — Joh. 4:34.
HARD WERK SCHENKT GELUK
11. (a) Was Jezus een harde werker, en schonk zijn werk hem geluk? (b) Welk punt wordt in zijn illustratie in Matthéüs 25:14-30 duidelijk gemaakt?
11 Houd „oplettend het oog gericht . . . op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus. Wegens de hem voorgestelde vreugde heeft hij [een oneervolle dood aan] de martelpaal verduurd” (Hebr. 12:2). Zijn tot voorbeeld dienende carrière was die van hard en vreugdevol werk in de bediening. Houd tevens in gedachten dat hij de trage en luie slaaf die bij de komst van de Heer niets gedaan bleek te hebben met de belangen die hem waren toevertrouwd en er niets bij had gewonnen, nadrukkelijk veroordeelde. Zijn illustratie toont evenwel aan dat werk zijn eigen beloning schenkt in de vorm van vreugde. De slaaf die vijf talenten onder zijn beheer had, had ze door zijn ijver verdubbeld, en degene die voor twee talenten moest zorgen, had ze eveneens verdubbeld. Wat was hun beloning? „Gij zijt over weinig dingen getrouw geweest. Ik zal u over veel dingen aanstellen. Ga de vreugde van uw meester binnen.” Wat gebeurde er met de luie slaaf, die niet wilde werken? Het talent werd van hem afgenomen, maar in plaats van zich hierover te verheugen, ging hij wenend heen (Matth. 25:14-30). Inderdaad, om gelukkig te zijn, moet men werken en verantwoordelijkheden op zich nemen.
12. (a) Wat is de houding van de jeugd tegenover traditionele beroepen en hard werk? (b) Welke werken zijn ijdel of nutteloos en welke werken zullen tevredenheid en geluk schenken?
12 De jeugd van thans staat steeds sceptischer tegenover het opnemen van een van de traditionele beroepen, omdat zij merken dat weinigen die dit doen, er plezier uit schijnen te putten, terwijl de zorgen, neurosen en geestelijke en fysieke kwalen van degenen die dit doen, duidelijk de mislukking van hun handelwijze te kennen geven. Eén cynicus uitte zijn ontgoocheling door snaaks op te merken: „Laten wij hard werken en spaarzaam zijn, en als wij oud geworden zijn, zullen wij ons de dingen kunnen veroorloven waarvan alleen jonge mensen kunnen genieten.” Lang geleden werd Salomo toen hij nog getrouw was aan God, gebruikt om veel over de frustraties en ijdelheid of nutteloosheid van ’s mensen werken op te tekenen, en er zou gezegd kunnen worden dat wat in het boek Prediker staat, ten doel heeft Gods volk weg te leiden van de nutteloze en vruchteloze werken van deze wereld tot het verrichten van de werken die de God aan wie ze zijn opgedragen, waardig zijn. Het nastreven van materialistische doeleinden zal tot het einde aan toe ijdelheid blijken te zijn en teleurstelling brengen, maar Salomo raadt de jonge man aan zijn grootse Schepper te gedenken als hij nog in staat is hem met kracht te dienen. Dit zal niet op ijdelheid uitlopen, maar eeuwig geluk tot gevolg hebben. — Pred. 12:1; Ps. 128:1, 2.
13. (a) Op welk positieve aspect legde Jezus in zijn illustratie (Matthéüs 25:14-30) de nadruk? (b) Waarom dienen wij aandacht te schenken aan Lukas 13:23, 24?
13 Welk grotere geluk zou er voor jong of oud kunnen bestaan dan Jehovah te behagen en als gevolg daarvan ’gered te worden’? Hoewel Jezus ons in zijn illustratie over een mens die op het punt stond naar het buitenland te vertrekken, vertelt dat die „mens” bij zijn terugkeer de nutteloze slaaf liet buitenwerpen, legt hij de nadruk op de positieve les in zijn illustratie, door de verzekering te geven dat de ijverige slaven de vreugde van hun meester mogen binnengaan (Matth. 25:14-30). Ook gaf hij een positief en rechtstreeks antwoord toen een man vroeg: „Heer, zijn het er weinig die gered worden?” Door zijn antwoord schakelt Jezus alles uit wat minder is dan een van ganser harte gedane krachtsinspanning: „Spant u krachtig in om door de nauwe deur binnen te gaan, want velen, zeg ik u, zullen trachten binnen te gaan, maar zullen niet in staat zijn” (Luk. 13:23, 24). Allen dienen aandacht aan zijn woorden te schenken, en hierbij vooral te overwegen hoe ze op ons in deze tijd van toepassing zijn en wat er met een krachtige inspanning van de zijde van christenen wordt bedoeld.
14. Wat maakt Jezus ons duidelijk door te zeggen dat wij ons krachtig moeten inspannen?
14 Toen Jezus zei dat wij ons krachtig dienen in te spannen om door de nauwe deur binnen te gaan, zinspeelde hij er niet op dat de wereld veel obstakels op onze weg zou leggen waardoor wij zouden worden verhinderd binnen te gaan, maar gaf hij veeleer te kennen dat Gods vereisten van dien aard zijn dat onwaardigen erdoor worden buitengesloten. Jehovah wil geen mensen hebben die geen rechtvaardigheid liefhebben en niet onverdeeld zijn in hun toewijding. „Ik kwam voorbij het veld van de luie persoon en voorbij de wijngaard van de mens die het aan hart ontbreekt. En zie! hij bracht één en al onkruid voort. Netels bedekten zijn gehele oppervlakte, en zelfs zijn stenen muur was omvergehaald. Ik nu aanschouwde het, ja ik; ik nam het voorts ter harte; ik zag toe, ik nam het strenge onderricht aan: Een weinig slapen, een weinig sluimeren, een weinig vouwen van de handen om neer te liggen, en als een struikrover zal uw armoede stellig komen en uw gebrek als een gewapend man” (Spr. 24:30-34). Als iemand geen werkelijke werker is, zal Jehovah hem dan sparen opdat hij zijn nieuwe samenstel van dingen kan binnengaan?
15. Waarom dienen christenen arbeidzaam te willen zijn, en waartoe zal dit leiden?
15 Christenen hebben er elke aansporing toe echt arbeidzaam te zijn, evenals Christus dit was, degene wiens goedkeuring zij hopen te genieten. Zij leggen zich ijverig op hun werk toe ten einde hem en zijn Vader met de kwaliteit van hun werk te behagen. „Hebt gij een man aanschouwd, vaardig in zijn werk? Voor het aangezicht van koningen zal hij zich stellen; hij zal zich niet stellen voor het aangezicht van gewone mensen” (Spr. 22:29). Zo iemand blijft niet bij zijn oorspronkelijke verlangen Jehovah te dienen en zijn eerste krachtsinspanningen in de bediening, maar hij maakt verdere vorderingen door toe te nemen in nauwkeurige bijbelkennis en geestelijke vooruitgang te blijven maken, terwijl hij hetzelfde verlangen heeft als Jezus’ apostelen, die zeiden: „Geef ons meer geloof.” — Luk. 17:5; Spr. 27:11.
16. Leg uit waarom Jehovah van ganser harte geschonken toewijding en werk verlangt?
16 Indien er een krachtige inspanning wordt vereist om gered te worden, wie zal er dan tevreden mee zijn halfslachtig te zijn? Jezus zei tegen de man die informeerde hoe hij eeuwig leven kon verwerven dat hij Jehovah met geheel zijn hart, geest, ziel en kracht moest liefhebben (Luk. 10:27). Wat kan iemand tot stand brengen wanneer het hem aan energie, enthousiasme of oprechte belangstelling ontbreekt? Niets wat de moeite waard is, komt vanzelf. Halfslachtige inspanningen brengen geen halfslachtige resultaten voort maar leiden in veel gevallen tot geen enkel resultaat. Blijvende resultaten kunnen alleen maar worden voortgebracht door voortdurend ijverig en hard te werken.
JEHOVAH’S VEREISTEN ZIJN REDELIJK
17. Is Jehovah onredelijk of verlangt hij te veel?
17 Wat Jehovah de mensen voor redding wil laten doen, is niet te veel. Hij is niet onredelijk, maar edelmoedig, vriendelijk, liefdevol en attent. Hij schept geen behagen in de dood van de goddelozen en heeft veel geduld ten toon gespreid opdat de mens gered zou kunnen worden. Het is zijn wens dat christenen „een kalm en rustig leven mogen blijven leiden met volledige godvruchtige toewijding en ernst” (1 Tim. 2:2-4; Ezech. 33:10, 11). Het leven is een prijs, een oneindig waardevolle schat, die Jehovah aan de waardigen schenkt. Degenen die hun waardigheid tonen, zijn personen die Christus Jezus van ganser harte navolgen. Herinnert u zich wat Jezus tot de jongeman zei die veel bezittingen had? „En zie! Iemand kwam naar hem toe en zei: ’Leraar, wat voor goeds moet ik doen om eeuwig leven te verkrijgen?’ Jezus zei tot hem: ’Indien gij volmaakt wilt zijn, ga, verkoop uw bezittingen en geef aan de armen en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom, wees mijn volgeling’” (Matth. 19:16, 21; Hand. 4:12). Aangezien eeuwigdurend leven in volledige gezondheid en met onnoemelijk veel zegeningen zoiets groots en verhevens is, zou het dan niet veel realistischer en redelijker zijn wanneer men er net zo’n waardering voor heeft als de man in een andere illustratie van Jezus? „Het koninkrijk der hemelen is gelijk een schat, verborgen in het veld, en degene die hem vond, verborg hem; en in zijn vreugde gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt dat veld.” — Matth. 13:44.
18. Waarom zijn zulke vereisten praktisch en liefdevol?
18 Wat Jehovah terugvraagt, is zeer beslist redelijk (Jak. 3:17; Micha 6:8). Bovendien is het liefdevol en praktisch, aangezien er nog zoveel personen bereikt moeten worden die met waardering naar het „goede nieuws van het koninkrijk” zullen luisteren. De predikers van deze boodschap zijn talrijk en groeien snel in aantal, maar toch zijn er betrekkelijk weinig mensen die „de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus”, terwijl er nog veel gedaan moet worden naarmate de tijd om het te doen, afneemt. — Matth. 24:14; Openb. 12:17.
19. Definieer de uitdrukking krachtige inspanning en leg uit waarom deze noodzakelijk is?
19 Het is bijzonder vreugdevol aan de bediening deel te nemen, maar aangezien het zo’n enorme taak is, dienen wij meer te doen dan er alleen maar een klein aandeel aan te hebben als wij hiertoe in staat zijn. Kracht is doeltreffende energie of sterkte, het vermogen iets te doen. Zich krachtig inspannen, betekent levendig of sterk zijn, zich intensief ergens mee bezighouden. Kracht is het tegenovergestelde van zwakte of matheid. Vergeet niet dat christenen mensen tot discipelen moeten maken en hen moeten dopen (Matth. 28:19, 20). Het is geen kleinigheid mensen tot ware discipelen te maken; er is een volhardende en intensieve krachtsinspanning voor nodig die men maanden en misschien jaren moet volhouden. Maar het schenkt veel vreugde anderen te onderwijzen en hen vervolgens vorderingen te zien maken. Evenals toegewijde, liefdevolle ouders bereid zijn hun kind te helpen tot fysieke, mentale en emotionele rijpheid op te groeien, zijn de christelijke getuigen van Jehovah er verlangend naar bijbelstudenten te helpen vorderingen te maken, en het schenkt hun een unieke vreugde wanneer zij mensen met wie zij de bijbel bestuderen dermate in kennis en inzicht zien toenemen dat zij het punt bereiken ook zelf actieve dienstknechten van God te worden.
20. Waren de eerste christenen ijverig, en wat was het resultaat?
20 Doordat de eerste christenen hun Voorbeeld volgden, waren zij buitengewoon energieke werkers en werkelijk ijverige evangelisten. Vanaf Pinksteren in het jaar 33 G.T., toen Petrus ’grondig getuigenis aflegde en hen bleef vermanen’, met als resultaat dat er op die dag 3000 personen werden toegevoegd, was het christendom een dynamische kracht die door vurige ijver en onbevreesdheid werd aangedreven. Er ontstond tegenstand en vervolging, maar de christenen hielden moedig stand. „Ook bleven de apostelen met grote kracht het getuigenis betreffende de opstanding van de Heer Jezus geven, en een grote mate van onverdiende goedheid rustte op hen allen.” Nadat de apostelen op wonderbare wijze uit de gevangenis waren bevrijd en er door Jehovah’s engel toe waren aangespoord door te gaan, werden zij ervan beschuldigd Jeruzalem met hun leer vervuld te hebben. Ook al werden zij geslagen en werd het hun verboden hun werk voort te zetten, toch bleven zij zonder ophouden onderwijzen en prediken, „verheugd dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van zijn naam oneer te lijden. En zij bleven zonder ophouden elke dag in de tempel en van huis tot huis onderwijzen en het goede nieuws over de Christus, Jezus, bekendmaken” (Hand. 2:40; 4:33; 5:28, 41, 42). Toen de christenen als gevolg van de vervolging verstrooid waren, gingen zij „het land door en maakten het goede nieuws . . . bekend” en „toen trad er voor de gemeente in geheel Judéa en Galiléa en Samária werkelijk een periode van vrede in en werd ze opgebouwd; en daar ze in de vreze Jehovah’s en in de vertroosting van de heilige geest wandelde, bleef ze in aantal toenemen” (Hand. 8:4; 9:31). Wat was dat een drukke en opwindende maar vreugdevolle tijd voor christenen!
HEDENDAAGSE CHRISTENEN NIEUW LEVEN INGEBLAZEN
21. Welke geest kenmerkt de activiteit van Jehovah’s getuigen in de tegenwoordige tijd?
21 In de tegenwoordige tijd is de geest van krachtige inspanning die kenmerkend was voor de eerste christenen, hersteld en tot nieuw leven gebracht. Hoe zou de in de oudheid uitgesproken profetie in vervulling gaan: „Uw volk zal zich gewillig aanbieden op de dag van uw strijdkracht”? (Ps. 110:2, 3) Jehovah’s Koning-Zoon is nu op de troon geplaatst en met macht bekleed en hij ’onderwerpt te midden van zijn vijanden’. Een hedendaagse geschiedschrijver beziet de activiteit van de christelijke getuigen in onze tijd met een ruime blik en merkt op: „Jehovah’s getuigen hebben letterlijk de gehele aarde omspannen met hun getuigenis . . . Er kan naar waarheid worden gezegd dat geen enkele religieuze groepering ter wereld bij haar pogingen het goede nieuws van het Koninkrijk te verbreiden meer ijver en volharding heeft ten toon gespreid dan Jehovah’s getuigen.” — These Also Believe, door C. S. Braden (New York, 1950: The Macmillan Co.), blz. 370.
22. Wat kan er over de recente wereldomvattende uitbreiding van het werk gezegd worden?
22 Jehovah’s getuigen hadden hun prediking in de hedendaagse tijd letterlijk tot de vier hoeken van de aarde uitgebreid, maar de krachtsinspanningen waarop geschiedschrijver Braden commentaar gaf, vormden slechts het begin. Datgene wat in Jehovah’s Witnesses in the Divine Purpose (Brooklyn, New York, 1959: Watchtower Bible and Tract Society) wordt onthuld, lag nog in het verschiet: „Vooral dus sinds 1945 was een wereldomvattende expansie werkelijk aan de gang. De tijd was aangebroken dat tallozen meer van de grote schare zich openbaarden, en zij sloten zich letterlijk met duizenden tegelijk bij de Nieuwe-Wereldmaatschappij aan om aan het predikingswerk deel te nemen. De deur tot theocratische dienst stond nu wijd open, op zijn minst voor een paar jaar, en deze verenigde groep ijverige bekendmakers van het goede nieuws van Gods koninkrijk ging er in grote drommen doorheen naar de rijke velden die erop wachtten geoogst te worden” (Blz. 221). Geen sprake van geestelijke slaperigheid dus, en wat hebben degenen die een volledig aandeel aan het wereldomvattende expansiewerk hebben gehad, zich in een gezegende en gelukkige tijd verheugd!
23. Waarom zullen Jehovah’s getuigen hard en met geduld blijven werken?
23 Jehovah getrouw en ijverig dienen, betekent werk; daar bestaat geen twijfel over. Zijn dienstknechten blijven zich zonder ophouden krachtig inspannen, en zijn zegen wordt voortdurend op hen uitgestort. Zij leiden een druk en gelukkig leven, zonder eentonigheid of verveling, dankbaar voor hun dienstvoorrechten en blij dat zij het druk hebben. Zij hebben hun gehele leven aan Jehovah opgedragen en zijn vastbesloten zijn dienst werkelijk van ganser harte te verrichten, wetend dat zij, als zij dit doen, eeuwig leven zullen ontvangen (Luk. 10:27, 28). Materiële bezittingen, persoonlijk gerief of gemak nemen niet de eerste plaats in hun leven in, met slechts minimale krachtsinspanningen in de christelijke bediening. Waakzaam voor de ontwikkelingen in deze „laatste dagen” volgen zij de door Jakobus geadviseerde handelwijze van hard werk als een boer die vol geduld en verwachting naar de oogst uitziet. „Oefent daarom geduld, broeders, tot de tegenwoordigheid van de Heer. Ziet! De boer wacht de kostbare vrucht van de aarde af, er geduld mee oefenend totdat hij de vroege regen en de late regen krijgt. Oefent ook gij geduld; maakt uw hart standvastig, want de tegenwoordigheid van de Heer is nabijgekomen.” — Jak. 5:7, 8.
24. Op welke manier kan men zijn vreugde in Jehovah behouden, en wat zal het resultaat zijn?
24 „Spant u krachtig in”, vermaant Jezus allen die gered willen worden. „Doet uw werk niet traag”, zo weerklinken de eensluidende woorden van Paulus, als hij christenen aan de dringendheid ervan herinnert. Dit is de manier om uw vreugde in Jehovah te behouden, terwijl u datgene wat gedaan moet worden met beide handen aangrijpt en met geheel uw vermogen verricht zolang u tijd van leven hebt. Dan zal Jehovah u, of u nu zult voortleven, zonder de pijn van de doodsangel te voelen voordat Jehovah zijn glorierijke nieuwe samenstel van dingen invoert, of in de dood inslaapt en op de opstanding wacht, met een „volmaakt loon” gedenken. „Dientengevolge, mijn geliefde broeders, wordt standvastig, onwrikbaar, altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer.” — Ruth 2:12; 1 Kor. 15:58; Pred. 9:7, 10.
[Illustratie op blz. 394]
Ware christenen zijn niet lui; zij verrichten eerlijk werk om hun gezin te onderhouden
[Illustratie op blz. 396]
Wij moeten het ter harte nemen: De luie man vergaat het slecht — niet alleen in materieel opzicht, maar ook doordat hij Gods goedkeuring mist
[Illustratie op blz. 398]
Spant u zich krachtig in om terug te komen bij geïnteresseerde mensen, ten einde discipelen te maken?