Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Een verbrijzelde „vrede” — en dan werkelijke vrede
    Ontwaakt! 1983 | 22 december
    • Een verbrijzelde „vrede” — en dan werkelijke vrede

      ACHT van de tien Duitsers zeggen dat een van de voornaamste plichten van de politiek is de vrede veilig te stellen. Zeven jaar geleden plaatsten zij het oplossen van economische en sociale problemen bovenaan op de lijst van prioriteiten. „U bent getuige van een fundamentele verandering in het bewustzijn van de mensen”, merkte een vooraanstaand Duits politicus op.

      Deze verandering in prioriteiten, klaarblijkelijk een internationaal verschijnsel, bracht de Londense Times op de vraag: „Wat is er nu eigenlijk sedert 1979 en 1980 veranderd in de praktijk van alle dag, om deze hernieuwde vloedgolf van publieke bezorgdheid over nucleaire wapens te kunnen verklaren?” Het blad geeft toe geen volledig bevredigend antwoord te hebben op de vraag „waarom de publieke opinie zich in die richting heeft ontwikkeld”.

      Maar de vrees voor kernwapens komt voor serieuze bijbelonderzoekers niet als een verrassing. Zij herinneren zich Jezus’ profetie, dat „de mensen mat [zouden] worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen” (Luk. 21:26). Ook vinden zij in de bijbel Gods voornemen om „oorlogen [te doen] ophouden tot het uiteinde der aarde”. Hoe? Door ontwapening, want de schriftplaats vervolgt: „De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de wagens verbrandt hij in het vuur” (Ps. 46:9; zie ook 72:7). Zou dit erop kunnen duiden dat, zoals sommige religieus gezinde personen misschien beweren, de huidige vredesbeweging Gods manier is om deze wereldomvattende vrede tot stand te brengen?

      „Aan vrede zal geen einde zijn”

      Jesaja 9:6, 7 belooft dat „de vorstelijke heerschappij” van Christus Jezus, de „Vredevorst”, een vrede zal bewerkstelligen waaraan „geen einde [zal] zijn”. Dit betekent niets anders dan de oprichting van Gods Messiaanse koninkrijk. In het modelgebed dat Jezus zijn discipelen gaf, hebben de christenen sinds jaar en dag gebeden dat Gods vreedzame „wil” door dit Koninkrijk hier op aarde tot stand zou komen. — Matth. 6:9, 10.

      De bijbelse profetie laat op de volgende twee punten aan duidelijkheid niets te wensen over: Ten eerste zal de mens zich zelf niet vernietigen in een nucleaire holocaust en ten tweede zal hij erin slagen een mate van „vrede en zekerheid” te bereiken. Maar dat kan niet de vrede zijn waarvan Jesaja profeteerde dat ze „geen einde” zou nemen. Waarom niet? Omdat volgens de bijbel „wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid!’ . . . een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen [zal] komen” (1 Thess. 5:3). Zo zal de „vrede en zekerheid” van de mens worden verbrijzeld, beëindigd door een „plotselinge vernietiging” in de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige . . . die in het Hebreeuws Har–mágedon wordt genoemd” (Openb. 16:14, 16). Hoe zal dit precies in zijn werk gaan?

      Religieuze invloed werkt als een boemerang

      Het ziet ernaar uit dat de religie de politieke leiders actief zal steunen bij het teweegbrengen van deze „vrede en zekerheid”. In hoeverre ze misschien zelfs druk op hen zal uitoefenen om dit doel te bereiken, vermeldt de bijbel niet. Maar in elk geval zal haar bondgenootschap met de politici om een surrogaatvrede te bewerken, betekenen dat ze Gods regeling voor blijvende vrede door middel van de „vorstelijke heerschappij” van Christus Jezus verwerpt. Als een immorele vrouw die hoererij bedrijft, zal de valse religie de belangen blijken te dienen van aardse vredestichters in plaats van die van de hemelse „Vredevorst”. — Zie Openbaring 17:1-6.

      De politici hebben niet geschroomd om religieuze leiders steun voor hun beleid te laten werven, en zelfs in hun preken de mannen op te roepen naar het slagveld te trekken ter verdediging van hun regeringen. Op hun beurt hebben de religieuze leiders hun invloed op de staatshoofden aangewend om aangelegenheden tot hun eigen zelfzuchtige voordeel te manipuleren. Dikwijls hebben zij actief deelgenomen aan de politiek en zelfs aan opstanden tegen regeringen. Over religieuze inmenging in de politiek zei de Duitse kanselier Schmidt in 1981: „Ik ben niet van mening dat dit voor onbepaalde tijd kan worden toegelaten.” En toch gaat de religieuze inmenging door. Een groep Duitse protestantse predikanten heeft zelfs onlangs toegegeven: „Wij willen preken over politiek en de politiek veranderen.”

      Hoe lang deze inmenging nog zal doorgaan, zal God zelf beslissen. Zijn profetie voorzegt dat bepaalde politieke elementen ’de hoer [het wereldrijk van valse religie] zullen haten . . . en haar geheel met vuur zullen verbranden’. Wanneer? Op Gods bestemde tijd in die „ene dag” waarin Gods oordeel aan haar zal worden voltrokken (Openb. 17:16; 18:8, 20; vergelijk Daniël 4:35). Hoewel de religie misschien nauw met de politieke leiders zal hebben samengewerkt om de roep van „vrede en zekerheid” te laten weerklinken, zullen de politieke elementen zich dus plotseling tegen de wereldreligie keren en deze verwoesten. Vervolgens zullen zij op hun beurt door God worden vernietigd in de snel daaropvolgende oorlog van Har–mágedon.

      Zo zal de „vrede en zekerheid” van de mens als bedrog aan de kaak zijn gesteld. Ze zal gediend hebben als een toetssteen voor het goddelijk oordeel, omdat aangetoond zal zijn hoe verkeerd het is vertrouwen te stellen in vredesplannen van mensen in plaats van in het koninkrijk van God, dat thans in de hemel regeert.a Wij zullen moeten afwachten in hoeverre de huidige vredesbeweging, gesteund door de religie, een aandeel zal hebben in de totstandkoming van de „vrede en zekerheid” die onmiddellijk vooraf zal gaan aan de vernietiging van de valse religie.

      In leven blijven om ’werkelijke vrede’ te zien

      De huidige vredesbeweging moge al dan niet een derde wereldoorlog voorkomen, in geen geval zal ze de oorlog van Har–mágedon voorkomen. Ze moge al dan niet de regeringen zo onder druk zetten dat het tot ontwapening komt, in geen geval zal ze Christus Jezus, degene die „oordeelt en oorlog voert in rechtvaardigheid”, zo onder druk zetten dat hij tot ontwapening overgaat. — Openb. 19:11-16.

      De rechtvaardige oorlog van Har–mágedon is een onvermijdelijke zaak. Waarom zou u dus Jehovah’s Getuigen niet de gelegenheid geven u in Gods Woord de vereisten voor overleving aan te wijzen? Vermijd het uw hoop te stellen op de bedrieglijke „vrede en zekerheid” die gedoemd is verbrijzeld te worden. Keer u tot de „Vredevorst” en verleen actieve ondersteuning aan zijn „vorstelijke heerschappij”. Dan zal de vrede die u mag hopen te smaken, werkelijke vrede zijn — de vrede waaraan ’geen einde zal zijn’. — Jes. 9:6, 7.

      [Voetnoten]

      a Zie voor bewijzen voor de oprichting van het Koninkrijk in de hemel in 1914 het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, in 1982 uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society.

      [Illustratie op blz. 7]

      Werkelijke vrede — niet slechts militaire helmen die zijn veranderd in bloempotten, maar kinderen die de oorlog niet meer leren

  • Stoppen met dat ’nog even uitstellen’
    Ontwaakt! 1983 | 22 december
    • Stoppen met dat ’nog even uitstellen’

      U BENT net klaar met eten. U zegt tegen uzelf dat u vanavond uw kast, of de garage, of uw bureau eens gaat opruimen of eindelijk eens aan een van die projecten gaat beginnen die u al weken of misschien zelfs maanden van plan was aan te pakken.

      Maar voordat u begint, zo redeneert u, kunt u zich nog wel even ontspannen. U hebt immers pas gegeten. Dus gaat u op de bank zitten en zet de tv aan — „eventjes maar”. Voordat u het weet, zit u al naar het late journaal te kijken. De avond is om. De taak waaraan u had willen beginnen, zal weer moeten wachten.

      Als u zichzelf herkent in de bovenstaande beschrijving, kunt u tenminste troost putten uit het feit dat u allerminst alleen bent. Voor u uit schuiven, in de ijskast zetten, uitstellen of hoe u het ook noemen wilt, behoort stellig tot de zeer veelvuldig voorkomende menselijke zwakheden. Er is vrijwel niemand die niet ooit bij zichzelf heeft gezegd: „Ik weet dat ik het eigenlijk zou moeten doen, maar . . .”

      „Volgende keer beter”

      De neiging tot uitstellen treedt in ons leven in vele gedaanten op, sommige tragisch, andere minder ernstig. De gedragswetenschappers geloven zelfs dat het ’nog even uitstellen’ heel gemakkelijk een ingewortelde gewoonte kan worden doordat het in veel gevallen niet zo’n ernstige zaak is.

      U bent bijvoorbeeld vast van plan een bedankbriefje te schrijven aan de vrienden bij wie u onlangs hebt gelogeerd. Maar de tijd staat niet stil. Voordat u het in de gaten hebt, zijn er weken en maanden

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen