Drinken — Deelt u de zienswijze van de bijbel?
HIJ was een gedoopte christen. Toen de ouderlingen in zijn gemeente, die bezorgd waren over zijn drinken, hem ernaar vroegen, gaf hij toe dat hij een stuk of wat biertjes en een paar whisky’s ophad. „Maar ik was niet dronken”, zei hij.
Deze jongeman was van mening dat het er niet toe doet hoeveel je drinkt, zolang je maar niet dronken wordt. Bent u het daarmee eens? Het is droevig te moeten zeggen dat de berichten aantonen dat sommige leden van Gods volk er zo over denken. Maar is die denkwijze schriftuurlijk? Wat zegt de bijbel precies over drinken?
Alcoholhoudende dranken behoren inderdaad tot de vele geschenken die wij van onze Schepper, Jehovah God, hebben ontvangen. Zo vertelt de bijbel ons dat God wijn geeft die „het hart van de sterfelijke mens verheugt”, dat wijn „God en mensen verblijdt” en dat ze het hart in „een vrolijke stemming” brengt (Ps. 104:15; Recht. 9:13; Esth. 1:10). Een voorraad wijn, gesymboliseerd door de „wijnstok”, wordt in de Schrift gebruikt om voorspoed en zekerheid aan te duiden. — Micha 4:4; Zach. 3:10.
Een geschenk kan echter worden gebruikt of misbruikt. De bijbel bevat veel waarschuwingen met betrekking tot alcoholmisbruik.
Onmatig drinken
Wat valt er te zeggen over de zienswijze: ’Het doet er niet toe hoeveel je drinkt, zolang je maar niet dronken wordt’? Dronkenschap wordt beslist veroordeeld in de bijbel, want hierin wordt ons verteld dat dronkaards ’Gods koninkrijk niet zullen beërven’ (1 Kor. 6:9, 10). Maar worden wij uitsluitend tegen dronkenschap gewaarschuwd? Hoe staat het met zwaar drinken, zonder echt dronken te worden?
In 1 Timótheüs 3:2, 3 lezen wij dat een opziener niet alleen ’dronken geruzie’ dient te vermijden, maar ook dat hij „matige gewoonten” dient te hebben. Dat geldt voor alle gewoonten. Toch betekent het Griekse woord dat is vertaald met „matige gewoonten hebbend” (nèfalion) letterlijk: „sober, gematigd; zich onthoudend van wijn, hetzij geheel of op zijn minst van onmatig gebruik ervan” (wij cursiveren). — Thayer’s Greek-English Lexicon of the New Testament (Grieks-Engels woordenboek van het Nieuwe Testament).
In zijn opsomming van de vereisten waaraan dienaren in de bediening of diakenen moeten voldoen, zegt Paulus verder dat zij ’zich niet aan veel wijn dienen over te geven [„niet geneigd tot veel wijngebruik”, Vertaling door prof. Brouwer]’. — 1 Tim. 3:8.
Ja, om aanbevolen te worden of dienst te kunnen blijven verrichten als opziener of als dienaar in de bediening, moet een christen het toonbeeld zijn van iemand die matig is in zijn gewoonten met betrekking tot het gebruik van alcoholische dranken. Een aantal jaren geleden duurde een huwelijksreceptie in een Latijns-Amerikaans land tot in de vroege ochtenduren, waarbij de hele nacht door werd gedronken. Dat heeft tot gevolg gehad dat het hele lichaam van ouderlingen en de dienaren in de bediening van één gemeente uit hun ambt werden ontheven.
Maar wordt matigheid alleen verlangd van opzieners en dienaren in de bediening? Zeer zeker niet, want in Titus 2:2 krijgen bejaarde mannen de vermaning „matig in gewoonten” te zijn. Vrouwen in de gemeente worden insgelijks vermaand „ernstig [te] zijn, geen lasteraarsters, matige gewoonten [te] hebben” (1 Tim. 3:11). En tot bejaarde vrouwen wordt gezegd dat zij „eerbiedig in hun gedrag [moeten] zijn, geen lasteraarsters, noch verslaafd aan veel wijn”. — Tit. 2:3.
Het is dus wel duidelijk dat christenen niet alleen dronkenschap — het eindresultaat van overconsumptie — maar ook ieder onmatig gebruik van alcohol zorgvuldig moeten mijden.
Wat houdt matig gebruik in?
Een vaste grens voor iedereen is niet te geven, omdat persoonlijke factoren, zoals iemands algemene gezondheidstoestand en lichaamsgewicht, kunnen bepalen welke uitwerking alcohol op zijn gestel heeft. Niettemin zijn er verscheidene dingen die u in gedachte dient te houden wanneer u bepaalt wat matigheid inhoudt.
Het eerste is — hoed u ervoor om excuses te verzinnen! Het is zo gemakkelijk te concluderen dat onwelkome raad op anderen van toepassing is, en niet op ons. Maar als iedereen er zo over dacht, zou de raad op niemand van toepassing zijn!
Ga vervolgens na hoeveel alcohol uw lichaam veilig kan verwerken. Een gemiddelde volwassene (70 kg) kan ongeveer 13 cc alcohol per uur omzetten (ongeveer 30 cc gedistilleerd met een alcoholgehalte van 40%, of 100 cc tafelwijn). Wanneer deze hoeveelheid overschreden wordt, neemt het alcoholgehalte in uw bloed toe. Gewoonlijk zijn twee consumpties van normaal formaata binnen een paar minuten, voor de gemiddelde volwassene al voldoende om een alcoholpercentage van 0,05 in het bloed te bereiken, hetgeen bij de meeste mensen verminderde rijvaardigheid veroorzaakt.
Een derde factor die in overweging genomen moet worden, is de zienswijze van medechristenen. In Romeinen 14:21 lezen wij: „Het is goed geen vlees te eten noch wijn te drinken noch iets te doen waarover uw broeder struikelt.” Wanneer u dus wilt vaststellen of uw drinken matig is of niet, vraag u dan af: Drink ik over het algemeen meer dan anderen? Zijn anderen — familieleden of christelijke broeders of zusters — bezorgd geraakt over de hoeveelheid drank die ik gebruik? Heb ik de reputatie dat ik „goed tegen drank kan”, hetgeen impliceert dat ik veel drink? Ook al zegt u misschien: ’Maar ik verdraag alcohol beter dan anderen’, laten de woorden van Paulus dan niet zien dat wij ons dienen te bekommeren om de zienswijze van onze broeders? Denk aan de woorden van Jezus in Lukas 17:1, namelijk: „Het is onvermijdelijk dat er oorzaken tot struikelen komen. Maar wee degene door bemiddeling van wie ze komen!”
Natuurlijk dient te worden opgemerkt dat niemand van ons het recht heeft zijn geweten aan anderen op te leggen. Wij dienen erop toe te zien dat wij niet overdreven kritisch worden ten aanzien van de hoeveelheid die anderen drinken. De apostel Paulus zei in dit verband: „Maar waarom oordeelt gij uw broeder? Of waarom ziet gij ook neer op uw broeder? Want wij zullen allen voor de rechterstoel van God staan.” — Rom. 14:10.
Een andere factor die u dient af te wegen is deze: Waarom drink ik? Gewoon om me te ontspannen, om mijn dorst te lessen of om het genot van een maaltijd te verhogen? Of is het om zorgen, spanning, frustratie uit te bannen, me moed in te drinken of me te helpen de werkelijkheid te ontvluchten? Met betrekking tot dat laatste verklaart de psychotherapeut Dr. Stanley Gitlow: „Wij leven in een maatschappij waar je, als het moeilijk wordt, een drankje pakt en als je je onprettig voelt, je heil zoekt bij het een of andere chemische tovermiddel. Niemand zegt: ’Hè, verdraag die stress nu eens en leer ermee te leven.’” Waardoor dient een christen te worden geholpen het hoofd te bieden aan de zorgen des levens? ’Een of ander chemisch tovermiddel’ of zijn verhouding tot God? — Ps. 4:8.
Zich af en toe van drank onthouden?
Ja! Voor de alcoholist is het belangrijk dat hij zich geheel van drank onthoudt, opdat hij niet wordt overmeesterd door de drang te ver te gaan. Dit brengt ons de woorden van Jezus uit Markus 9:43 in herinnering: „Indien uw hand u ooit doet struikelen, hak ze af; het is beter dat gij verminkt het leven binnengaat dan dat gij met twee handen in Gehenna terechtkomt [hetgeen vernietiging betekent].” Als drinken u dus in moeilijkheden heeft gebracht, waarom zou u dan niet definitief met die gewoonte breken? Ten slotte ’is het beter dat u het leven binnengaat’! Eén ouderling, die projectleider is bij een rehabilitatieprogramma voor alcoholisten, bracht het als volgt onder woorden: „Geheelonthouding is niet een te hoge prijs om te betalen voor leven in Gods Nieuwe Ordening.”
Toch is onthouding niet alleen iets voor alcoholisten; er zijn tijden waarop wij allen er goed aan doen ons van alcohol te onthouden. In het oude Israël was het priesters en levieten die dienst deden in de tabernakel of tempel op straffe des doods verboden alcohol in enigerlei vorm te gebruiken (Lev. 10:8, 9; Ezech. 44:21). Ook koningen werd aangeraden geen wijn of bedwelmende drank te drinken tijdens de uitoefening van hun ambt. Waarom niet? „Opdat men niet drinkt en het verordende vergeet en de rechtszaak van elk van de zonen der ellende verdraait.” — Spr. 31:4, 5.
Hoe zit dat thans? Welnu, zou u zich op uw gemak voelen als u wist dat de piloot van het vliegtuig waarmee u reist, gedronken had? Natuurlijk niet! Er zijn levens mee gemoeid. Daarom dient een christen op zijn hoede te zijn met betrekking tot drinken voordat hij gaat autorijden. Maar nog veel onbetamelijker zou het zijn wanneer een christen vlak voor of tijdens zulke heilige activiteiten als de prediking, vergaderingbezoek en het geven van bijbelse raad en leiding aan anderen, alcoholische dranken zou gebruiken. Waarom onbetamelijk? Hiermee is eeuwig leven gemoeid!
Deelt u dus de bijbelse zienswijze met betrekking tot drinken? Het antwoord hierop kan alleen maar Ja of Nee zijn. Uw leven staat op het spel, evenals dat van anderen die zouden kunnen struikelen over ondoordachte drinkgewoonten. Meer dan dat, wij wensen dat ons leven onze God Jehovah behaagt. Ja, alcoholische dranken zijn een geschenk van God — mits met mate gebruikt! Maar als het voor u persoonlijk beter is u ervan te onthouden, doet u dat dan vooral. Bedenk: ’Het is beter dat u het leven binnengaat’!
Wat kunnen ouderlingen in de gemeente echter doen om hun medechristenen te helpen die te ver zijn gegaan in het gebruik van alcohol? En hoe zit het met de alcoholist — wat kan er gedaan worden om hem of haar te helpen? Deze en andere vragen zullen in onze volgende uitgave aan de orde worden gesteld.
[Voetnoten]
a Eén consumptie is ongeveer 45 cc gedistilleerd met een alcoholgehalte van 40%, 120 cc tafelwijn of 360 cc bier.
[Illustratie op blz. 24]
Alle drie bevatten dezelfde hoeveelheid alcohol